Overig

Neem vooral geen werk aan!

522

Begin februari is de Eerste Kamer akkoord gegaan met de ‘Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties’. Dit betekent dat de modelovereenkomsten per 1 mei 2016 definitief in de plaats komen van de in de praktijk zo gewaardeerde VAR.

Het verdwijnen van de VAR leidt tot veel onrust bij opdrachtgevers en zelfstandigen. De VAR biedt in de praktijk een grote mate van zekerheid, maar kan er straks nog wel een geschikte (model)overeenkomst worden gesloten?

Alhoewel de wet per 1 mei 2016 in werking treedt, geldt er een implementatietermijn tot 1 mei 2017. In deze periode houdt de Belastingdienst wel toezicht, maar vooral in de vorm van toelichting en het bieden van een helpende hand bij de implementatie. Voor opdrachtgever en opdrachtnemer geldt wel een inspanningsverplichting. Dit betekent dat zij volgens de Belastingdienst ‘actief bezig moeten zijn de arbeidsrelatie zodanig feitelijk vorm te geven dat er buiten dienstbetrekking wordt gewerkt’.

Overigens komt de implementatietermijn de Belastingdienst zelf ook zeer goed uit. De Belastingdienst heeft een grote achterstand met de beoordeling van voorgelegde (model)overeenkomsten. Naar verluidt, liggen er nog 1.400 overeenkomsten op een beoordeling te wachten. Op dit moment is er een vrij beperkt aantal modelovereenkomsten op de website van de Belastingdienst beschikbaar.

Bent u ‘aannemer van werk’? Dan heeft u ook nog eens te maken met de fictieve dienstbetrekking. Dit betekent dat u fiscaal ook in loondienst werkt wanneer u niet in gezagsverhouding staat of wanneer u zich vrij mag laten vervangen. Een aannemer van werk is degene die voor zijn opdrachtgever een werk van stoffelijke aard tot stand brengt. Bijvoorbeeld een bouwwerk of een autoreparatie, maar ook het stomen van kleding is aanneming van werk.

Zelfstandigen die dus fysiek arbeid verrichten, krijgen het moeilijker dan zelfstandigen die vanachter hun bureau werken. Het zou naar mijn mening wel zo eerlijk zijn om de fictieve dienstbetrekking voor aannemers van werk te schrappen. Het lijkt er echter niet op dat de regering een einde gaat maken aan dit achterhaalde onderscheid tussen ‘witte en blauwe boorden’.

De modelovereenkomsten voor aanneming van werk die nu beschikbaar zijn, zijn uitgebreider dan de ‘gewone’ modelovereenkomsten. Zo kent de model-overeenkomst ‘zelfstandigen bouw’ een groot aantal voorwaarden waaraan voldaan moet zijn om als zelfstandige te kunnen werken. Zoals altijd, leiden veel voorwaarden tot veel discussiemogelijkheden. Zo kent de modelovereenkomst ‘zelfstandigen bouw’ bijvoorbeeld de voorwaarde dat de opdrachtnemer de werkzaamheden in ‘volledige onafhankelijkheid’ moet uitvoeren. Maar wanneer is er nu sprake van volledige onafhankelijkheid? In deze samenleving zijn we toch allemaal afhankelijk van elkaar? Of moeten we terug naar de tijd van de jagers en verzamelaars?

Iedere bepaling in een modelovereenkomst moet geïnterpreteerd worden en is daarom veelal voor meerdere uitleg vatbaar. Dit betekent dat opdrachtnemer en opdrachtgever er moeilijk 100% zeker van kunnen zijn dat er geen dienstbetrekking bestaat. Wat nu als een belastingambtenaar na drie jaar het standpunt inneemt dat een specifieke bepaling toch niet helemaal is nageleefd? Opdrachtgever kan dan een forse naheffingsaanslag loonheffingen krijgen inclusief belastingrente en mogelijk een boete. Deze naheffingsaanslag is nooit volledig te verhalen op opdrachtnemer, ook niet als partijen dit onderling met elkaar hebben afgesproken. Opdrachtgever zit dan met een grote financiële kater.

Kortom: het werken met modelovereenkomsten is verre van ideaal en een modelovereenkomst zal in veel gevallen geen volledige zekerheid kunnen bieden. Opdrachtgevers en zelfstandigen staat de komende periode een flinke uitdaging te wachten!