Er is al enige tijd sprake van een nieuwe trend in onze industrie. Af en aan worden berichten gepubliceerd die ons verhalen over hoe industriële processen steeds verdergaand worden geautomatiseerd en dat dit in de toekomst steeds frequenter zal voorkomen. Vaak gaat zo’n automatisering hand in hand met integratie van data vanuit interne IT-systemen of het internet.
Natuurlijk lijkt dit op zich een interessante ontwikkeling, maar moet dit nu serieus genomen worden en zou dit bijvoorbeeld een bedreiging gaan vormen als een onderneming hier (nog) niet actief aan deelneemt? Natuurlijk moet iedere ondernemer die vraag voor zichzelf in zijn eigen branche beantwoorden, maar misschien echter is het nog te vroeg om die vraag te kunnen beantwoorden en zijn ontwikkelingen nog niet zover dat ze van betekenis kunnen zijn in industriële processen.
In ieder geval wordt er veel over nagedacht. Vanuit de VS, waar men met het thema ‘Internet of Things’ de nadruk legt op het groeiend aantal apparaten dat via het internet met elkaar in verbinding staat. Onderzoeken tonen dit ook aan. Waren er in 2012 nog zo’n 9 miljard apparaten met het internet verbonden, dan laten de vooruitzichten aantallen tussen de 50 en 75 miljard in 2020 zien. Dat er met zo’n interconnectiviteit talloze nieuwe mogelijkheden voor ons als industrie en consument zullen ontstaan is een gegeven.
Ook dichter bij huis, in Duitsland, is, met ‘Industrie 4.0’, een weg naar de toekomst ingezet. Hier wordt met name gekeken naar verdergaande automatisering van productieprocessen, hetgeen natuurlijk mooi aansluit op de sterke Duitse maakindustrie. Verdere integratie en ontwikkeling van slimme sensoren en IT processen in de productie zelf zullen moeten gaan leiden tot kwaliteitsverbetering en efficiëntie- en productieverhoging.
Bij ons in Nederland praten we over ‘Smart Industry’, een, toch wel, slimme combinatie van ‘Internet of Things’ en ‘Industrie 4.0’. Het gaat dan over een breed werkgebied waarin integratie van IT in combinatie met de mogelijkheden die online apparaten vanuit het internet in het productieproces kunnen gaan brengen. Eerlijk gezegd klinkt dat nog behoorlijk vaag en betreft dit in ieder geval een uitdaging die meerdere disciplines omvat.
Gezien deze complexiteit ligt de oplossing dus niet bij de individuele onderneming, maar wel bij samenwerkingsverbanden van (complementaire) ondernemingen. Het is dus van belang dat binnen die samenwerkingsverbanden creatief gezocht wordt naar nieuwe mogelijkheden die ontstaan en welke rol elke individuele onderneming daarin kan spelen.
De (Europese) overheid faciliteert hierin door middelen ter beschikking te stellen om ondernemingen te bewegen samen te gaan werken aan projecten in het kader van ‘Smart Industry’. Dit met als doel de kwaliteit en efficiëntie van productieprocessen en daarmee ook de concurrentiekracht te verhogen.
Of daarmee ‘Smart Industry’ een blijver is, is nog te vroeg om uitspraak over te doen. Gezien de ontwikkelingen echter is het wel aan te raden om ‘Smart Industry’ goed te blijven volgen en misschien zelfs wel er in deel te nemen!
– Teun Muller