Koninklijke Boskalis Westminster N.V. (Boskalis) heeft het voornemen tot gunning ontvangen van de provincie Zuid-Holland voor een deelproject van de RijnlandRoute. Het project betreft de Aanpassing N206 Ir. G. Tjalmaweg, het tweede van de drie projecten in het kader van de RijnlandRoute. De totale waarde van het contract bedraagt ruim EUR 100 miljoen. De definitieve gunning van het contract vindt naar verwachting eind april plaats.

De RijnlandRoute is een nieuwe weg van Katwijk naar de snelweg A4 bij Leiden. De weg lost de huidige verkeersknelpunten op en draagt bij aan een betere doorstroming in de regio Holland Rijnland, met name rond Leiden en Katwijk. In het kader van de RijnlandRoute gaat Boskalis onder andere de Tjalmaweg verbreden en over een lengte van bijna twee kilometer verdiept aanleggen, twee ongelijkvloerse kruisingen realiseren, een deel van de Torenvlietbrug vervangen en een tweede brug bouwen. Naast deze werkzaamheden wordt Boskalis ook verantwoordelijk voor het 10-jarig onderhoud van de aangelegde weg.

Boskalis maakt bij de uitvoering van het project gebruik van een groot aantal eigen specialismen, waaronder civiele betonbouw, drooggrondverzet en het leveren en verwerken van asfalt. Daarnaast zal Boskalis-dochter Cofra grondverbeteringswerkzaamheden uitvoeren. De voorbereidende werkzaamheden starten medio 2019 en worden naar verwachting medio 2022 afgerond.   

Havenbedrijf Rotterdam en Stichting Multimodaal Coördinatie en Adviescentrum Brabant (MCA Brabant) hebben vandaag een samenwerkingsovereenkomst ondertekend. Doel van de samenwerking is om meer containervervoer tussen Rotterdam en Noord-Brabant via binnenvaart te realiseren.

In 2018 werden er in de Rotterdamse haven ruim 8,6 miljoen containers overgeslagen (14,5 miljoen TEU). Noord-Brabant is met ruim 1 miljoen containers een van de belangrijkste achterland regio’s van Rotterdam maar kent een relatief hoog aandeel wegvervoer en daarmee een steeds toenemende druk op het wegennet. Meer vrachtvolume per binnenvaart in plaats van per truck (modal shift) zorgt voor een beter bereikbare haven én regio.

Emile Hoogsteden, directeur Containers, Breakbulk & Logistics van Havenbedrijf Rotterdam: “Het slim verbinden van de haven van Rotterdam met Brabant zorgt voor een structureel hogere betrouwbaarheid van het multimodale transport en draagt daarmee bij aan de duurzame bereikbaarheid en groei van een van de belangrijkste logistieke hotspots in Nederland.”

Hendrik-Jan van Engelen, directeur MCA Brabant: “Een goede verbinding over water met de Rotterdamse haven is essentieel voor Brabantse verladers en transportbedrijven om verdere groei mogelijk te maken. Hierdoor worden niet alleen veel vrachtwagens van de weg gehaald, betrouwbare bargeverbindingen zorgen ook voor betrouwbaarheid in de totale supply chain. Wij kijken er zeer naar uit om alle initiatieven die we met deze samenwerking beogen in gang te gaan zetten.”

Een van de initiatieven die de partners in 2019 zullen implementeren is het verder opschalen van digitale informatie uitwisseling tussen de haven van Rotterdam en Brabantse binnenvaart terminals. Door tijdig de juiste informatie over bijvoorbeeld aankomsten van (zee)schepen en containers met elkaar te delen, kan er aan beide zijden efficiënter gepland worden en ontstaan minder vertragingen in het vervoer per binnenvaart. Ook zullen de partijen onderzoeken hoe het vervoer tussen Brabant en Rotterdam versneld verduurzaamd kan worden, bijvoorbeeld door het gebruik van containerbatterijen voor aandrijving van binnenvaartschepen.

De samenwerkingsovereenkomst borduurt voort op eerdere initiatieven van Havenbedrijf Rotterdam om meer containervracht te bundelen en via een vast vaarschema te vervoeren via punt-punt verbindingen. Zo zag in 2018 de West-Brabant Corridor het levenslicht. Deze verbinding tussen de deepsea containerterminals op de Maasvlakte en de
Brabantse binnenvaartterminals in Moerdijk, Oosterhout en Tilburg heeft al gezorgd voor 20% meer vracht via binnenvaart en 35% kortere havenverblijftijd van de binnenvaartschepen.

Met de oplevering van Loods 6 op de Laurenshaven terminal van EBS, is de Rotterdamse haven weer een troef rijker in de overslag van hoogwaardige mineralen en biomassa. Voor European Bulk Services betekent het tevens een volgende stap in de transitie van kolen naar andere producten.

De dimensies van het nieuwe complex zijn ronduit indrukwekkend. In totaal is 126.000 kubieke meter overdekte opslagcapaciteit toegevoegd, waarmee de totale capaciteit van EBS in Rotterdam op 650.000 kubieke meter uitkomt. Bijzonder aan deze loods is dat klant Hudig & Veder niet alleen een lange termijncontract heeft afgesloten voor de huur van het grootste deel van deze opslagcapaciteit, maar ook nog eens voor 25 procent van de financiering voor de nieuwbouw heeft zorg gedragen. “Door mede-eigenaar te worden, kunnen we, in coördinatie met EBS, meer maatwerk bieden aan onze opdrachtgevers”, licht Hans Lagendijk, manager Gans Cargo Operations (onderdeel van de Hudig & Veder groep) toe. “Dat versterkt onze marktpositie en daarmee de aantrekkelijkheid van Rotterdam als logistieke hub voor bijvoorbeeld mineralen, biomassa en gecalcineerde petcokes.”

Bauxiet en bentoniet

Het deel dat Hudig & Veder in gebruik heeft, is verdeeld in tien compartimenten van 3.500 kuub en zeven compartimenten van 5.000 kuub. Eén van deze compartimenten heeft een overdekte doorvoer naar een aangrenzende vlakloods van 20.000 vierkante meter waarin door middel van verplaatsbare tussenwanden diverse mineralen en biomassa separaat opgeslagen kunnen worden. “Met deze nieuwe opslagfaciliteit zijn we niet alleen flexibel, maar kunnen we de verschillende partijen ook schoon, droog en vrij van contaminatie opslaan”, aldus Henk Hoepel, manager Hudig & Veder Bulk. “Dat is belangrijk, omdat we voornamelijk werken met hoogwaardige mineralen en kleisoorten zoals bauxiet, bentoniet en perliet. Die worden vaak maar in kleine hoeveelheden tegelijk in de productieprocessen van onze klanten gebruikt. In Rotterdam beheren we dan de voorraad, die vanuit daar, doorgaans per lichter of truck, doorgaat naar tussenopslag in de buurt van fabrieken in Duitsland, Oostenrijk, België en Noord-Frankrijk.”

Luikensysteem

Eén van de mooie, innovatieve aspecten van de loods is dat deze voorzien is van een door EBS zelf ontwikkeld luikensysteem. De kraanmachinist kan met één druk op de knop het juiste deel van de loods openen en sluiten, waardoor bulkgoederen zonder enig transport, direct vanuit het schip in de loods worden opgeslagen. Dankzij luifels aan de buitenzijde van de loods kan het beladen van vrachtwagens nu, anders dan voorheen, gewoon doorgaan tijdens regenachtig weer. Dat maakt de processen in en om de loods ook nog eens efficiënter.

Grijperkraan

Naast de bouw van de loods is geïnvesteerd in een 50 tons mobiele Gottwald 6 grijperkraan. De bak bevat een gekalibreerd elektronisch weegsysteem. Hoepel: “Dat is een hele verbetering ten opzichte van de traditionele gewichtsvaststelling door middel van ijkopname en draft-survey. De nauwkeurigheid is ongekend. Behoorlijk relevant als je met kostbare mineralen werkt.”

Energietransitie

Het enthousiasme over de nieuwe opslag en kraan wordt gedeeld door EBS. “Een prachtige combinatie”, noemt Jan de Wit, algemeen directeur EBS, het. Naast de capaciteit die Hudig & Veder gebruikt, heeft EBS nog eens 40.000 kuub in het nieuwe complex gerealiseerd, waar eveneens al volop gebruik van wordt gemaakt. “De loods symboliseert ook mooi de transitie die we als overslagbedrijf doormaken. Draaide vroeger vrijwel alles om kolen, nu doen we heel veel in andere producten als mineralen, agribulk en biomassa. We volgen de energietransitie.”

Staalindustrie

Het betekent niet dat er helemaal geen kolen meer door de locaties van het dochterbedrijf van HES International B.V. in de Laurenshaven en Europoort gaan. “Voor energieopwekking is het echt heel veel minder, maar voor de staalindustrie wordt er natuurlijk nog wel gebruik van gemaakt.”

Food & feed

De realisatie van de nieuwe loods, wil niet zeggen dat er achterover geleund kan worden bij EBS. De plannenmakerij draait volop door. De Wit: “We hopen binnenkort, in samenspraak met het Havenbedrijf, de diepgang voor Loods 6 naar twaalf meter te kunnen vergroten. Dat geeft nog meer mogelijkheden voor efficiënte aan- en afvoer. Daarnaast wordt er, onder andere met Hudig & Veder, gekeken naar mogelijkheden voor verdere uitbreiding van gesloten opslag op de Laurenshaven terminal.” Maar ook op de locatie Europoort gaat binnenkort de schop in de grond. “Daar willen we een nieuwe loods met 50.000 kubieke meter capaciteit realiseren voor ‘food & feed’. Je moet dan denken aan sojameel, mais, tarwe en granen. Dat is natuurlijk heel wat anders, maar het toont wel mooi de diversiteit van ons bedrijf en de mogelijkheden van Rotterdam als leidende Europese logistieke hub aan.”

Meer weten over biomassa? Dit jaar vindt de 10e editie plaats van Europa’s grootste internationale biomassa conferentie van 8-10 april in Londen, UK. Tijdens Argus Biomass ontmoet u de belangrijkste spelers uit de Europese, Amerikaanse, Canadese en Aziatische biomassa industrie die de richting van de industrie de komende jaren zullen beïnvloeden. Er zijn meer dan 400 beslissers van 275 bedrijven uit 40 landen onder één dak aanwezig.

Een nieuw keurmerk moet havens de mogelijkheid bieden om stillere scheepvaart te belonen. NEPTUNES – een twee jaar geleden door het Havenbedrijf Rotterdam opgerichte projectorganisatie van elf havens voor de reductie van scheepsgeluid –presenteerde vandaag – donderdag 28 maart – dit zogenoemde noise label op haar conferentie in Rotterdam. De IAPH Environmental Ship Index voor duurzame scheepvaart heeft aangegeven ook geïnteresseerd te zijn in dit label.

NEPTUNES staat voor Noise Exploration Program To Understand Noise Emitted by Seagoing Ships. Op de conferentie kwam de projectorganisatie met een gids vol aanbevelingen voor maatregelen, kwalificering en vermindering van geluidsemissies door schepen op hun ligplaatsen in havens. Naast Rotterdam zijn de volgende havens ook betrokken bij dit initiatief: Amsterdam, Turku, Hamburg, Vancouver, Gothenburg, Cork, New South Wales, Koper, Stockholm en Kopenhagen-Malmö.

Missionarissenwerk

“Havenbedrijf Rotterdam is blij met dit nieuwe geluid. Zeeschepen kennen tot nu toe internationaal alleen geluidseisen op het gebied van arbeidsomstandigheden. Maar omwonenden van ligplaatsen kampen soms ook met geluidoverlast. Vandaar dat Havenbedrijf Rotterdam twee jaar geleden het initiatief heeft genomen tot de vormgeving van Neptunes. We beseffen dat het in dit stadium vooral gaat om missionarissenwerk, maar we zijn blij met deze eerste stappen naar mogelijke geluidreductie door de scheepvaart”, aldus Ronald Paul, COO van het Havenbedrijf.

Basis voor het keurmerk is een meetprotocol dat door NEPTUNES is opgesteld. Door het uniform meten van het geluid van schepen is het mogelijk om verschillende type schepen te classificeren van 0 tot 100 punten. Het gaat daarbij zowel om het typische laagfrequente geluid als het totale geluidniveau. Havenbedrijven en andere organisaties kunnen deze index gebruiken om stillere schepen te belonen.