Home Blog Page 130

Drechtsteden doen aanbod aan bestuur Zuid-Holland

0
logo Drechsteden

Donderdag 28 maart zijn de nieuw gekozen Provinciale Statenleden van Zuid-Holland geïnstalleerd. Het nieuwe bestuur van Zuid-Holland staat voor de opgave om de provincie de komende periode verder te brengen en de inwoners te laten genieten van de brede welvaart in onze provincie. De regio Drechtsteden draagt graag bij aan die opgave en heeft een duidelijke boodschap aan het nieuwe bestuur van de provincie: samen ontwikkelen en investeren in de Drechtsteden.

Bijdragen door ontwikkeling

De Drechtsteden willen als regio een stevige bijdrage leveren aan het versterken van de Provincie Zuid Holland. Dat doen we door als gemeentelijke overheid, onderwijs en bedrijfsleven de handen ineen te slaan. De Drechtsteden brengen drie regio ambities onder de aandacht bij de nieuwe Provinciale Statenleden.

Ambities Drechtsteden

Spoorzone Drechtsteden: Stedelijkheid van Allure 

De Drechtsteden doen een beroep op de Provincie om samen de komende periode te investeren in de benodigde regionale (OV) –infrastructuur. Een onderdeel hiervan is aandacht om het vervoer van gevaarlijke stoffen anders te routeren en goede en cruciale verbindingen met Brabant te behouden.

Van Metaal naar digitaal: op de oevers begint het
Oude industrieterreinen langs de oevers bieden ruimte voor transitie in de Maritieme maakindustrie, waarbij nieuwe technologieën omgezet kunnen worden in tastbare producten. De ambitie is om deze terreinen te transformeren naar een hoogtechnologische, data gedreven smart industry. Andere oevers worden getransformeerd naar hoog stedelijke woongebieden.

Energietransitie: een groots begin
De Drechtsteden willen in 2050 energieneutraal zijn. Met de ondertekening van het Energieakkoord Drechtsteden (februari 2018) is de regio koploper in Nederland. De steun van de Provincie wordt gevraagd om Europese fondsen op het gebied van warmtenetten te ontsluiten en te co-financieren.

De Provincie wordt opgeroepen om de samenwerking met de Drechtsteden in de volgende periode met nieuwe kracht voort te zetten en een gezamenlijke koers te varen. Voor een goed leven in de Drechtsteden en een krachtige Provincie Zuid-Holland!

Aardwarmte klaar voor opschaling

0
Aardwarmte klaar voor opschaling

Aardwarmte kan voorzien in een derde van de warmtebehoefte van Zuid-Holland. Dat zegt de Geothermie Alliantie in een vandaag door haar gepresenteerd visiedocument.

Er is voldoende kennis opgedaan om de techniek op te schalen. Hierdoor profiteren behalve kassen straks ook woningen, kantoren en instellingen van aardwarmte.

De ondergrond van Zuid-Holland is zeer geschikt om diepliggende watervoerende zandlagen te benutten voor de winning van aardwarmte, ook wel ‘geothermie’ genoemd. Het principe is simpel. Eén boorput zorgt voor het oppompen van warm water, een andere boorput – op enige afstand gelegen – voert het afgekoelde water terug, zodat het op enkele kilometers diepte weer op temperatuur kan komen.

Een derde van de warmtebehoefte

De Geothermie Alliantie bood haar visie aan tijdens het congres Trias Westland in Naaldwijk aan Meindert Smallenbroek, directeur Warmte & Ondergrond bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De Visie Aardwarmte laat zien dat circa 50 procent van de huidige aardwarmte in Nederland wordt in Zuid-Holland gewonnen. De huidige warmtevraag in deze provincie is 115 petajoule en de verwachting is dat die door energiebesparing in 2050 naar 75 petajoule daalt. Het winbare potentieel aardwarmte wordt geschat op 25 tot 40 petajoule. De Warmte Alliantie stelt zich in de Visie Geothermie ten doel om in 2040 een derde van de warmtebehoefte van Zuid-Holland uit aardwarmte te halen.

Opschalen en versnellen

De eigenschappen van de verschillende bodemlagen (ook wel ‘geologische formaties’ genoemd) in de provincie, hun potentie en welke technieken het best kunnen worden toegepast zijn grotendeels geïnventariseerd. De Geothermie Alliantie zet nu in op het optimaal benutten van deze formaties in de hele provincie, in plaats van per project. Zo kunnen meerdere projecten tegelijk worden gerealiseerd, waarmee de inzet van aardwarmte wordt opgeschaald en versneld. In Zuid-Holland is al veel ervaring met het toepassen van geothermie opgedaan, met name in de tuinbouw. De visie beschrijft hoe geothermie op grotere schaal voor woningen, kantoren en instellingen kan worden toegepast. Mede via een innovatiecentrum in Rijswijk, dat in 2018 is geopend, wil de Geothermie Alliantie kennis en innovaties intensiever delen en stimuleren. De visie levert bouwstenen voor de zeven Regionale Energiestrategieën in Zuid-Holland, waaraan op dit moment wordt gewerkt.

Gedeputeerde Han Weber: “Zuid-Holland koestert hoge verwachtingen van aardwarmte. De Geothermie Alliantie heeft ons veel kennis opgeleverd. Deze visie laat zien wat er nodig is om aardwarmte veilig en verantwoord grootschaliger toe te passen. Aardwarmte winnen betekent: anders met de ondergrond omgaan. Daar ligt ook een rol voor het Rijk, want we lopen nu tegen de beperkingen van de Mijnbouwwet aan. Positief is in elk geval dat het Rijk nu ook geld uittrekt om te investeren in nieuwe boorputten.”

Geothermie Alliantie

De Geothermie Alliantie bestaat uit branche-organisatie DAGO, Energiebeheer Nederland (EBN),  Eneco, gemeente Westland, duurzaam energie- en afvalbedrijf HVC, geothermie-operator Hydreco Geomec en de provincie Zuid-Holland.

Energietransitie in de haven in volle gang

0
Energietransitie in de haven in volle gang

De Rotterdamse regio heeft het geluk een haven met veel grote industrie binnen bereik te hebben. Dat levert nu weliswaar 17 procent van de landelijke CO2-uitstoot. Het biedt ook de mogelijkheden om de stad op te warmen.

Dagelijks komen zo’n 400 zee- en binnenvaartschepen het havengebied binnen, van waaruit ook weer naar de hele wereld wordt geëxporteerd. Zo’n 3000 bedrijven zijn er gevestigd, waaronder kolen- en gascentrales en olieraffinaderijen. De industrie in de haven is bij elkaar goed voor maar liefst 17 procent van de totale Nederlandse CO₂-uitstoot – de scheepvaart blijft dan nog buiten beschouwing. Het Havenbedrijf Rotterdam heeft stevige ambities om te verduurzamen: 49 procent CO₂-reductie in 2030 ten opzichte van 1990, en in 2050 80 tot 95 procent. Hoe gaat de – zwaar op fossiel leunende – haven dat voor elkaar krijgen? Het Havenbedrijf en de industrie in de haven richten zich de komende jaren voornamelijk op meer efficiëntie, innovatie, CO₂-opslag en transitiebrandstoffen.

De omschakeling kost tijd, want er is niet van de ene op de andere dag genoeg duurzame energie voorhanden. Dus kunnen ook niet van de ene op de andere dag ‘fossiele centrales’ worden gesloten. Uiteindelijk wil het Havenbedrijf dat de huidige bedrijven hun rol vervullen in een duurzame, circulaire economie die gebruikmaakt van hernieuwbare energie.

Efficiency

Meer efficiëntie betekent minder ¬uitstoot per eenheid productie. Door slimmer samenwerken is dit te bereiken. Het warmtenet is hier een goed voorbeeld van: warmte die vrijkomt bij industriële processen vliegt nu nog zo de lucht in of verdwijnt in de rivier, terwijl huishoudens in de regio gas verbranden om de verwarming te laten functioneren. Door die twee te koppelen gaan het totale verbruik en de uitstoot omlaag. Ook sommige industriële processen kunnen op die manier aan elkaar geknoopt worden.

Havenbedrijf Rotterdam lanceert OnTrack; de applicatie voor realtime inzicht in spoorvervoer

0

Van en naar de haven van Rotterdam lopen meer dan 250 internationale spoorverbindingen. Vervoer per spoor is een relatief duurzame vorm van transport en daarmee in toenemende mate van belang voor het vervoer van lading tussen de haven van Rotterdam en het achterland. Om het vervoer per spoor naar het achterland efficiënter te maken, ontwikkelde het havenbedrijf Rotterdam OnTrack. Deze applicatie geeft realtime inzicht in het treinvervoer in de Rotterdamse haven en de afhandeling ervan bij de terminal. OnTrack voorziet hiermee in de behoefte van terminals en vervoerders, die hierdoor efficiënter kunnen plannen en beter kunnen anticiperen op afwijkingen.

Realtime inzicht

Om het vervoer van lading per trein tussen de haven van Rotterdam en het achterland verder te optimaliseren, hebben marktpartijen inzicht nodig in planning en statusinformatie van het treinverkeer en afhandeling daarvan. Op dit moment gebruiken de meeste terminals hun eigen planningssysteem en standaarden voor het treinverkeer. Informatie-uitwisseling vindt momenteel grotendeels plaats via de telefoon en email. De applicatie OnTrack combineert data van de verschillende partijen in de railketen en verrijkt deze met intelligente business algoritmes.

Zo krijgt een vervoerder door OnTrack inzicht in de afhandeling van de trein op een terminal. OnTrack geeft inzicht in hoeveel containers of wagons geladen of gelost zijn en wanneer de operatie is afgerond. Afwijkingen van het geplande tijdslot zijn direct zichtbaar en hoeft niet meer op verschillende websites of via de telefoon worden verkregen.

Een terminal krijgt in OnTrack beter inzicht in de verwachte en werkelijke vertrektijden van de treinen die de betreffende terminal aandoen. Door de notificaties kunnen alle partijen beter anticiperen op afwijkingen, en hierdoor hun ploegen en capaciteit optimaliseren. Ook voor rail operators en inland terminals is OnTrack op korte termijn beschikbaar.

Slimste haven

OnTrack is een goed voorbeeld van hoe het Havenbedrijf met nieuwe digitale toepassingen de processen in de haven efficiënter laat verlopen en past in de ambitie om uit te groeien tot slimste haven. Bovendien zorgt meer inzicht in het railvervoer voor een betrouwbaarder product, wat de concurrentiepositie van de Rotterdamse haven ten goede komt.

OnTrack is uitgebreid ontwikkeld en getest in samenwerking met diverse marktpartijen onder de projectnaam HaROLD. Begin april start het operationele gebruik door bijna alle vervoerders en terminals die lading vervoeren via de Rotterdamse haven. Wanneer er (inter)nationale havens geïnteresseerd zijn in de applicatie kan deze ook naar andere locaties worden uitgerold.

Groeiend aantal banen dankzij buitenlandse bedrijven

0
Groeiend aantal banen dankzij buitenlandse bedrijven

Internationale bedrijven komen af op ambities van de stad

Rotterdam kon in 2018 rekenen op een groeiend aantal nieuwe banen als gevolg van de komst van buitenlandse bedrijven zoals Cogoport, Webhelp, Airlift Systems en GE Healthcare. Samen waren de 36 internationale bedrijven goed voor ruim 1430 nieuwe banen en een economische investering van 199 miljoen euro in de economie van de stad. Buitenlandse bedrijven komen in toenemende mate af op de Rotterdamse ambities om te bouwen aan de nieuwe economie en het innovatieve klimaat van de stad dat daarmee gepaard gaat.

Deze internationale bedrijven zijn aangetrokken door Rotterdam Partners, verantwoordelijk voor de citymarketing en acquisitie van internationale bedrijven in de stad. Jeroen Kuyper, directeur Rotterdam Partners: “De cijfers van 2018 laten zien dat de positie van Rotterdam stabiel is gebleven in een internationaal speelveld dat zich het afgelopen jaar kenmerkte door veel beweging. De interesse van bedrijven om zich in Rotterdam te vestigen blijft aanhouden. Bedrijven komen onder andere af op ons innovatieve klimaat, de ruimte die Rotterdam biedt voor experiment, de aanwezigheid van het juiste talent en onze strategische ligging in Europa. Onze ambitie voor Rotterdam is om de groei vast te houden en verder in lijn te brengen met de ambities van de stad om te komen tot een next economy die duurzaam, digitaal en circulair is. In onze acquisitie richten we ons daarom nog steviger op internationale bedrijven die voorop lopen op het gebied van circulariteit, duurzaamheid, innovatie, digitalisering en inclusiviteit.”

De ambities van Rotterdam om te komen tot een economie van de toekomst was in 2018 reden voor veel buitenlandse bedrijven om zich hier te vestigen. Zo kondigde de International Solid Waste Association een verhuizing van het hoofdkantoor naar Rotterdam aan vanwege ‘de duurzame ambities van de stad’. Het Quatarese Airlift Systems koos voor Rotterdam en Nederland vanwege het innovatieve klimaat met – ook bij de overheid – ‘ruimte voor experiment’. Daarnaast vestigden zich ook bedrijven als Cogoport, Riase 3D, GE Healthcare en het VN klimaatcentrum in de stad.

Barbara Kathmann, wethouder Economie, Wijken en kleine kernen: “Wij willen graag een aantrekkelijke stad zijn voor bedrijven die onderdeel zijn van de economie in transitie. Dat dat loont laat de komst van deze bedrijven zien. Internationale start- en scale-ups zijn belangrijk voor Rotterdam. Met de kennis en durf die ze meebrengen, en hun internationale netwerk en uitstraling leveren ze een belangrijke bijdrage aan de economische infrastructuur die nodig is voor de transitie naar een economie die digitaal, duurzaam en circulair is.”

In totaal vestigden zich in 2018 70 nieuwe buitenlandse bedrijven in Rotterdam, een lichte stijging ten opzichte van het jaar ervoor. Bij 36 van deze bedrijven had Rotterdam Partners de leiding. Deze 36 bedrijven waren samen goed voor 1439 banen, 300 banen meer dan het jaar ervoor. Het merendeel van deze bedrijven komt uit Azië, Europa en Noord-Amerika. De meeste bedrijven betroffen marketing & sales-kantoren, hoofdkantoren en distributiecentra.

Aantrekkelijke stad

De populariteit van Rotterdam vertaalde zich in 2018 ook in een groei van het aantal expats dat door het Rotterdam Expat Centre werd geholpen. In totaal werden 2212 nieuwe expats ingeschreven, bijna een verdubbeling van het aantal in 2017 (1362). Veel van de expats die vorig jaar naar Rotterdam kwamen zijn werkzaam in de IT-sector. De meeste expats kwamen uit de landen India, de Verenigde Staten en Brazilië.

Rotterdam zat in 2018 eveneens in de lift als toeristische bestemming. Het aantal hotelovernachtingen steeg met 15 procent naar 1,3 miljoen hotelgasten. De stad doet het ook goed als zakelijke bestemming. Zo kwam bijna de helft van het aantal hotelovernachtingen in 2018 op conto van de zakelijk reiziger, blijkt uit de CBS-cijfers. Daarnaast was Rotterdam Partners in 2018 betrokken bij het aantrekken van 24 congressen naar de stad. Deze congressen, die nog moeten plaatsvinden, zijn  samen goed voor een verwachte economische impuls van ruim 28 miljoen euro.

VHS beveiliging opent nieuwe showroom

0
VHS beveiliging opent nieuwe showroom

Per 1 april heeft VHS beveiliging, gevestigd in Papendrecht, er een nieuwe showroom bij in het Woonlab in Barendrecht.

Persoonlijk advies op maat
In de showroom is het mogelijk om met eigen ogen alle producten te zien en meteen een persoonlijk advies te krijgen. Voor zowel particulieren als bedrijven. Het is het doel van de eigenaren Paul van Heeswijk en Robin Stavast, inmiddels 25 jaar een team,  iedere klant een op maat gemaakte oplossing te bieden. VHS Beveiliging kijkt niet alleen naar technische aspecten maar ook dat de producten passen bij het interieur. Of dat ze juist heel onopvallend zijn, door het verwerken van sensoren in deur- en/of raamsponningen. De klant staat bij VHS centraal en hebben één vast aanspreekpunt.

Van A tot Z

Het hele traject wordt door VHS verzorgd: van plan tot product tot installatie. Snel en effectief. VHS werkt alleen met A-producten en de beste professionals.

In beeld
Dat VHS een begrip is in de regio is momenteel wel heel letterlijk te zien: hun reclamecampagne op verschillende reclamezuilen, waaronder langs de A15, is niet te missen.

Baker Tilly Global Tax Solutions neemt award ‘Recommended Firm’ in ontvangst

0
World Tax

International Tax Review (ITR) World Tax rangschikt jaarlijks belastingdeskundigen uit meer dan vijftig rechtsgebieden wereldwijd. De lijst geeft een gedetailleerd beeld van de markt voor belastingadvies . Baker Tilly Global Tax Solutions nam in editie 2019 de award ‘Recommended Firm’ in ontvangst.

De ITR World Tax wordt na diepgaand en onafhankelijk onderzoek opgesteld. Voor deze editie werd input van meer dan 5.500 klanten en 2.500 belastingdeskundigen meegenomen. De ranking vindt plaats op basis van bewijs van werk, aanbevelingen en feedback van klanten en het onderzoek is volledig onafhankelijk. Er zijn ruim 1.800 bedrijven gerangschikt.

Baker Tilly Global Tax Solutions won de award ‘Recommended Firm’. Op woensdag 6 maart 2019 mocht een aantal vertegenwoordigers van Baker Tilly Global Tax Solutions de prijs ophalen.

Dit artikel is partnernieuws en is geschreven door Arnold Vredenbregt van Baker Tilly (Netherlands) N.V.

Royal IHC ontwerpt en levert baggerinstallaties voor Van Oord

0
Royal IHC ontwerpt en levert baggerinstallaties voor Van Oord

Royal IHC heeft de opdracht gekregen voor het ontwerp en de levering van de complete baggerinstallaties voor twee nieuwe LNG-aangedreven sleephopperzuigers van Van Oord. De baggerinstallaties worden geleverd voor de twee 10.500 m3 TSHD’s die Van Oord momenteel bouwt in Singapore.

Twee zuigbuisinstallaties

“We zijn verheugd dat Van Oord IHC vertrouwt om dit cruciale baggermaterieel voor zijn nieuwe schepen te leveren”, zegt Dave Vander Heyde, CEO van IHC. De order omvat twee zuigbuisinstallaties met geïntegreerde onderwater baggerpompunit, vier extra onboard baggerpompen en zes jetpompen.

Curve-technologie

De installaties zijn op maat gebouwd met de modernste technologie en volledig geïntegreerd in het ontwerp van de nieuwe schepen. De pompen zijn uitgerust met de nieuwste Curve-technologie. De Curve-waaier, met zijn innovatieve vorm en bladkromming, zorgt ervoor dat de pompen uitstekende zuigeigenschappen hebben tijdens de lange levensduur van het product.

Balans tussen gewicht, robuustheid en onderhoudsgemak

Deze order is het resultaat van intensieve samenwerking tussen de projectteams van Van Oord en IHC waardoor het ontwerp goed is afgestemd op de specifieke vereisten van Van Oord. Door de jarenlange operationele ervaring en technische knowhow van IHC en Van Oord te combineren, heeft het ontwerpteam de optimale balans tussen gewicht, robuustheid en onderhoudsgemak weten te vinden.

Rotterdamse raad sluit klimaatakkoord

0
Rotterdamse raad sluit klimaatakkoord

De gemeenteraad van Rotterdam heeft een akkoord gesloten over de energietransitie. Tien partijen ondersteunen het akkoord met de uitgangspunten voor de Rotterdamse klimaataanpak.

In dit akkoord (pdf onderaan deze pagina) dat donderdagmiddag 21 maart gesloten is, staat de strategie om van Rotterdam in 2050 een klimaatneutrale stad te maken.

Koploper duurzaamheid worden

Wethouder Duurzaamheid en Energietransitie Arno Bonte is blij dat het akkoord breed door de Rotterdamse politiek wordt gedragen. ‘We gaan met zijn allen voor een ambitieus klimaatbeleid met een stevig draagvlak. Voor iedereen zit er wat in. We zorgen voor schone lucht, we creëren extra werkgelegenheid en we versterken onze concurrentiepositie. Rotterdam is nu nog koploper vervuiling, binnen tien jaar willen we koploper duurzaamheid zijn.’

Klimaatneutraal

De uitdagingen in Rotterdam zijn groot en de plannen ambitieus. Rotterdam is nu nog grotendeels afhankelijk van fossiele brandstoffen en verantwoordelijk voor bijna 20 procent van de nationale CO2-uitstoot. Er zijn vergaande en ingrijpende maatregelen nodig. Rotterdam wil de CO2-uitstoot zo snel mogelijk ombuigen in een dalende trend. In 2030 moet de uitstoot 49% lager zijn ten opzichte van 1990 en in 2050 wil de stad volledig klimaatneutraal zijn. 

Banen voor Rotterdammers

Nu de gemeenteraad een akkoord heeft bereikt over de energietransitie gaat wethouder Bonte met maatschappelijke organisaties en bedrijven in gesprek om voor het eind van het jaar een Rotterdams klimaatakkoord te sluiten. ‘Belangrijk uitgangspunt in dat akkoord is hoe we de rekening eerlijk verdelen en de energietransitie betaalbaar maken voor de gewone Rotterdammers. Ook willen we met de energietransitie banen voor Rotterdammers creëren. We hebben straks heel veel mensen nodig om zonnepanelen te monteren, om windmolens te bouwen en om huizen te isoleren.’

Aardgasvrij, zonnepanelen en windturbines

Rotterdam wil in de komende vier jaar 15.000 woningen energiezuinig maken en 10.000 woningen aardgasvrij. Eind dit jaar staan naar verwachting in het havengebied 72 windturbines met een gezamenlijk vermogen van 217 megawatt. De op te wekken elektriciteit van deze windturbines is gelijk aan het jaarlijkse verbruik van 140.000 huishoudens. Het stadsbestuur wil in 2030 tenminste 100.000 daken hebben voorzien van zonnepanelen.

Startschot voor ontwerp gigawatt elektrolysefabriek

0
Startschot voor ontwerp gigawatt elektrolysefabriek

Om de Nederlandse industrie van duurzame waterstof te kunnen voorzien moet er nog veel gebeuren. Duurzame waterstof is te maken via elektrolyse van water, met elektriciteit uit wind en zon. Om dat naar industrieel niveau te tillen is een schaalvergroting nodig met een factor duizend. Dat is precies het doel van het project ‘Gigawatt Elektrolysefabriek’ dat onlangs van start ging bij het Institute for Sustainable Process Technology.

In het project effent een consortium van bedrijven, universiteiten en kennisinstellingen de weg voor het ontwerp van een elektrolysefabriek van industriële omvang. Op die schaal is de gigawatt (GW) de maat der dingen. Rond 2030 zullen windparken in Nederland en de Noordzee enkele tientallen GW’s aan duurzame elektriciteit produceren. Aan de andere kant hebben huidige industriële installaties voor de productie van waterstof uit aardgas een capaciteit die vergelijkbaar is met een elektrolysefabriek van GW-grootte.

De huidige waterstofproductie bedraagt zo’n 800.000 ton per jaar, waarbij de waterstof hoofdzakelijk toepassing vindt in de productie van ammoniak en kunstmest, de raffinage sector en de chemie. Om in de toekomst Nederland van CO2-vrije waterstof te kunnen voorzien zouden meerdere elektrolysefabrieken van GW-grootte nodig zijn. Hun betekenis reikt daarbij verder dan de productie van duurzame waterstof voor de industrie. Ze kunnen ook bijdragen aan een toekomstige flexibele energie-infrastructuur waarin waterstof als energiedrager fungeert.

Duizend keer groter

De uitdaging is enorm. Op dit moment zijn de industriële installaties voor de elektrolyse van water – de elektrolysers – niet groter dan enkele megawatts. In een fabriek met een vermogen van een gigawatt zouden dus honderd tot duizend van zulke elektrolysers opgesteld staan. De partners in het Gigawatt Elektrolyser project gaan gezamenlijk onderzoeken wat er nodig is om in Nederland rond 2025 – 2030 zo’n elektrolyse-installatie te kunnen bouwen.

De coördinatie is in handen van het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT), de in Amersfoort gevestigde intermediair tussen industrie, mkb, kennisinstellingen en overheid, gericht op de ontwikkeling van innovatieve procestechnologie. Het project wordt ondersteund door TKI Energie & Industrie en partners zijn onder andere Nouryon, Shell, Yara, OCI Nitrogen, Gasunie, DOW Chemical, Ørsted, Frames, ECN part of TNO, Universiteit Utrecht en Imperial College London. Het project maakt deel uit van het ISPT Hydrohub progamma, gericht op schaalvergroting in groene waterstofproductie. Dit omvat tevens het Hydrohub MW test centre voor nieuwe elektrolysetechnologie op megawattschaal, en een analyse van de toekomstige waardeketen in waterstofproductie (HyChain).

Technisch ontwerp

Het Gigawatt Elektrolyser project gaat de technologische knelpunten in kaart brengen bij het opschalen van grote aantallen elektrolyse-cellen (zogenaamde ‘stacks’) in een geïntegreerde fabriek. Bij dit ‘numbering up’ is het van belang dat de fabriek dynamisch operationeel kan zijn. De fabriek zal immers veel elektriciteit van wind- of zonneparken afnemen, en daardoor afhankelijk zijn van variaties in de levering van elektriciteit. Bij afnemende of juist toenemende wind zal de fabriek mee moeten kunnen regelen.

Een ander belangrijk aspect van de gigawattfabriek betreft de productie van warmte en zuurstof als mogelijk waardevolle ‘nevenproducten’ van de elektrolyse van water. Bij het technisch ontwerp van de fabriek is het van belang dat deze producten goed zijn af te voeren en te leveren, op een manier die hand in hand gaat met de operationele strategie die bij deze opschaling van belang is.

Concurrerend alternatief

Het uiteindelijke doel is tot een optimaal ontwerp te komen tegen minimale kosten. Met de huidige stand der technologie en de huidige marktprijzen zou de investering voor een GW elektrolysefabriek ongeveer een miljard euro bedragen. De partners in het Gigawatt Elektrolyser project streven er met hun ontwerp naar om dat bedrag met een factor drie à vier te kunnen reduceren. Wanneer een totale fabriek zo’n 350 miljoen euro zou kosten, is er een concurrerend alternatief voor de conventionele ‘fossiele’ waterstoftechnologie.

Een belangrijk onderdeel van het project is te achterhalen hoe de kosten van installaties en componenten kunnen gaan dalen als gevolg van de schaalvergroting van de elektrolysetechnologie. Daarbij zal onder andere aandacht zijn voor leereffecten bij de maakindustrie, zoals die ook bij wind- en zonne-energie tot kostendaling hebben geleid. De verwachting is dat het project innovatie zal stimuleren op het gebied van elektrolyse technologie, en zo kansen zal creëren voor de Nederlandse maakindustrie in de fabricage van elektrolyser-modules en -componenten.

Klimaatakkoord

De ambitie van het Gigawatt Elektrolyser project reikt verder dan het opstellen van een conceptueel ontwerp. De volgende stap is te toetsen hoe een industriële GW elektrolysefabriek is in te passen in de industriële omgeving, en hoe de locatiekeuze de kostprijs van de fabriek beïnvloedt. In de volgende projectfase, die inmiddels in ontwikkeling is, zullen daarom case-studies worden uitgevoerd in samenwerking met de industrie. De focus ligt daarbij op de industrieregio’s rond Vlissingen-Terneuzen-Gent, Rotterdam, Amsterdam, Delfzijl en Geleen. Het project sluit aan op de ambities en doelstellingen zoals uitgesproken in het concept klimaatakkoord van deze regio’s. Belangrijke partners in deze volgende fase van het project zijn onder andere Deltalinqs, Port of Rotterdam, Groningen Seaports, North Sea Port, Port of Amsterdam, de Provincies Groningen en Noord- en Zuid Holland, Stedin, Smart Delta Resources, USG/Chemelot en Tata Steel.