Zet vijf mannen die werkzaam zijn binnen de sector transport en logistiek aan één tafel en het enthousiasme, de vaktermen en meningen vliegen over tafel. Jan van Dongen, directeur VDH Company, Remco Innemee, regiodirecteur Zuid-West Nederland van DSV Solutions, Cor Veneboer, directeur Sluyter Logistics, Eelco Cossee, vice president van UWL Europe en Tom Heesakkers, business unit manager logistics van Gondrand Traffic praten over wet- en regelgeving, doelstellingen en de toenemende vraag naar fijnmazige distributie door de opkomst van e-commerce.
Het verschuiven van handel; dat is wat er in Moerdijk veel gebeurt. Maar bovenal is Moerdijk een logistieke hub waar goederenstromen starten, eindigen en samen komen. Daarnaast zijn expediteurs druk met het verzenden van goederen en alles wat daarbij komt kijken. Het aanvragen van de nodige vergunningen, prijsaanvragen en –vergelijkingen, het boeken van ladingen bij rederijen, organisatie van wegvervoer, opslag van goederen, organisatie van groepage, het invullen van eventuele douaneformaliteiten, de coördinatie tussen alle betrokken partijen; de keten is lang. Daarom is het ook niet verrassend dat de deelnemers aan het rondetafelgesprek geen directe concurrenten van elkaar zijn.
Heesakkers: “De Gondrand Group is een internationaal expeditiebedrijf en logistieke dienstverlener voor wegtransport, zeevracht, luchtvracht en contractlogistiek. In Moerdijk zijn wij met ons PGS 15 magazijn gevestigd op een zichtlocatie aan de Distriboulevard. Het plan is om in 2017 te verhuizen naar een nieuw pand van 20.000 m2, volledig geschikt voor de (gekoelde) opslag van chemicaliën. Omdat wij gevaarlijke stoffen opslaan, hebben we veel met partijen als de omgevingsdienst, de provincie, de veiligheidsregio en de gemeente te maken. Wat opvalt, en soms ook frustreert, is dat de interpretatie van de regelgeving niet uniform is. Wat in Rotterdam geen enkel punt is, kan in Moerdijk veel rompslomp opleveren en vice versa. Niet alleen per land zijn regels en vergunningen anders, maar zelfs per regio in zo’n klein land als Nederland. En het kan continu veranderen. Dat maakt het ondernemerschap niet altijd makkelijk. Als bedrijf doe je immers investeringen met het oog op de toekomst. Investeer je een fors bedrag om een nieuw pand meteen van een brandwerend dak te voorzien of zal die eis er de komende jaren niet komen? Zulke risico-inschattingen moet je steeds opnieuw maken. Want na ingebruikname van een pand later alsnog een brandwerend dak inbouwen is helemaal duur, zo niet onmogelijk.”
Veneboer: “Sluyter Logistics is ook actief door heel Nederland, dus ik ken het probleem. Het gaat er overal anders aan toe. Als wij bij overslag met gevaarlijke stoffen te maken hebben, worden wij soms als halve criminelen behandeld. Ik snap het belang van regels, maar je kan er ook in doorslaan. Voor je eigen bestwil moet je eigenlijk politiek gaan bedrijven, maar daar zijn wij niet zo goed in.”
Innemee: “Wij vervoeren weinig tot geen gevaarlijke stoffen en hebben dus amper te maken met de ADR-wetgeving. Onze klanten bevinden zich met name in de sectoren hightech, automotive, industrie, healthcare en retail. Voor een grote retailklant gaan wij vanuit hun nieuwe distributiecentrum in Roosendaal de winkels in Midden- en Zuid-Europa beleveren.”
Van Dongen: “Voor een grote klant is VDH Company onlangs in Moerdijk neergestreken. Wij hebben de beschikking over een overslagcapaciteit van 40.000 vierkante meter. Voorheen zaten we in Middelharnis, maar die locatie was niet strategisch genoeg. Moerdijk biedt meer kansen en mogelijkheden. We zijn van plan om hier nieuwe activiteiten te ontplooien, waaronder gekoelde opslag. Dat gebeurt nu nog op onze locatie in Maasdijk.”
Cossee: “Sinds augustus is UWL Europe gevestigd aan de Plaza te Moerdijk. Daarvoor waren wij gehuisvest in een pand samen met ons zusterbedrijf, een stukje verder op het haventerrein. De eigen ruimte was wenselijk en bevalt uitstekend. We hebben de beschikking over ruim 300 vierkante meter kantoorvloeroppervlakte, met mogelijkheden tot uitbreiding. Na de Verenigde Staten en Brazilië is het ons streven om ook in Europa meer algemeen bekend te worden. Wij houden ons bezig met alle vormen van algemene expeditie. Onze corebusiness is alles wat met scheepvaart en de containermarkt te maken heeft.”
Het is noodzakelijk voor transport- en logistieke bedrijven om zich te onderscheiden, maar hoe doe je dat? Op welke manieren val je bijvoorbeeld ook internationaal op?
Cossee: “De Verenigde Staten en Brazilië zijn niet de meest makkelijke landen om zaken mee te doen. Hoe ons het dan toch lukt daar succesvol te zijn? Het scheelt ten eerste dat UWL Europe een dochteronderneming van het Amerikaanse familiebedrijf World Shipping Inc is. Onze roots liggen er, waardoor we de cultuur en markt van oudsher beter begrijpen en daar met ons productaanbod en de manier van zakendoen beter op in kunnen spelen. In Brazilië beschikken wij ook over eigen vestigingen. Dat is echt een toegevoegde waarde. Door de jaren heen zijn wij steeds meer toegespitst op consultative selling. Het gaat er dan om de focus niet zozeer te leggen op de diensten die je verkoopt, maar te focussen op de situatie bij de klant en daar vervolgens op in te spelen.”
Innemee: “Meedenken, we doen niet anders. Als het daar binnen een organisatie aan schort, krijg je het tegenwoordig heel moeilijk. Maatwerk is steeds normaler geworden.”
Cossee: “In de kern is meedenken zelfs het bestaansrecht van een expediteur. Onze klanten gaan echt niet de hele dag zelf met Maersk bellen. Dan zijn ze de hele dag bezig en hebben ze ook nog kans op een maagzweer. Ontzorgen; daar zijn wij voor.”
Heesakkers: “Hoe ver je gaat, ligt ook aan de kennis van een klant. Sommigen weten zo weinig van de materie af, dat het ook een stukje zelfbescherming is om ze niet zelf te laten zwemmen. Vaak zijn dat de wat kleinere spelers. Bij grote klanten zijn wij vaak meer uitvoerend dan sturend bezig. Het ene is niet goed en het andere niet fout. Het hangt puur van de situatie af hoe wij optreden.”
Van Dongen: “Onze klanten verwachten snelheid, kwaliteit en flexibiliteit en in sommige gevallen meedenkendheid. Binnenvaart is op termijn schoner, beter en goedkoper dan vervoer over de weg. Het gebrek aan snelheid is nu echter nog een struikelblok.”
Veneboer: “Op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen komen wij in deze sector niet veel verder. Door de crisis zijn de hoeveelheden die klanten per keer afnemen minder geworden. Vijf pallets zijn twee pallets geworden en 1 pallet is nu 20 doosjes. Door die hogere omloopsnelheid en voorzichtigheid zijn er steeds meer vervoersbewegingen nodig. Dat is slecht voor het milieu.”
Innemee: “Hetzelfde geldt voor internetshoppen. Is het echt noodzakelijk dat bestellingen van winkelketens de volgende dag al bij de consument voor de deur staan zonder verzendkosten te rekenen? Ik vraag mij af hoe lang dat model nog werkbaar is. Er rijden steeds meer bestelbusjes door de wijk. Wanneer de chauffeur op de plaats van bestemming aanbelt, is er heel vaak niemand thuis. Als de buren er ook niet zijn of er geen toestemming is gegeven voor levering op een ander adres, moet het pakje de volgende dag opnieuw worden aangeboden. Erg efficiënt en duurzaam is het allemaal niet.”
Veneboer: “Als vervoerder krijg je ook niet twee keer betaald, terwijl je wel twee keer actie moet ondernemen. Terwijl wij er niets aan kunnen doen wanneer een bewoner niet thuis is op het moment dat wij voor de deur staan. Drop-off points en kluisjes zijn daarom goede ontwikkelingen.”
Heesakkers: “Je moet mee met de tijd en anticiperen op de toekomst. Vroeger was logistiek een kwestie van handjes toevoegen, terwijl het nu ook veel meer draait om kennisoverdracht.”
Innemee: “Eens, een goede chauffeur stroomde vroeger binnen een bedrijf gerust door naar de functie van planner. Tegenwoordig komt dat veel minder vaak voor. Er zijn veel meer specifieke eisen. Dat geldt eigenlijk voor de gehele sector transport en logistiek.”