Partnernieuws

Rabobank: Nederlandse economie in recessie, steunmaatregelen helpen herstel in tweede helft van 2020

946
Rabobank logo

Behalve een zware wissel op de gezondheidszorg trekt de coronacrisis ook diepe sporen in de Nederlandse economie. Door de maatregelen die wereldwijd zijn getroffen om deze gezondheidscrisis het hoofd te bieden, vallen de huishoudbestedingen en de productie van bedrijven in Nederland tijdelijk fors terug. Dat raakt niet alleen de winstgevendheid van ondernemers, maar zet ook de werkgelegenheid en daarmee de inkomens van Nederlanders onder druk. Ervan uitgaande dat de virusuitbraak in het tweede kwartaal wordt bezworen, verwachten economen van de Rabobank dat de Nederlandse economie dit jaar daarom met 0,2 procent krimpt. De crisis raakt bijna alle sectoren, maar de grootste klappen vallen in de bouw, de landbouw, de horeca en de vervoersector.

De overheid heeft een omvangrijk pakket steunmaatregelen aangekondigd om de economische pijn van de coronacrisis te verzachten, met onder meer verruiming van de werktijdverkorting, inkomenssteun voor zzp’ers en garantstellingen voor bedrijfsleningen. Ook (centrale) banken hebben regelingen getroffen om zo veel mogelijk te voorkomen dat liquiditeit aan bedrijven opdroogt. Rabobank-econoom Carlijn Prins: ‘Deze ingrepen zijn cruciaal om huishoudinkomens op peil te houden en om te voorkomen dat bedrijven omvallen die in normale tijden gezond en concurrerend zijn. Bedrijven en huishoudens kunnen dan weer de draad oppakken zodra de coronacrisis voorbij is.’

De econoom wijst erop dat de maatregelen veel leed kunnen verzachten, maar dit niet geheel kunnen wegnemen. Ze kunnen bijvoorbeeld niet voorkomen dat sommige mensen te maken krijgen met een daling van hun inkomen. Prins: ‘Zo wordt mogelijk niet voor elke flexwerker werktijdverkorting aangevraagd, worden tijdelijke contracten misschien niet allemaal verlengd en zullen zzp’ers het aantal opdrachten zien teruglopen.’ In de berekeningen van de Rabobank is aangenomen dat de virusuitbraak in het tweede kwartaal van 2020 onder controle is, en dat de steunmaatregelen de financiële schade zodanig beperken dat halverwege 2020 weer economisch herstel kan optreden.

Economische pijn breed gedeeld tussen de sectoren

De meeste Nederlandse sectoren zullen dit jaar volgens de verwachtingen van Rabobank krimpen door de coronacrisis. De horeca, de cultuursector, de bouw, de sierteelt en de transportsector hebben de grootste dreun te verwerken. Zo raakt een scherpe terugval van de vraag uit het buitenland de sierteelt hard. De horeca en cultuursector hebben juist sterk te lijden onder de sluiting van restaurants, cafés, theaters en musea. Rabobank-econoom Leontine Treur: ‘In deze sectoren zal bovendien niet of nauwelijks sprake zijn van een inhaaleffect in het derde en vierde kwartaal, omdat consumenten straks niet twee keer achter elkaar naar bijvoorbeeld een museum gaan.’ De industrie kampt dan weer met toeleveringsproblemen en tegelijkertijd raken mondiale lock downs haar afzet. Toch zijn er volgens Treur ook sectoren die in 2020 naar verwachting (licht) groeien. Naast de zorgsector, waar het op dit moment alle hens aan dek is, zijn dat bijvoorbeeld de ICT en de specialistische zakelijke dienstverlening. Treur: ‘Daar zijn meer aanpassingsmogelijkheden, bijvoorbeeld omdat werk vanuit huis kan doorgaan.’

Minder harde stijging huizenprijzen verwacht

De coronacrisis heeft ook gevolgen voor de Nederlandse woningmarkt. Woningmarkteconoom Carola de Groot: ‘De maatregelen om de virusuitbraak in te dammen, waaronder gesloten scholen en de oproep tot social distancing, kunnen het lastiger maken om een huis te bezichtigen.’ Volgens de econoom kan dit, samen met de terugval in werkgelegenheid en inkomsten, tijdelijk de vraag naar koopwoningen verminderen. Ervan uitgaande dat de virusuitbraak in het tweede kwartaal wordt bezworen en de economie in de rest van het jaar herstelt, zal dit naar verwachting van de Rabobank leiden tot minder verkopen en lagere prijsgroei in de eerste helft van 2020. De Groot: ‘Later in het jaar verwachten wij dat het grote tekort aan huizen en de lage hypotheekrentes weer de overhand zullen krijgen op de woningmarkt.’