Volgens onderzoek van Intrum over begin dit jaar is de gemiddelde betalingstermijn van bedrijven – vergeleken met een jaar eerder – met 17 dagen opgelopen tot 45 dagen. MKB-Nederland ziet in de cijfers een bevestiging van wat zij eerder al constateerde: dat 60 dagen de nieuwe norm dreigt te worden. De ondernemersorganisatie stelt daarom nogmaals dat het mkb beter moet worden beschermd door de wettelijke betalingstermijn van ‘groot naar klein’ terug te brengen naar 30 dagen.
MKB-Nederland heeft daar in april per brief al op aangedrongen bij staatssecretaris Mona Keijzer van EZK. Cijfers van Graydon lieten toen zien dat die betalingstermijnen in 2018 waren opgelopen naar 41,5 dagen, terwijl die in de tien jaar ervoor juist aan het dalen waren. In de Tweede Kamer reageerde de staatssecretaris snel en positief: als bij de evaluatie van de zomer blijkt dat de grote ondernemingen hun betalingstermijnen inderdaad verder oprekken, dan gaat zij de wettelijke termijn voor die bedrijven terugbrengen tot 30 dagen.
MKB-Nederland heeft steeds gezegd dat met de huidige wet, die in 2017 in werking trad, 60 dagen als nieuwe norm in de markt is gezet. Mkb-bedrijven zijn daarvan de dupe. Zij zijn gebaat bij snelle betalingen, maar hebben ten opzichte van hun grote afnemers geen poot om op te staan.
Volgens het vandaag verschenen European Payment Report 2019 van Intrum, loopt niet alleen de gemiddelde betalingstermijn op, maar moeten bedrijven ook een hoger percentage van de omzet hierop afschrijven: 2,6 procent in de eerste maanden van dit jaar ten opzichte van 1,5 procent dezelfde periode vorig jaar. Dit komt neer op zo’n 14 miljard euro. Dat is meer dan de totale begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid voor dit jaar, aldus Intrum. Het onderzoek wordt jaarlijks in de periode januari-april uitgevoerd in 29 Europese landen tegelijk.