Consumentengoederen en -diensten waren in april 2,9 procent duurder dan een jaar eerder, meldt het CBS. In maart betaalde de consument 2,8 procent meer dan vorig jaar.
De consumentenprijsindex (CPI) is een belangrijke indicator voor het verschijnsel inflatie, maar is niet hetzelfde. De index geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dagelijkse boodschappen, kleding, benzine, huur en verzekeringspremies. Inflatie is breder dan de prijsontwikkeling van consumentengoederen en –diensten, want bijvoorbeeld ook koopwoningen, industriële producten, aandelen en goud veranderen van prijs.
De CPI is één van de inflatie-indicatoren die is opgenomen in het prijzendashboard. Hierin staan ook andere inflatie-indicatoren zoals de prijsindex bestaande koopwoningen en de in- en uitvoerprijzen van de industrie.
Vliegtickets duurder
De stijging van de consumentenprijzen was in april op jaarbasis hoger dan in maart. Dit kwam vooral door de prijsontwikkeling van vliegtickets en een verblijf in bungalowparken. Rond feestdagen en in vakanties zijn de prijzen van deze diensten hoger doordat meer mensen met vakantie gaan. In 2018 viel het paasweekend in de laatste week van maart en in 2019 midden in april.
Ook benzine had een verhogend effect op de stijging van de consumentenprijzen. De prijsstijging van benzine nam op jaarbasis toe van 5,0 procent in maart naar 6,0 procent in april. Een liter euroloodvrij kostte in april gemiddeld 1,70 euro. De prijsontwikkeling van kleding had daarentegen een verlagend effect op de stijging van de consumentenprijzen.
In Nederland stijgen de consumentenprijzen harder dan in de eurozone
Naast de consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS ook de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP).
In april waren goederen en diensten in Nederland volgens de HICP 3,0 procent duurder dan een jaar eerder. Dat is de hoogste stijging na juli 2013. In maart was dat nog 2,9 procent. De prijsstijging in Nederland behoort tot de hoogste in de eurozone. Daar nam de prijsstijging gemiddeld toe van 1,4 naar 1,7 procent. Het verschil tussen de prijsstijging in Nederland en in de eurozone is sinds afgelopen januari flink opgelopen. In januari 2019 zijn in Nederland het lage btw-tarief en de belasting op energie verhoogd.
De HICP wordt volgens de Europees geharmoniseerde methode berekend zodat deze kan worden vergeleken met andere lidstaten van de Europese Unie. De prijsindexcijfers voor de eurozone en de Europese Unie als geheel worden berekend uit de HICP’s van de afzonderlijke lidstaten. De Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt deze cijfers voor het monetaire beleid.
De HICP houdt in tegenstelling tot de CPI geen rekening met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren.