Home Blog Page 216

Meldplicht datalekken. Het gaat niet om data, maar het gaat om mensen!

0

Vanaf 1 januari 2016 is de nieuwe wet Meldplicht Datalekken van kracht waardoor
organisaties wettelijk verplicht zijn om datalekken te melden bij de Autoriteit
Persoonsgegevens (AP). Deze wet zorgt voor veel verwarring. ICT-partijen die oplossingen bieden op het gebied van informatiebeveiliging, spelen hier handig op in. Misschien is het wel het meest genoemde verkoopargument voor producten en diensten op gebied van informatiebeveiliging in de afgelopen periode. Daarom is het goed om te bekijken waar het nu echt om gaat.

Een datalek is onlosmakelijk verbonden aan persoonsgegevens. Persoonsgegevens kunnen worden herleid tot een natuurlijk persoon. Denk bijvoorbeeld aan NAW-
gegevens. Bijzondere persoonsgegevens bevatten extra gevoelige informatie, zoals strafrechtelijk verleden, seksuele geaardheid, godsdienst en ras.

Een datalek kan voor een bedrijf grote gevolgen hebben. Denk bijvoorbeeld aan imagoschade. Maar ook de gevolgen voor de betrokken personen kunnen zeer
ernstig zijn. Zeker wanneer het gaat om bijzondere persoonsgegevens. Een datalek van deze gegevens kan onder meer leiden tot uitsluiting, financiële schade of tot (identiteits-) fraude. En daarom wordt van organisaties verwacht als een goed
huisvader te zorgen voor de bescherming van deze gegevens.

Er kan al sprake zijn van een datalek, wanneer u een mail stuurt en de geadresseerden in het “aan” of “cc” veld zet, in plaats van het “bcc” veld, waardoor alle ontvangers kunnen zien aan wie u de betreffende mail heeft gestuurd.

Nu is het de vraag of deze wet ook gevolgen heeft voor uw organisatie. Om hier een antwoord op te kunnen geven, zult u eerst twee vragen moeten beantwoorden:
–  Verwerkt u (gevoelige) persoonsgegevens?
–  Weet u wat de impact voor de betrokkene(n) kan zijn wanneer deze persoons-
gegevens worden gelekt?

Wanneer u persoonsgegevens verwerkt, bestaat er een kans dat ook ú met een datalek te maken krijgt. En in dat geval is het goed om in kaart te brengen welke informatie u verwerkt en welke impact het op de betrokkenen heeft wanneer deze informatie wordt gelekt. U zult ongetwijfeld de benodigde maatregelen willen treffen om deze informatie te beschermen. Wanneer u zich verantwoordelijk voor voelt, en dat bent u volgens de wet, zult u ongetwijfeld de benodigde maatregelen willen treffen om deze informatie te beschermen. En dan zal deze nieuwe wet voor u geen last zijn.

Arno Brok herbenoemd voor zes jaar

0

Op woensdag 27 januari 2016 is Arno Brok door de Commissaris van de Koning in Zuid-Holland, Jaap Smit, opnieuw beëdigd tot burgemeester van Dordrecht.

De Commissaris van de Koning heeft voor de herbenoeming een aanbeveling ontvangen van de gemeenteraad van Dordrecht. De gemeenteraad heeft op 30 juni 2015 in een besloten vergadering over deze aanbeveling gesproken en ‘met overtuiging en enthousiasme ingestemd met het voorstel tot herbenoeming’.

De Raadscommissie Herbenoeming heeft zich in 2015 een oordeel gevormd over het functioneren van de burgemeester. Dat is in de vorm van een aanbeveling vanuit de gemeenteraad naar de minister van Binnenlandse Zaken gestuurd.

Burgemeester Brok is op 1 februari 2010 voor een periode van zes jaar benoemd tot burgemeester van Dordrecht. Hij werd daarmee tevens voorzitter van de Drechtsteden en voorzitter van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. Ten tijde van zijn aanstelling was burgemeester Brok ook korpsbeheerder van de politie. Die functie is verdwenen met de komst van de Nationale politie.

De Koning benoemt de burgemeester, op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken en na een aanbeveling van de gemeenteraad. De benoeming is altijd voor zes jaar. Een burgemeester kan één of meer keer voor eenzelfde periode worden benoemd.

Het besluit tot herbenoeming wordt bij Koninklijk Besluit genomen. De formele, nieuwe termijn is op maandag 1 februari 2016 ingegaan.

AMES CLASSIC CARS

0

Een unieke collectie historische auto’s van Ames Autobedrijf.

Ames Autobedrijf is de dealer voor merken als Volkswagen, Audi, SEAT en Škoda in de regio Zuid-Holland-Zuid. Het autobedrijf is een familiebedrijf met historie.
Om dit in leven te houden, heeft Ames door de jaren heen unieke Classic Cars verzameld die in de showrooms te bewonderen zijn. Dit keer belichten wij de Volkswagen Transporter (T1) uit 1959.

VOLKSWAGEN T1

De Transporter is de eerste bestelwagen van Volkswagen, die intern bekendstaat als Typ 2 (de Volkswagen Kever heette intern Typ 1). De productie begon in 1950.

Het idee voor de T1 is afkomstig van de Nederlandse Volkswagen-importeur Ben Pon. Toen hij op 23 april 1947 bij de Volkswagenfabriek in Wolfsburg op bezoek was zag hij daar een transportwagen op een Volkswagen Kever bodemplaat, die werd gebruikt voor intern transport. Met deze Plattenwagen als uitgangspunt schetste hij een busje.
De Volkswagen T1 van Ames is in 1959 geleverd als brandweerauto aan Scheepswerf De Biesbosch en is begin jaren 80 weer in het bezit van Ames gekomen. Na een eerste restauratie om hem in originele staat te brengen (als gesloten bestelwagen), heeft de Ames directie in 2014 besloten de T1 opnieuw te restaureren om hem weer volledig in nieuwstaat te brengen.

Kijk op www.ames.nl/volkswagen/classic-cars.html voor de gehele collectie Classic Cars van Ames.

Albert Schweitzer ziekenhuis verstevigt basis glasvezelinfrastructuur met VitrumNet

0

Het Albert Schweitzer ziekenhuis met vestigingen in Dordrecht, Zwijndrecht, Ridderkerk en Sliedrecht heeft op 7 januari jl. de bestaande relatie met VitrumNet voor gebruik van het Breedband Drechtsteden glasvezelnetwerk verder uitgebreid.

De glasvezelverbindingen van dit volledig onafhankelijke en regionale glasvezelnetwerk vormen daarmee een fundamenteel onderdeel van de totale regionale ICT infrastructuur van de ziekenhuizen.

Het Breedband Drechtsteden netwerk is in 2005 ontstaan en bedient onder het label VitrumNet een groot deel van de zakelijke glasvezelmarkt in de regio Barendrecht – Drechtsteden – Gorinchem – Leerdam. Het is een volledig open netwerk waardoor de dienstverlening los staat van de glasvezelverbindingen. VitrumNet (www.vitrumnet.nl) levert zowel point-to-point dark-fiber verbindingen als volledig beheerde en belichte verbindingen en VLANs. Het regionale netwerk is gekoppeld met andere netwerken met een landelijke dekking waardoor zij zeer hoogwaardige verbindingen kan leveren. Het netwerk is binnenkort gecertificeerd als Goed Beheerd Zorgnetwerk (GBZ).

Wico van Helden, directeur van de Breedband Drechtsteden Groep, ziet deze stap van het ziekenhuis als een belangrijke strategische stap, waar maximaal gebruik gemaakt wordt van de kracht van het regionale netwerk en bijbehorende dienstverlening. “De GBZ-certificering, de veiligheid van het netwerk, de hoge bandbreedtes en mogelijkheden voor directe verbindingen met datacenters die VitrumNet biedt, sluiten goed aan op de wensen en toekomstvisie van de Albert Schweitzer ziekenhuizen. Hiermee wordt de basis gelegd voor een verdere modernisering van de ICT infrastructuur,” aldus Van Helden.

Anton Theunisse, Manager I&A van het Albert Schweitzer ziekenhuis, is blij dat na ruim twee jaar plannen maken en voorbereiding deze stap gezet kon worden. “Wij hebben voor dit jaar en volgend jaar veel projecten in de planning staan, waar deze infrastructuur randvoorwaardelijk voor is. Het netwerk biedt ons de mogelijkheid om alle locaties onderling en met datacenters te verbinden met maximale veiligheid, bandbreedtes en redundantie. Het geeft ons de mogelijkheid om de totale infrastructuur onder eigen regie en architectuur op te zetten, zodat deze goed aansluit op onze plannen en toekomstvisie,” aldus Theunisse.

Over het Albert Schweitzer ziekenhuis

Het Albert Schweitzer ziekenhuis is een topklinisch opleidingsziekenhuis met ruim 1.000 erkende bedden en een breed scala aan hoogwaardige klinische en poliklinische zorg. De visie ‘Zorg met hoofd, hart en ziel’ wordt mogelijk gemaakt door 250 medisch specialisten, 4.000 medewerkers en 700 vrijwilligers. U vindt het ASz in Dordrecht, Zwijndrecht, Sliedrecht, Ridderkerk en op www.asz.nl.

Over het Breedband Drechtsteden netwerk en VitrumNet

Het Breedband Drechtsteden netwerk is in 2005 ontstaan vanuit een regionale samenwerking. Door de jaren heen is dit netwerk uitgebreid, waardoor het nu onder het VitrumNet label de volledige regio Baren-drecht – Drechtsteden – Gorinchem – Leerdam bedient. Uniek is het regionale karakter en de open structuur waardoor diensten en verbindingen onafhankelijk van elkaar staan. Dit garandeert maximale vrijheid en flexibiliteit in combinatie met een zeer hoogwaardige glasvezel infrastructuur. Het netwerk is met meerdere landelijke netwerken gekoppeld.

Meer informatie op www.vitrumnet.nl

 

‘Het winnen van de Innovatie Award heeft ons veel naamsbekendheid opgeleverd’

0

Op woensdag 1 juni 2016 vindt tijdens een feestelijk event voor de derde keer de uitreiking van de Innovatie Award plaats. Met de Innovatie Award krijgen bedrijven en organisaties de erkenning die zij verdienen.

Samen met winnaar Koos Leeuwenstein van Cofano Software Solutions uit Sliedrecht blikken we terug op de Innovatie Award 2015.

Cofano won de prijs voor het ontwikkelen van ‘dataroom’, waardoor  binnenvaart, maar ook trein- en wegvervoer aansluiten op havenvoorzieningen. Koos Leeuwenstein vertelt dat het winnen van de Innovatie Award het bedrijf absoluut geen windeieren heeft gelegd. “Wij hebben er geen moment spijt van gehad om deel te nemen aan de Innovatie Award. Sterker nog: de prijs heeft ons enorm veel opgeleverd.”

Prestigieuze prijs

Cofano voorziet bedrijven in specifieke wensen naar software en levert een aantal standaardproducten gericht op onder andere BPM en servicemanagement. Alle producten van Cofano zijn deels of geheel web based. Het softwarebedrijf is in 2010 opgericht door Koos Leeuwenstein en Marco Huijsman. De doorgewinterde bedrijfsadviseurs op het gebied van bedrijfsprocessen en ICT bedachten de software op een terras aan de Golf van Mexico. Leeuwenstein legt uit wat de jury deed besluiten de prestigieuze prijs toe te kennen aan Cofano. “In de logistieke sector opereert iedereen op een eigen eilandje met eigen data en eigen systemen en stemt men geen data af met elkaar. Ons web based platform biedt de mogelijkheid om data uit te wisselen met elkaar, zodat er eenduidige informatie beschikbaar komt voor de hele supply chain. Door de uitwisseling van deze informatie is het mogelijk om een planning te maken over de gehele keten heen, die inzichtelijk is voor alle betrokken partijen. Hierdoor zijn significante efficiencyverbeteringen te realiseren van 15 tot 20%. De ontwikkeling van ‘dataroom’ optimaliseert daarnaast het totale logistieke proces, waardoor er aantoonbaar minder transportbewegingen plaatsvinden, maar vanzelfsprekend ook minder CO2 uitstoot.”

Volgende stap

Het platform van Cofano is niet alleen interessant voor de meest vanzelfsprekende gebruikers, maar is gemaakt om zo veel mogelijk partijen uit de supply chain, zoals opdrachtgevers, rederijen, douane en (semi) overheidsinstellingen erbij te betrekken. Zij leveren allemaal een eigen bijdrage in de verschaffing van informatie en overzicht van het proces. Uiteindelijk kan zo het complete traject beheersbaar en inzichtelijk gemaakt worden. Leeuwenstein geeft aan dat het voor het jonge bedrijf in de eerste instantie niet gemakkelijk was om de gehele keten te overtuigen van de doelmatigheid van het product. “Ons product is op de zolderkamer in een Google-achtige werkomgeving ontwikkeld. Als je vier jaar lang onder de radar werkt, is het lastig om de volgende stap te maken. Potentiele gebruikers moeten in die stap overtuigd worden van de winst die er te behalen is. We waren nog geen jaar actief naar buiten getreden toen we de prijs wonnen. De Innovatie Award heeft ons absoluut het juiste duwtje in de rug gegeven.”

Naamsbekendheid

Vooral de reuring die het winnen van de Innovatie Award veroorzaakt heeft en de aandacht die er vervolgens op internet aan geschonken is, hebben volgens Leeuwenstein een prima bijdrage geleverd aan de naamsbekendheid van Cofano. Hij zegt : “Ik ben ervan overtuigd dat een groot Belgisch bedrijf zaken met ons is gaan doen doordat wij de prijs hebben gewonnen. We waren al een tijdje met elkaar in gesprek, toen onze gesprekpartner liet doorschemeren niet met ons in zee te gaan. Volgens hen bestond ons bedrijf nog niet lang genoeg en waren we nog te klein. Een week voor de uitreiking van de Innovatie Award had ik hem verteld dat we genomineerd waren. De dag na de uitreiking belde hij op met de vraag of we gewonnen hadden. Mijn positieve antwoord moet de doorslag hebben gegeven; nog geen week later was de deal rond.” Daarnaast heeft Cofano ook veel meer naamsbekendheid in de regio gekregen, vertelt Leeuwenstein. “Als ik vraag aan onze klanten hoe ze bij ons terecht zijn gekomen is dat meestal door de berichten die zij op internet gezien hebben over het winnen van de Innovatie Award.”

Spectaculaire verandering

Enthousiast geworden na het winnen van de Innovatie Award, neemt Leeuwenstein zitting in de jury voor de Innovatie Award 2016. We vragen Leeuwenstein wat voor hem als jurylid het belangrijkste criterium is waar de toekomstige winnaar aan moet voldoen. “Ik zal vooral kijken naar de impact van de innovatie. Kan een product een spectaculaire verandering teweegbrengen? Want wat mij betreft: hoe groter de impact, hoe belangrijker de innovatie.” Volgens Leeuwenstein was dit ook een belangrijke reden om Cofano de Innovatie Award toe te kennen. “Het effect van onze software is dat er enorme besparingen behaald kunnen worden. Het is door anderen al vaak geprobeerd om deze software te ontwikkelen, maar het is nooit eerder gelukt op deze manier. Het winnen van de Innovatie Award heeft dat alleen maar onderstreept.” Hij zegt tot slot: “Het heeft derden heel wat moeite gekost om mij te overtuigen om deel te nemen. Ik ben blij dat ze me toch hebben weten te overtuigen.”

 

Steeds meer vraag naar biologische wijnen

0

Veel drinkers van wijn vragen tegenwoordig om natuurproducten en biologische wijnen. Het is al ruim een tiental jaren geleden dat een Supermarkt in Nederlanden de eerste Fair Trade wijn in het schap had staan. Er waren natuurlijk wel gespecialiseerde winkels voor natuurlijke voeding en mousserende dranken en wijnen, maar daar moest je naar zoeken.

De Groene Passage is daarvan het voorbeeld in Rotterdam.  Biologische wijn is niet alleen gezonder voor je lichaam en haar organen, maar het is ook duurzamer dan de van oudsher gemaakte wijnen. Bio-wijnbouwers roepen : “Laat de natuur zijn gang maar gaan”. Grijp zo min mogelijk in . Vooral niet teveel met gif spuiten en toevoegingen in de wijn mengen. Laat de bodem “het terroir”  maar in volle glorie gedijen”. De wijnboeren kunnen nu met het juiste druivenras in een bepaald gebied  met de vele zonne-uren ervoor zorgen dat een goed sap wordt geoogst  om op basis van fysiologisch rijp fruit een mooie wijn te maken.

Bodemverbetering

Dat betekent, niet teveel ploegen en rommelen in de wijngaard. Geen zware landbouwmachines, want die veroorzaken met hun zware gewicht per wieldruk ontoelaatbare bodemplakken. Dat is bij kiezel en grindbodem natuurlijk minder schadelijk dan bij klei –en kalkbodem. De invloed van wormen is aanzienlijk, dan ontstaat er 110 % waterreserve in de bodem.

In de bio-wijngaard ziet men tegenwoordig liever dieren. Zo eten ganzen slakken , en koeien zorgen voor bemesting in de winter. Dan spreken wij van puur natuur. Gezien de stofwisseling van de koe, is dat belangrijk voor organische mest. Bij gebruik van koehoornpreparaten leidt dat tot verbetering van de bodem. Via verneveling werkt deze methode met een preparaat als een orgaan. Micro-organismen weren bacteriën en schimmels . Daardoor  zijn mineralen en voeding beschikbaar voor de plant. De bodem en de atmosfeer  worden gevoeliger voor de kosmische ritmes. Bovendien helpen ze het vercomposteren van materialen in de bodem, waardoor humus ontstaat.

Het bewerken van de bodem na de oogst is cruciaal. De voeding voor de wortels van de wijnstokken moet optimaal zijn. Voeding, levenskracht en microben zijn onontbeerlijk in de biologische wijnbouw. Bloemen maar vooral kruisbloemigen kunnen  in de lente gezaaid worden tussen de ranken.

Wie er meer over wil lezen  zal er wat oudere lectuur op moeten naslaan. De grondlegger is eigenlijk Rudolf Steiner ( leefde van 1861 tot 1925), die in 1924 zijn eerste boek schreef over biologische landbouw.

Vervolgens Albert Howard ( 1873-1947) die een Agricultural Testament schreef.  Maria Thun publiceerde in 1922 en boek over de stand van de maan en sterren, die een grote invloed hebben op de druiventeelt. De zaaikalender en wijnkalender waren geboren.  Nieuwe baanbrekers zijn Francois Bouchet, Pierre Masson en Nicolas Joyce

Schadelijk

Nog steeds wordt er 98% van de wijnen in de wereld gemaakt op de oude wijze. Zeg maar meer schadelijke methode voor de natuur, waar veel gif in wijnen ontstaat, die veroorzaakt is door landbouwgif, waarvan er zeven soorten zijn die kankerverwekkend zijn.  In Europa wordt weliswaar gewerkt met residulimieten, die voor groenten en fruit gelden, dus ook voor de druiventeelt, maar helaas nog niet voor het eindproduct : “WIJN”!

Voorheen werd er nauwelijks op gelet. Met name in de Bordeaux werd er naast het landbouwgif ook geconstateerd dat er in wijn veel meer  pesticiden in zitten dan in drinkwater.

Dieptepunt zijn: Chateau Roquetaillade-le Bernet, die 3364 keer meer pesticiden bevatte dan is toegestaan in drinkwater en Mouton Cadet van de familie de Rothschild bleek 14 soorten landbouwgif te bevatten. Weliswaar heeft de Franse regering sedert 2008 als doel het gebruik gifstoffen te halveren. Maar sedert 2008 zijn de boeren juist 5 procent meer gif gaan spuiten op de wijnakkers.  Frankrijk is ook de grootste gebruiker van bestrijdingsmiddelen in Europa, aldus Que Choisir ( Franse consumentenbond). De wijnboeren nemen het grootste deel voor hun rekening. De hele branche op enkelen na , blijft erover zwijgen. Het wordt nog steeds de “omerta van de wijnindustrie“ genoemd.

(Bron Rotterdams Dagblad van 25 september 2013) 

Fair Wines

Gelukkig is er bij vele wijnwinkels , importeurs van wijnen veel verbetering te melden. De meest gespecialiseerde leverancier voor biologische wijnen in het Rijnmondgebied is Fair Wines in Maasdam.

Peter Los, die vinoloog is, heeft een uitgesproken mening over biologische wijnen en is importeur daarvan sedert 2003. De import komt direct van producenten in Europa. Meestal kleine wijndomeinen, waar passie voor wijn hoog in het vaandel staat. Het is zeker de moeite waard op het internet af te stemmen op www.fairwines.nl  Bijzonder in de collectie is het wijnhuis Fattoria Grignano uit Toscane.

Het zeer klassieke bedrijf bestaat al sedert de 15 e eeuw. Toen onder auspiciën van de Markies Gondi uit Florence. Thans bestaat het domein uit 600 ha met 47 wijnboeren. Vanaf 2012 zijn alle wijngaarden en kelders biologisch gecertificeerd.

Fattoria Grignano is gelegen ten noordoosten van Florence in het door heuvels gedomineerde landschap van de Chianti Rufina DOCG. Met een hoge ligging van de wijngaarden op ca. 400 m komen hier rustieke wijnen vandaan met een hoog bewaarpotentieel. Er wordt optimale Sangiovese geoogst.

De villa van Grignano is gebouwd op de plaats van een Romeins fort en heeft een verbluffend uitzicht. De villa was een gift van Catherine de Medici aan Markies Gondi ( die op het etiket prijkt) Een geschikt onderkomen voor hun heimelijke ontmoetingen, die kennelijk een meer dan innige band hadden. De villa van nu is in 1972 gekocht door de familie Inghirami, die in Italië beroemd is door hun mode-imperium. Er worden geen concessies gedaan t.o.v. kwaliteit. Hun selecties zijn dan ook uitermate streng. Dat heeft zich vertaald in weergaloze wijnen die tot de top behoren. De wijnen zijn daarentegen betrekkelijk onbekend, daar veel in het eigen netwerk blijft. Een zeer bijzondere vondst voor u als consument.

Verbluffend zijn vooral de oudere jaargangen vanaf 1997. Zo is er de Chianti Rufina Poggio Gualtieri DOCG Riserva, 1997, 1998, 1999 en 2001. De Chianti Rufina DOCG van 2011 kost  € 9,95 inclusief per fles. Zo ook de witte Vermentino IGT Toscana.

Rotterdamse binnenstad: Concept shoppen voor juiste werkplek

0

Tijdens het jaarlijkse Rotterdamse Binnenstadssymposium werden de rapportcijfers voor het Rotterdamse centrum bekend gemaakt. Als geheel steeg de waardering van een 7 naar 7,1. Er wordt wel door alle betrokken partijen ingezien dat achterover leunen geen optie is.

Natuurlijk werd de binnenstad tijdens deze bijeenkomst een beetje opgehemeld. Toch was het geen aaneenschakeling van lofzang, want het Binnenstadssymposium van 2014  had beslist een hoger propagandagehalte. Bovendien viel er echt iets te vieren, ook omdat de Binnenstad van Rotterdam is uitgeroepen tot de Beste Binnenstad van Nederland. De titel geldt voor twee jaar. Rotterdam dankt de prijs onder andere aan de Markthal, De Rotterdam en de ontwikkeling van Rotterdam Central District. De Binnenstadsmonitor biedt ook goed nieuws. Zo schoot de waardering voor het gebied rond het Centraal Station omhoog van 6,3 naar 7,7.

Het is al jaren de wens van de gemeente Rotterdam om meer bewoners in het centrum te krijgen. De afgelopen vijf jaar steeg dat aantal met 10%. Bovendien nam het aantal bezoekers toe, mede dankzij de Markthal. Dit jaar verscheen ook de Binnenstadsmonitor 2015, die in zijn geheel is te vinden op www.rotterdam.nl/binnenstadsmonitor2015

Een van de sprekers was Astrid Sanson, directeur Binnenstad en Stedelijke Kwaliteit van de gemeente Rotterdam. Ze is trots op wat er allemaal dit afgelopen jaar is gebeurd. Als voorbeeld noemde ze het heringerichte Kruisplein, maar ze heeft ook oog voor allerlei nieuwe ontwikkelingen. “Kantoorgebouwen worden steeds meer bedrijfsverzamelgebouwen.”

Volgens Sanson brengt ‘het nieuwe werken’ veranderingen met zich mee. “Bedrijven hebben minder vierkante meters nodig, want de werkplek wordt flexibeler. Vooral in grotere gebouwen zitten steeds vaker verschillende bedrijven. Neem bijvoorbeeld De Delftse Poort of het HBU gebouw. Daar kan zelfs een ruimte per dag gehuurd worden. Wat ook belangrijker wordt voor werknemers, is dat het bedrijf in een aantrekkelijke omgeving gevestigd is. Even naar buiten gaan in een leuke buurt, zoals het centrum, valt gunstig.”

Met andere woorden, de saaie bedrijvenparken, denk aan Rivium, zijn niet meer zo in trek. “ZZP’ers hebben ook andere wensen. Sommige ZZP’ers gaan met hun laptop in een café zitten, of ze zoeken een flexibele werkplek. We merken ook dat de leeftijdsgroep 25 tot 40 jaar andere wensen heeft. Netwerken, ontmoeten en ze hebben geen 9 tot 5 mentaliteit.”

Een van de terugkerende elementen van het symposium is het mogen doen van een pitch als ondernemers een leuk plan hebben voor de binnenstad, of iets aangenaams dat al bestaat onder de aandacht willen brengen. Vorig jaar werd er tijdens het Binnenstadssymposium voor het eerst gesproken over de Rotterdamse dakdagen, die een groot succes zijn geworden. Het evenement heeft zelfs een prijs gewonnen voor beste nieuwe festival 2015. Op 10/11/12 juni 2016 is de volgende editie.

De bijeenkomst werd afgesloten met een column van acteur/schrijver Martin van Waardenberg, waaruit bleek dat Rotterdam er qua cultuur nog behoorlijk aan moet trekken. Alles wordt nog steeds beklonken in ‘Amsterdam’.

Restaurant en partycentrum De Wevershoeve heeft voor ieder wat wils

0

Het totaalplaatje; dat is wat volgens Ron Schrijver moet kloppen tijdens een zakenlunch, bruiloft, avondje uit of andere gelegenheid. Bij De Wevershoeve zorgen ze ervoor. Gevestigd in een boerderij uit 1770, zit het met het unieke karakter wel goed. Tel daar kwalitatief goed eten voor een scherpe prijs, een sfeervolle aankleding en vakkundige medewerkers bij op en voilà; dat is het karakter van De Wevershoeve.

In De Wevershoeve treft men een à la carte restaurant, kleine en grote partyzalen, een knusse bar en een beschut buitenterras. Voor de deur van de horecagelegenheid in Rijsoord zijn er tevens 150 gratis parkeerplaatsen. Alle voorwaarden zijn dus aanwezig om zowel het bedrijfsleven als particuliere gasten volledig te ontzorgen, vertelt Schrijver. “Voor zakenlunches is De Wevershoeve ook uitermate geschikt. Je kunt het zo gek maken als je zelf wilt. Vanwege de crisis waren bedrijven er lange tijd iets terughoudender in, maar relaties in stand houden in een informele sfeer komt toch langzaam weer terug. Voor ieder budget kunnen wij iets verzorgen. Van verse broodjes met lekker beleg tot aan kaviaar; alles is mogelijk.”

De Wevershoeve is bekend om haar buffetten en de buffetbrunches die iedere zondag van 12.00 uur tot 14.00 uur plaatsvinden. Maar er zijn ook driegangenkeuzemenu’s voor slechts 23,50 euro. “Onze menu’s wisselen met enige regelmaat, zodat de gerechten goed bij het seizoen passen.” Op de à la carte kaart staan nu bijvoorbeeld tarte tartin van geitenkaas en rode ui met tijm-honing, bouillon van gerookte sjalotjes en tomaat met kaascroutons, rouleau van tonijn en krabsalade met kerrie-koriandermayonaise, krokante eendenborst met specerijenjus en gebakken rogvleugelfilet met saus van kappertjes. “Ons karakteristieke pand is voor velen in de regio bekend. Onze doelgroep is heel breed, want bij De Wevershoeve kun je alle kanten op. Wij hebben echt voor ieder wat wils. Het komt bijvoorbeeld weleens voor dat een broer en zus hier enkele jaren na elkaar hun bruiloft vieren. Het ene is dan geen kopie van het andere. Wij spreken vooraf alle facetten goed met onze gasten door, zodat er een beleving naar wens ontstaat. Het is altijd maatwerk.”

Het leukste aspect van zijn vak vindt Schrijver de omgang met mensen. “Gasten met een blij gevoel naar buiten zien lopen; dat is het mooiste wat er is. Soms neemt men achteraf zelfs nog de moeite om een kaartje of mailtje te sturen waarin waardering wordt geuit. Dat is ontzettend leuk. Wij zijn zeven dagen per week geopend en het horecavak is hard werken, maar zulke signalen geven altijd weer extra energie.”

‘Het is een feest om te bankieren in Rotterdam’

0

Hij is nu ruim een jaar directievoorzitter van Rabobank Rotterdam en die periode is voorbij gevlogen, vertelt Leo Peeters Weem. “Een goed teken, want dat betekent dat je het naar je zin hebt. Natuurlijk zijn er ook lastige uitdagingen, maar de positiviteit overheerst.” Een gesprek over de coöperatieve signatuur van de organisatie, zakelijke dynamiek, digitaliseren van bankzaken, reorganiseren en klanttevredenheid.

De opvolger van Coert Beerman was voor zijn komst naar Rotterdam directievoorzitter van Rabobank Regio Schiphol. “Een overeenkomst tussen die twee werkgebieden is de mentaliteit. Die is in grote lijnen hetzelfde. Op Schiphol werkte ik met veel zakelijke, internationale klanten. In Rotterdam durft men ook over grenzen heen te kijken. Een verschil met de Haarlemmermeer is dat het bedrijfsleven in Rotterdam veel meer bestaat uit ondernemers dan uit bestuurders. Dat is wezenlijk anders zakendoen. Maar een cultuurschok was mijn overstap niet. Ik ben getogen in het oosten van het land, in een no-nonsense cultuur. Met die basis voel ik mij in Rotterdam helemaal op mijn plek.” En ook de coöperatieve signatuur van Rabobank past Peeters Weem. “Vanuit die identiteit zijn we betrokken en dichtbij en leveren we op die manier een wezenlijke bijdrage aan de belangrijke thema’s in de maatschappij en die van de stad Rotterdam in het bijzonder. Dit doen we niet alleen met geld maar ook met de inzet van kennis, onze netwerken en door de inzet van onze mensen. Coöperatie staat voor ‘samenwerken’ en dat zit in onze genen. Gezien de snelle en nieuwe ontwikkelingen in de markt was het herinrichten en het gereedmaken voor de toekomst van de grootste lokale Rabobank  één van zijn belangrijkste taken. “Onze huidige organisatie en inrichting is te duur ten opzichte van concurrentbanken. Als coöperatie is dat het laatste wat je wil. Daarom zijn veranderingen noodzakelijk. Het plan Visie 2016 waar in 2013 mee is gestart, is al grotendeels gerealiseerd, maar moet nog verder worden doorgevoerd richting de toekomst. Eigenlijk is dit een doorlopend proces geworden waarbij de veranderingen in de markt en de wensen van de klant leidend zijn, waardoor het leveren van excellente klantbediening prioriteit nummer 1 is. Bij iedere beslissing die je neemt, is het belangrijk aan betrokkenen duidelijk te maken waarom je dat doet. Helder communiceren in zo’n proces is het begin van acceptatie en het creëren van draagvlak.” Dat het tijd is om de mouwen op te stropen staat voor Peeters Weem als een paal boven water. “Rabobank had als coöperatie aan het begin van de crisis een relatief voordeel ten opzichte van anderen. Die voorsprong is grotendeels verdwenen, want we zijn in die periode te weinig alert geweest en teveel intern gericht, grotendeels gedwongen door regelgeving en toezichthouders.” De snelheid van externe ontwikkelingen voert de directievoorzitter aan als één van de oorzaken. “Naast financiële prestaties blijft ook het klantgedrag veranderen. Vroeger betekende het ‘dichtbij-gevoel’ dat klanten bij wijze van spreken op iedere hoek van de straat een bankkantoor van ons konden binnenlopen. Dat is nu niet meer zo. Onze zichtbaarheid in het straatbeeld is minder, want klanten regelen steeds meer bankzaken online. Dat betekent niet per definitie dat wij nu verder weg staan. Onlangs heeft Rabobank een nieuwe app met ingebouwde chatfunctie gelanceerd. De contactmomenten tussen onze medewerkers en klanten zijn daardoor online fors in aantal gestegen. De jeugd van tegenwoordig vindt het prettig om op deze manier bezig te zijn met bankzaken. Ze stellen een vraag en willen direct antwoord. Daar hoeft voor hen geen kantoor aan te pas te komen. Maar er is tevens een generatie die het wel altijd zo gewend was en moeite heeft met internetbankieren. Van die uitdaging zijn wij ons bewust. Rabobank staat klaar om ook die groep klanten bij te staan. Desgewenst leggen medewerkers huisbezoeken af om vragen te beantwoorden aan de keukentafel en voor te doen hoe één en ander op de computer werkt. Samen de stad sterker maken; die missie blijft.”

Van traditionele bank naar financieel regisseur

Op verschillende gebieden toont Rabobank Rotterdam haar maatschappelijke betrokkenheid. “Wij haken aan bij thema’s die de stad sterker maken en waar wij als bank een rol in kunnen spelen. Klanten, leden en stakeholders uit de stad weten ons goed te vinden als zij naar een partner op zoek zijn om hun wensen en dromen te realiseren. Wij zijn sterk in verbinden. De jeugd in contact brengen met het bedrijfsleven is bijvoorbeeld iets waar wij hoog op inzetten. In november heeft Rabobank Rotterdam nog de opening verricht van Bigday, een evenement waar mbo’ers en werkgevers elkaar ontmoeten. Als bank hebben wij er mede voor gezorgd dat 800 jongeren de mogelijkheid hadden om op 1 dag kennis te maken met 400 bedrijven. Iedere stageplek die het voor een student oplevert is al pure winst. Fantastisch om daar aan mee te werken. Ik ben niet zelfgenoegzaam, maar wel trots dat Rabobank Rotterdam daar aan bijdraagt. Als bank hebben wij het werkveld veel te bieden. Er heerst een gezonde ondernemersflow in de stad en ook op vele andere fronten gaat het erg goed met Rotterdam. Het is een feest om te bankieren in Rotterdam.” Peeters Weem leunt echter niet achterover. “Bankieren is dynamisch. Daar moet je op blijven inspelen. De weg naar de nieuwe economie van 2040-2050 moeten we goed inlopen, ook al zit deze op sommige gebieden nog vol met vraagtekens. Wat je al wel ziet is dat de financieringsbehoefte van ondernemingen steeds vaker niet louter meer wordt ingevuld door banken. Dat zal doorzetten. Van traditionele bank zullen wij meer financieel regisseur worden. Participatiemaatschappijen en investeerders doen al regelmatig een duit in het zakje en crowdfunding is eveneens een veel voorkomende manier om een financieringsvraag tot een goed einde te brengen. Vanwege de lage rentestand zijn vermogende particulieren en fondsen ook meer bereid om innovaties van jonge ondernemers te omarmen. Innovaties gaan gepaard met risico’s. Van de 10 ideeën zitten er één of twee tussen die echt succesvol zijn. Als bank kun je daar vanwege de beperkte kans op een topinnovatie niet zomaar spaargeld van een klant voor gebruiken.”

Compacter qua omvang en balans

Samenvattend ziet Peeters Weem in de nabije toekomst een andere rol voor Rabobank weggelegd. “Wij zullen nog compacter worden. Zowel qua omvang als balans doen wij een stap terug om onze relatieve financiële positie te versterken. Het fysieke bankieren verschuift steeds meer naar virtueel bankieren. Natuurlijk vinden wij het belangrijk om een leidende positie te hebben, maar per se overal marktleider zijn is niet ons heilige doel. Ons marktaandeel hypotheken is door de jaren heen gedaald. Natuurlijk willen wij dat verhogen, maar de voornaamste focus ligt bij klanttevredenheid. Klanten moeten zich thuis voelen bij Rabobank, nu en in de toekomst. Door goed, duidelijk en betrokken te bankieren, willen wij de band met al onze klanten nog verder versterken. Wanneer wij elkaar over een jaar weer spreken, hoop ik te kunnen zeggen dat Rabobank Rotterdam een extra stap heeft gezet in het intensiveren van de klantfocus en dat wij dit terugzien in onze klantmetingen. Ook zou ik graag zien dat de markt ons daadwerkelijk percipieert als een andere bank en  onze lokale  coöperatieve identiteit daarbij als onderscheidend en toonaangevend wordt ervaren. Al zeg ik erbij dat we het op dat front al heel goed doen. Daarnaast hoop ik dat wij als grootste lokale Rabobank onze financiële prestaties in 2016 verbeteren.”