Home Blog Page 28

11 procent meer internetaankopen in eerste helft 2020

0

In de eerste helft van 2020 kocht 71 procent van de Nederlanders van 12 jaar of ouder, ongeveer 10,7 miljoen mensen, iets online. Dit is 11 procent meer dan een jaar eerder. Het gaat om mensen die aangaven in de drie maanden voorafgaand aan het onderzoek iets online gekocht te hebben. Kleding, maaltijden en films en series via streamingsdienst of downloads zijn de meest bestelde goederen of diensten. Dit blijkt uit de nieuwste cijfers van het onderzoek ‘ICT-gebruik van huishoudens en personen 2020’ van het CBS.

Het onderzoek ‘ICT-gebruik van huishoudens en personen’ wordt jaarlijks door het CBS gehouden in de maanden april tot juli. In 2020 hebben ongeveer 6,5 duizend mensen van 12 jaar of ouder deelgenomen aan het onderzoek. Met de beschikbare gegevens kan het effect van de eerste maatregelen als gevolg van de coronapandemie op de online aankopen niet worden vastgesteld.

Vooral kleding, schoenen en accessoires online aangeschaft

Nederlanders van 12 jaar of ouder kochten het vaakst kleding, sportkleding, schoenen of accessoires zoals tassen en sieraden (48 procent). 35 procent bestelde maaltijden bij een restaurant, fastfoodketen of cateraar. Ongeveer 20 procent kocht meubels, woonaccessoires en tuinartikelen, sportartikelen, computers, tablets, mobiele telefoon, cosmetica en gedrukte boeken.

Van de onderzochte personen heeft 20 procent één of meer van de goederen via internet gekocht van een particulier persoon, bijvoorbeeld via Marktplaats.

Films en series van alle online diensten het vaakst gekocht

Van de online producten of diensten werden films of series via een streamingdienst of als download het vaakst gekocht (42 procent). Rond de 30 procent kocht muziek via streamingsdienst of download, een abonnement voor internet of mobiele telefoon of kaartjes voor de bioscoop, concert of cultureel evenement.

Vaker online aankopen voor een hoger bedrag

Niet alleen doen steeds meer mensen online aankopen, ook het totale aankoopbedrag van goederen en diensten in de drie maanden voorafgaand aan het onderzoek lag in 2020 hoger. 21 procent zei voor 500 euro of meer online aankopen gedaan te hebben. Een jaar eerder was dat 19 procent. Mannen geven meer geld uit aan online aankopen dan vrouwen. 25 procent van de mannen en 17 procent van de vrouwen zei in totaal 500 euro of meer te hebben uitgegeven.

Het bedrag dat op internet werd besteed lag het vaakst tussen 100 en 500 euro; 41 procent deed in de eerste helft van 2020 aankopen in die prijsklasse. Ook de aankoopfrequentie is toegenomen. 34 procent van de Nederlanders kocht zes keer of vaker iets via internet. In 2019 was dat 30 procent.

E-shoppen populairst onder 25- tot 45-jarigen

Vooral 25- tot 45-jarigen kopen via internet; in 2020 kocht 86 procent van hen online goederen of diensten. De groei was het grootst bij 65-plussers. Winkelde in de eerste helft van 2020 59 procent van de 65- tot 75-jarigen online, in 2019 was dat nog 45 procent. Van de 75-plussers deed 25 procent in 2020 online aankopen, tegen 17 procent een jaar eerder.

Mensen met weinig inkomen winkelen minder vaak online

Tussen mensen met een hoog- en laag gestandaardiseerd inkomen bestaan grote verschillen wat betreft online winkelen. Van de mensen in de hoogste inkomensgroep (vierde kwartiel) winkelde 83 procent online in 2020. Onder mensen in de laagste inkomensgroep (eerste kwartiel) bedroeg dit aandeel 57 procent.

Mannen zijn actievere e-shoppers dan vrouwen. 73 procent van de mannen winkelde online, bij vrouwen was dat 70 procent.

“Wat mij betreft scoort Ames een dikke tien”

0

Hendrik Jan van der Rhee van HJ Media Groep valt voor Volkswagen ID.4 van Ames

Op 13 januari 2021 was het zover en kreeg Hendrik Jan van der Rhee van HJ Media Groep de sleutels aangereikt van een gloednieuwe Volkswagen ID.4. De sleutels werden op gepaste afstand overhandigd door Reinier de Koning van Ames Autobedrijf. De overdracht symboliseert, aldus de heren, tevens de jarenlange fijne samenwerking tussen Ames en HJ Media Groep.

Voor Van der Rhee is de keuze niet voor niets gevallen op de Volkswagen ID.4 en in het bijzonder op Ames. “Duurzaamheid is voor mij en binnen ons bedrijf een belangrijk aspect. Dat zie ik ook terug bij Ames. In de bedrijfsvoering en tevens in de duurzame modellen die ze aanbiedt. De VW ID.4 is 100% elektrisch en daarom erg zuinig.” De Koning vervolgt: “We merken dat een steeds grotere groep klanten zich richt op duurzame mobiliteit en wij moedigen dit alleen maar aan en willen dit graag faciliteren. Zo hebben wij vanuit Mobilitics ook de laadpaal mogen verzorgen. Duurzame mobiliteit vertaalt zich bovendien ook in duurzame relaties.” Van der Rhee kan dit alleen maar beamen en is vol enthousiasme over de samenwerking met Ames, net als over de auto. Over die laatste zegt hij dat de auto alles bevat wat hij wenst en eigenlijk nog meer. “Hij is enorm krachtig, stil, heeft een groot bereik en is snel op te laden. De ruimte en het aantal opties die erop zitten, hebben me echt verrast.” Van der Rhee is niet alleen enthousiast over de auto, maar ook over de service van Ames. “Alles rondom de aankoop en de aflevering van de auto en de laadpaal is tot in de puntjes verzorgd, niets is te veel. Daarnaast weet ik uit ervaring dat ook onderhoud snel en vakkundig uitgevoerd wordt. Kortom; ik ben een blije en tevreden klant. Wat mij betreft scoort Ames een dikke tien”.

Topsportprogramma turnen heren komt naar Rotterdam

0

Vanaf dit jaar is Rotterdam gastheer van het TeamNL topsportprogramma turnen heren. In Topsportcentrum Rotterdam wordt één hal helemaal verbouwd en ingericht voor het turnen. Dat is 15 december bekendgemaakt door de betrokken partijen: KNGU, NOC*NSF, CTO Metropool, gemeente Rotterdam en Rotterdam Topsport.

De Centra voor Topsport en Onderwijs zijn belangrijke bouwstenen binnen de landelijke topsportinfrastructuur van NOC*NSF. Ze brengen trainingsfaciliteiten, huisvesting, onderwijs, (para)medische en andere specialistische kennis dicht bij elkaar, onder regie van de betrokken sportbonden. Met Rotterdam zijn er straks in Nederland vier locaties waar een TeamNL topsportprogramma turnen gehuisvest is.

Opening op 1 september 2021

Op 1 september 2021 opent CTO Metropool officieel zijn deuren voor het turnprogramma. CTO Metropool wordt het centrum voor de beste mannelijke turners uit Zuidwest-Nederland die allen potentie hebben om aan de Olympische Spelen deel te gaan nemen. In totaal gaat het om vijf topturners, van wie Rotterdammer Bart Deurloo de bekendste is, en een groep aankomende junioren die zich voorbereidt op de Spelen van Parijs. Nu trainen de regionale topturners nog in Zwijndrecht, bij vereniging O & O. De opleidingslijn voor talenten blijft daar.

Trainings- én wedstrijdhal

In Topsportcentrum Rotterdam wordt Topsporthal 2 volledig verbouwd. Met medewerking van het Albeda Sportcollege wordt de hal vrijgemaakt en helemaal ingericht als turnlocatie. “Samen met de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU), die eigenaar is van het topsportprogramma, NOC*NSF en de gemeente Rotterdam gaan we een turnhal realiseren die uniek is in Nederland”, zegt Peter Blangé, directeur van Rotterdam Topsport. “Het wordt een trainings- én wedstrijdhal. Met de modernste toestellen, voorzieningen en hulpmiddelen. Er komen ook vrouwentoestellen. Hiermee wordt de hal breder inzetbaar. Rotterdamse verenigingen kunnen de hal namelijk huren op vrije uren voor eigen trainingen en club- en regiowedstrijden. Ook EK- en WK-kwalificatiewedstrijden kunnen er worden georganiseerd. De hal beschikt over tribunes met ruim 700 zitplaatsen. Ook zal het Albeda Sportcollege gebruik gaan maken van de turnhal.” Tevens wordt er een krachtcentrum ingericht op de zogenoemde Promenade. Deze voorziening is ook beschikbaar voor andere topsportprogramma’s in Topsportcentrum Rotterdam.

Impuls voor turnen in Rotterdam

De komst van het topsportprogramma is goed voor de hele turnsport in Rotterdam. Door een tekort aan accommodaties werken verenigingen in de regio nu noodgedwongen met wachtlijsten. Zij krijgen met de turnhal in het Topsportcentrum letterlijk de ruimte om te groeien. Zodoende krijgen meer kinderen en volwassenen in Rotterdam de mogelijkheid om te bewegen. Dat is ook één van de doelstellingen van de gemeente. Die heeft aansluitend op het topsportprogramma een Turnplan Rotterdam opgesteld. Daarin werken Sportbedrijf Rotterdam, Rotterdam Sportsupport, Rotterdam Topsport, de KNGU en het Albeda Sportcollege samen om de kwaliteit van het kader van turnverenigingen te verhogen. Klik hier voor meer info over het Turnplan Rotterdam. Onder aanvoering van een coördinator van de KNGU worden besturen en trainers ondersteund en kunnen zij opleidingen volgen. Peter Blangé: “Als de breedtesport groeit en beter functioneert én meer kinderen gaan turnen, is dat ook goed voor de talentontwikkeling en creëren we een succesvolle aanvoerlijn naar het topsportprogramma.”

Marc Delissen

Voorzitter CTO Metropool: “Het CTO Metropool gaat een nieuwe fase in, met in alle betrokken steden een TeamNL topsportprogramma. Met de betrokken gemeenten wil het CTO Metropool met een regionale topsportvisie bijdragen aan de topsportontwikkeling in Nederland. Daarmee geven we invulling aan ‘home of TeamNL’. Het turnprogramma is een prachtig voorbeeld van hoe we in de Metropool top- en breedtesport aan elkaar willen verbinden.

Marieke van der Plas

Directeur KNGU: “Deze stap is niet alleen belangrijk voor het topturnen heren maar ook voor het versterken van de gymsportinfrastructuur in de breedte waarbij professionele coaches en vitale clubs samen zorgen voor nog meer sportplezier in Rotterdam. Hierbij worden ook mooie cross-overs gemaakt naar andere disciplines zoals freerunnen en breakdance en aansprekende events en wedstrijden zoals ons NK Dutch Gymnastics The Finals in Ahoy.”

Sven de Langen

Wethouder volksgezondheid, zorg, ouderen en sport: “Een geweldige stip op de horizon om het heren turnen topsportprogramma volgend jaar als eerste CTO-programma in Rotterdam te verwelkomen. Hier hebben we de afgelopen jaren samen met Rotterdam Topsport hard aan gewerkt en ik ben trots dat het is gelukt. Met de komst van het mannenturnen begint ook een nieuw hoofdstuk voor Topsportcentrum Rotterdam. Zij geven onderdak aan een deel van teamNL en worden een springplank naar mooie Olympische prestaties.”
 
Gaby Vink

Directeur Lifestyle, Sport & Entertainment, Albeda Sportcollege:  “De uitoefening van topsport in de leeromgeving van het Albeda Sportcollege is inspirerend voor zowel studenten als medewerkers. Het medegebruik van de best denkbaar geoutilleerde turnhal biedt de opleiding mogelijkheden om de turnlessen, het keuzedeel turnen en onderdelen van urban sports optimaal aan te bieden aan studenten.”

Lizard Global winnaar Merk010 Verkiezing 2020

0

Lizard Global is de winnaar geworden van de Merk010 Verkiezing 2020. Het sterkste zakelijke MKB merk van Rotterdam. Lizard Global liet daarmee haar concurrenten RDM Next, &ranj, Suite Hotel Pincoffs en Gameye achter zich. De Merk010 award werd vandaag op 11 januari overhandigd aan Jeremy Raes, CEO Lizard Global.

Een kleine 400 Rotterdamse ondernemers hebben in december hun stem
uitgebracht op hun favoriete, Rotterdamse MKB merk. Zij konden daarbij
kiezen uit de top vijf sterkste zakelijke MKB-merken. De Top 5 bestond uit
RDM Next, &ranj, Lizard Global, Suite Hotel Pincoffs en Gameye. Zij zijn
allemaal beoordeeld op hun bijzondere uitstraling, onderscheidend aanbod,
organisatie en merksturing (merkorientatie). Zie ook www.merk010.nl. De
publieke stemmers bepaalden uiteindelijk de winnaar van 2020.

Over de Rotterdamse Top 5 zakelijke MKB merken 2020:

• RDM Next: helpt bedrijven om sneller en beter te innoveren. Dat doen
zij doormiddel van workshops, begeleiding en advies.
• &ranj: studio voor serious games & gamification ten behoeve van
(complexe) gedragsvraagstukken.
• Lizard Global: full-stack development bureau dat innovatieve software
ontwikkelt voor haar opdrachtgevers.
• Suite Hotel Pincoffs: kleinschalig boutiquehotel dat onder andere
hotelkamers verhuurt als werkplekken.
• Gameye: ontwikkelaar van technologie, die Gamestudios helpt het
aantal spelers van online games makkelijk te kunnen verhogen.

Achtergrond Merk010 verkiezing

Rotterdamse bedrijven kenmerken zich door eigenheid, onafhankelijkheid
en duidelijkheid. Onder de radar bestaan er veel Rotterdamse zakelijke
MKB merken die ondernemers in hun hart hebben gesloten. Deze merken
bepalen het zakelijk karakter van onze stad en zijn de drijfveren van onze
regionale economie. Daarnaast dienen zij als inspiratiebron voor andere
midden- en kleinbedrijven. Merken die via de Merk010 verkiezing in de
schijnwerpers worden gezet en daarmee de erkenning krijgen die zij
verdienen.

De Merk010 verkiezing is een initiatief van Merketingvisie en Face The
Future. Rotterdamse merk- en strategiespecialisten die geloven in de kracht
van zakelijke merken en graag het voortouw nemen in de zoektocht naar de
verborgen zakelijke merkparels van Rotterdam.

Grootste Nederlandse project voor CO2-reductie, Porthos, ligt op schema

0

Porthos, het project voor CO2-afvang en opslag in Rotterdam, ligt op koers om vanaf 2024 jaarlijks 2,5 miljoen ton CO2 van de industrie op te slaan in lege gasvelden onder de Noordzee. Eind vorig jaar hebben vier bedrijven samen ingeschreven voor in totaal € 2 miljard uit de SDE++-regeling voor de komende 15 jaar. Het uiteindelijke bedrag kan een stuk lager uitvallen, met name door stijging van de prijs van emissierechten (ETS) in de komende 15 jaar. Afvang en opslag van CO2 (carbon capture and storage; CCS) is een van de goedkoopste manieren om op korte termijn de klimaatdoelen te halen.

Tussen 2008 en 2019 is in totaal circa € 4,5 miljard aan SDE-gelden uitgekeerd aan tal van projecten in Nederland. Daardoor is ongeveer 42 miljoen ton minder CO2 in de atmosfeer gekomen1. Het Porthos-project realiseert met nog niet de helft van dat bedrag een bijna even grote besparing: zo’n 37 miljoen ton CO2 , over een periode van 15 jaar. Dit laat zien dat met CCS snel en relatief goedkoop grote stappen gezet kunnen worden in het bereiken van de klimaatdoelstellingen. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de helft van de verlaging van CO2-emissies door de industrie in 2030 wordt gerealiseerd via CCS. Voor de andere helft zet de industrie onder andere in op efficiency, elektrificatie, zonne- en windparken en groene waterstof. Voor veel processen in de industrie zijn er echter nog te weinig andere manieren om op korte termijn de uitstoot van CO2 naar de atmosfeer fors te verminderen.

In het voorjaar wordt de toekenning van de subsidie voor de vier bedrijven (Air Liquide, Air Products, ExxonMobil en Shell) verwacht. Eind 2021 zijn naar verwachting de vergunningprocedures achter de rug. 2021 wordt door de bedrijven vooral benut om zich voor te bereiden op de aanleg van de afvanginstallaties. De Porthos projectorganisatie (EBN, Gasunie, Havenbedrijf Rotterdam) gebruikt dit jaar om de aanleg van de pijpleidingen op het land en in de zeebodem, het compressorstation en aanpassing van het platform op zee technisch voor te bereiden. Begin 2022 is de finale investeringsbeslissing voor Porthos gepland en kan de realisatie van start gaan.

Belangrijke ontwikkelingen in het afgelopen jaar waren het indienen van het milieueffectrapport (MER) en een aantal vergunningaanvragen, het maken van afspraken tussen Porthos en de vier bedrijven die van het Porthos systeem gebruik willen gaan maken, en de toezegging van de EU om € 102 miljoen aan het project bij te dragen.

Gridmaster: naar toekomstbestendige investeringen energie-infrastructuur

0

Provincie Zuid-Holland

De provincie neemt deel aan het samenwerkingsverband ‘Gridmaster’, dat een methode voor toekomstbestendige investeringen in de energie-infrastructuur van de Rotterdamse haven ontwikkelt.

Het consortium bestaat uit TenneT, Gasunie, Stedin, Provincie Zuid-Holland, Havenbedrijf Rotterdam, Gemeente Rotterdam, SmartPort, Siemens Nederland, TU Delft, Quintel Intelligence en TNO. ‘Gridmaster’ richt zich op het ontwikkelen van een nieuwe methode voor adequate, gedegen en bovenal toekomstbestendige investeringsbeslissingen op het gebied van energie-infrastructuur in de Rotterdamse haven. Het project zal tien maanden in beslag nemen.

Toekomstbestendig

De energietransitie is volop in ontwikkeling en dat brengt grote onzekerheden met zich mee als het gaat om grote investeringen die nodig zijn in de infrastructuur voor duurzame energie. De benodigde energie-infrastructuur hangt sterk af van ontwikkelingen in de haven en die in en rond het energiesysteem. Omdat deze moeilijk te voorspellen zijn, is het lastig tot gedegen investeringsplannen te komen. Keuzes die nu gemaakt worden, kunnen bijvoorbeeld leiden tot onvoldoende infrastructuur of tot investeringen die onnodig blijken. Uitdaging is te komen tot zogenaamde adaptieve, robuuste investeringsplannen die toekomstbestendig zijn.

Samenhang

Daarnaast is het nodig om de verschillende energie-infrastructuren in samenhang te bekijken. De Gridmaster-methode moet leiden tot kansrijke geïntegreerde investeringsplannen voor de energie-infrastructuur in de Rotterdamse haven; denk aan aardgas, waterstof en elektriciteit. De methode ondersteunt netbeheerders en stakeholders als overheden en bedrijven in de Rotterdamse haven. De consortiumpartners dragen elk vanuit hun eigen expertise bij aan de methode.

Simulatiemodel Rotterdamse haven

Wat het project uniek maakt, is dat een adaptief simulatiemodel van het energiesysteem van de Rotterdamse haven wordt ontwikkeld waarmee de performance van investeringsplannen voor grote hoeveelheden verschillende (toekomst)scenario’s kan worden geanalyseerd. Met dit zogenaamde stresstesten wordt inzicht verkregen in de toekomstbestendigheid van een investering over bijvoorbeeld 10 of 30 jaar.

Openbaar computermodel

Bij de Gridmaster-methode wordt het integrale energiesysteem voor de komende decennia (2020 – 2050) in een computermodel omgezet. Alle instrumenten, modellen en resultaten die in het kader van het project worden gecreëerd, worden openbaar gemaakt. Omdat het integrale energiesysteem in één gedigitaliseerd model is ondergebracht, biedt dit tevens veel onderzoeksmogelijkheden voor investeringen in andere delen van het energiesysteem, zoals de landelijke infrastructuur. Daar spelen immers vergelijkbare uitdagingen rond investeringen onder grote onzekerheid.

Rotterdamse middelbare scholen hebben primeur met Digitale Scholenmarkt via 3D-platform

0

Middelbare scholen in de regio Rotterdam hebben een primeur met de Digitale Scholenmarkt, het voorlichtingsmoment voor leerlingen van groep 8. In plaats van de gebruikelijke open dagen, ontvangen ze leerlingen nu coronaproof op een virtuele 3D-scholenbeurs. Leerlingen uit de gehele regio, van Bleiswijk tot Barendrecht, van Hoek van Holland tot Hoogvliet, kunnen deelnemen, als ze een avatar hebben aangemaakt.

Voor leerlingen van groep 8 breekt een spannende periode aan: de overstap naar het voortgezet onderwijs. In normale tijden bezoeken ze massaal open dagen om zich te oriënteren op de school van hun keuze. Nu is dat onmogelijk. Om leerlingen toch goed te kunnen informeren, hebben (bijna) alle middelbare scholen in Rotterdam en omstreken de handen ineengeslagen voor een uniek virtueel evenement: de Digitale Scholenmarkt. Tijdens deze online bijeenkomst kunnen de circa 80 VO-scholen zich presenteren, workshops geven, praten met bezoekers en laten zien wat de school te bieden heeft. Zo krijgen leerlingen, leerkrachten, ouders en verzorgers coronaproof een goede indruk van de verschillende scholen. 

10.000 leerlingen in één virtuele ruimte

Ad Keller, rector van het deelnemende Krimpenerwaard College en tevens voorzitter van de stuurgroep De Digitale Scholenmarkt: “We leven door corona in onzekere tijden, en dat heeft ook zijn weerslag op onze voorlichtingsactiviteiten. Maar corona maakt ook inventief. In januari komen 10.000 leerlingen en 200 leraren samen in één virtuele ruimte. Kiezen voor het VO kan nu dus ook zo!”

Avonturenspel

Voor de leerlingen en hun ouders is het driedimensionale evenement niet alleen informatief, maar vooral ook leuk. Het lijkt op een avonturenspel of animatie. De leerling logt in en maakt een eigen avatar aan, dan volgt er een keuze uit schoolniveau en regio. Ouders en verzorgers kunnen ook een avatar aanmaken. Ze kunnen dus samen over de scholenmarkt rondstruinen en alle deelnemende scholen bezoeken in hun stand. Bij de stands zijn filmpjes en informatie over de betreffende school aan te klikken. De avatars kunnen vragen stellen door te chatten met een van de personen bij de stand – medewerkers van de school – of aanhaken bij een gesprek. Zo wordt het kiezen van de juiste middelbare school ook in deze roerige tijden leuk, informatief en veilig.

GoMeet

De Digitale Scholenmarkt werkt op basis van digitaal platform GoMeet. GoMeet is ontwikkeld in een joint venture van Enversed Studios, ZesEvents en Dieter.nl. Thierry Trampe, directeur van ZesEvents: “Er zijn de afgelopen negen maanden al vele online events de revue gepasseerd. In het begin vond iedereen dit leuk en nuttig, maar inmiddels zijn mensen het beu om in Teams- en Zoomsessies passief naar een scherm te moeten staren. De Digitale Scholenmarkt is anders. Met GoMeet hebben we een driedimensionaal platform, waarbij bezoekers actief kunnen deelnemen. Hier heb je plezier en beleving. Je kunt een-op-een gesprekken voeren in het gangpad van de beursvloer. Of je sluit aan bij het gesprek van een groepje mensen dat je ontmoet.”

GoMeet wordt technisch ondersteund door de Amerikaanse virtual reality specialist VirBELA. Dit bedrijf ontwikkelde een virtuele campus waar GoMeet op gestoeld is. Thierry Trampe ziet grote mogelijkheden voor het concept. “Ons volgende evenement is Onderwijs Met ICT, een beurs voor onderwijsorganisaties en ict-toeleveranciers op 2, 3 en 4 februari. Dit wordt ook via GoMeet gehouden.” 

De Digitale Scholenmarkt wordt gehouden op 21, 25 en 28 januari; op elke datum komt een ander deelgebied van de regio Rotterdam aan bod. Het evenement is zowel in de klas als thuis te bezoeken tussen 13:00 – 15:00 uur en 16:00 – 21:00 uur.

Boskalis versterkt marktpositie in subsea services door overname Rever Offshore

0
logo boskalis

Boskalis kondigt de overname aan van alle aandelen van Rever Offshore’s (‘Rever’) subsea services activiteiten. Rever, het voormalige Bibby Offshore, biedt een breed scala aan subsea oplossingen op het gebied van constructie, inspectie, reparatie en onderhoud.

Rever is van oudsher actief op de Noordzee vanuit Aberdeen (Verenigd Koninkrijk) en heeft een sterke staat van dienst. Door deze transactie verkrijgt Boskalis twee diving support vessels, waarvan één volledig eigendom is (Rever Polaris) en een tweede gecharterd is (Rever Topaz). De groep heeft onshore circa 130 medewerkers in dienst, naast ongeveer 220 offshore-medewerkers. De 2020 jaaromzet bedraagt circa EUR 90 miljoen, waarvan het grootste deel afkomstig is uit raamovereenkomsten. Op basis van de voorziene kosten-synergiën bedraagt de terugverdientijd naar verwachting minder dan drie jaar.

Met deze overname versterkt Boskalis zijn huidige positie in de markt voor subsea services in Noordwest-Europa, Afrika en het Midden-Oosten en zijn mogelijkheden om zowel klanten in de traditionele olie- en gasmarkt als de snelgroeiende markt voor offshore-windenergie te bedienen. Op de belangrijke subsea markt van de Noordzee is Boskalis nu een solide top-3 speler en ziet het voldoende mogelijkheden voor verdere operationele efficiencyverbeteringen en synergiën.

In 2020 grootste cao-loonstijging in twaalf jaar

0

De cao-lonen zijn in 2020 gestegen met 3,0 procent. De laatste keer dat de cao-lonen harder stegen was in 2008, toen de toename 3,3 procent bedroeg. Vanaf de eerste helft van 2017, toen de cao-loonstijging 1,3 procent was, is het percentage opgelopen tot 3,0 in het eerste en derde kwartaal van 2020. In het vierde kwartaal lag de cao-loonstijging iets lager, namelijk 2,9 procent. Dit meldt het CBS op grond van voorlopige cijfers.

Ondanks de coronacrisis is de cao-loonstijging in jaren niet zo hoog geweest als in 2020. Daarbij speelt vooral mee dat voor bijna drie kwart van de cao’s in maart van dit jaar (toen de eerste lockdown begon) al een akkoord was afgesloten over heel 2020.

Cao-lonen stijgen meer dan consumentenprijzen

Het jaarcijfer van de consumentenprijzen is nog niet bekend, maar in de eerste elf maanden van 2020 lagen deze gemiddeld 1,3 procent hoger dan in dezelfde periode een jaar eerder. De cao-lonen zijn volgens de voorlopige cijfers dus ongeveer 1,7 procentpunt meer gestegen dan de consumentenprijzen. Dat verschil is vergelijkbaar met dat van 2009 en aanzienlijk groter dan in de laatste drie jaar.

Het jaarcijfer van de consumentenprijzen wordt op 12 januari bekend.

Cao-sector overheid meest gestegen

Van alle drie de cao-sectoren zijn in 2020 de cao-lonen bij de overheid het meest gestegen (3,2 procent). Bij de gesubsidieerde instellingen stegen de lonen met 2,7 procent in dezelfde periode het minst. Het was de enige sector waar de stijging minder was dan in 2019. Bij de particuliere bedrijven was het verschil met vorig jaar het grootst.

Industrie aan top

De werknemers in de bedrijfstak industrie hadden in 2020 de grootste cao-loonstijging (3,8 procent). Dit komt voornamelijk door de loonsverhogingen in de twee metaalcao’s. De loonstijging was het laagst in de bedrijfstak landbouw, bosbouw en visserij (1,8 procent). Deze uitkomst is gebaseerd op slechts 44 procent van de afgesloten cao’s. Voor de cao’s open teelten en glastuinbouw is voor 2020 nog geen definitief cao-akkoord bereikt. In 2019 namen de lonen het minst toe in de bedrijfstak informatie en communicatie (1,4 procent).

Contractuele loonkosten 3,1 procent gestegen

De contractuele loonkosten, de cao-lonen plus werkgeverspremies, stegen met 3,1 procent in 2020. Hiermee ligt de ontwikkeling van de contractuele loonkosten net iets boven die van de cao-lonen. In 2020 werd de WAO/WIA-(basis)-premie verhoogd, maar de bijdrage werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (ZVW) daalde. De werkgeverspremie pensioen is per saldo licht gestegen.

Eerherstel voor ‘vergeten’ warmtebron: provincie ziet kansen voor zonthermie

0

Provincie Zuid-Holland

Zonthermie is een goede aanvulling op duurzame warmtebronnen in Zuid-Holland, blijkt uit onderzoek van de provincie.

Bij zonthermie wordt warmte uit de zon omgezet in warm water, waarmee huizen en woonwijken verwarmd kunnen worden. Arien van der Maas (Provincie Zuid-Holland) projectleider van het onderzoek: “In de huidige energieplannen is nog geen aandacht voor zonthermie. Dat is jammer, want we hebben veel duurzame warmte nodig om alle huizen en kassen in Zuid-Holland goed te kunnen verwarmen. Daarom doen we onderzoek naar alle soorten warmte die we daarvoor kunnen gebruiken. In onze provincie hebben we gelukkig veel lokale warmtebronnen zoals aardwarmte en restwarmte van de industrie. Zonthermie is daar een mooie aanvulling op als oplossing voor afgelegen gebieden die moeilijk aangesloten kunnen worden op warmte-hoofdleidingen of voor goed geïsoleerde nieuwbouwwoningen. Zonthermie is efficiënt,kan hoge temperatuur warmte leveren en zorgt voor een hogere CO2-besparing dan zonnepanelen.”

‘Vergeten’ warmtebron

In Nederland kennen we zonneboilers wel van bijvoorbeeld de camping, maar niet voor het verwarmen van woonwijken. Het is dus een bekende techniek die we hier in Nederland vaak vergeten omdat we aardgas hadden om onze huizen te verwarmen. Van der Maas: “In het buitenland wordt zonthermie wel grootschalig ingezet, in Denemarken bijvoorbeeld vind je velden met zonnecollectoren die naastgelegen woonwijken van warmte voorzien. Dat zou een oplossing kunnen zijn voor buiten stedelijke gebieden die moeilijk bereikbaar zijn voor warmte-hoofdleidingen. Ook zijn er veel gebouwen waar zonnecollectoren en een zonneboiler op het dak kunnen. Omdat zonnecollectoren zwaarder zijn dan zonnepanelen zijn niet alle daken daarvoor geschikt. Bij toepassing in Nederland denken we eerder aan grotere gebouwen waar veel warm water nodig is zoals zwembaden en verpleeghuizen. Omdat zomers veel meer warmte kan worden gewonnen dan ’s winters, heb je een opslagvoorziening nodig zoals bij de meeste duurzame bronnen. Bij zonthermie-velden kan dat opslag in de diepe ondergrond (aquifers) zijn of in ondergrondse of bovengrondse ‘vaten’. Bij individuele zonthermie systemen zijn dat boilers.”

Toekomstige ontwikkelingen

Een recente ontwikkeling is het gecombineerde PVT-paneel, waarmee elektriciteit (PV) en warmte (Thermie) kan worden opgewekt. Deze panelen worden steeds vaker gebruikt in goed geïsoleerde nieuwbouwwoningen, in combinatie met een warmtepomp. Wij verwachten meer innovaties die zonthermie nog beter toepasbaar zullen maken. Daarom zetten wij ons als provincie in voor het opstarten van projecten, meer aandacht voor zonthermie in energieplannen en onderzoeken we op welke manier we de toepassing van zonthermie kunnen ondersteunen.“