Home Blog Page 83

Belangrijke innovatiesubsidie voor ondernemers

5
Arnoud Proos

Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk hebben een subsidie gekregen van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De subsidie is voor het door gemeenten en ondernemers opgezette driejarige programma ‘Innovatie High Five’, bedoeld om vernieuwing in het bedrijfsleven te stimuleren.

De wethouders Economische Zaken Arnoud Proos (Barendrecht), Marco Goedknegt (Albrandswaard) en Henk van Os (Ridderkerk) zijn er blij mee. Negen projecten in Nederland kregen deze ‘MKB-deal’-subsidie van het ministerie. De provincie Zuid-Holland en de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag hebben de subsidieaanvraag beiden met een aanbevelingsbrief ondersteund.

Innovatie High Five

Het bedrijfsleven heeft de laatste jaren veel aandacht voor innovatie: het ontwikkelen van vernieuwende producten, diensten en processen. Ook ondernemers uit de drie gemeenten hebben steeds meer behoefte om te vernieuwen: nieuwe uitdagingen vragen om antwoorden. Het programma ‘Innovatie High Five’ verbindt ondernemersvragen aan bestaande en nieuwe lokale, regionale en landelijke initiatieven. Dat gebeurt vooral door kennis delen en slimmer samenwerken. Elkaar ontmoeten is daarbij erg belangrijk. Innovatie ontstaat namelijk vaak door ‘het organiseren van toeval’. Ondernemers komen elkaar tegen en de een blijkt net hét antwoord te hebben op de vraag van de ander.

Nu de subsidie binnen is, kunnen in de komende periode de plannen verder worden uitgewerkt.

Subsidie voor efficiënter en schoner vervoer naar bouwplaatsen in Rotterdam

4
Centraal station Rotterdam

Gemeente Rotterdam stelt, samen met het Rijk, € 1,3 miljoen beschikbaar om het vervoer van en naar bouwplaatsen binnen de ruit van Rotterdam efficiënter en schoner te maken. Met deze subsidie wil de gemeente een verandering in de sector stimuleren, die leidt tot structurele afname van het aantal bouw gerelateerde ritten en het gebruik van uitstootvrije (elektrische) voertuigen.

De regeling sluit aan bij de doelstellingen van Rotterdam als duurzame, bereikbare en energiezuinige stad, met schone lucht en een fijne leefomgeving voor alle Rotterdammers. Ook werkt Rotterdam aan vermindering van CO2-uitstoot en verbetering van de luchtkwaliteit. Tot 2022 wil het college 18.000 huizen in de stad bijbouwen. Efficiënte en schonere bouwlogistiek speelt daarom een belangrijke rol in het behalen van de doelstellingen van schonere lucht en een fijne leefomgeving.

De subsidie is bedoeld als een bijdrage aan de opstartkosten voor slimme en schone bouwlogistiek. Als aannemers minder ritten maken om Rotterdamse bouwplaatsen te bevoorraden en waar mogelijk met elektrische voertuigen, dragen zij bij aan CO2-reductie en verbetering van de luchtkwaliteit en de bereikbaarheid van de stad. Bouwers kunnen dit bijvoorbeeld doen door het gebruik van bouwhubs buiten of aan de rand van de stad, waar materialen worden verzameld die vervolgens met volle voertuigen naar de bouwplaats worden gebracht.

Aannemers komen in aanmerking voor de subsidie als zij minimaal 100 ritten voor het vervoeren van bouwmaterialen en materieel kunnen besparen. De subsidie is aan te vragen tot 1 juli 2021. De werkzaamheden moeten starten binnen zes maanden vanaf de datum van aanvraag.

De subsidie aanvragen kan via https://www.rotterdam.nl/loket/subsidie-bouwlogistiek/

Reputatie haven Rotterdam ijzersterk

35
Black Marlin rpa Port of Rotterdam
Foto: Ries van Wendel de Joode

De Rotterdamse haven staat nog altijd goed op de kaart, zeker bij omwonenden. Toch zorgen de maatschappelijke klimaatdiscussie en media-aandacht over drugssmokkel bij het Nederlandse publiek voor een lichte daling van de nog steeds hoge reputatiescore. Dat bleek uit een presentatie van het reputatieonderzoek van Richard van der Eijk, hoofd Communications & External Affairs van het Havenbedrijf Rotterdam, tijdens de Winterlezing bij havenwerkgeversorganisatie Deltalinqs.

In het reputatieonderzoek, uitgevoerd in opdracht van het Havenbedrijf, bleef de waardering voor de haven bij omwonenden min of meer gelijk: van 87,4 in 2017 naar nu 86,6 uit 100 punten. De daling voor de rest van Nederland is groter: van 85,7 naar 81,0. Een score boven de 80 is nog steeds uitzonderlijk hoog, maar er is dus geen reden om achterover te leunen. ‘Het is moeilijker aan de top te blijven dan er te komen’, luidt de titel van het onderzoeksrapport.

“Een goede reputatie is belangrijk voor de verdere ontwikkeling van het haven- en industriecomplex. Het zorgt voor begrip en draagvlak”, aldus Van der Eijk. “Om te kunnen verbeteren moet je weten hoe men naar ons kijkt. Daarom wordt dit onderzoek tweejaarlijks uitgevoerd, om de reputatie en het effect van de inspanningen te blijven monitoren.”

Havenreputatie

“We hebben de peiling uitgevoerd onder omwonenden, en onder het algemeen publiek in de rest van Nederland. Beide groepen zijn heel trots en zien de grote maatschappelijke en economische waarde van de haven. Goed is te zien dat de veiligheidsbeleving onder omwonenden is verbeterd. Ook de ‘leefomgeving’ van het havencomplex is verbeterd, al scoort deze nog wel iets lager, zeker bij het publiek in de rest van Nederland. De haven van Rotterdam scoort bij zijn omwonenden beter dan Schiphol, Antwerpen en Hamburg bij die van hen.” Ook is de regio positief over het Havenbedrijf.

Het Havenbedrijf is tevreden over de resultaten van het onderzoek.

Eerste Erasmus Podium: ‘rockstar’ econoom Thomas Piketty

35
Thomas Piketty
Thomas Piketty, gefotografeerd door Emmanuelle Marchadour (De Bezige Bij).

Woensdag 18 december is de Franse econoom Thomas Piketty te gast op de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij geeft een lezing over zijn net verschenen boek ‘Kapitalisme en Ideologie’ en vormt daarmee de start van ‘Erasmus Podium’. In deze serie wordt steeds door een topspreker inspiratie en wetenschappelijke verdieping geboden rondom een thema. Moderator is professor dr. Bas Jacobs.

Kaarten voor ‘Erasmus Podium’ met Piketty zijn, inclusief broodjeslunch en inleiding, in beperkte mate voor niet-studenten te koop voor 99 euro, exclusief btw via:https://www.eur.nl/emi/evenementen/erasmus-podium-met-thomas-piketty-2019-12-18.

Aanval op superrijken

‘Kapitalisme en Ideologie’ is de opvolger van het uiterst succesvolle ‘Kapitaal in de 21ste eeuw’, dat een diepgaande studie naar vermogensongelijkheid in de wereld betrof. In zijn nieuwste boek (1232 pagina’s), dat twee maanden geleden verscheen, gaat hij in op de manieren waarop het verschil tussen have’s en have-nots in de loop der tijden in verschillende delen van de wereld is verdedigd. “En die geschiedenis leert ons”, aldus Piketty “dat geen van die rechtvaardigingen en theorieën het heeft overleefd.” Na de val van de muur in 1989 werden markt en bezit heiligverklaard. Dertig jaar later is het wat, hem betreft, hoog tijd om het begrip privé-eigendom te herdefiniëren en opent hij de aanval op de superrijken.

De lezing van Thomas Piketty wordt gemodereerd door professor dr. Bas Jacobs, hoogleraar economie en overheidsfinanciën aan de Erasmus School of Economics. De lunch, inclusief inleiding start om 11.30 uur op de Woudestein-campus van de Erasmus Universiteit. De lezing van Piketty begint om 12.30 uur en duurt een uur, met aansluitend gelegenheid om vragen te stellen.

Snuffelpaal in Rotterdamse haven controleert zwaveluitstoot scheepvaart

32
Snuffelpaal

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) van het Ministerie van Infrastructuur, Leefomgeving en Transport heeft onlangs een zwavelsnuffelpaal geplaatst op de Splitsingsdam in de Maasmond van de Rotterdamse haven. Een applicatie met de real-time metingen toont de inspecteurs de uitstoot terwijl het schip de haven binnenvaart of de haven uitvaart. Het is één van de extra maatregelen die ILT heeft genomen om de uitstoot van zwaveldioxide door de scheepvaart te controleren.

De uitstoot van zwavel door de scheepvaart is sterk aan banden gelegd door strengere regelgeving van de International Maritime Organisation (IMO). Sinds 2015 geldt voor scheepvaart in beschermde gebieden zoals de Noordzee nog een maximum zwavelgehalte van 0,1%. Per 1 januari 2020 mag de brandstof van zeeschepen op de wereldzeeën nog maar 0,5% zwavel bedragen. Nu is dat maximum nog 3,5%. Hoogzwavelige brandstof is dan alleen nog toegestaan op schepen met scrubbers – een geïnstalleerd filtersysteem – aan boord.

Hoek van Holland

De ‘zwavelsnuffelpaal’ stond eerst in Hoek van Holland. Hij is nu verplaatst naar het ‘Lage Licht’ op de Splitsingsdam in het midden van de vaargeul, want daar is het bereik veel beter. De oude plek was te ver weg van de plek waar de grootste schepen binnenvaren.

Vliegtuigje

Sinds 2018 gebruikt ILT ook een Belgisch vliegtuigje om de zwaveluitstoot te controleren. De Belgische kustwacht controleert al enkele jaren de uitstoot van de scheepvaart met een vliegtuigje van het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen. Een sensor zuigt de lucht op van onder het vliegtuigje en meet zo de concentraties SO2 en CO2 die een schip uitstoot. ILT maakt daar ook gebruik van. Met dit vliegtuigje kan ILT nu ook schepen ver op zee controleren.

Bunkertanks

ILT heeft geconstateerd dat de afgelopen jaren ongeveer 95 procent van de schepen die in Rotterdam arriveren, voldoet aan de zwavelregelgeving. Naast alle gangbare onderzoeken in de Rotterdamse haven, bemonstert de ILT vanaf 2020 ook de zogenoemde bunkertanks van zeeschepen. Vanaf dan mag bij schepen zonder scrubbers geen brandstof met een gehalte boven de 0,5% zwavel in de tanks aanwezig zijn.

Verhuizing Peute Recycling impuls duurzaamheid regio

30
Papier shovel foto recycling

Het in Dordrecht gevestigde Peute Recycling verhuist naar het voormalige Nedstaal-terrein in Alblasserdam. Het betekent niet alleen een impuls voor de groei van het familiebedrijf, maar ook een hele stap voorwaarts voor de verduurzaming van de regio. Door de verhuizing kan er voortaan veel vervoer over water plaatsvinden, wat een forse vermindering betekent voor de meer dan 300 vrachtwagenbewegingen die nu dagelijks over de N3/A15 gaan.

Zowel de locatie aan de Veerplaat als die aan de Baanhoekweg in Dordrecht gaan in de tweede helft van 2021 over naar het 50.000 vierkante meter grote terrein in Alblasserdam. Hier wordt het in papier- en plasticrecycling gespecialiseerde bedrijf buurman van BCTN’s Containerterminal Alblasserdam. Peute is nu al een grote gebruiker van deze terminal, waar via de binnenvaart lading getransporteerd kan worden naar de deepsea-terminals op de Maasvlakte. Dit zal door de verhuizing alleen nog maar toenemen, onder andere doordat de gemeente Alblasserdam een directe weg aanlegt van het terrein naar de terminal. “De directe verbinding tussen Peute Recycling en het Container Transferium Alblasserdam, betekent een verdere versterking van het logistieke cluster”, aldus Emile Hoogsteden, directeur Containers, Breakbulk & Logistics van Havenbedrijf Rotterdam. “De groei van logistiek en containerafhandeling via binnenvaart neemt hierdoor toe.”

Nieuwe werkwijze

De bedrijfsverhuizing is tot stand gekomen in goed overleg tussen Peute, de gemeenten Dordrecht en Alblasserdam, de Regionale OntwikkelingsMaatschappij Drechtsteden (ROM-D) en het Havenbedrijf Rotterdam. Volgens wethouders Peter Verheij (Alblasserdam) en Maarten Burggraaf (Dordrecht) is dit het eerste concrete voorbeeld van de nieuwe werkwijze in de Drechtsteden. “Peute zit nu op een plek waar zij niet kunnen groeien”, licht Burggraaf toe. “Door de samenwerking met Alblasserdam kunnen banen behouden blijven in onze regio.” Op de plek in Dordrecht kan nu ruimte gemaakt worden voor water gerelateerde bedrijvigheid. Hier is veel vraag naar.

RAMLAB consortium ontvangt €10 miljoen voor doorontwikkeling 3D-metaalprinten

32
Ramlab 3d metaalprinten
foto: Jan de Groen

Fieldlab RAMLAB, onderdeel van Havenbedrijf Rotterdam, ontvangt samen met haar consortium €10 miljoen euro Europese financiering voor grootschalige doorontwikkeling en toepassing van 3D-metaalprinten met lastechnologie. Stimulering van deze zogenoemde WAAM (Wire Arc Additive Manufacturing)-technologie pakt RAMLAB samen met 20 Europese partners op. ‘We kunnen WAAM nu sneller op de markt brengen en toepasbaar maken voor het mkb’, aldus Vincent Wegener, Managing Director RAMLAB.

‘Met de financiering is het mogelijk om op industriële schaal metalen producten te printen waarvan de levensduur twee keer zo lang wordt. Daarbij kunnen we door de beheersing van de procescondities producten certificeren zonder verdere testen. Deze ontwikkelingen zijn revolutionair in de metaalverwerkende industrie’, zegt Wegener. Hij voorspelt dat 3D-printen ‘the next big thing’ voor Europese mkb’s in (groot)metaal wordt. ‘Voor het mkb komt de relatief dure 3D-printtechnologie binnen handbereik. Zo kunnen wij nu betaalbaar WAAM als service aan mkb’s aanbieden.’

300 extra banen

Producten gaan niet alleen twee keer zo lang mee door toepassing van de WAAM-technologie, maar zijn ook makkelijker te repareren. ‘Doordat we onderdelen lokaal produceren, besparen we bovendien op transportkosten met als bijkomend voordeel: CO2-reductie.’ Daarnaast noemt Wegener het voorbeeld van de 3D-geprinte scheepspropellers. ‘Dankzij het project kunnen we propellers gaan printen met meerdere materialen en nieuwe designs waarmee schepen minder brandstof verbruiken. Dat is goed voor de portemonnee en het klimaat.’ Wegener verwacht verder dat de doorontwikkeling op Europees niveau circa 300 banen oplevert. De WAAM-technologie zet RAMLAB in voor de aerospace-, automotive- en scheepvaartsector.

21 partners

In het project werken 21 partners uit verschillende Europese landen samen. Uit Nederland participeren naast RAMLAB de Zuid-Hollandse organisaties M2i (Stichting Materials Innovation Institute), TU Delft en Valk Welding. De komende 4 jaar staan in het teken van onderzoek en doorontwikkeling van de technologie. In het begin van het nieuwe jaar organiseert RAMLAB samen met de partners een kick-off op RDM Rotterdam.

Risico-inventarisatie als startpunt voor procesoptimalisatie

29
Building

Regelmatig roepen zorgorganisaties onze hulp in bij het uitvoeren van een risico-inventarisatie. Het doel van een dergelijke inventarisatie is zicht krijgen op alle risico’s in de zorgorganisatie, zodat de risico’s geaccepteerd, beheerst of geëlimineerd kunnen worden.

Achteraf bijstellen

Wat valt ons op bij zorgorganisaties die risico-inventarisaties zelf uitvoeren? Vaak zien we dat een deel van het proces in kaart wordt gebracht in plaats van het gehele proces. Met de kans dat bepaalde risico’s over het hoofd worden gezien of dat bepaalde risico’s wel worden beperkt, maar dat er daardoor nieuwe risico’s ontstaan op andere plekken in het totale proces. Ook is het een gemiste kans als er uitsluitend op de risico’s wordt gefocust bij een risico-inventarisatie. Dit is namelijk hét moment om het zorgproces, mits deze goed in beeld is gebracht, ook te optimaliseren.

Holistische aanpak

Een risico-inventarisatie geeft een goed beeld van de risico’s in een zorgorganisatie, maar het is dus  wel zaak om dit grondig te doen. Als wij een risico-inventarisatie uitvoeren, adviseren we altijd vooraf nadrukkelijk om het totale zorgproces in kaart te brengen. In overleg met de klant voegen wij dan bijvoorbeeld het medewerkersproces en ICT-processen toe aan de risico-inventarisatie, zodat de impact van risico’s altijd integraal wordt beoordeeld. In deze holistische aanpak focussen we op het identificeren van risico’s vanuit verschillende perspectieven. Gelijktijdig optimaliseren we ook de processen. Daarmee voorkom je dat er acties of aanpassingen bedacht worden, die later in het proces (nieuwe) problemen opleveren en bouw je samen aan een steeds beter zorgproces.

Betrokken medewerkers

Hoe ziet zo’n traject er dan precies uit? Centraal staat de integrale benadering. Om de risico’s en eventuele optimalisaties van de processen boven water te krijgen, geloven wij sterk in het mobiliseren van medewerkers uit alle betrokken afdelingen. Van de afdeling aanmelding tot de zorgprofessional die werkelijk de zorg levert aan de cliënt en tot de financiële afdeling. We vormen een kerngroep die het totale proces in kaart brengt en vervolgens kijkt welke risico’s er zijn. Deze risico’s plotten we op het zorgproces en vanuit hier worden met dezelfde groep medewerkers verbeteracties bedacht. Het voordeel van deze werkwijze? Met helder zicht op het totale zorgproces wordt snel duidelijk of een bepaalde aanpassing in het proces, bijvoorbeeld in het begin van het proces, gevolgen heeft op een andere plek later in het proces. Bijkomend voordeel is dat de groep mensen van het kernteam zich ook bewust wordt van de andere stappen in het proces en de onderlinge samenhang en afhankelijkheden. Bij het bedenken van verbeteracties let iedere medewerker op de impact van de actie voor zijn/haar deel van het proces. 

Kortom: met deze aanpak slaan we twee vliegen in één klap. Risico’s worden geëlimineerd of beheerst én het proces wordt geoptimaliseerd.

Toekomstbestendig?

Voor de borging van deze werkwijze is het van groot belang om deze cyclus regelmatig uit te voeren. Bijvoorbeeld jaarlijks, wanneer contracten met zorgverzekeraars wijzigen of wet- en regelgeving verandert. Zo wordt periodiek de werkwijze van risico-inventarisatie, risico’s plotten in het zorgproces en verbeteracties bedenken herhaald en wordt het daarmee onderdeel van de organisatie.

Baker Tilly begeleidt zorgorganisaties en schept overzicht in het totaal van risico’s samen met uw medewerkers. Wilt u ook de risico’s in uw organisatie integraal in kaart brengen? En tegelijkertijd uw processen optimaliseren? Neem dan gerust contact met ons op voor een vrijblijvende afspraak.

Dit artikel is partnernieuws en is geschreven door Arnold Vredenbregt van Baker Tilly

Minister-president Rutte bezoekt regio Drechtsteden

23
Mark Rutte voor Rijksoverheid.nl
Foto: Arenda Oomen

Minister-president Rutte bracht op woensdag 11 december een werkbezoek aan de regio Drechtsteden. Tijdens het programma stond de ontwikkeling van dit gebied centraal.

De regio Drechtsteden bestaat uit zeven gemeenten (Alblasserdam, Dordrecht, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht) waar in totaal ruim 290.000 mensen wonen en waar verschillende weg- en waterwegen samenkomen en de maritieme industrie een belangrijke sector is. Tijdens een rondrit en rondvaart door de regio sprak de minister-president onder andere met burgemeester van Dordrecht en voorzitter van de regio Drechtsteden, de heer Kolff, over de samenwerking tussen de gemeenten en de innovatiekracht en toekomst van het gebied. De minister-president kreeg ook een rondleiding door de Duurzaamheidsfabriek in Dordrecht, waar MBO-studenten praktijklessen volgen die aansluiten op hun opleiding en werk. Ten slotte opende hij een nieuw bedrijfspand van familiebedrijf Koedood Marine Group in Hendrik-Ido-Ambacht.

Milieuzone alleen voor vrachtverkeer

24
Milieuzone

De regels voor de milieuzone veranderen vanaf 1 januari. Alle personenauto’s en bestelwagens op benzine, diesel en LPG mogen de zone vanaf dat moment in. Voor vrachtauto’s blijft de milieuzone wel in stand.

In 2016 voerde de gemeente de milieuzone in, samen met een sloopregeling voor oude auto’s. Doel was om de uitstoot van roet met 40% te verminderen. En dat is gelukt. Om de luchtkwaliteit verder te verbeteren, wordt nu gekeken naar manieren om het verkeer beter te laten doorstromen.

Daarnaast blijft de gemeente het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer aanmoedigen als alternatief voor de auto. De komende jaren onderzoekt de gemeente welke maatregelen het grootste effect hebben op de luchtkwaliteit.

Vrachtwagens

Voor vrachtwagens blijft de milieuzone wel bestaan. Deze afspraak past in de wens voor ‘uitstootloos’ vrachtverkeer in 2025.

Meer informatie over de milieuzone vindt u hier.