Via de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) kan een leerling school en werk combineren. De leerling werkt vaak vier dagen in de week en gaat een dag naar school. Waar moet een werkgever die een BBL-leerling in de praktijk wil laten werken rekening mee houden? Wij hebben drie tips voor u en leggen uit hoe het zit met de ketenregeling en de transitievergoeding.
Tip 1.Stem looptijd overeenkomsten goed op elkaar af
Zowel met de onderwijsinstelling als met de leerling moet een overeenkomst worden gesloten. Afspraken met de onderwijsinstelling worden vastgelegd in een praktijkovereenkomst. Met de leerling wordt veelal een arbeidsovereenkomst gesloten. Het is van belang om beide overeenkomsten goed op elkaar te laten aansluiten, bijvoorbeeld wat betreft de looptijd.
Tip 2.Benoem dat het om een BBL-traject gaat
Neem duidelijk in de arbeidsovereenkomst op dat het een arbeidsovereenkomst betreft die in het kader van een BBL- traject wordt gesloten.
Tip 3.Wees duidelijk over de arbeidsovereenkomst
Neem ook een bepaling op wat er gebeurt met de arbeidsovereenkomst op het moment dat de praktijkovereenkomst eindigt. Onder voorwaarden kan, met een zogenaamde ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst, bereikt worden dat het einde van de praktijkovereenkomst ook automatisch het einde van de arbeidsovereenkomst betekent. De ontbindende voorwaarde moet nauwkeurig worden omschreven om geldig te zijn.
Ketenregeling
De ketenregeling, die bepaalt hoeveel tijdelijke arbeidsovereenkomsten een werkgever mag aangaan met een werknemer, is niet van toepassing op de BBL-arbeidsovereenkomst. Normaliter geldt dat maximaal 3 tijdelijke arbeidsovereenkomsten in twee jaar mogen worden aangegaan. Voor de arbeidsovereenkomsten die zijn aangegaan in verband met een beroepsbegeleidende leerweg als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs is een uitzondering gecreëerd.
Niet duidelijk is echter of dit ook betekent dat een werkgever met een nieuwe keten aan tijdelijke arbeidsovereenkomsten kan beginnen na afloop van de BBL-arbeidsovereenkomst. En hoe zit het met een arbeidsovereenkomst die vooraf is gegaan aan de BBL-arbeidsovereenkomst? Speelt die een rol in de keten? Ook dit is nog niet uitgekristalliseerd.
Transitievergoeding
De wet heeft geen uitzondering gecreëerd wat betreft het recht op een transitievergoeding voor een BBL-werknemer. Gaat de BBL-werknemer uit dienst en heeft het dienstverband minimaal 24 maanden geduurd, dan ontstaat er recht op de transitievergoeding.
U mag als werkgever wel zogenaamde ‘inzetbaarheidskosten’ op de transitievergoeding in mindering brengen. Het gaat daarbij om kosten van de opleiding, zoals bijvoorbeeld het door u als werkgever betaalde collegegeld. De kosten kunnen niet in mindering worden gebracht als de arbeidsovereenkomst direct aansluitend of binnen 6 maanden na afronding van de opleiding wordt voortgezet.
Meer informatie
Bent u van plan een BBL-werknemer in dienst te nemen en wilt u zeker weten dat de afspraken met deze werknemer goed worden vastgelegd? Of heeft u andere vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met Marjan Veuger- Hakze.