De Papendrechtse horecaondernemer Bjorn van Dijl is door Koninklijke Horeca Nederland uitgeroepen tot Meest Markante Horecaondernemer van Zuid-Holland-Zuid 2016-2017. Hiermee dingt hij mee naar de landelijke titel van Meest Markante Horecaondernemer van Nederland die tijdens de Horecava bekend gemaakt zal worden.

Van Dijl wordt door de jury geroemd om zijn gedrevenheid, enthousiasme en lef om met succes vernieuwende en innovatieve concepten in de markt te zetten. Hij weet zijn perfectionisme en ‘drive’ over te brengen op zijn medewerkers met passie als verbindende woord. De horecazaken van Van Dijl hebben allen een eigen karakter, maar er zijn ook overeenkomsten zoals goed opgeleid personeel, een goede kaart en dito service.

“Deze nominatie is een mooie waardering voor de wijze waarop ik onderneem. In de afgelopen jaren is het snel gegaan en heb ik meerdere horecazaken geopend met verschillende concepten. Nummer 9 komt eraan, eind dit jaar openen wij een nieuwe zaak in Alblasserdam. Mijn ondernemersgeest en passie heb ik van huis uit meegekregen en ik haal veel voldoening uit hetgeen dat ik doe!”, aldus Van Dijl.

Over Bjorn van Dijl

Van Dijl, geboren in Papendrecht en opgegroeid in een ondernemersgezin, is eigenaar van acht horecaondernemingen in regio Zuid-Holland(Zuid): Crazy Piano’s (Scheveningen), Grand Café Willaerts (Papendrecht), Strada del Vino (Dordrecht), Salt & Tasty (R’dam), Admiraliteit Bar & Kitchen (R’dam), Il Mercato (Papendrecht), Crimpert Salm (Dordrecht) en Bistro Twee 33 (Dordrecht). Eind 2016 opent Van Dijl zijn negende horeca-etablissement in Alblasserdam.

De integrale ontwikkeling van de Westelijke Dordtse Oever is één van de kernopgaven van de gemeente Dordrecht.
Duurzaamheid vormt een belangrijke pijler binnen het geheel.
Op welke manieren wordt daar vorm aan gegeven? En wat betekenen de plannen voor de stad en de regio Drechtsteden? Wethouder Jasper Mos, portefeuillehouder Westelijke Dordtse Oever, en Rik van der Linden, wethouder met onder meer Duurzaamheid en Milieu in zijn portefeuille, vertellen erover.

Eerst even de feiten op een rij: De Westelijke Dordtse Oever is het veelzijdige en uitgestrekte gebied tussen de Drechttunnel en de Moerdijkbrug. Met 700 hectare, 750 bedrijven en 14000 arbeidsplaatsen is het het grootste bedrijventerrein en de banenmotor voor Dordrecht en de regio Drechtsteden. Met de eigen zeehaven Dordrecht Inland Seaport, die sinds 2013 geëxploiteerd en ontwikkeld wordt door het Havenbedrijf Rotterdam en heel duurzaam is opgeknapt, en met goede aansluiting op het spoor, waterwegen en de weg zit het met de bereikbaarheid wel goed. En het wordt nog beter, want het knooppunt A16/N3 wordt verbeterd door Rijkswaterstaat met de aanleg van nieuwe op- en afritten waardoor het verkeer beter van en naar de bedrijventerreinen kan rijden. Mos: “Ook dat gebeurt op een duurzame manier. In plaats van de realisatie van een nieuwe fly-over is namelijk gekozen om het verkeer over een al bestaand viaduct naar de A16 te leiden. En we hergebruiken bouwmaterialen bij het aanleggen van de wegen. Ook is gekozen voor energiezuinige openbare verlichting.”

Voor Dordtse Kil IV is een aanvraag gedaan voor een BREAAM-certificering, het internationale keurmerk voor duurzame gebiedsontwikkeling. Slechts vijf gebieden in Nederland hebben dit certificaat al ontvangen en alles wijst erop dat de zesde wordt toegekend aan Dordtse Kil IV, dat per saldo energieleverend wordt. Is duurzaamheid eenvoudiger toe te passen op het nog te ontwikkelen Dordtse Kil IV dan op de bestaande bedrijventerreinen? Van der Linden: “In zekere zin wel, want alles is nog aan de voorkant te kiezen. Wij zetten met name in op energiebesparing en duurzame energieproductie. Zo gaan er vier windmolens draaien langs de rand van het gebied en wordt er aan de zuidzijde een zonneweide met zonnepanelen aangelegd. Om ondernemers op de gehele Westelijke Dordtse Oever te enthousiasmeren zelf ook energiebesparende maatregelen te nemen, biedt de gemeente gesubsidieerde energiescans aan. Uit de eerste resultaten blijkt dat bedrijven vaak met relatief eenvoudige maatregelen fors kunnen besparen op hun energieverbruik. Denk dan bijvoorbeeld aan het plaatsen van zonnepanelen, met subsidie vanuit het Rijk. Zulke ontwikkelingen willen we in gang zetten. Ook omdat het de doelstelling van de gemeente Dordrecht is om in 2050 energieneutraal te zijn.” Een ambitieus streven, maar hoe realistisch is het? “Ik geloof dat het haalbaar is, want op verschillende fronten is Dordrecht voorloper. Neem ondergrondse infrastructuur: op Dordtse Kil IV zal straks geen gas, maar alleen elektriciteit worden aangelegd. Dat is natuurlijk veel duurzamer. We gaan nog een flinke ontwikkeling doormaken. Over 34 jaar leven we in 2050. Dat klinkt nog abstract, maar er is op het gebied van duurzaamheid dan vast veel meer mogelijk dan we nu denken. Ter vergelijking: ga je juist 34 jaar terug in de tijd, dan kom je uit in 1982. Om even te schetsen hoe snel duurzame ontwikkelingen kunnen gaan: pas rond 1980 begonnen we in Nederland met afvalscheiding. Ik weet nog dat mijn moeder ineens aan kwam zetten met een ijzeren bak met ronde gaten. Dat was een beperkte manier van afvalscheiding. Vandaag de dag wordt het toegepast voor de meest uiteenlopende producten: van luiers tot aan batterijen. Als er eenmaal iets in gang is gezet, zie je hoe groot het kan worden.”

Is de vooruitstrevende duurzaamheidsaanpak typerend voor Dordrecht of voor het hele Drechtstedengebied? Mos: “Dat is een gewetensvraag. Ik denk dat Dordrecht voorloper is, maar dat mag je ook verwachten van de grootste gemeente binnen de regio. Duurzaamheid smoel geven met maximaal resultaat: daar zetten wij echt vol op in. Daarbij wil ik benadrukken dat duurzaamheid geen wedstrijd is. Juist ook samen ontstaan mooie initiatieven. Voor Dordrecht geldt: Dordtse Kil IV is het laatste stukje Dordrecht dat we voor ondernemers nieuw gaan ontwikkelen. Alle duurzaamheidskansen willen we daarbij benutten.” Van der Linden: “De integrale ontwikkeling van de Westelijke Dordtse Oever zal een positieve uitwerking op de regio hebben. Je vergroot het bewustzijn bij anderen en veel mensen uit de Drechtsteden zijn werkzaam in Dordrecht. Die hebben er direct mee te maken en doen hopelijk mee.” Welke duurzame stappen zijn er concreet genomen omtrent de Westelijke Dordtse Oever in 2018, aan het einde van deze collegeperiode? “De uitrol van het terrein duurt tientallen jaren, maar we maken nu keuzes met het oog op een duurzame toekomst. Op dat gebied is al veel in gang gezet en dat houden we ook de komende jaren in ons hoofd bij het doorhakken van knopen. Dordrecht wil maatgevend zijn voor de rest van Nederland.” Mos: “Bij de uitgiftestrategie is verkopen aan iedereen die de vraagprijs biedt niet automatisch de manier van zakendoen. We wegen zorgvuldig af of een bedrijf binnen het maritieme, logistieke en duurzame profiel van de Westelijke Dordtse Oever past. Andersom zullen partijen ons ook geschikt moeten vinden. Grond kopen kan overal, maar beleving is niet op elk bedrijventerrein hetzelfde. Wij zetten concreet in op duurzaamheid, laten relatief veel groen intact en zijn voornemens goed parkmanagement neer te zetten. Dat zijn belangrijke ingrediënten om prettig te kunnen ondernemen.”

Onze winkels hangen weer vol met de nieuwe najaarscollectie, een vernieuwende collectie die beter te combineren is dan ooit. En dat is goed nieuws voor diegene die het elke dag weer lastig vindt om goed gekleed voor het juiste draagmoment de deur uit te gaan.

Geregeld hebben wij dames en heren in onze winkel die willen weten hoe ze het beste combinaties kunnen maken. Want door verschillende stijlen te combineren, zie je er geen dag hetzelfde uit. Uiteraard geven onze personal shoppers graag persoonlijk advies en denken ze mee, zodat je altijd in staat bent om indruk te maken op de juiste momenten. Zij gaan samen met jou op zoek naar nieuwe en vernieuwende items en laten indien gewenst zien welke combinaties er mogelijk zijn met de kleding die je al in de kast hebt hangen. En er kan meestal meer dan je denkt!

Combineren is durven, maar daarbij is het wel belangrijk om gebruik te maken van basiskledingstukken. En dat is nu net waar het dit najaar volop om draait in de winkels: back to basic en simplicity, met hier en daar een speels detail. De nieuwe businesspakken voor heren zijn stijlvoller en geraffineerder dan voorheen en ook zien we het pak voor vrouwen weer overal.

Mijn tip is om minimaal één opvallend item te dragen dat je outfit speciaal maakt. Dat kan een opvallend detail zijn in een kledingstuk of een afwijkende kleur of accessoire met funfactor. Pakken, colberts en blazers zijn prima te stylen met blouses en overhemden met (gewaagde) prints.

Veel kledingstukken zijn tevens zowel zakelijk als casual te dragen, waardoor je elke keer weer een nieuwe look creëert. Neem bijvoorbeeld het gilet. Daarnaast kun je een pantalon voor een jeans wisselen en een hemd voor een sweater. Zo ben je klaar voor ieder draagmoment.

De pensioengerechtigde leeftijd is opgeschoven naar 67 jaar. En wie weet wat de toekomst op dit gebied nog gaat brengen? Eén ding is zeker: we moeten allemaal langer doorwerken! Als we dit op een gezonde en productieve wijze willen doen, is een goed functionerende arbeidsmarkt essentieel. Arbeidsmobiliteit, maar ook de bereidheid en de mogelijkheden om te veranderen van baan en/of van werkgever dragen hieraan bij.

Een goed functionerende arbeidsmarkt is daarom van groot maatschappelijk belang. Het draait dan om aanpassingsvermogen, persoonlijke ontwikkeling en ondernemerschap van één ieder: mensen die werkloos zijn, die gewoon een andere baan zoeken of die – vooralsnog – bij u werkzaam zijn. Wat is de ‘houdbaarheid’ van uw medewerkers? In hoeverre zijn zij voldoende toegerust om in de (verre) toekomst succesvol te zijn en te blijven in een arbeidsmarkt die continu in beweging is? Werkgevers nemen de verantwoordelijkheid om werknemers duurzaam op te leiden, te begeleiden en mogelijk te helpen aan een tweede of derde carrière binnen of buiten de eigen organisatie.

In de regio’s Rijnmond, Drechtsteden en Gorinchem liggen de komende jaren volop kansen voor werknemers om aan de slag te gaan in een andere functie of bij een ander bedrijf. Denk daarbij aan de metaal, de industrie, de techniek en de maritieme sector. Maar ook in andere sectoren volgen ontwikkelingen elkaar snel op. Zo trekt in de bouwsector de arbeidsmarkt weer aan. En wat dacht u van nieuwe beroepen zoals dronepiloot of monteur zorg-robotica?

Arbeidsmobiliteit kost geld. Het is belangrijk dat medewerkers en bedrijven investeren in opleidingen en trainingen, want stilstand is achteruitgang. In het huidige ondernemersklimaat lijken bedrijven – ondanks de bijdragen van opleidings- en ontwikkelingsfondsen – huiverig om in arbeidsmobiliteit te investeren. Dat is ook niet zo vreemd, u wordt immers gevraagd nu te investeren in de ontwikkeling van uw medewerkers terwijl de opbrengsten hiervan pas veel later zichtbaar zijn. Om die reden heeft ook de overheid gemeend haar financiële steentje te moeten bijdragen.

In april 2013 heeft het kabinet met sociale partners afspraken gemaakt de mobiliteit op de arbeidsmarkt verder te stimuleren middels zogenoemde sectorplannen. DMperspectief, een business unit van Deltametaal, is uitvoerder van het Sectorplan Perspectief. Wij initiëren en begeleiden duurzame arbeidsmarktprojecten in kansrijke beroepen in de regio Zuid-Holland. Daarnaast bouwen wij aan een digitale infrastructuur waarbij overheid, onderwijs en bedrijfsleven elkaar rondom alle ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kunnen vinden. Concreet betekent dit dat wij de arbeidsmarktpositie helpen te verbeteren van mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt, werkloos zijn of hun baan dreigen te verliezen. We brengen vraag en aanbod samen en ondersteunen werkgevers bij het zo optimaal mogelijk invullen van hun vacatures. Daarbij kunnen wij scholing en op maat gesneden opleidingstrajecten inzetten.

Onder het motto ‘Samen ben je sterker dan alleen’ willen wij als DMperspectief de schakel zijn die organisaties verbindt om een goedwerkende arbeidsmarkt te realiseren.

Heeft u er wel eens van gehoord? Het begrip ‘slashbanen’? In andere terminologie ook wel ‘combinatiebaan’, ‘stapelbaan’ of ‘stapeljob’ genoemd. Ik moet eerlijk bekennen dat ik mij er de afgelopen weken pas meer in heb verdiept. Een ‘slashbaan’ is een baan die je combineert met minimaal 1 andere baan. Bij voorbeeld een parttime financieel medewerker welke zijn of haar baan combineert met een baan als freelance taartenbakker. Je bent dan een financieel medewerker / taartenbakker. Vroeger leek dit vooral veelvoorkomend bij de ‘beroemdheden’. Je bent rapper en modeontwerper of acteert, maar schrijft ook een kookboek. Inmiddels is dat al lang niet meer het geval. Steeds meer mensen, inmiddels 1 op de 10, heeft al zo’n combinatiebaan. Vaak vanwege uiteenlopende redenen. Sommigen hebben het nodig om zichzelf financieel te kunnen onderhouden, maar steeds vaker kiest men bewust voor het hebben van twee of meer werkgevers. De meest gehoorde motieven hiervoor zijn:

• Opdoen van meer werkervaring en dus zelfontwikkeling;
• Meer afwisseling in de werkzaamheden (bijvoorbeeld fysiek werk en werk op kantoor met elkaar kunnen combineren);
• Meer zekerheid van inkomen waardoor er geen man over boord is indien één van de banen verdwijnt;
• Vrijheid om (door de zekerheid van inkomen) als zelfstandige te kunnen ontplooien (vaak zelfs van hobby werk maken).

Ook groeit de status van iemand wanneer deze persoon werk heeft. Dit lijkt de laatste jaren steeds belangrijker te worden dan de jaren daarvoor. Dit zal bewust of soms onbewust een rol spelen dat mensen bereid zijn om meerdere banen tegelijkertijd aan te nemen.

Kent u mensen binnen uw organisatie welke een slashbaan hebben? Ja? Dat kan wel eens heel prettig zijn voor u. Het schijnt namelijk zo te zijn dat mensen met minimaal één combinatiebaan over het algemeen steengoed zijn in multitasking, op hoger niveau communiceren, ambitieus zijn en zichzelf steeds willen blijven ontwikkelen. Daardoor blijft men langer geboeid en ontstaat er continuïteit. Wat men in de ene baan mist, vindt men namelijk vaak in de andere baan.

Om mij heen hoor ik vaak dat er in de toekomst minder volledige functieprofielen zullen bestaan vanwege bijvoorbeeld automatisering. Dat betekent dat we meer taak- of opdrachtgericht gaan werken. Ik verwacht dus dat de opmars van de slashbaan nog wel even door zal gaan.

Maatschappelijk verantwoord zaken doen en duurzaam met de wereld om ons heen om gaan. Dat doet toch iedereen? Want maatschappelijk onverantwoord ondernemen en eindigheid, daar wil je liever niet mee in verband worden gebracht. Over duurzaamheid en MVO wordt veel gezegd en geschreven. Daarnaast zijn er goede initiatieven vanuit bedrijven en uit de maatschappij die veelal betrekking hebben op het milieu, hulp aan culturele instanties of andere goede doelen.

MVO op de werkvloer

Ook op de werkvloer ontstaat de laatste jaren de roep om maatschappelijke verantwoordelijkheid en duurzaamheid. Zo zijn de ontwikkelingen op het gebied van ICT en techniek geweldig, omdat ze ons nieuwe inzichten en mogelijkheden bieden. De keerzijde is echter dat het aantal gezondheidsklachten aan armen, nek, schouders en ogen toeneemt. Dit door langdurig zittend werken achter een beeldscherm. Hierdoor wordt de gewenste gezondheid van het menselijk lichaam tegenover de zorgkosten bij (langdurige) ongezondheid steeds meer een maatschappelijke uitdaging. Ook omdat er langer doorgewerkt moet worden en men ‘later pas oud mag worden’.

Zorg voor mensen

Deze maatschappelijke uitdaging vraagt om betrokkenheid van werkgevers en leidinggevenden. Aan hen de taak om niet alleen te zorgen voor hun klanten, financiën en materieel, maar ook voor de gezondheid van de mensen die onderdeel zijn van het bedrijf.
Gelukkig zijn er volop mogelijkheden om actiever op kantoor te werken. Door meer te bewegen kunnen klachten namelijk voorkomen worden. Dit noemen we DoK: Duurzaam op kantoor.

Meer informatie of zelf proberen?

Jan Mudde