De integrale ontwikkeling van de Westelijke Dordtse Oever is één van de kernopgaven van de gemeente Dordrecht.
Duurzaamheid vormt een belangrijke pijler binnen het geheel.
Op welke manieren wordt daar vorm aan gegeven? En wat betekenen de plannen voor de stad en de regio Drechtsteden? Wethouder Jasper Mos, portefeuillehouder Westelijke Dordtse Oever, en Rik van der Linden, wethouder met onder meer Duurzaamheid en Milieu in zijn portefeuille, vertellen erover.
Eerst even de feiten op een rij: De Westelijke Dordtse Oever is het veelzijdige en uitgestrekte gebied tussen de Drechttunnel en de Moerdijkbrug. Met 700 hectare, 750 bedrijven en 14000 arbeidsplaatsen is het het grootste bedrijventerrein en de banenmotor voor Dordrecht en de regio Drechtsteden. Met de eigen zeehaven Dordrecht Inland Seaport, die sinds 2013 geëxploiteerd en ontwikkeld wordt door het Havenbedrijf Rotterdam en heel duurzaam is opgeknapt, en met goede aansluiting op het spoor, waterwegen en de weg zit het met de bereikbaarheid wel goed. En het wordt nog beter, want het knooppunt A16/N3 wordt verbeterd door Rijkswaterstaat met de aanleg van nieuwe op- en afritten waardoor het verkeer beter van en naar de bedrijventerreinen kan rijden. Mos: “Ook dat gebeurt op een duurzame manier. In plaats van de realisatie van een nieuwe fly-over is namelijk gekozen om het verkeer over een al bestaand viaduct naar de A16 te leiden. En we hergebruiken bouwmaterialen bij het aanleggen van de wegen. Ook is gekozen voor energiezuinige openbare verlichting.”
Voor Dordtse Kil IV is een aanvraag gedaan voor een BREAAM-certificering, het internationale keurmerk voor duurzame gebiedsontwikkeling. Slechts vijf gebieden in Nederland hebben dit certificaat al ontvangen en alles wijst erop dat de zesde wordt toegekend aan Dordtse Kil IV, dat per saldo energieleverend wordt. Is duurzaamheid eenvoudiger toe te passen op het nog te ontwikkelen Dordtse Kil IV dan op de bestaande bedrijventerreinen? Van der Linden: “In zekere zin wel, want alles is nog aan de voorkant te kiezen. Wij zetten met name in op energiebesparing en duurzame energieproductie. Zo gaan er vier windmolens draaien langs de rand van het gebied en wordt er aan de zuidzijde een zonneweide met zonnepanelen aangelegd. Om ondernemers op de gehele Westelijke Dordtse Oever te enthousiasmeren zelf ook energiebesparende maatregelen te nemen, biedt de gemeente gesubsidieerde energiescans aan. Uit de eerste resultaten blijkt dat bedrijven vaak met relatief eenvoudige maatregelen fors kunnen besparen op hun energieverbruik. Denk dan bijvoorbeeld aan het plaatsen van zonnepanelen, met subsidie vanuit het Rijk. Zulke ontwikkelingen willen we in gang zetten. Ook omdat het de doelstelling van de gemeente Dordrecht is om in 2050 energieneutraal te zijn.” Een ambitieus streven, maar hoe realistisch is het? “Ik geloof dat het haalbaar is, want op verschillende fronten is Dordrecht voorloper. Neem ondergrondse infrastructuur: op Dordtse Kil IV zal straks geen gas, maar alleen elektriciteit worden aangelegd. Dat is natuurlijk veel duurzamer. We gaan nog een flinke ontwikkeling doormaken. Over 34 jaar leven we in 2050. Dat klinkt nog abstract, maar er is op het gebied van duurzaamheid dan vast veel meer mogelijk dan we nu denken. Ter vergelijking: ga je juist 34 jaar terug in de tijd, dan kom je uit in 1982. Om even te schetsen hoe snel duurzame ontwikkelingen kunnen gaan: pas rond 1980 begonnen we in Nederland met afvalscheiding. Ik weet nog dat mijn moeder ineens aan kwam zetten met een ijzeren bak met ronde gaten. Dat was een beperkte manier van afvalscheiding. Vandaag de dag wordt het toegepast voor de meest uiteenlopende producten: van luiers tot aan batterijen. Als er eenmaal iets in gang is gezet, zie je hoe groot het kan worden.”
Is de vooruitstrevende duurzaamheidsaanpak typerend voor Dordrecht of voor het hele Drechtstedengebied? Mos: “Dat is een gewetensvraag. Ik denk dat Dordrecht voorloper is, maar dat mag je ook verwachten van de grootste gemeente binnen de regio. Duurzaamheid smoel geven met maximaal resultaat: daar zetten wij echt vol op in. Daarbij wil ik benadrukken dat duurzaamheid geen wedstrijd is. Juist ook samen ontstaan mooie initiatieven. Voor Dordrecht geldt: Dordtse Kil IV is het laatste stukje Dordrecht dat we voor ondernemers nieuw gaan ontwikkelen. Alle duurzaamheidskansen willen we daarbij benutten.” Van der Linden: “De integrale ontwikkeling van de Westelijke Dordtse Oever zal een positieve uitwerking op de regio hebben. Je vergroot het bewustzijn bij anderen en veel mensen uit de Drechtsteden zijn werkzaam in Dordrecht. Die hebben er direct mee te maken en doen hopelijk mee.” Welke duurzame stappen zijn er concreet genomen omtrent de Westelijke Dordtse Oever in 2018, aan het einde van deze collegeperiode? “De uitrol van het terrein duurt tientallen jaren, maar we maken nu keuzes met het oog op een duurzame toekomst. Op dat gebied is al veel in gang gezet en dat houden we ook de komende jaren in ons hoofd bij het doorhakken van knopen. Dordrecht wil maatgevend zijn voor de rest van Nederland.” Mos: “Bij de uitgiftestrategie is verkopen aan iedereen die de vraagprijs biedt niet automatisch de manier van zakendoen. We wegen zorgvuldig af of een bedrijf binnen het maritieme, logistieke en duurzame profiel van de Westelijke Dordtse Oever past. Andersom zullen partijen ons ook geschikt moeten vinden. Grond kopen kan overal, maar beleving is niet op elk bedrijventerrein hetzelfde. Wij zetten concreet in op duurzaamheid, laten relatief veel groen intact en zijn voornemens goed parkmanagement neer te zetten. Dat zijn belangrijke ingrediënten om prettig te kunnen ondernemen.”