Home Blog Page 197

West-Brabant tweede logistieke hotspot van Nederland

0

De regio West-Brabant eindigde dit jaar op de tweede plaats bij de Logistieke Hotspotverkiezing van Logistiek Magazine. De regio Venlo-Venray bleef West-Brabant net voor. De regio Tilburg-Waalwijk eindigde op de derde plaats. De verschillen in de traditionele top drie waren dit jaar uitzonderlijk klein.

Criteria hotspots
De hotspot-ranglijst is dit jaar weer bepaald aan de hand van een panel van 35 experts (afkomstig uit de logistiek vastgoed ontwikkeling, makelaardij, logistieke consultancy, logistieke dienstverlening en verladende partijen) die de verschillende logistieke hotspots aan de hand van zes criteria hebben beoordeeld. De deskundigen vergeleken 28 logistieke hotspots van Nederland op basis van de criteria: beschikbaarheid grond en panden, infrastructuur, bereikbaarheid, medewerking overheden, beschikbaarheid personeel en opleidingen en inzetbaarheid en motivatie medewerkers. Per criterium konden de panelleden dit jaar voor het eerst via een online-enquête een top-10 opgeven van best presterende logistieke hotspots.

Nek-aan-nek race
Winnaar Venlo-Venray scoorde uiteindelijke de meeste stemmen. Opmerkelijk is dat de Noord-Limburgse regio alleen de meeste stemmen veroverde op het criterium bereikbaarheid. Bij de criteria beschikbaarheid bouwgrond en geschikte panden en aanwezigheid van goede infrastructuur kreeg de top-3 exact evenveel stemmen van het panel. De verschillen zijn dan ook minimaal. Met vier stemmen meer eindigde West-Brabant uiteindelijk (wederom) op de tweede positie, voor Tilburg-Waalwijk.

Bekendmaking tijdens Summit
Voor het eerst dit jaar vond de bekendmaking van de Logistieke Hotspot van het jaar niet plaats in de regio van de winnaar, maar tijdens de eerste Strategische Summit Logistieke Hotspots. De summit, eveneens een initiatief van Logistiek Magazine, werd gehouden in het voormalige distributiecentrum van V&D in Nieuwegein. Centraal thema van de bijeenkomst was locatiekeuze. De dilemma’s daaromtrent passeerden de revue tijdens rondetafeldiscussies.

‘Innovaties zijn essentieel voor de levensvatbaarheid van de maritieme sector’

0

Innovatie en de maritieme sector zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Weet de buitenwereld dit voldoende? Vinden partijen elkaar vaak voor slimme samenwerkingen en kennisuitwisseling? Is innovatie onmisbaar om Nederland aan de top te houden op maritiem gebied? Moeten er meer icoonprojecten komen?

Over deze en andere vraagstukken spraken Ron Vaz Dias, directeur iTanks, Ralph Dazert, marktanalist bij Netherlands Maritime Technology, Edward Gilding, business developer bij InnovationQuarter, Astrid Kee, lid van het College van Bestuur STC Group, Marco Kirsenstein, business development manager bij FME, Martin Bloem, directeur van DEAL! en Jasper Noldus, research & development manager bij Van Dam tijdens een rondetafelgesprek bij hotel Port of Moerdijk. ‘Wat is een innovatie eigenlijk?’, zo luidde de openingsvraag.

Kee: “Innovatie is een nieuwe, andere en betere manier van werken. Ik zie het vrij breed en niet alleen als iets technisch.”

Vaz Dias: “Ik definieer het begrip als het combineren van bestaande en nieuwe technieken wanneer nodig. Innoveren om het innoveren spreekt mij niet zo aan. Het moet vraaggestuurd zijn, zodat een innovatie meteen implementeerbaar is. Dan is het probleemoplossend, efficiënt en op termijn kostenbesparend. Natuurlijk zijn de Daan Roosegaardes van deze wereld ook belangrijk, maar zij denken probleemgestuurd en in vergezichten. iTanks denkt juist pragmatisch en wil innovaties snel toepasbaar maken.”

Dazert: “Innovatie kent veel stadia, van fundamenteel onderzoek tot aan marktintroductie. De meeste ondernemers in de regio zijn vooral bezig met productontwikkeling en marktintroductie, maar veel bedrijven, en niet alleen de grotere, doen ook aan fundamenteel en toegepast onderzoek. Samenwerking met kennisinstellingen is daarbij erg belangrijk.”

Noldus: “Bij Van Dam hebben wij te maken met klanten die om hele specifieke producten en toepassingen vragen. Zo ontstaan automatisch nieuwe innovaties. Elke dag leren wij weer iets nieuws.”

Bloem: “Bij het begrip innovatie wordt in mijn ogen te vaak aan productinnovatie gedacht en te weinig aan procesinnovatie. Er zijn vele Willy Wortels met prachtige, vooruitstrevende ideeën. Daar verdien je meestal echter geen geld mee. Terwijl dat wel het geval is bij procesinnovatie. Door meer aandacht te schenken aan optimalisering van de keten zal de Nederlandse economie meer kunnen floreren. Nu zijn er nog te veel faalkosten. Verban je die, dan werk je op een goede manier aan je concurrentievermogen ten opzichte van andere landen. Ook dat is innovatie.”

Gaan veel innovaties verloren door onvoldoende samenwerking met andere bedrijven vanwege het wantrouwen dat deze dan door andere partijen worden gekopieerd?

Kirsenstein: “Ik heb het idee dat door crosssectorale ontmoetingen, zoals bijvoorbeeld Dare2Cross, die angst minder wordt. Onbekend maakt onbemind. Door partijen met elkaar in contact te laten komen, valt dat onbekende weg en kun je bouwen aan vertrouwen. Natuurlijk kost dat wel tijd.”

Gilding: “Ontwikkelingen volgen elkaar steeds sneller op. Door dat hoge tempo komen partijen er vaker voor uit dat zij het niet meer alleen kunnen. De gedachte dat gezamenlijke verkenning eerder nuttig dan eng is, zie je veel meer.”

Treden bedrijven wanneer zij alleen of met elkaar innoveren voldoende naar buiten om te laten zien wat er is gerealiseerd? Of is men daar over het algemeen te bescheiden over?

Kee: “Veel bedrijven realiseren zich niet hoe bijzonder ze zijn voor de buitenwereld. Dus ja, dan ga je ook niet van de daken schreeuwen hoe vernieuwend je wel niet bezig bent. Bovendien heeft de Nederlandse overheid nooit een goed industriebeleid gevoerd. Groot de boer op gaan gebeurt ook daarom te weinig.”

Bloem: “Het zit in de aard van de maritieme en offshore sector om bescheiden te zijn. Ze doen gewoon hun werk en daarmee klaar. Dat DNA verander je niet zomaar. Zonde, want daarmee doe je jezelf wel degelijk tekort. Door een initiatief als de Innovatie Award Drechtsteden wordt getracht de innovatie binnen de branche meer voor het voetlicht te brengen. Want er gebeurt echt heel veel moois.”

Kee: “Veel Nederlandse bedrijven zijn wereldmarktleider. Vaak weet bijna niemand dat. Totdat de regering de maakindustrie niet hoger op de agenda zet, mis je kansen.”

Gilding: “Je moet het met elkaar doen. Om een voorbeeld te noemen: het MKB-Katalysatorfonds stimuleert en ondersteunt de concretisering van innovatieve ideeën voor de (maritieme) maakindustrie in de Drechtsteden. De regionale overheid werkt hierin samen met het bedrijfsleven. Zo is een vijftal ondernemers gevraagd te helpen bij de beoordeling van aanmeldingen. Op die manier sparren: dat werkt.”

Kirsenstein: “Toch kan en moet de overheid concreet veel meer doen voor de maakindustrie. Het verzandt nu allemaal te vaak in een stapel papieren vol mooie beloftes. Daarna blijft het stil. Niet alleen deze branche en regio hebben daarmee te maken. Het ontbreekt aan pragmatische doelen bij de overheid in het algemeen.”

Bloem: “Daarop aanhakend zijn subsidies vanuit de overheid natuurlijk met name een manier om soms iets te versnellen. Dat kan prettig zijn, maar het verandert niet de wereld.”

Gilding: “Als het een partij sec om de subsidie gaat, begint het al verkeerd. Dat moet nooit de insteek zijn.”

Bloem: “Eens. Ik zie veel liever dat er wordt geïnvesteerd in proeftuinen. Dat kost geld op korte termijn, maar de kans is groot dat het zich op de lange termijn terugbetaald. In zo’n constructie creëer je immers veelal launching costumers. Een goede eerste afnemer, die vanaf het begin betrokkenheid heeft, is voor bedrijven goud waard.”

Gilding: “Als regio mogen we soms best groter denken. Er zijn genoeg thema’s die ambitieuzer aangepakt kunnen worden met het oog op de toekomst.”

Kee: “Die ontwikkeling komt langzaam op gang. STC leidt in ieder geval studenten niet op voor morgen, maar voor de toekomst. Dan heb ik het over minimaal 5 jaar vanaf nu. Voor bedrijven en instanties voelt het vaak tegennatuurlijk om over de horizon van nu heen te kijken. Korte klappen zijn eenvoudiger, maar daarmee ga je voorbij aan de kansen voor later die je nu moet grijpen. Anders zijn het tegen die tijd gemiste kansen. Hoe ziet de operator van de toekomst eruit? Hoe ziet het schip van de toekomst eruit? Daar moet je nu over nadenken. Dat gebeurt ook wel enigszins, maar men is vervolgens snel geneigd om bijvoorbeeld een werf te bouwen zoals nu, maar dan met een robot erin. Dat is te simpel.”

Dazert: “Om dat te ondervangen is ook optimale samenwerking nodig. Uit de Maritime Delta Monitor 2015 blijkt dat het bedrijfsleven vaak de juiste contactpersonen binnen het onderwijs en de lokale en regionale overheid niet weet te vinden. Dit belemmert met name het MKB op het gebied van kennisuitwisseling.”

Vormen robotisering en verdere automatisering in de branche een bedreiging of juist een kans?

Dazert: “Robots worden door sommige partijen in de sector gezien als een bedreiging en door andere partijen juist als een mogelijkheid tot verdere groei. Het is heel verschillend hoe daar tegenaan wordt gekeken. Robots kunnen bijvoorbeeld ook leiden tot langere inzetbaarheid van ouder personeel, omdat het werk minder zwaar wordt.”
Kee: “Ik merk dat veel mensen het toch eng vinden. Ze zijn bang dat het voor grotere werkloosheid zorgt en gaan met de hakken in het zand staan.”

Bloem: “Dat schiet niet op, want robotisering en automatisering kun je niet verslaan. Ga er niet tegen in, maar accepteer het.”

Vaz Dias: “Wij kunnen grote veranderingen vaak niet behappen. Zo zit de mens gewoon in elkaar. Ook als het om dit onderwerp gaat.”

Kirsenstein: “En dat terwijl mechanisatie en robotisering niets nieuws zijn. In het verleden heeft het ook nooit tot toename van de werkloosheid geleid. Die vrees lijkt mij daarom ook nu ongegrond.”

Tot slot borrelde de vraag op of er meer icoonprojecten nodig zijn? Zorgt dat voor een sterkere profilering binnen de regio?

Vaz Dias: “Er zijn wel wat hippe icoonprojecten, zoals Dutch Wind Wheel in Rotterdam. Maar zoiets als de A4 tussen Rotterdam en Den Haag is dat ook. Er is sterke marketing voor nodig om zo’n wegverbreding als ‘gelukt’ over te laten komen op het publiek. Die zijn anders geneigd het als verspilling en mislukking te zien.”

Dazert: “Binnen de maritieme industrie zijn er ook voldoende voorbeelden van icoonprojecten. Veelal zijn die echter alleen bekend binnen de sector en niet bij het grote publiek.”

Kee: “Dat klopt. Nederland is bijvoorbeeld heel groot in jachtbouw. Dat weten relatief weinig mensen.”

Vaz Dias: “Maar het moet ook in je belevingswereld zitten om het interessant te vinden. Heb je geen enkel idee wat zo’n jachtbouwer nu precies allemaal doet en hoe het er op een werf aan toe gaat, dan spreekt het waarschijnlijk niet echt aan.”

Kirsenstein: “Ik denk dat icoonprojecten zeker kunnen bijdragen, maar dan moeten alle partijen; bedrijfsleven, onderwijs en overheid het wel van de daken durven schreeuwen. Nu is dit nog een obstakel. Men is bescheiden en dus laat de communicatie en marketing van icoonprojecten veel te wensen over.”

Kee: “Dat gebrek aan bekendheid of waardering is misschien jammer, maar niet onoverkomelijk. Het is veel belangrijker dat de innovaties wel gewoon plaats blijven vinden. De maritieme sector leeft door innovaties. Het is essentieel voor de levensvatbaarheid van de branche. Je moet verbeteren, verbeteren, verbeteren: anders ben je zo van het toneel verdwenen.”

Rijkswaterstaat pakt kruising HollandschDiep met Dordtsche Kil aan

0

Rijkswaterstaat neemt maatregelen ter verbetering van de veiligheid op de vaarwegkruising Hollandsch Diep en Dordtsche Kil. In overleg met gemeenten Moerdijk, Cromstrijen en Strijen, de veiligheidsregio’s Zuid-Holland, Zuid en Midden- en West-Brabant, het Havenschap Moerdijk en het Loodswezen is een uitvoeringsagenda samengesteld voor 2016-2020.

Uitvoering van de voorgestelde maatregelen zorgt voor meer veiligheid op splitsingspunt en vermindert het risico op aanvaringen. Rijkswaterstaat verwacht op deze wijze het veiligheidsniveau op het splitsingspunt net zo goed te kunnen borgen als met walradardekking. Desondanks blijft in overleg met de betrokken partijen de reservering voor realisatie van walradardekking vooralsnog gehandhaafd.

De belangrijkste maatregelen zijn
• Verbeteren marifoondekking. Hiermee kan vanuit de Verkeerscentrale Dordrecht worden gecommuniceerd met schepen op de vaarwegkruising.
• Dynamische apps voor recreatievaart. Met apps kan Rijkswaterstaat het verkeersbeeld voor de recreatievaart verbeteren. De voorbereidingen voor de productie van dynamische apps zijn in volle gang.
• Hoogwaardige informatie wordt gekoppeld aan de elektronische kaart. Zo krijgt de schipper meer inzicht in hoe hij kan varen. Onderzoek naar instellen maximum snelheid. Met het instellen van een maximum snelheid wordt de kans op gevaarlijke situaties verkleind. Ook de effecten van incidenten zullen doorgaans kleiner zijn.
• Onderzoek naar verplicht stellen gebruik nevengeulen en stimuleren veilig varen recreatievaart. Hiermee wordt de recreatievaart gescheiden van de beroepsvaart.
• Verstrekking trajectgerichte info Volkeraksluizen – Dordrecht
• Intensiveren toezicht en handhaving
• Monitoren veiligheid

Daarnaast is per 1 januari 2016 het gebruik van het automatisch identificatiesysteem (AIS) verplicht gesteld voor alle schepen langer dan 20 m. Met AIS zenden schepen een bericht uit waarin hun positie, koers en snelheid en identificatie zit. Door deze verplichtstelling is implementatie van maatregelen als ‘trajectgerichte informatie’ realiseerbaar. Dit houdt in dat de scheepvaart proactief wordt geïnformeerd over de situatie op het traject Volkeraksluizen – Dordrecht. Zo kunnen schippers eerder anticiperen op gevaarlijke situaties en ongewenste ontmoetingen voorkomen

Ontdek haven- en industrieterrein Moerdijk op 22 oktober

0

Ruim 400 bedrijven vinden hun thuishaven op het haven- en industrieterrein Moerdijk. Van chemie tot recycling en van logistiek tot dienstverlenende bedrijven. Maar wat doen al die bedrijven precies? Om het antwoord op die vraag te vinden, organiseert het Havenschap Moerdijk samen met diverse bedrijven op zaterdag 22 oktober 2016 een Open Dag.

Diverse bedrijven openen hun deuren om te laten zien wat zij doen. Voor eigen medewerkers en hun gezin, voor omwonenden, en voor iedereen die geïnteresseerd is in het reilen en zeilen op het haven- en industrieterrein. Het wordt een dag met voor ieder wat wils. De ultieme gelegenheid om in de herfstvakantie met je partner, je gezin of met vrienden op ontdekkingstocht te gaan op het haven- en industrieterrein. Meer informatie vindt u binnenkort op www.portofmoerdijk.nl.

Klaar voor de toekomst

0

Groot, strak en uiterst efficiënt ingericht. Een omschrijving die uitstekend past bij het nieuwe onderkomen van Albeka Kantoor- & Bedrijfsinrichting. Eind april verhuisde het bedrijf vanuit Alblasserdam naar Hendrik Ido Ambacht en beschikt nu over circa tienduizend vierkante meter vloeroppervlakte. Ruim twee keer zoveel als voorheen. Een eventuele groei, vooruitlopend op de economische prognoses, kan straks uitstekend worden gerealiseerd.

De verkoop van gebruikte kantoormeubelen geldt als core business voor Albeka. Voor slechts een kwart van de nieuwprijs levert de inrichter A-merken die ze eigenhandig nieuw leven inblaast. Het eigen inkoopbedrijf ‘Officetrader’ richt zich geheel op het leeghalen van complete panden. Het resultaat is een constante, wekelijkse, instroom van goederen die door een deskundig team wordt klaargemaakt voor de verkoop.

Oud en nieuw
Een rondleiding leert dat het bedrijf zijn klanten optimaal kan bedienen. “We hanteren grote voorraden en kunnen dus snel leveren”, vertelt directeur Nelis van der Hoek terwijl hij in een van de enorme loodsen naar een metershoge stelling wijst waar duizenden(!) stoelen staan opgestapeld. Verderop zien we bureaus, ladenblokken, bureaupoten en (nieuwe) bureaubladen. Nelis vervolgt: “We doen ook aan restyling. Een nieuw blad op een gebruikt onderstel werkt prima. Bovendien kunnen we op die manier ook naleveren aan de klant.” Die kan overigens ook voor een compleet nieuwe kantoorinrichting terecht bij Albeka. “Primair richten wij ons op gebruikt kantoormeubilair, maar er is zeker vraag naar nieuw en ook die markt willen we graag bedienen.” Illustrerend: “Als een klant nu binnenstapt en tien nieuwe werkplekken zoekt, dan kunnen wij die meestal uit voorraad leveren.”

Webshop als basis
Het bedrijf staat of valt met een up-to-date webshop. “Die geldt inderdaad als basis” , vertelt Nelis verder in zijn kantoor. “Ons hele bedrijfssysteem is erop ingericht. Het grootste deel van de verkoop vindt dan ook digitaal plaats. Daarom doen wij er alles aan om ervoor te zorgen dat de webshop altijd up-to-date is.” Dat begint met goede bedrijfsprocessen. Zaak is dat mutaties goed worden bijgehouden. Een intensief proces? “Dat is het zeker, maar het zorgt ook voor een efficiëntie die de klant ten goede komt. Die heeft de garantie dat hij alles wat op de site staat, direct kan bestellen en snel in huis heeft.“ In de toekomst verwacht Nelis dat de communicatie en de verkoop voor het grootste deel digitaal zullen verlopen.

Showroom
Overigens beschikt Albeka nog steeds over een showroom -als het verlengde van de webshop-, tegenwoordig zelfs een van de grotere van de regio (1500 m2). Ondernemers die voor Albeka kiezen kunnen rekenen op gratis levering. Daarnaast hanteert het bedrijf het niet-goed-geld-terug principe. “Je kunt de discussie aangaan, maar wij zullen altijd voor de klant kiezen. Dit kost ons op de korte termijn geld, maar levert op de lange termijn geld op.” En terecht, een tevreden klant is immers goud waard.

Recycling is hip
De start van het bedrijf, in 2004 opgezet door Nelis en zijn vader, viel samen met een dalende economie en de vraag naar goede gebruikte kantoorinrichting steeg. Dit leidde ertoe dat Albeka een constante groei doormaakte. Inmiddels staan er ruim vijftig mensen op de loonlijst. Ook het begrip duurzaamheid speelt tegenwoordig een grotere rol. Dat was vroeger anders, herinnert Nelis zich lachend. Ooit werd hij geprezen omdat hij zo goed bezig was, want gebruikt, dus duurzaam. Dit voelde echter niet zo. “Als jonge twintiger was commercieel zaken doen het uitgangspunt. Gebruikt stond synoniem voor de kringloopwinkel. Dat is nu wel anders, recycling is hip geworden. Er is een ware mentaliteitsverandering gekomen. Wij hebben de mazzel dat wij gebruikte spullen verkopen. Dit valt nu mooi samen. Inmiddels sta ik er zelf anders in en durf ik het ook te koppelen aan ons bedrijf.”

Bestaand pand
Het besluit om een bestaand pand (voormalig Bruynzeelpand) in plaats van nieuwbouw te betrekken is hier een duidelijk voorbeeld van. Nelis geeft toe dat het best een lastige keuze was. “Nieuw is toch altijd leuk”, zegt hij met pretogen. “Kiezen voor dit pand houdt ook duurzaamheid in en dat past uiteindelijk beter bij ons DNA.” Ook persoonlijk brengt Nelis het in de praktijk. Zijn bureaustoel is een gebruikt item, net als die van de rest van het team overigens. “Ons hele kantoor bestaat uit een mix van gebruikte en nieuwe meubelen.”

Succesverhaal
De ontstaansgeschiedenis van Albeka leest als een succesverhaal dat nog steeds gaande is. Een succes waarvoor Nelis de credits graag bij zijn team en de klanten legt. “Als mens en bedrijf heb je anderen nodig en ben je afhankelijk van elkaar,” legt hij uit. De toekomst voorspellen vindt hij lastig. “Feit is dat we deze stap hebben gezet op basis van de huidige bedrijfsgegevens. Als we de komende jaren dubbel zo hard zouden groeien, dan kunnen we dat absoluut aan. Niets staat ons in de weg. In die zin zijn wij klaar voor de toekomst.”

Havenschap investeert in vitaliteit en leefbaarheid van de omgeving

0

Wat hebben een trimbaan en een museumzolder van doen met een haven- en industrieterrein? Op het eerste gezicht niet veel. Maar dat ligt toch anders, betoogt Ferdinand van den Oever, directeur van het Havenschap Moerdijk.

“Port of Moerdijk is van belang voor de samenleving. Voor werkgelegenheid. En voor de vitaliteit en leefbaarheid van de regio. Tegelijkertijd leggen de havenactiviteiten een druk op de omgeving. Het Havenschap wil de balans bewaren tussen ‘people, planet en profit’. Groei van de haven en havengerelateerde activiteiten gaat daarom altijd hand in hand met investeringen in leefbaarheid en natuur. Alleen zo kan de haven verantwoord groeien. Daarom ondersteunt het Havenschap maatschappelijke initiatieven die een bijdrage leveren aan de vitaliteit en leefbaarheid van de omgeving met de Vitaliteitsregeling.”

Een duurzame ontwikkeling van haven en industrieterrein, dat is de ambitie van Havenschap Moerdijk. Die kan alleen plaatsvinden als de drie P’s (people, planet, profit) in balans zijn. Bevorderen van de veerkracht en kwaliteit van de natuur en het bevorderen van de lichamelijke en geestelijke welzijn van de inwoners zijn derhalve belangrijk. Zo belangrijk dat het is vastgelegd in de Havenstrategie 2030. En om de daad bij het woord te voegen heeft het Havenschap speciaal voor dit doel een Vitaliteitsregeling in het leven geroepen.

Economische vitaliteit
Jaarlijks gaat een procent van het nettoresultaat van het Havenschap naar de vitaliteitsregeling. Ferdinand van den Oever. “Een substantieel bedrag. Maar we doen dit omdat de economische vitaliteit van de haven van Moerdijk gebaat is bij maatregelen en investeringen die de toekomstige aantrekkelijkheid en vitaliteit van de omgeving waarborgen. Met deze regeling steunen wij initiatieven die daaraan een bijdrage leveren. Je moet dan denken aan projecten op het gebied van educatie, cultuur, natuur of sociale cohesie. En het gaat om initiatieven die eenmalig zijn, en voor iedereen toegankelijk.” De Vitaliteitsregeling is een extra regeling naast de reguliere sponsoring. Het Havenschap sponsort al jaren diverse initiatieven in de regio.

Criteria
Particulieren en organisaties kunnen een beroep doen op de regeling. Hiervoor geldt wel een aantal criteria. Er moet sprake zijn van een initiatief dat gericht is op het versterken van het maatschappelijke of culturele leven in de lokale en regionale gemeenschap. Er mag geen sprake zijn van een commerciële doelstelling en moet het een om een afgebakend project gaan. De bijdrage uit de regeling is ‘mede-ondersteunend’. Dit betekent dat een project niet uitsluitend mag afhangen van de bijdrage vanuit de Vitaliteitsregeling. De volledige lijst met criteria is te vinden op de website van het Havenschap.

Trimbaan
De eerste aanvraag voor een financiële bijdrage kwam van de stichting Sportief Willemstad, die een trimbaan wilde aanleggen. Dit is zo’n initiatief dat het Havenschap graag steunt. Het is bedacht door inwoners van Willemstad zelf, en het draagt bij aan de doelstellingen zoals die in de regeling zijn vastgelegd. Veel inwoners van Willemstad trimmen. Meestal bestaat dit trimmen uit een rondje hardlopen binnen en buiten de vesting. Sommige wisselen het lopen af met wat rek- en strekoefeningen. Uit de aanvraag van de stichting kwam naar voren dat veel sporters graag wat meer afwisseling in de training hebben, zodat ook andere spiergroepen aan bod komen. Trimtoestellen zijn volgens de stichting uitermate geschikt om het lichaam leniger en sterker te maken.

Geslaagd voorbeeld
Van den Oever: “Dit project is een geslaagd voorbeeld, want het voldoet aan alle criteria die de regeling stelt. Het versterkt de lokale gemeenschap, levert een bijdrage aan de gezondheid, er zijn andere financiers en het is duidelijk een afgebakend project. We zijn dan ook blij dat de stichting onder meer met onze bijdrage de toestellen heeft weten neer te zetten.” Een project van een heel andere orde is het inrichten van de zolderverdieping van het Nationaal Vlasserij- Suikermuseum in Klundert. Van den Oever: “Vanwege het groeiende aantal bezoekers en ook een collectie die nog steeds in omvang toeneemt, had het museum behoefte aan meer ruimte. Die extra ruimte werd gevonden in het realiseren van een zoldervloer. Die was er eigenlijk al wel, maar stond te boek als ‘levensgevaarlijk’.”

Flinke investering
De nieuw aan te leggen zoldervloer vergde een flinke investering die door een handvol financiers, inclusief het museum zelf, werd opgehoest. Het Havenschap stelde een bedrag beschikbaar uit de Vitaliteitsregeling. Van den Oever: “Ook dit project levert een mooie bijdrage aan de leefbaarheid in de regio. De mogelijkheden voor het museum zijn met de zolderverdieping flink toegenomen en dat is een vooruitgang voor de medewerkers en voor de bezoekers.” Van den Oever: “Ik ben er trots op dat het Havenschap deze twee initiatieven mede mogelijk heeft gemaakt. Het is een bewuste keuze van het Havenschap om een deel van onze opbrengsten te investeren in onze omgeving. Ik hoop dat het nog veel moois oplevert voor de regio.”

Groot netwerkevent voor ondernemers en bestuurders op Haven- en Industrieterrein Moerdijk

0

Woensdag 14 september organiseren we met dit magazine, in samenwerking met Havenschap Moerdijk, de BIM, VHC Kreko en BZW Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging, een groot netwerkevent voor ondernemers en bestuurders op Haven- en Industrieterrein Moerdijk.

Dit voorjaar ontstond het idee op de redactie, en al snel bleek er intern veel animo om een dergelijk event op deze locatie te organiseren. De gedachte erachter is om ondernemers en bestuurders die hier gevestigd zijn (beter) met elkaar kennis te laten maken en om de onderlinge band te verstevigen. Vervolgens hebben we ons idee voorgelegd aan het Havenschap Moerdijk en bij onze relatie VHC Kreko. Ook zij waren meteen enthousiast. Hierna hebben we contact gezocht met de BIM en BZW en ook zij wilden graag aansluiten. In eerste instantie ging onze gedachte uit naar een event voor de zomervakantie, maar dat bleek organisatorisch onhaalbaar. Uiteindelijk bleek 14 september een mooie en geschikte datum voor het event.

Port of Moerdijk is de vierde zeehaven van Nederland en ligt ver landinwaarts, op een afstand van minder dan vier uur varen van de Noordzee. De open verbinding met zee en de maximale keuzevrijheid voor spoor, weg, buisleidingen en binnenwater brengen alle eindbestemmingen binnen handbereik. Moerdijk is daarmee een belangrijke brug naar Europa. Dit zie je ook terug aan de bedrijven die zich inmiddels hier hebben gevestigd.

Wat we constateren is dat niet alle ondernemers die hier zijn gevestigd elkaar kennen, terwijl de wil er zeker is om de andere bedrijven te leren kennen en de contacten met bestaande relaties en organisaties aan te halen. Vandaar het initiatief voor 14 september, vanaf 16.00 uur gaan we van start.

Bij het ter perse gaan van dit nummer is de locatie helaas nog niet bekend, maar zodra dit het geval is ontvangt elke onderneming hiervan bericht.
VHC Kreko zorgt in elk geval voor foodtrucks, lekkere hapjes en drankjes. Kortom een mooi moment om de zomer af te sluiten en met collega ondernemers vooruit te kijken naar een succesvol najaar.

Op voorhand kunt u zich met uw managementteam aanmelden voor het event bij am@hjmediagroep.nl
Graag tot ziens op 14 september!

Gezamenlijke aanpak Moerdijk en Rotterdam voor toekomst industrie

0

De raffinage-, chemie- en energieclusters in Moerdijk en Rotterdam gaan samenwerken om de toekomst van de industrie te kunnen waarborgen. Onder leiding van oud Shell-topman Rein Willems is een actieplan geschreven om de bestaande industriële activiteiten te optimaliseren en het industriecluster verder te vernieuwen. Vanwege de complexiteit en de urgentie is het voorstel een clustercommissaris te benoemen die deze aanpak coördineert en aanjaagt.

Minister Kamp van Economische Zaken verwelkomt het actieplan: “Het industriecluster in Rotterdam en Moerdijk is van groot belang voor de Nederlandse economie. Het is goed dat dit cluster zich met het actieplan op de toekomst richt. Door efficiënter gebruik te maken van grondstoffen en energie, door CO2 en warmte te leveren aan de regio en door in te zetten op technische innovaties behoudt de chemische industrie haar internationale concurrentiepositie en blijft er bedrijvigheid in de regio.” Allard Castelein, president-directeur Havenbedrijf Rotterdam: “Het industriecluster in Rotterdam en Moerdijk is goed voor 54.000 banen en een toegevoegde waarde van 10,5 miljard euro, maar staat internationaal onder grote druk. We gaan daarom graag met dit actieplan aan de slag, samen met de bedrijven, het Ministerie van Economische Zaken en Moerdijk.”

Het actieplan, geschreven in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en het Havenbedrijf Rotterdam, geeft aan hoe het industriecluster zijn goede positie kan gebruiken om uitdagingen het hoofd te bieden zoals de lage prijs van grondstoffen en energie elders in de wereld en het structureel teruglopen van de vraag naar olieproducten in Europa. Dit moet gebeuren binnen de context van een transitie naar een CO2-arme economie. Uitgangspunt is dat het industriecluster van Rotterdam en Moerdijk in 2030 nog steeds toonaangevend moet zijn in Europa. Het actieplan richt zich daarom op twee sporen: versterking van de concurrentiekracht van bestaande bedrijven en een vernieuwingsslag gericht op het gebruik van biomassa, recycling, hernieuwbare elektriciteit en technologische innovaties.

Het Ministerie van Economische Zaken, het Havenbedrijf Rotterdam en het Havenschap Moerdijk zullen betrokken blijven bij de uitwerking van het actieplan ‘Samen werken aan een cluster in transitie’. De plannen zijn grotendeels al in ontwikkeling, maar niet eerder is de urgentie onder bedrijven en stakeholders zo breed gevoeld.

Experience Center maaktVMB Automation nog completer

0

VMB Automation was al een allround bedrijf, maar met de komst van het Experience Center is de organisatie nog veelzijdiger geworden. Naast de vertrouwde bedrijfsactiviteiten, het ontwerpen, ontwikkelen en realiseren van hardware en software van complete besturingen, kunnen klanten met specifieke vraagstukken over onder meer machinebouw, procestechniek en ICT nu ook bij VMB Automation terecht.

“Ik geloof in innovatie en samenwerking”, zegt directeur Arie Verhoeven stellig. “Met ons Experience Center kunnen wij klanten nog beter van dienst zijn. De gedachte om zo’n expertisecentrum in te richten, ontstond na signaleringen vanuit de vraagkant. Wij waren prima in staat om onze klanten binnen ons vakgebied te helpen, maar de behoefte aan totaaloplossingen groeide. Een stukje mechanica of ICT-gerelateerde vraagstukken kunnen daarom nu in het Experience Center worden behandeld.” In de speciale ruimte in het pand in Hendrik-Ido-Ambacht hebben relaties, klanten en leveranciers de mogelijkheid voor uitwisseling en doorontwikkeling van kennis en ideeën. Dit gebeurt eventueel in samenwerking met vooraanstaande kennisinstellingen. De werkwijze is even simpel als doeltreffend: VMB Automation analyseert het vraagstuk en moduleert alle ingrediënten die naar een optimale oplossing leiden tot één overzichtelijk geheel. De inbreng en deeloplossingen van alle betrokken partijen wordt daarbij helder in kaart gebracht, zodat er geen misverstand kan ontstaan over aanpak en competentie. In het Experience Center is altijd één van de specialisten van VMB Automation aanwezig voor het geven van advies en het beantwoorden van vragen.

Meer samenwerken voor innovatieve oplossingen

Steeds opnieuw het wiel uitvinden: dat vindt Verhoeven zonde van de tijd. Liever bundelt hij de krachten, met VMB Automation als sterke regisseur. “Er moet veel meer worden samengewerkt om tot innovatieve oplossingen te komen. Op dat gebied valt er nog een hoop te winnen. Veel organisaties houden de luiken dicht, in plaats van transparant te opereren en elkaar op te zoeken. Dat komt met name voort uit de oude economie. Toen was er nog alle tijd om te broeden op ideeën. Tegenwoordig volgen ontwikkelingen zich echter veel sneller op. In dat tempo moet je mee om een vooraanstaande speler te blijven. Dat lukt niet in je eentje, maar vereist slimme samenwerkingsverbanden.” In de wereld van nu is het Experience Center volgens Verhoeven dus een must. Het doel is om professionals en geïnteresseerden kennis te laten maken met bedrijfsautomatisering en inzicht te bieden in de mogelijkheden hiervan. “Dat gebeurt op basis van volledig vertrouwen en op een open en eerlijke manier. Innovatieve totaaloplossingen op maat ontwikkelen voor de automatisering van productie- en bedrijfsprocessen: die slagingskans is vanwege onze aanpak en visie ongekend groot.”

Uitvoeringsgerichte organisatie

VMB Automation gaat sowieso met de tijd mee. Verhoeven startte zo’n 15 jaar geleden met Verhoeven Machine Besturing. “Het bedenken en bouwen van complete besturingsoplossingen: daar begon het mee. Door de jaren heen kwamen er steeds wat activiteiten bij. Toen wij vorig jaar een ICT-bedrijf overnamen, kwam het idee voor een rebranding. Want vier namen, vier identiteiten, vier visitekaartjes: dat kwam de eenheid en duidelijkheid naar buiten toe niet ten goede. Daarom is ervoor gekozen om alles onder één paraplu te hangen en de naam te veranderen in VMB Automation. Het is een internationale naam en hij dekt de lading.” Verhoeven treedt er met trots mee naar buiten. “VMB Automation onderscheidt zich door middel van kennis en een praktische instelling. Wij zijn heel erg uitvoeringsgericht. Zowel op het gebied van hard- en sofware als in samenwerkingen en uitbestedingen. Daarnaast is de organisatie no-nonsense ingericht en staan wij bekend om onze flexibiliteit. Wanneer een klant ons inschakelt, kan het gebeuren dat de planning daar vanwege omstandigheden uitloopt. Onze leverdatum blijft echter gewoon staan. Om dan een project binnen de tijd naar tevredenheid af te ronden: dat vergt soepelheid en vakmanschap. Binnen onze platte organisatie is snel schakelen altijd mogelijk en daar is de klant bij gebaat,” besluit Verhoeven. VMB Automation zoekt het met de toevoeging van het Experience Center nog meer in partnerschap. Klanten uit de sectoren maritiem, on- en offshore, olie en gas, agro en food en watermanagement kunnen daar 100% van op aan.

Distri Rail lanceert nieuwe spoorverbinding Duisburg-Moerdijk

0

Spooroperator Distri Rail start vanaf 11 april 2016 een nieuwe spoorverbinding tussen Duisburg en Moerdijk. Beide havens spelen een cruciale rol in de Europese multimodale logistiek. De nieuwe dienst is een uitbreiding van de huidige 12 verbindingen per week tussen Rotterdam en Duisburg. Johan Booij, Managing Director van Distri Rail vertelt: “We starten de dienst met drie vertrekken per week en we verwachten de frequentie in de loop van het jaar op te voeren.”

De dienst verbindt Combined Cargo Terminals (CCT) Duisburg Intermodal Terminal met elkaar. De terminal in Duisburg heeft uitstekende verbindingen met het achterland, met spoorverbindingen naar heel Europa, Rusland en China.

Distri Rail initieerde de nieuwe verbinding, maar werd hierbij ondersteund door Port of Moerdijk, Port of Duisburg, CCT Moerdijk en shortseaoperator A2B-online. De dienstregeling sluit aan op het vaarschema van A2B, die 14 vertrekken en aankomsten per week aanbiedt op London Thamesport, Immingham, Teesport en Blyth.