De Klerk Werkendam is jaarlijks goed voor vijftig miljoen omzet aan projecten in de waterbouw, bouw en staalconstructie. “Maar groter worden, onderdeel worden van een concern?” Algemeen directeur, Ron de Groot, moet er niet aan denken. Op vrijdagmiddag tijdens de ‘Benen Op Tafel’-sessies wordt de koers van het bedrijf bepaald. “Of en hoe wij een project aanpakken, bepalen we zelf.”

“De Klerk bestaat uit drie bv’s: Waterbouw, Bouwbedrijf en Staalconstructie. Alle expertises onder één dak, dat is onze kracht. Daardoor kunnen we snel schakelen. En omdat we goede eigen ontwerpers hebben, kunnen we scherp offreren. Zo’n tachtig procent van onze omzet komt uit waterbouwprojecten. We doen veel opdrachten voor Rijkswaterstaat, maar ook bijvoorbeeld voor Havenbedrijf Rotterdam en Zeeland Seaports. Daarnaast gaan we samenwerkingen aan met andere bedrijven. Zo werken we nu met Ballast Nedam aan de verbetering van het Amsterdam-Rijnkanaal. Over een lengte van zestig kilometer moeten er delen van de stalen damwand worden vervangen en de bodem moet worden gebaggerd. Dat zijn mooie projecten.

Om interessant te blijven voor opdrachtgevers moet je luisteren naar de markt. Zo werd vroeger elke offerte voor een aanbesteding volgens vaste eenheidsprijzen berekend. Je hoefde er eigenlijk alleen maar een hoeveelheid achter te zetten, het totaal was de aanneemsom. Nu bieden we producten op maat aan, maar daar moet je organisatie wel op ingericht zijn. Je moet goede engineers hebben, je calculators moeten anders gaan denken en je moet een heel team met gemotiveerde mensen om je heen hebben. Tien jaar geleden deed ik met mijn collega’s zes offertes in een week, nu hebben we soms wel drie weken nodig voor een aanbesteding! Maar dankzij die omslag kunnen we als middenbedrijf wel nog steeds zelfstandig opereren. Daar ben ik trots op.

Cruciaal voor ons succes in de toekomst is dat we blijven innoveren. Belangrijker nog is dat we ons niet blind staren op de prijs en kijken naar kwaliteit. Doordat duurzaamheid en innovatie steeds vaker worden gestimuleerd in aanbestedingen, hebben we soms de hoogste aanneemsom. Toch krijgen we het werk, omdat we aan de duurzame criteria voldoen of omdat we een innovatieve oplossing bieden. Zo moest bij een groot werk in Tilburg een damwand trillingsvrij in de grond worden aangebracht. Wij hebben een andere methode bedacht, waarbij de grond door een stalen lans werd weggespoten, waarna de wand in de grond kon zakken. Die creativiteit, gecombineerd met het persoonlijke contact met onze opdrachtgevers, is ons bestaansrecht.

Als middenbedrijf kunnen we de lijnen kort houden. Dat is prettig voor ons en voor onze opdrachtgevers. Maar we willen ook zélf niet als een nummer behandeld worden. Dat is precies de reden waarom we naar een ander accountantskantoor zijn overgestapt. We zochten een meer persoonlijke benadering. Die vonden we bij DRV, via de toenmalige vennoot Martin de Jong. Bij DRV denken de adviseurs actief met je mee en het kantoor biedt naast accountancy en advies ook een tak in subsidies en overnames. DRV is een groot kantoor in de regio met alle expertise onder één dak, maar biedt wel dat persoonlijke contact. Dat is precies wat we nodig hebben.”

DRV Accountants & Adviseurs heeft elf vestigingen in Zuidwest-Nederland, waarvan vier in Zuid-Holland: Rotterdam, Hellevoetsluis, Oud-Beijerland en Sliedrecht.

Nieuw-Reijerwaard staat de komende jaren een grote verandering te wachten. Tot 2012 was het gebied in gebruik voor agrarische doeleinden en glastuinbouw, maar dit maakt plaats voor bedrijvigheid in de agrofoodsector. Een gesprek met Dirk Vermaat, die als wethouder onder meer Economische Zaken in zijn portefeuille heeft, over het Barendrechtse ondernemersklimaat, de crisis, infrastructuur, samenwerkingen en uitdagingen.

Vermaat omschrijft het ondernemersklimaat in Barendrecht als ‘prima’. “We beschikken hier over een grote diversiteit aan bedrijven. De AGF-sector is vanzelfsprekend onlosmakelijk verbonden met Barendrecht, maar er is nog veel meer. Van een innovatief chemisch laboratorium tot aan een wereldspeler op het gebied van hulpmiddelen bij slechtziendheid; de meest uiteenlopende organisaties zijn in Barendrecht vertegenwoordigd. Dat zorgde ervoor dat deze gemeente relatief mild is getroffen door de crisis. Diversiteit aan bedrijven maakt minder kwetsbaar, zo simpel is het eigenlijk. Wanneer hier met name bouwbedrijven of bouwgerelateerde organisaties waren gevestigd, had de vlag er ongetwijfeld anders bij gehangen. Natuurlijk zijn er ondernemers geweest die het niet hebben gered, moesten bedrijven werknemers ontslaan en kampt Barendrecht ook met kantorenleegstand, maar die cijfers liggen onder het landelijk gemiddelde.” Er spreekt dan ook een tevreden wethouder. “Het is aantrekkelijk voor bedrijven om zich in Barendrecht te vestigen. De infrastructuur is goed, de Rotterdamse haven dichtbij en de spoorverbinding is dik in orde. Bovendien is de beschikbaarheid van werknemers binnen de gemeentegrenzen hoog.”

Samen met zijn collega Lennart van der Linden (Sociale Zaken) bezoekt Vermaat met enige regelmaat Barendrechtse bedrijven. Actueel is onder meer de roep om meer parkeerruimte bij de diverse bedrijventerreinen. “De behoefte is groter dan op voorhand is ingeschaald. Dat is dus een punt waar we met elkaar over praten. We kunnen meer parkeerruimte creëren, maar daar staat het opofferen van een stuk groen tegenover. Een lastige discussie, want een bedrijventerrein wil natuurlijk ook niet de uitstraling van een stenen gedrocht hebben. Dat nodigt niet uit. Het is daarom zoeken naar een middenweg. Ik moedig bedrijven aan om zelf vervoersplannen te maken en eigen initiatief te tonen. Er is bijvoorbeeld een bedrijf dat er voor heeft gekozen om ’s ochtends en ’s middags een bus te laten rijden van en naar de dichtstbijzijnde tramhalte. Zo blijft de locatie goed bereikbaar voor medewerkers zonder daar heel veel parkeerruimte voor de deur bij nodig te hebben. Meer bedrijven mogen die eigen verantwoordelijkheid pakken. Als gemeente stimuleren we dat. Het is onze rol om voorwaarden te scheppen en waar nodig te ondersteunen. Niet in alles nemen wij het voortouw. We zoeken bijvoorbeeld veel liever samen met werkgroepen naar oplossingen.” Sinds de invoering van de participatiewet helpt de gemeente ook bedrijven die mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt willen aannemen.  “Sinds 1 januari 2014 hebben wij als gemeente meer mogelijkheden om plaatsing van mensen uit een uitkeringssituatie te stimuleren. Dat heeft voor die groep al tientallen arbeidsplaatsen bij Barendrechtse bedrijven opgeleverd. Barendrecht heeft op allerlei gebieden veel gekwalificeerde inwoners. Daardoor is er relatief weinig werkloosheid. Nu de economie weer aantrekt, ontstaan er echter meer vacatures. Daarom kijken bedrijven ook over de gemeentegrenzen.”

Voor Nieuw Reijerwaard wordt intensief samengewerkt met Ridderkerk en Rotterdam. Ondanks de nodige haken en ogen is de krachtenbundeling intensief en zakelijk goed. “Er is één lijn gevonden om de circa 100 hectare die beschikbaar is voor bedrijfshuisvesting goed in te richten. Voor Barendrecht zullen de bedrijven die zich er vestigen versterkend zijn voor de al aanwezige agrologistieke bedrijven op BT-Oost.” Bij de realisatie van Nieuw-Reijerwaard heeft aandacht voor de aansluiting op het omliggende gebied en de aansluiting van het gebied op de bestaande bedrijventerreinen en het rijkswegennet ook zeker prioriteit. “We hebben daarnaast ook veel aandacht voor onze eigen bedrijventerreinen. We zijn bezig de infrastructuur te verbeteren, leggen nieuwe wegen aan en met name Dierenstein wordt enorm gerevitaliseerd.” WDP ontwikkelt daar een nieuw gebouw voor de uitbreiding van het bestaande retaildistributiecentrum van The Greenery en voor de logistieke activiteiten van Hagé International, de import-afdeling van het bedrijf. Hiermee concentreert The Greenery haar activiteiten op de hoofdlocatie aan de Dierensteinweg. Ook komt er in Barendrecht nieuwbouw voor de fustwasserij van Euro Pool System. De oplevering van beide panden, met een totale oppervlakte van meer dan 40.000 m2, wordt eind 2016 verwacht. “Deze impuls is goed voor The Greenery, de AGF-sector, bedrijven die een directe link hebben met The Greenery en de werkgelegenheid in Barendrecht. Bij de bouw van de nieuwe loodsen is duurzaamheid ook een belangrijk thema. Zo krijgen de panden zonnepanelen op het dak en is het op nog veel meer fronten toepasbaar. Ook dat is ondernemen anno nu.”

Energie besparen en CO₂ uitstoot terugdringen is ook op Moerdijk dringend noodzakelijk. Energyweb XL richt zich daarom op het zoveel mogelijk gebruiken van de op haven- en industrieterrein Moerdijk aanwezige restwarmte en CO₂.

Dit gebruik van restwarmte willen de provincie Noord-Brabant, de gemeente Moerdijk en het Havenschap Moerdijk stimuleren. Daarom roepen we de bedrijven op Moerdijk op zich te melden om samen het potentieel aan warmte en CO₂ te ontsluiten. Mocht u ideeën of plannen hebben brengt u deze dan in.

Energyweb XL
Een aantal jaar geleden startte het project Energyweb XL. Met als doel het tot stand brengen van duurzame koppelingen voor de uitwisseling van energie, water en reststromen zoals warmte, stoom en CO₂. Inmiddels liggen er duurzame koppelingen op de Appelweg en de Westelijke Randweg. Stoom, warmte of CO₂ die het ene bedrijf over heeft, wordt door het andere bedrijf nuttig gebruikt. Ook voor andere delen zijn kansrijke projecten beschreven, zowel binnen als buiten het terrein. Zo zijn er wellicht ook duurzame koppelingen mogelijk met Nieuw Prinsenland en met de Spiepolder, waar restwarmte en CO₂ van de haven aan kassen zou kunnen worden geleverd.

Een inventarisatie uit 2013 wijst uit dat het bruikbare potentieel aan restwarmte op Moerdijk ongeveer 100 MW op jaarbasis bedraagt. Door restwarmte opnieuw in te zetten, kunnen grote stappen worden gezet op het gebied van energiebesparing en reductie van CO₂- emissie. ‘Energyweb XL‘ biedt prachtige kansen om de ambities te verwezenlijken die zijn vastgelegd in het nationale Energieakkoord voor duurzame groei (SER), het Brabants Energieakkoord en de Paraplunota Leefomgeving 2012-2030 van de gemeente Moerdijk.

Energieneutraal haventerrein
In de Havenstrategie Moerdijk 2030 is voorgenomen om te werken aan een energieneutraal haven- en industrieterrein Moerdijk. Hiervoor is nog veel werk te verzetten. In 2013 werd op het terrein bijna 70 PetaJoule aan energie op jaarbasis verbruikt, te vergelijken met 2,18 miljard m³ aan aardgas (15% van het totale energieverbruik in de provincie). Om in beeld te brengen welke strategieën en mogelijkheden er zijn voor energiebesparing en inzet van duurzame energie, zodat een energieneutraal haventerrein dichterbij komt, wordt onder leiding van het Havenschap een Energievisie ontwikkeld. Op dit moment wordt al 4,7% van de energiebehoefte op Moerdijk ingevuld met duurzame energie.

Gesprekken met bedrijven
Ook Energyweb XL draagt bij aan die energiedoelstellingen. In oktober en november 2015 zijn er gesprekken met bedrijven binnen en buiten het terrein, om te kijken welke koppelingen de komende jaren kunnen worden gerealiseerd. Eerder beschreven projecten en business cases worden opnieuw tegen het licht gehouden. Dat moet vervolgens leiden tot actuele business cases en nieuwe projecten, waarover in de loop van 2016 concrete afspraken worden gemaakt en een organisatie die zich hard maakt voor realisatie van deze restwarmtekoppelingen.

Meedoen?
Provincie, gemeente en het Havenschap Moerdijk hebben uw hulp hierbij hard nodig. Gezamenlijk moeten we de verantwoording nemen om het terrein te verduurzamen. Een duurzaam bedrijventerrein draagt bij aan een goed imago en heeft daarmee ook een positieve uitstraling naar de omgeving.

Heeft u reststromen over die anderen nuttig kunnen gebruiken? Heeft u stoom, warmte of CO₂ nodig die door anderen zouden kunnen worden geleverd? Heeft u goede ideeën hierover?

Neem dan contact op met ketenregisseur Peter Mertens: tel. 06-22054471 of e-mail: p.mertens@d-bv.nl.

Op 18 september jl. opende de directeur van het Havenschap Moerdijk, Ferdinand van den Oever, het nieuwe kantoor van UWL Europe aan de Plaza te Moerdijk. Een goede reden voor een bezoek aan deze allround logistieke dienstverlener.

Het ruikt nog naar verse verf in de ontvangstkamer, waar we kennismaken met Eelco Cossee, directeur van UWL Europe. “Voorlopig kunnen we hier even vooruit,” zo begint hij. “Het was nodig dat we een eigen onderkomen kregen. Tot voor kort waren wij gehuisvest in een pand samen met ons zusterbedrijf, een stukje verder op het haventerrein. Wij, en dat is ons team van zo’n twintig medewerkers, beschikken hier over een prachtige ruimte met een eigen identiteit. Dit pand is goed bereikbaar en toegankelijk. Hier hebben we nu de beschikking over ruim 300 m2 kantoorvloeroppervlak, maar het biedt voldoende mogelijkheden om uit te breiden. Hopelijk zijn we daar snel aan toe.”

World Shipping
UWL Europe is een dochteronderneming van het Amerikaanse familiebedrijf World Shipping Inc. Cossee: “Ons moederbedrijf heeft een geschiedenis van 55 jaar in de scheepvaart. Aanvankelijk verzorgden wij staal- en graantransporten over de grote meren tussen Canada en de Verenigde Staten. Later zijn dat containers geworden, die we sinds 1972 ook over de weg vervoeren. Met onze corebusiness, het leveren van logistieke- en cargadoorsdiensten, zijn we uitgegroeid tot een wereldwijde organisatie met een stevige ‘asset base’ in de Verenigde Staten. Vrachtwagens, containerdepots, loodsen en buitenlandse kantoren op alle continenten zijn allemaal in eigen beheer.” Het is niet verwonderlijk dat World Shipping ook in Europa actief werd. “Onze groep vestigde zich in Moerdijk en het is dan ook niet vreemd dat wij er geen behoefte aan hadden om het haven- en industrieterrein te verlaten voor ons nieuwe onderkomen.”

Scheepvaartactiviteiten zitten diepgeworteld in het bedrijf, voor UWL Europe is het de kernactiviteit. “Wij waren al succesvol in Europa, daarom werd besloten om onze dienstverlening in Europa nog verder te verbreden door andere producten aan ons dienstenpakket toe te voegen. Het aantal medewerkers verdubbelde, vandaar de noodzaak van een grotere kantoorruimte.” Met de uitbreiding van zowel de kantoorruimte als het personeelsbestand, zal binnenkort het bedrijf ook met nieuwe producten op de markt komen. “In de transportsector is sprake van overcapaciteit,” vervolgt Cossee. “Je moet je onderscheiden in je productaanbod en uitblinken in kwaliteit. Daar hebben wij dan ook nadrukkelijk voor gekozen. Wij richten ons daarbij vooral op de Verenigde Staten, daar liggen immers onze roots en beschikken wij over eigen assets. In de Verenigde Staten kunnen wij toegevoegde waarde bieden middels onze organisatie. Het oeroude intermodale systeem is ‘kapot’. Door jarenlang niet te innoveren en te vervangen is er een tekort aan capaciteit waardoor er overal in de ‘supply chain’ vertraging ontstaat. Zonder een eigen organisatie met de benodigde vervoerscapaciteit is de kwaliteit van de dienstverlening niet meer te waarborgen. Bovendien behoren de Verenigde Staten tot de top 10 van exportbestemmingen voor ladingen uit de EU. Er is daarom aanbod genoeg voor ons. En daarnaast is Brazilië belangrijk vanwege onze toegevoegde waarde die wij kunnen bieden met onze eigen vestigingen daar.”

Differentiatie
UWL Europe zoekt het vanuit het oogpunt van differentiatie niet alleen in het standaard containervervoer. Er is fors op productontwikkeling ingezet en dat heeft erin geresulteerd dat UWL een aantal nieuwe producten aan haar portfolio heeft toegevoegd. Chemie is een belangrijke markt voor UWL en speciaal voor die markt werkt de Moerdijkse expediteur met flexitanks. “Een flexitank is een speciale ‘plastic zak’ die wij gebruiken voor het transport van bulkvloeistoffen in een standaard container. De flexitank heeft een volume tot 24.000 liter. Een enorm voordeel want op de plaats van bestemming kun je de flexitank leegpompen en verwijderen. Voor de terugweg kan de container geladen worden met andere goederen.” Over niet al te lange tijd kunnen klanten ook voor luchtvracht bij UWL Europe terecht. “Ik denk dat wij daarmee nog een belangrijke tak aan ons bedrijf kunnen toevoegen. Op dit moment voeren wij de nodige voorbereidingen hiervoor uit en zodra de benodigde licenties hiervoor zijn, kunnen wij deze wijze van vervoer aan onze portfolio toevoegen en onze klanten nog beter van dienst zijn,” zegt Cossee.

Toekomst
De toekomst ziet er gunstig uit, zegt de ambitieuze directeur. “De sector klimt door de economische groei sowieso uit het dal en wij kunnen met onze huidige en nieuwe diensten nog wel een poosje doorgroeien. De voorwaarden zijn met het nieuwe kantoor volop geschapen. We zijn hier strategisch gevestigd tussen de Rotterdamse en Antwerpse havens, twee van Europa’s grootste havens met alle logistieke voorzieningen voorhanden en uitstekende uitvalswegen. Moerdijk is verbonden met deze twee havens over de weg en het water, waardoor het een ideale logistieke hub is. Ons nieuwe kantoor is voorzien van de modernste voorzieningen en zo kunnen we verder bouwen aan ons merk en ons doorontwikkelen dankzij een uitstekende mix van producten, mensen en middelen.”

Tom Coronel gastspreker op de netwerkborrel bij Auto Indumij

De netwerkborrel van Auto Indumij is hét evenement voor ondernemers uit West-Brabant en Zuid-Holland. Dit jaar vindt de netwerkborrel plaats op donderdag 19 november tijdens de Renault Bedrijfswagen Topdealdagen bij de vestiging van Auto Indumij aan de Ecustraat 5 in Etten-Leur met als bijzondere gastspreker Tom Coronel.

We zijn erg blij dat Tom ondanks zijn drukke agenda gelegenheid heeft gevonden om tijdens de netwerkborrel op 19 november een inspirerende presentatie te geven met als thema Omdat het kan!, vertelt Roger Dellemijn, marketing manager van de Indumij Groep.

Succesvol ondernemer
Naast bekend autocoureur met zijn eigen raceteam is Tom Coronel ook succesvol (e-commerce) ondernemer. Zo is Tom oprichter en eigenaar van diverse webwinkels onder de naam Create2Fit en werd hij een aantal jaren geleden uitgeroepen tot e-commerce manager van het jaar. Samen met zijn tweelingbroer Tim is hij dagelijks bezig met internetmarketing, social media en alles wat met nieuwe media te maken heeft. Zijn onderneming groeide de afgelopen jaren van de zolderkamer uit tot een bedrijf met een omzet van bijna 50 miljoen per jaar.

Omdat het kan!
Tijdens zijn presentaties deelt Tom Coronel op inspirerende wijze zijn visie en kennis op het gebied van nieuwe media, online winkelen en ondernemen. Met zijn uitgebreide ervaring in de topsport vindt hij antwoorden op vragen die de ondernemer van nu heeft. Zo wordt uitgebreid stilgestaan bij vragen als Hoe kan ik mijn bedrijf optimaal online profileren en hoe bouw je samen een succesvol team?Met aansprekende voorbeelden laat Tom zien hoe je als moderne ondernemer gebruik kunt maken van het internet. Omdat het kan is het credo dat in zijn presentaties regelmatig terugkomt. Presentaties van Tom zijn een must voor de ondernemer van nu. In de afgelopen jaren was Tom als spreker te gast bij onder meer de Rabobank, Bouwkennis en verschillende ondernemersverenigingen.

Netwerken op z’n Brabants
Tom is iemand die het netwerken in zijn genen heeft zitten. Volgens Tom kun je een groot netwerk bereiken door overal je gezicht te laten zien, zowel online als offline. “Wees actief op social media en ontdek de mogelijkheden,” raadt hij iedereen aan. Ook als je toevallig geen autocoureur bent, kun je voor weinig geld een groot netwerk opbouwen. Vervolgens gaat het om de creativiteit en zichtbaar zijn. De netwerkborrels bij Auto Indumij zijn een uitstekende gelegenheid om nieuwe contacten te leggen en bestaande relaties te verdiepen.

Laat je inspireren door Tom Coronel
Donderdag 19 november is het weer zover. Bij Auto Indumij Etten-Leur organiseren wij dan onze gezellige netwerkborrel. Wij ontvangen je graag in onze sfeervolle Renault showroom vanaf 16:00 uur. De presentatie van Tom start rond 17:00 uur. Voor een hapje en een drankje is gezorgd en er is gelegenheid om na de presentatie gezellig na te praten met Tom. Wil je ook aanwezig zijn tijdens de Auto Indumij Netwerkborrel? Schrijf je dan nu gratis in op www.renault-indumij.nl. Iedereen is van harte welkom!

Renault Bedrijfswagen Topdealdagen bij Auto Indumij
Auto Indumij is één van de grootste Renault dealers van Nederland met negen Renault vestigingen in West-Brabant en Zuid-Holland. Tijdens de netwerkborrel geven we ook de aftrap van de Renault Bedrijfswagen Topdealdagen van Auto Indumij. Drie dagen lang de nieuwste Renault bedrijfswagenmodellen met extra aantrekkelijke kortingen tot maar liefst 30% voorraadkorting op geselecteerde modellen! Maak kennis met de zuinige Kangoo Express, de nieuwe Trafic of kies voor de ruime Master.

Tijdens de Topdealdagen van Auto Indumij hebben we in de showroom van Auto indumij Etten-Leur de speciale Renault Karavaan in huis gehaald met tal van bijzondere Renault bedrijfswagens zoals de exclusieve Renault Trafic Formula Edition. Deze markante uitvoering onderscheidt zich met sportieve in- en exterieurdetails, opvallende striping en een rijke uitrusting. De Formula Edition komt in een genummerde oplage van slechts vijftig stuks naar Nederland. Hij is er als Gesloten Bestel en Dubbele Cabine, voor prijzen vanaf 29.300 euro (excl. BTW/BPM). Daarnaast presenteren wij dan ook verschillende duurzame mobiliteitsoplossingen zoals de Renault Trafic van Plus van Gurp uit Roosendaal die is uitgerust met een koeling op zonne-energie. Daarnaast profiteer je tijdens de Topdealdagen ook van onze extra voordelige leaseaanbiedingen. Kijk voor meer info en alle speciale Renault bedrijfswagen Topdeals op www.renault-indumij.nl.

‘Alleen ben je sneller, maar samen sta je sterker’

De opkomst van de circulaire economie, het invoeren van een energielabel voor gebouwen, kennisdeling en boeren in Indonesië; het kwam allemaal ter sprake tijdens het rondetafelgesprek over bedrijfshuisvesting.

Martin Koornneef (Regional Operations Manager Benelux & Nordic Countries bij Ritchie Bros.), Johan Meesters (registerexpert/taxateur bij ZNEB Expertise en Taxatie BV), Bert Verheij (eigenaar van Homeflex) en Rob van den Boer (Commercieel Directeur bij Orion Speciale Technieken EU BV) waren de experts die bij Ritchie Bros. aanschoven en hun mening gaven.

De eerste stelling die de aanwezigen kregen voorgeschoteld, ging over het begrip circulaire economie. Zien zij iets in het systeem dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen maximaliseert en waardevernietiging minimaliseert en op welke manier dragen zij hun steentje bij?

Koornneef: “Wij verkopen bouwmachines en trucks van diverse fabrikanten. Voor Nederlandse begrippen is een machine na vijf jaar misschien op, maar in bijvoorbeeld Afrika en het Midden-Oosten nog gewild voor een tweede of derde levenscyclus. Het gebeurt ook dat Polen hier op de veiling machines kopen en die na enkele jaren weer terugbrengen om te verkopen. Wat zij inmiddels hebben afgeschreven, kan in Afrikaanse landen weer goed van pas komen. Zulke dingen zijn het toonvoorbeeld van een circulaire economie, waarin producten opnieuw vermarkt en gebruikt kunnen worden.”

Meesters: “Hoe geef je iets een tweede leven? In onze branche is dat als dienstverlener op een tastbare manier niet mogelijk. Wel hechten wij veel waarde aan maatschappelijk verantwoorde bewustwording. Ondernemers onderkennen lang niet altijd het belang van vakkundige taxaties. Terwijl het voortbestaan van een bedrijf er door in gevaar kan komen wanneer zulke zaken niet goed geregeld zijn. Omdenken en stilstaan bij de dingen die er echt toe doen zijn dan ook onderwerpen die bij ons hoog op de agenda staan om over te brengen op (potentiële) klanten. Te vaak gaat alles op de automatische piloot. Daar word je laks van en dat is nooit goed. Ik geloof in de haalbaarheid van een circulaire economie. Het huidige lineaire systeem, waarin grondstoffen worden omgezet in producten die aan het einde van hun levensduur worden vernietigd, zal steeds minder prominent worden. Wij zetten daarbij in op de denkwijze en bewustwording van ondernemers. Dat is de essentie.”

Van den Boer: “De overheid stimuleert ook verschillende initiatieven met betrekking tot het hergebruiken van materialen en duurzaamheid. Ons bedrijf heeft zich gespecialiseerd in bijzondere technieken, waardoor duurzaamheid vaak automatisch ook hoog op de agenda komt. Het inbouwen van stille bitumineuze voegovergangen in plaats van stalen voegovergangen is bijvoorbeeld iets waarmee de CO₂-uitstoot direct daalt. Sommige gemeenten moeten vanuit de overheid verplicht minimaal 90 procent duurzaam inkopen. Soms weten ze zich daar geen raad mee. Dan hebben ze het idee om alle houten bruggetjes te vervangen door composiet bruggetjes, terwijl dat in veel gevallen nog helemaal niet nodig is. Bij zulke vraagstukken adviseren wij graag. Een ander aandachtspunt zijn de bestekken die door veel gemeenten nog zelf worden geschreven. Te gedetailleerd, als je het mij vraagt. Het is veelal beter om zaken als de puinsoort en de soort stenen open te laten en niet vanuit het traditionele denken vooraf in te vullen. Wanneer je een goede band met een aannemer hebt, niet conservatief denkt en open kaart speelt, kom je tot een veel beter resultaat.”

Verheij: “Het transformeren van gebouwen biedt veel kansen voor een circulaire economie. Wij richten ons naast het huisvesten van arbeidsmigranten/flexwerkers op de herontwikkeling van eigen huisvestingslocaties. Leegstaande kantoren ombouwen naar woningen is in het kader van de vluchtelingenproblematiek erg actueel. In iedere situatie worden de voors en tegens goed tegen elkaar afgewogen om passende huisvestingsprojecten te realiseren. De financiële haalbaarheid blijft hierbij een grote uitdaging.”

De Eerste Kamer stemde dit voorjaar, net als eerder de Tweede Kamer, in met de gewijzigde woningwet. Dat betekent dat het energielabel voor utiliteitsgebouwen vanaf 1 juli 2015 is gehandhaafd. Gebouwen zonder label kunnen sinds die datum een boete krijgen. Is de invoering van zo’n energielabel een goede zaak of schiet het zijn doel voorbij?

Meesters: “Ik ervaar het als een wassen neus. De situatie ter plekke is bij het uitvoeringsorgaan vaak onbekend. Het bouwjaar van een pand is daarom meestal de leidraad. Een oud gebouw krijgt dan gerust de classificatie ‘E’ of ‘F’, terwijl er misschien van alles aan gerenoveerd en opgeknapt is. Maar dat moet de eigenaar aantonen nadat er al een klasse is toegewezen. Je hebt dus te maken met omgekeerde bewijslast. Je hoeft geen expert te zijn om te zien dat het energielabel aan alle kanten rammelt.”

Koornneef: “Het energielabel is Europees beleid, maar de regels zijn overal anders.”

Van den Boer: “Dat geldt ook wereldwijd op ander vlakken. Een vriend van mij is afgestudeerd aan de Universiteit van Wageningen en geeft nu de overheid advies over boeren in het buitenland. Het leek hier in Nederland zo’n goed idee om boeren in Indonesië in een bepaalde regio allemaal een kalf te geven. Met als doel natuurlijk om die mensen op weg te helpen. Het kalf wordt immers groot en met koeien is weer te fokken en ze zijn te melken. Maar wat gebeurde er? De kalfjes werden massaal verkocht. Dan was er eventjes extra geld, maar aan de lange termijn dacht men niet. In Nederland kijken we veel meer vooruit. Neem bijvoorbeeld ook de CO₂-prestatieladder, een instrument in het aanbestedingsproces waarmee aanbesteders bedrijven die CO₂-reductie serieus nemen kunnen herkennen en belonen. De grote aannemers zitten al op niveau 5. Zij hebben te maken met de meeste uitstoot, waardoor ze ook de grootste stappen kunnen maken als het aankomt op reductie. Hun voordeel bij aanbestedingen, in de vorm van een fictieve korting op de inschrijfprijs, is dus relatief het grootst. Orion staat nog niet op de ladder, maar we beschikken wel over een footprint. Langzaamaan willen we een treetje hoger.”

Hoe is het eigenlijk gesteld met de samenwerking tussen partijen in en rondom Moerdijk?
Koornneef: “Ik zie op verschillende gebieden krachtenbundelingen. Op ons terrein wordt vijf keer per jaar een veiling gehouden. Ons parkeerterrein staat de rest van het jaar dus niet vol. Dat is iets waar anderen van kunnen profiteren. Ook partijen die een tijdelijke locatie zoeken voor de opslag van goederen kunnen gerust bij ons aankloppen om eens te praten over de mogelijkheden. De gemeente weet ons ook te vinden als locatie voor vergaderingen. Die vinden niet allemaal op dezelfde plek plaats, dus soms wijken ze uit naar ons pand. Wij hebben voldoende ruimte en voorzieningen om dat te faciliteren. Andersom helpen zij ons op andere vlakken. Zo’n samenwerking zorgt voor groei aan alle kanten.”

Van den Boer: “Als aannemer zit ik onder meer in een aannemersclubje en kennisplatformen. Dat draait om kennisdeling en het uitwisselen van ervaringen. Iedereen staat open voor elkaar en ik bespeur nooit enige vorm van wantrouwen.”

Verheij: “Sinds 2013 zijn wij als huisvester aangesloten bij de Vereniging Huisvesters Arbeidsmigranten (VHA). Deze is opgericht met als doel het behartigen van de belangen van de huisvesters en arbeidsmigranten/flexwerkers. Door krachten te bundelen, willen wij leidend zijn in de vormgeving van beleid en beeldvorming. Op deze wijze draagt de branchevereniging bij aan de ontwikkeling van een duurzame en sociaal verantwoorde huisvestingsbranche.”

Meesters: “Alleen ben je sneller, maar samen sta je sterker. Wij zoeken ook gelijkgestemden en weten andere partijen te vinden op het moment dat wij bepaalde expertise zelf niet in huis hebben. We kennen onze kracht, maar ook onze beperkingen. Ik vind dat geen zwaktebod, maar juist een positief punt.”

Verheij: “De crisis heeft ook geleid tot nieuw denken. Er is een conservatieve groep die niet wil veranderen of over schuttingen durft te kijken en vast blijft houden aan het verleden. ‘Zo hebben we het altijd gedaan!’ roepen ze dan. Wat je dan eigenlijk zegt is dat je niet wil veranderen. Dat is echter onmogelijk om te slagen, zeker in deze tijd. Een hoge mate van flexibiliteit moet echt aanwezig zijn.”

Wat ondernemers aan Port of Moerdijk bindt is ruimte. In Moerdijk vinden zij de ruimte om te groeien. Om nieuwe markten te bereiken. Om duurzame ambities waar te maken. En om te kiezen uit het aanbod aan modaliteiten: voor zee- of binnenvaart, voor spoor, buisleidingen of weg.

Port of Moerdijk is een unieke vestigingsplaats. De haven is de vierde en meest landinwaarts gelegen zeehaven van Nederland en heeft een strategische ligging ten opzichte van de mainports van Antwerpen en Rotterdam. Moerdijk biedt uitstekende verbindingen via zee, binnenwater en land én ruimte voor bestaande en nieuwe bedrijvigheid.

Moerdijk combineert de strategische ligging met een prettig ondernemersklimaat. In de Distriboulevard en Tradepark vinden kleine en grote logistieke bedrijven de ruimte om te ondernemen en te groeien. Met ondersteuning door tal van faciliterende dienstverleners. Met een uitstekende infrastructuur. Met water en kades om de hoek en een overheid die volop meewerkt om vestiging van nieuwe bedrijven mogelijk te maken. Deze faciliteiten zijn er op het bestaande haven- en industrieterrein, maar ook op het nieuw te ontwikkelen Logistiek Park Moerdijk.

In deze editie van Port of Moerdijk laten we graag een aantal vastgoed- en projectontwikkelaars aan het woord die actief zijn in Moerdijk: Bram Verhoeven (Prologis SVP Countrymanager Benelux), Hendrik Roozen (Roozen van Hoppe Bouw en Ontwikkeling) en Jan van den Heuvel (BADOR Building ADvice ORganization (NL/B), Business Houses, TechLog Campus).

Nieuwe mogelijkheden voor duurzame groei het ministerie van infrastructuur en milieu heeft haven- en industrieterrein Moerdijk aangewezen tot ontwikkelingsgebied in het kader van de 10e tranche crisis en herstelwet (chw). Dat maakt nieuwe economische activiteiten mogelijk, zonder dat de druk op de natuur en de omgeving toeneemt.

In september 2014 hebben de provincie Noord-Brabant en gemeente Moerdijk – ondersteund door het havenschap – het haven- en industrieterrein aangemeld bij het ministerie van infrastructuur en milieu. Daarmee wilden zij ruimte maken voor een duurzame ruimtelijke en economische ontwikkeling van het gebied, met behoud van een goede milieukwaliteit.

Duurzame groei is de kern van de havenstrategie 2030, die in 2014 is vastgesteld. De haven streeft naar een groei van de duurzame logistiek en duurzame ontwikkeling van de chemie en procesindustrie. Moerdijk zet onder meer stevig in op de afhandeling van containers en maakt ruimte voor nieuwe en bestaande bedrijven.

Groeien binnen de bestaande geluidsnormen
De aanwijzing in het kader van de chw gaat naar verwachting bijdragen aan de voorgenomen groei. De wet biedt experimenteerruimte, en kan innovatieve projecten en nieuwe initiatieven een juridische basis geven. Met de chw kan de beschikbare milieugebruiksruimte efficiënter en doelmatiger worden ingevuld, en kunnen nieuwe sturingsmethoden worden ontwikkeld. Zoals het zônebeheerplan, een instrument waarmee provincie en gemeente de geluidsproductie slimmer kunnen verdelen.

Het chw geeft het zônebeheerplan een juridische basis. Het zônebeheerplan kan worden gekoppeld aan het ruimtelijk plan. Daarmee kan de maximaal toegestane geluidsproductie tot op de vierkante meter nauwkeurig worden verdeeld. De beschikbare geluidsruimte kan op die manier maximaal en flexibel worden benut. Moerdijk kan groeien, zonder dat het geluidsvolume toeneemt.

Groeien dankzij gebiedsgerichte focus
De aanwijzing in het kader van de chw maakt het ook mogelijk om op gebiedsniveau te kijken naar de impact van de voorgenomen groei van bedrijfsactiviteiten. En om ook op gebiedsniveau oplossingen voor te stellen. Ondernemers moeten nu nog – in het kader van de natuurbeschermingswet – ieder individueel een ‘passende beoordeling’ uitvoeren, willen zij nieuwe activiteiten ontplooien. Een duur en tijdrovend traject.

Dankzij de chw kan via het bestemmingsplan plus in de toekomst alles makkelijker gebiedsgericht worden geregeld. Het natuurmanagementplan, dat deze zomer is vastgesteld, sorteert hierop voor. In dit plan werken partners – provincie, gemeente, bedrijvenkring industrieterrein moerdijk, staatsbosbeheer, brabantse milieufederatie, brabants zeeuwse werkgevers en het havenschap – gezamenlijk aan maatregelen, deelplannen en projecten die natuur en milieu versterken. Dat creëert ruimte voor extra groei.

Door de uitkomsten van het natuurmanagementplan straks te verankeren in het bestemmingsplan plus – met de chw als juridische basis – ontstaat nieuwe groeiruimte. Het maakt procedures eenvoudiger, en de condities voor vergunningverlening helderder. Het maakt het bovendien mogelijk om generieke ontheffingen aan te vragen, het ‘postzegelbeleid’ behoort dan tot de verleden tijd.

Mac Lean Products BV is sinds 1946 producent en leverancier voor de doe-het-zelf-branche, parkethandel, woninginrichter en hout- en bouwmaterialenhandel in Europa en Noord-Amerika.

Mac Lean Products BV is gevestigd aan de Plaza 20 op haven- en industrieterrein Moerdijk. De naam doet vermoeden dat er Schots bloed in het bedrijf zit. “Dat klopt,” zegt eigenaar Arie Schouten van Mac Lean. “Het bedrijf is in 1946 door een Schot opgericht.” Mac Lean Products BV is leverancier voor de vloerenbranche, woninginrichter, bouwmarkt, bouwmaterialenhandel en de tegelhandel. De onderneming levert vanuit haar magazijn in Moerdijk vrijwel alle producten voor toepassing op en onder laminaat- en parketvloeren, zoals ondervloeren en plinten. Naast deze producten levert Mac Lean een uitgebreid programma isolatiematerialen, tegelprofielen, kantenafwerking en kunststof profielen.

Eigen ontwikkeling
Volgens Arie Schouten gaat het uitstekend met het bedrijf. “We werken samen met een Duits bedrijf en we exporteren veel naar Europese landen en de VS.” In nauwe samenwerking met eigen productie en exclusieve leveranciers levert Mac Lean Products een actueel assortiment. Een groot aantal (gepatenteerde) producten is in eigen huis ontwikkeld. “Zodoende kunnen we snel reageren op de laatste ontwikkelingen in de markt,” legt Schouten uit. “Wij bieden onze afnemers complete concepten aan met de daarbij behorende presentatie materialen.” Al sinds de oprichting in 1946 zien wij kansen die (nog) door niemand zijn benut. Dat begon direct na de oorlog met het leveren van gestandaardiseerde interieur afwerkproducten aan diverse scheepswerven in Rotterdam. Nu, zo’n 70 jaar later, zit dat nog steeds in ons DNA.”

Slim assortiment
Wat beweegt de consument? “De consument wil altijd goedkopere en betere oplossingen. Of het nu gaat om veiligheid, afbouw, constructie of styling. Een sterke oplossing begint met een goed idee. Daar zijn wij van overtuigd. Zo bieden wij een slim assortiment van vernieuwende niche-producten om een klus af te ronden. Maar wij zijn meer dan een producent. Het gaat in ons vak om innovatie. Wij zijn een ideeëncentrum voor doe-het-zelf en vakhandel. Geen eendagsvlieg, maar een langdurige partner die bovenop de laatste ontwikkelingen in de markt zit. Zo leveren we complete concepten met de daarbij behorende presentatiematerialen. Daarbij stellen wij ons ten doel om een betrouwbare partner te zijn. We zijn ons ervan bewust dat we een maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen. Dat betekent dat we op een verantwoorde wijze onze producten produceren en verhandelen in een sociale werkomgeving.”

Private label
Mac Lean fabriceert ook veel materialen die nodig zijn voor het leggen van vloeren. Die worden dan als private label (eigen merk) verkocht door de doe-het-zelfbedrijven. Schouten: “Bouwmarkten vormen de helft van het klantenbestand. De woninginrichting en parketgroothandel vormt de andere helft.”

Onderzoek naar partnerships voor versterking van de nationale en internationale acquisitie, goed nabuurschap en een onderzoek naar de oprichting van een warmtebedrijf. Deze en andere onderwerpen zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma 2015-2017; een schematisch overzicht van concrete opgaven en ambities uit de Havenstrategie Moerdijk 2030.

Het Uitvoeringsprogramma beschrijft niet alleen welke organisatie voor welke opgave aan de lat staat, maar ook de fasering in de aanpak. Het programma is vooral een agenda voor de komende jaren. Het is ingedeeld in drie onderdelen: People, Planet, Profit. Het onderdeel Profit schenkt onder meer aandacht aan het onderzoek naar partnerships voor versterking van de acquisitie. In het deel People gaat het onder meer over goed nabuurschap. En het onderdeel Planet behandelt de verdere uitvoering van het actieprogramma ‘Samen werken aan veiligheid’ en het onderzoek naar de oprichting van een warmtebedrijf.

Intensieve samenwerking
Het programma is opgesteld onder leiding van de Stuurgroep Havenstrategie. Daarin werken de gemeente Moerdijk, provincie Noord-Brabant en Havenschap Moerdijk samen. De uitvoering van de Havenstrategie is niet alleen van de drie partners, ook van andere betrokken partijen. De stuurgroep gaat in gesprek met deze partijen over de uitwerking van de opgaven op hun terrein. Intensieve samenwerking tussen al deze partijen is nodig om een optimaal resultaat te behalen.

Havenstrategie Moerdijk 2030
In juni 2014 is de Havenstrategie Moerdijk 2030 vastgesteld. Daarin is vastgelegd dat Port of Moerdijk in 2030 hét knooppunt van duurzame logistiek en procesindustrie in de Vlaams-Nederlandse Delta is. Port of Moerdijk is excellent in duurzaamheid en veiligheid.

Drie fases
De uitvoering van de Havenstrategie verloopt langs drie fases. In fase één zijn drie urgente trajecten met voorrang opgepakt: de aanpak van de leefbaarheid van het dorp Moerdijk (met onder andere de Moerdijkregeling), de herijking van de governance van het Havenschap en de Europese subsidieaanvraag voor het onderzoek naar de verbetering van het spoor. In de tweede fase hebben de drie kernpartners het Uitvoeringsprogramma opgesteld. Met de derde fase wordt nu gestart: de Stuurgroep gaat met partners in gesprek over uitwerking van de opgaven.

Dynamisch proces
Het programma biedt een breed scala aan projecten en activiteiten. Het document is een momentopname, de uitvoering een dynamisch proces. Daarom heeft dit eerste Uitvoeringsprogramma een looptijd tot 2017. Daarna zal een volgend Uitvoeringsprogramma opgesteld worden, aangepast aan de actualiteit.

Het Uitvoeringsprogramma Havenstrategie Moerdijk 2015-2017 is te raadplegen op www.havenschapmoerdijk.nl/havenschap/havenstrategie-2030.