‘Nieuw innovatiebeleid moet nu van tekentafel naar de praktijk’

‘Nederlandse bedrijven committeren zich aan meer dan 2 miljard aan investeringen in R&D op voor Nederland belangrijke maatschappelijke uitdagingen en nieuwe technologie, zoals slimme klimaatoplossingen, nieuwe medicijnen, en artificiële intelligentie.’ Dat blijkt uit de nieuwe kennis- en innovatieconvenanten die maandag 11 november door bedrijven, wetenschappelijke instellingen en het Rijk zijn afgesloten. In totaal brengen alle partners in 2020 zo’n 5 miljard euro bij elkaar op 25 belangrijke terreinen en een aantal sleuteltechnologieën. Volgens MKB-Nederland en VNO-NCW liggen er mooie afspraken, maar zullen deze zich nog wel moeten bewijzen. Zo lijkt  het nieuwe missie gedreven innovatiebeleid ingewikkeld en is sprak van vele verkokerde potjes geld, en te weinig aandacht voor het mkb. ‘Dit van de tekentafel naar echt succesvolle en langjarige uitvoering brengen is nu dé grote opgave,’ aldus de ondernemersorganisaties.

‘Het is veelbelovend dat er zoveel middelen vanuit bedrijven gecommitteerd worden om te werken aan deze belangrijke maatschappelijke onderwerpen. Dat hogescholen en de regio’s deelnemen in deze afspraken is ook winst voor bijvoorbeeld de kennisverspreiding, aldus Hans de Boer voorzitter van VNO-NCW. Wel zal het beleid zich volgens De Boer het komende jaar moeten bewijzen. Zo is het volgens De Boer opvallend dat er een groot gat zit tussen waar het bedrijfsleven in wil investeren -namelijk ruim een half miljard in nieuwe sleuteltechnologieën- en het publieke aanbod van amper 100 miljoen euro. ‘De praktijk zal moeten uitwijzen of het geld allemaal echt los komt. Het beleid vanuit Den Haag is ingewikkeld en verkokerd en moet verder begrijpelijker gebracht worden naar de mensen waar het echt om gaat; de onderzoekers van bedrijven en onderzoekcentra en kennisinstellingen.’

Meer aandacht voor brede mkb nodig!

Jacco Vonhof, voorzitter MKB-Nederland: ‘In de nieuwe aanpak zitten aantrekkelijke elementen voor het innovatieve mkb. Zo wordt de mkb-regeling voor de topsectoren doorgezet (MIT), worden innovatiestages opgezet door hogescholen en hanteert NWO voor het mkb aantrekkelijke co-financieringspercentages. Maar het mkb is wel teveel het sluitstuk van het beleid geweest als ik door de plannen heen kijk. Zo is er echt te weinig aandacht voor kennisverspreiding naar het bredere mkb. We pleiten er daarom bij de begrotingsbehandeling van EZK voor om de regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) op dit punt te versterken, omdat zij hier een goede rol kunnen spelen.   

Achtergronden

Het kennis- en innovatieconvenant dat vandaag is getekend, is het resultaat van eerder geformuleerde missies en kennis- en innovatieagenda’s. In deze agenda’s staat wat overheden en bedrijven en wetenschappers gezamenlijk willen bereiken. In het convenant staat wat iedereen daadwerkelijk doet en bijdraagt. De vandaag gemaakte afspraken beslaan nu op papier 30% van de totale publieke en private onderzoeksmiddelen in ons land.

ZWIJNDRECHT, 12 november 2019 – De Van Leeuwen Buizen Groep bestaat op 12 november precies 95 jaar. Voor de handelsonderneming en specialist in stalen buizen een uitermate geschikte dag om uit te roepen tot Dag van de Stalen Buis.

Van Leeuwen werd in 1924 opgericht en heeft zich ontwikkeld van een eenmansbedrijf tot een internationale handelsonderneming en specialist in stalen buizen en buistoepassingen, met tientallen vestigingen actief in vrijwel alle industriële sectoren. In augustus kondigde het bedrijf de overname van Benteler Distribution aan, eveneens een internationaal distributiebedrijf in stalen buizen. Van Leeuwen verdubbelt daarmee het aantal werknemers en locaties wereldwijd.

Met de slogan “more than tubes” maakt Van Leeuwen duidelijk dat het meer dan buizen biedt, zoals bewerkingen op maat en toegevoegde waarde diensten. Maar het mooie stalen buisproduct is en blijft haar core business. Niet iedereen is zich ervan bewust hoe vaak je in het dagelijks leven een stalen buis tegenkomt. Of beter gezegd, in hoeveel constructies ze zitten, zoals bruggen, stadions, bouwkranen, heftrucks, auto’s, meubelen, olie- en gasleidingen… Vandaar dat Van Leeuwen 12 november, haar oprichtingsdatum, heeft uitgeroepen tot Dag van de Stalen Buis.

Peter Rietberg, Voorzitter van de Raad van Bestuur: “We hebben in 95 jaar een sterke, internationale onderneming gebouwd op basis van een langetermijnvisie, innovatief ondernemerschap, en vooral de inzet en betrokkenheid van onze mensen die een passie delen voor het mooie stalen buisproduct. Een product waarvoor we graag een Dag van de Stalen Buis uitroepen. Omdat niet iedereen zich realiseert dat onze wereld letterlijk en figuurlijk om buizen draait.”

In het kader van het 95-jarig bestaan organiseerde Van Leeuwen gedurende het afgelopen jaar diverse activiteiten en evenementen voor haar klanten, zoals een Demodag bij de regiovestiging in Ulft. Medewerkers en gepensioneerden van het bedrijf vierden vorige week een jubileumfeest op het eigen terrein in Zwijndrecht.

Je zou verwachten dat ze bij Faber Audiovisuals de techniek en de apparatuur, die ze leveren voor tv shows, concerten en sportevenementen het belangrijkste vinden. “Niet dus”, zegt Sales en Marketing Manager Jasper Reijgers. “De verhuur is eigenlijk ondergeschikt aan de vraag aan de opdrachtgever waar- mee het voor ons allemaal begint: wanneer is de dag voor u geslaagd?”

Faber Audiovisuals is een toonaangevende speler in de wereld van LED-schermen en audiovisuele totaalproducties. Het bedrijf heeft alles in huis: van de materialen en crews tot de gehele organisatie en realisatie van audiovisuele producties. Dat wordt gedaan voor drie marktsegmenten: televisie (live shows, versla- gen van sportwedstrijden en evenementen), zakelijke eindgebruikers (onder andere voor beurzen, productpresentaties en vergaderingen) en live events (op het gebied van sport, muziek en cultuur).

Toppartner

Het van oorsprong kleine familiebedrijf uit Friesland – het hoofdkantoor staat nog steeds in Sint Annaparochie – groeide uit tot een wereldspeler in de audiovisuele markt met vestigingen in Nederland, Duitsland, Dubai en de Verenigde Staten. Sinds 2015 is Faber onderdeel van het Amerikaanse NEP Worldwide Network.

Twee jaar later nam NEP ook het moederbedrijf van CT Holland over, waarna de twee Nederlandse specialisten fuseerden. CT Holland was – via diens voorgangers – al meer dan twintig jaar sponsorpartner van Rotterdam Topsport. En tegenwoordig is Faber Audiovisuals dat.

De Toppartner heeft een sterke binding met de regio Rotterdam én hier veel vaste klanten. Van Luxor Theater tot Ahoy en de Erasmus Universiteit. De knowhow en apparatuur van het be- drijf wordt ook volop gebruikt bij evenementen waar Rotterdam Topsport bij betrokken is. Zo- als de Zesdaagse, het ABN AMRO-toernooi en het CHIO.

Van Nederlands Elftal tot Formule 1

Jasper Reijgers vertelt: “Sport is een belangrijke markt voor ons. Al van oudsher. Oprichter Cees Jan Faber is destijds begonnen met de live-registratie van skiwedstrijden. We doen nu nog steeds het WK en allerlei andere wedstrijd over de hele wereld. Maar ook in het voetbal doen we veel: onder meer voor het Neder- lands Elftal en we verzorgen voor alle clubs in de Eredivisie de LED-reclameborden langs de velden. Daarnaast zijn we ook heel actief in de paardensport en de Formule 1.”

Jasper Reijgers kent Faber door en door. Toen hij er vijftien jaar geleden in dienst kwam, was hij het zesde personeelslid. Inmiddels werken er circa 200 mensen.

En de groei is nog niet voorbij. Het hoofdkantoor wordt momenteel uitgebreid. Dat levert meer ruimte op voor de opslag van apparatuur en er komt een inpandig opleidingsinstituut. Daar studeren vanaf 2020 jaarlijks twaalf studenten van de mbo-opleiding AV-specialist. “Dat is in samenwerking met het ROC Drachten”, legt Reijgers uit. “Wij zijn onderdeel ge- worden van de opleiding. De studenten leren meteen de praktijk en wij zorgen zelf voor instroom van nieuwe medewerkers. Iedereen blij.”

Eindresultaat

Faber is net zo dynamisch als de branche waarin het bedrijf actief is. Dat spreekt Reijgers aan. “Ik heb het nog steeds enorm naar m’n zin. Faber is ontzettend ondernemend en als medewerker heb ik ook altijd een grote mate van vrijheid gekregen om dingen te ontwikkelen en kansen te grijpen die in het belang van het bedrijf zijn.”

Mede daardoor is er veel ruimte om kennis te delen, vertelt Reijgers. Zowel intern als extern. Daar hebben klanten baat bij – en Faber zelf ook. Het stimuleert innovatie en zorgt voor hechte relaties met opdrachtgevers, partners en leveranciers.

“Dat maakt dat we van leverancier naar een ad- viserende partnerrol zijn gegroeid. Of het nu op videogebied, lichtplannen, geluidssystemen of faciliteiten is. Daar is behoefte aan. Zodra mensen weten dat je meer doet, dat je meedenkt en creatieve oplossingen levert, gaan ze erom vragen. Dan kunnen we hen nog beter van dienst zijn. Alles ten dienste van het eindresultaat.”

VR-bril

“Om daar ook inhoudelijk aan tegemoet te komen, werd in 2018 Univate overgenomen. Deze multimedia-entertainmentstudio in Hoofd- dorp ontwikkelt allerlei content. Onder andere voor virtual reality-toepassingen,” vertelt Reijgers.

Die techniek gebruikt Faber zelf inmiddels ook. “Univate heeft een app gemaakt die we inzetten als we ergens mogen pitchen. Het ontwerp voor een project kunnen we dan driedimensionaal laten zien met een VR-bril. Die bril zetten we bij de klant op en die kan beleven hoe het er straks uit komt te zien. Dat werkt geweldig. Ja commercieel, haha, maar ook weer om het uiteindelijke plaatje zo geslaagd mogelijk te laten zijn.”

Honderd Rotterdammers van verschillende leeftijd, culturele achtergrond en uit verschillende woonwijken kregen vier maanden lang een budget van tweehonderd euro om gebruik te maken van deelvervoer, ov en de watertaxi. Zo wilden we leren wanneer mensen wel én geen gebruik maken van de verschillende vormen van vervoer die de stad te bieden heeft. Een belangrijke conclusie is dat het inkomen van mensen van invloed is op hoe mensen reizen en dat culturele achtergrond hier geen invloed op heeft. Een ander opvallend resultaat is dat maar liefst tachtig procent van de autobezitters de auto liet staan om anders te reizen. Verder werd deelvervoer (fietsen, auto’s en e-scooters) volop uitgeprobeerd, maar vooral als ‘extra’ gezien. En mensen vinden het lastig om na te denken over het combineren van meerdere (deel)vervoersmiddelen in één reis. De ‘Rotterdam MaaS-beleving’ is een experiment van De Verkeersonderneming in samenwerking met de gemeente Rotterdam. Doel van het experiment is leren over het gedrag van reizigers rondom Mobility as a Service (MaaS).

Opzet ‘Rotterdam MaaS-beleving’
Van oktober 2018 t/m eind januari 2019 deden honderd Rotterdammers mee aan een experiment met het mobiliteitsconcept MaaS. Met MaaS wordt reizen makkelijker omdat je op één online plek je reis kunt plannen, boeken en betalen. Wat het Rotterdamse experiment uniek maakt, is dat goed gekeken is of een representatieve afspiegeling van de stad kon worden gevonden. En dat is gelukt! De deelnemers kregen vier maanden lang iedere maand tweehonderd euro budget waarmee ze gebruik konden maken van het ov, deelvervoer en de watertaxi. De gemaakte reizen werden gemonitord en er werden interviews en enquêtes gehouden. Na vier maanden kregen alle deelnemers het aanbod om nog twee maanden gebruik te maken van het aangeboden vervoer, tegen betaling van een abonnement. Ze konden dan kiezen tussen een ‘pay as you go’ abonnement met 25% korting op alle reizen, of een bundel van 50, 100, 150 of 250 euro met 50% korting. Maar liefst 76 deelnemers maakten hier gebruik van. Meer dan de helft hiervan koos voor een van de bundels. Dertig deelnemers kozen voor een ‘pay as you go’ abonnement.

Conclusies Rotterdam MaaS-beleving
Inkomen beïnvloedt reisgedrag
Deelnemers in de hogere inkomensgroepen hebben vaker een eigen auto dan deelnemers met lagere inkomens. Daardoor is onder andere het ov-gebruik onder mensen met lagere inkomens hoger. Ook maakten deelnemers met hogere inkomens een groter gedeelte van hun budget op dan mensen met een laag inkomen. Ze maakten minder, maar duurdere reizen met de deelauto en de trein, terwijl deelnemers met een laag inkomen meer goedkopere ritjes maakten met de tram, metro en bus. Opvallend is dat mensen met een laag inkomen veel voorzichtiger omgingen met het budget en ook minder uitgaven. Zo gaven enkele deelnemers aan dat ze het zonde vinden om gebruik te maken van een vervoermiddel als het niet echt nodig is, of dat ze er vanwege persoonlijke problemen niet aan toe kwamen om nieuwe vervoermiddelen te proberen. Wel gaven deelnemers met een laag inkomen aan dat ze tijdens het experiment meer gereisd hadden dan ze normaal gesproken doen.

Autogebruik gaat sterk omlaag
Zeventig procent van de deelnemers ging anders reizen, van de autobezitters was dit zelfs tachtig procent. Autobezitters vervingen de ritten met hun eigen auto niet 1-op-1 door deelauto’s, maar onderzochten bewust wat het beste paste bij hun reis. Omdat ze inzicht hadden in de kosten, letten ze hier op bij het maken van keuzes voor vervoer. Ongeveer de helft van de autobezitters stapte af van de auto als hoofdvervoersmiddel. Twee deelnemers verkochten zelfs hun auto na afloop van het experiment.

Deelvervoer wordt vooral uitgeprobeerd en als ‘extra’ gezien
Deelnemers maakten vaak gebruik van deelvervoer: de helft van het budget ging op aan een deelauto, -fiets en/of –e-scooter en er waren enthousiaste reacties op het gebruik. Toch kelderde dit gebruik met 85% in de twee maanden na afloop van het experiment waarin mensen met een abonnement reisden. Deelnemers gaven bijvoorbeeld aan het zonde te vinden om gebruik te maken van een deelscooter als ze ook kunnen kiezen voor hun eigen fiets of een goedkoper ritje met het ov.

Denken over reizen met meerdere vervoersmiddelen is lastig
Mensen denken weinig na over het combineren van meerdere vervoersmiddelen voor één reis. Het zijn vaak dezelfde combinaties (en maximaal drie) die reizigers overwegen, zoals de trein plus fiets. De combinatie ov en deelauto wordt nauwelijks gebruikt. De deelauto wordt gezien als een complete vervanging van een rit met het ov. Ook als deelvervoer de reistijd kon verkorten, vergaten deelnemers dus dat dit een optie is.  

Het volledige rapport kunt u vinden op: www.verkeersonderneming.nl/100rotterdammers.

Dit artikel is partnernieuws en is geschreven door Monique Monster Monster van De Verkeersonderneming

Deze week woensdag opende Rabobank Rotterdam haar nieuwe kantoor aan het Weena. Tijdens de opening in het teken van zelfredzaamheid, overhandigden burgemeester Ahmed Aboutaleb en Rabo-topman Wiebe Draijer, een cheque aan Maria Molenaar van Woonstad en Ron Kooren en Philippe Raets van TechniekCollegeRotterdam. Een flinke bijdrage voor het project ‘Nieuwe Energie voor de Bouw’. Doel: 20 tot 40 jongeren van 16 tot 27 jaar werven, selecteren en begeleiden naar werk en/of scholing. Ger Wolfs, projectleider vanuit Techniek College Rotterdam: “We kijken vooral naar de groep jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ze gaan aan het werk in renovatie en verduurzaming bij o.a. Woonstad Rotterdam. Met een begeleidingsprogramma van zes maanden kunnen ze praktijkverklaringen behalen, geplaatst worden in een leerwerktraject, een reguliere baan vinden of doorstromen naar een fulltime opleiding. Het betreft vooral werkzaamheden in de bouw, de techniek en de energietransitie, waar volop mogelijkheden zijn.” Het project ‘Nieuwe Energie voor de Bouw’ wordt een onderdeel van de Leerwerkakkoorden van de gemeente, het bedrijfsleven en het onderwijs.