Dit jaar zal de bouwproductie herstellen en voor het eerst sinds jaren een krachtige groei laten zien. Naar het zich nu laat aanzien zal het herstel ook volgend jaar doorzetten. Met een groei van vier procent dit jaar en naar verwachting drieeneenhalf procent in 2016 zal de bouwnijverheid ook een groei laten zien binnen de Nederlandse economie.
Daar waar eerder nog van een kleine daling werd uitgegaan, zal ook de bouwproductie dit jaar licht toenemen. Zo is de lezen in de raming in september van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). Volgens Taco Hoek (directeur EIB) moeten we 2014 zien als een transitiejaar. Het zal echter nog wel even duren voordat de werkgelegenheid weer serieus zal toenemen.
Utiliteitsbouw
Na forse productiedalingen in de afgelopen jaren kan dit jaar een lichte groei in de utiliteitsbouw plaatsvinden. Vooral in de logistieke sector is inmiddels sprake van een groeiende behoefte aan huisvesting, waardoor de nieuwbouwproductie in deze sector toeneemt. Wat kantoren en winkels betreft: de hoge leegstand is er de oorzaak van dat er vooralsnog sprake is van een productieherstel. De bouwproductie voor de zorg is de afgelopen jaren relatief fors teruggezakt. De ontwikkeling van het aantal verleende bouwvergunningen wijst echter op herstel van de bouwproductie in deze sector. Door de aantrekkende economische groei zal, naar verwachting, de groei van de utiliteitsbouw vanaf dit jaar toenemen. De nieuwbouw van kantoren en schoolgebouwen loopt echter nog terug. Voor volgend jaar wordt voor de utiliteitsbouw niet meer dan een bescheiden groei verwacht.
Infrastructuur
De markt voor Grond, Weg- en Waterbouw zal dit jaar herstel laten zien na twee slechte jaren waarin de productie met in totaal tien procent afnam. Vooral door het werk aan enkele grote wegenprojecten zullen de investeringen van het Rijk dit jaar toenemen met zo’n drie procent. Ook bedrijven geven weer meer opdrachten voor grond, weg- en waterbouwwerkzaamheden. Dit geldt vooral voor haven- en industrie gerelateerde bedrijven. Dit jaar zal het herstel van de grond, weg- en waterbouwmarkt, bij normaal winterweer, voorzichtig doorzetten. De investeringen van de decentrale overheden en de bedrijven trekken daarbij stevig aan, onder meer door de sterke groei in de woningbouw. Deze sterke groei werkt ook volgnd jaar door in de investeringen van zowel gemeenten als die van energiebedrijven. Onder invloed van verdere economische groei trekken ook de investeringen in industrie en havens verder aan. Als gevolg van de bezuinigungen lopen de investeringen van het Rijk echter iets terug.
Regiononale verschillen zijn beperkt
De bouwproductie in Nederland groeit dit jaar met een half procent, dit na een daling van vier procent in 2013. De regionale verschillen zijn dit jaar beperkt. In Randstad-Zuid (Zuid-Holland) ligt de groei iets boven gemiddeld. In de provincies (Zeeland, Noord-Brabant en Limburg) ligt dit iets boven het landelijk gemiddelde. In Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel, Flevoland en Gelderland krimpt de bouwproductie nog licht. Zowel in Randstad-Noord (Utrecht en Noord-Holland) als in Zuid-Nederland blijft de woningbouw achter, maar de utiliteitsbouw ontwikkelt zich in deze gebieden gunstig. Voor Noord en Oost Nederland blijft de utiliteitsbouw juist achter bij de landelijke ontwikkeling. In Randstad Noord is de groei van de grond, weg- en waterbouw productie sterker dan in andere delen van het land.
Ontwikkeling arbeidsmarkt
Met de sterke terugval van de bouwproductie is ook de werkgelegenheid in de bouw in de jaren 2009 tot 2013 sterk teruggelopen. In de afgelopen vijf jaar is de werkgelegenheid met bijna vijfenzestigduizend arbeidsjaren afgenomen. De werkgelegenheid van zelfstandigen nam de afgelopen jaren iets toe. De verwachting is dat de werkgelegenheid dit jaar nog zal dalen. Het EIB voorziet een verlies van zo’n zestienduizend arbeidsjaren. Alleen de flexibele schil van uitzendkrachten en gedetacheerd personeel neemt enigszins toe. Vanaf volgend jaar verbetert het beeld langzaam in positieve zin. De werkgelegenheid neemt de komende twee jaar naar verwachting met in totaal veertienduizend arbeidsjaren toe.
