Overig

‘Het MKB is de kurk waar Nederland op drijft’

642

Het versoepelen van het ontslagrecht, de verhoging van de AOW-leeftijd, steeds meer tijdelijke dienstverbanden en toenemende werkloosheid: allemaal zaken die volop in het nieuws zijn en aangeven dat de arbeidsmarkt aan verandering onderhevig is. Het gaat steeds minder om (vaste) banen, maar het werk blijft bestaan. Hoe spelen we daar met zijn allen het beste op in? Rijnmond Business organiseerde een rondetafelgesprek op het ss Rotterdam. Korrie Louwes, wethouder Arbeidsmarkt, Hoger Onderwijs, Innovatie en Participatie te Rotterdam, Jacqueline Bakker, directeur/eigenaar van Werkend Nederland,  Mai Elmar, Executive Director ss Rotterdam en Albert Kluwen, advocaat met specialisme arbeidsrecht bij De Koning Advocaten spraken zich uit over het veelomvattende thema.

De arbeidsmarkt van morgen

Louwes: “Overal in Europa zijn veranderingen gaande, maar het echte debat is: ‘Hebben we wel een arbeidsmarkt passend bij onze toekomst?’ Als regio moeten we zorgen voor snelle, goede oplossingen om de concurrentie met Europa aan te gaan. De vooruitzichten zijn weinig positief, dus dat het spannende tijden worden staat vast.”

Bakker: “Dan is een mentaliteitsverandering ook niet onbelangrijk. Evenals de invloed van de vergrijzing én ontgroening op de arbeidsmarkt, inmiddels goed te merken. Gelijktijdig wordt pijnlijk duidelijk dat het aanbod van personeel, wat beschikbaar komt, onvoldoende aansluit op de vraag. Als je de toekomst niet helder in beeld hebt, wordt het lastig anticiperen. De visie van de overheid hierop staat naar mijn beleving nog in de kinderschoenen.”

Kluwen: “Daar ben ik het niet helemaal mee eens. Er zijn partijen die wel degelijk visie hebben. Of die visie helemaal juist is, is een tweede. Zo heeft Tweede Kamerlid Fatma Koser Kaya van D66 een initiatiefwetsvoorstel ingediend om het ontslagrecht te hervormen. Haar wet moet het gemakkelijker maken om werknemers te ontslaan of om ontslag te nemen bij een werkgever. Wat velen over het hoofd zien, is dat het huidige ontslagrecht al niet (meer) zo preventief is als we denken! Partijen als de PVV en de PvdA vinden het huidige ontslagrecht niet zo slecht. Andere partijen willen een gewijzigd ontslagrecht zonder preventieve ontslagtoets, o.a. omdat ze denken dat daarmede de flexibiliteit op de arbeidsmarkt wordt vergroot.”

Louwes: “De invloed van de politiek op de reële economie is volgens mij niet heel groot. Dat heeft deels te maken met de flexibele markt. Het gros van de mensen is niet meer zijn hele leven werkzaam binnen één branche.”

Elmar: “Waar ik me binnen de arbeidsmarkt toch over verbaas, is het massale verzet tegen de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. Als we gemiddeld … 80 tot 100 jaar gaan worden, is het toch logisch dat we niet slechts 50% van onze jaren kunnen werken? In Noorwegen is deze ooit van 70 jaar naar 67 jaar gegaan, daar hebben ze de 65 jarige pensioenleeftijd niet eens ooit gehaald. De verhoging van de pensioenleeftijd in Nederland van 65 naar 67 zorgt voor de gemiddelde werknemer voor slecht driekwart jaar extra werk. Terwijl de perceptie heel anders is.”

Bakker: “In ons land wordt ‘werk’ vaak gezien als een noodzakelijk kwaad. Het is eerder moeten dan graag willen werken. En dat terwijl je het ook anders kan zien. Kijk eens internationaal, genoeg landen waar werken als voorrecht wordt gezien.”

Elmar: “De heersende situatie in Noordwest Europa komt niet uit de lucht vallen, zo ook niet het aantal van 7 miljoen leegstaande m2 in Nederland, dit is een gevolg van het nieuwe werken waar we al ruim 10 jaar geleden mee van start zijn gegaan, zo ook pretenderen we een service en kennis economie te zijn. Service is 7/24 en niet 32 uur van maandag 12.00 uur tot vrijdag 15.00 uur.”

Kluwen: “Ik zie het positiever in. Mijn kinderen zijn 16 en 17 jaar en ik bestempel hun lichting als een generatie met ambities. Het enige waar ik me zorgen over maak is de vraag hoe je het enthousiasme van jongeren vast kunt houden? De (jeugd-)werkloosheidscijfers kunnen ontmoedigend werken.”

Waardering van werk

Bakker: “Het maakt zoveel uit als werkgevers oog hebben voor wat ze in huis hebben. Laat merken dat je medewerkers ertoe doen. Dan kun je samen werken aan succes en de economie dat zetje opwaarts geven. Het gaat bij het gros van de werknemers niet meer als eerste om salaris en promotie. De werknemer van nu zoekt vooral naar waardering, werkplezier en voldoende uitdaging. Als het even kan bij een aantrekkelijk bedrijf.”

Elmar: “Ik ben ondernemer en dan dien je ondernemend te zijn; er voor gaan ook in moeilijke tijden. We dienen ons te realiseren dat er veel 30/40-tigers zijn die in het werkende leven nog nooit recessie hebben meegemaakt. Hoe ga je er mee om en hoe maak je de omstelling.

De huizenmarkt is onzeker, veel mensen zitten met 2 huizen, co-ouderschap en ga zo maar door – mensen kiezen voor zekerheid, echter dient dit niet altijd de flexibiliteit en innovativiteit.”

Bakker: “Bij dertigers en veertigers slaat soms het enthousiasme om in angst. ‘Zit ik wel op de juiste plek’ en ‘heb ik eigenlijk wel de kwaliteiten om manager te zijn?’ Dit kun je wel denken, maar vooral niet uitspreken…stel je voor! Door promotie te ver doorgeschoten wordt voorbij gegaan aan dat waar ze goed in zijn. Vaak voortgestuwd door allerlei drijfveren, doorgaans niet de juiste. Wie vanuit passie ergens vol voor gaat heeft plezier en bereikt meestal veel meer.”

Louwes: “We komen ook uit een tijd van ‘maak je dromen maar waar’. Er ontstond een soort gekte waarbij iedereen maar dacht dat hij minister-president zou kunnen worden. De realiteitszin was ver te zoeken.”

Bakker: “Ook nu nog draait het vaak om status. Een promotie pakt niet altijd goed uit. Waarom niet ‘horizontaal’ verder ontwikkelen? En sterker worden in dat waarin je goed bent? Dat is ook loopbaanontwikkeling. Jammer genoeg is het vaak ’the only way is up’. Met als gevolg dat werknemers op hun tenen moeten lopen en hun kracht verliezen.”

Elmar: “Situaties manage je en mensen geef je leiding. Het zou goed zijn als bedrijven voor een reorganisatie eerst eens kijken wie en wat ze allemaal in huis hebben. Het gevaar is dat het kind met het badwater wordt weggegooid. Er wordt te veel goed personeel weggesneden.”

Kluwen: “Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Ik denk dat dat voor sectoren als de bouw heel erg moeilijk zal zijn.”

Werkzekerheid of baanzekerheid?

Kluwen: “Door het verkorten van de WW-periode en versoepeling van het arbeidsrecht zullen veel meer mensen in de bijstand terechtkomen. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Of je beperkt de WW duur en je zorgt voor een zekere bescherming van de werknemer, of je geeft de werknemer weinig bescherming en je verkort de WW-periode niet of althans weinig”

Louwes: “Als je in een bedrijf zit, heb je alle bescherming. Maar daarbuiten? Daar werd niet over nagedacht. Dus er is meer dynamiek nodig.”

Kluwen: “Maar ga je dat bereiken door het afschaffen van de preventieve ontslagtoetsing? Ik vraag het me ten zeerste af.”

Bakker: “Werkzekerheid? Er is voldoende vraag naar ‘handenarbeid’,  naar mensen met een ambacht. Ook binnen het onderwijs is dit doorgedrongen. Een ambacht leren was bijna minderwaardig geworden. Tal van sectoren, ook onze havens, hebben behoefte aan deze vakmensen. Maar dan wel met de juiste werkmentaliteit.”

Elmar: “We moeten wel met zijn allen waken voor de ‘broodje aap verhalen’. Natuurlijk is er behoefte aan capabel, goedgeschoold havenpersoneel, maar het is niet zo zwart-wit als de media soms wil doen laten geloven. Er zijn veel capabele en goedgeschoolde havenmedewerkers en er komen er gelukkig nog genoeg bij. De haven is internationaal en je kunt er een goede boterham verdienen; een goede kraanmachinist kan met onregelmatigheidstoeslag en zijn expertise wel een ton per jaar verdienen. We dienen als werkgevers focus te hebben op ontwikkeling en in z’n algemeenheid vertellen hoe leuk het is om in de haven te werken.”

Focus op zaken die wel goed gaan

Elmar: “Waarom besteden we zoveel aandacht, tijd en energie aan de 3 procent van de werknemers die niet goed functioneert? Dat betekent dat 97 procent het wel goed doet. Focus je daar dan op. Dat levert veel meer op. In Rotterdam werken en leven alle nationaliteiten samen en volgens mij gaat dat vrij succesvol.”

Louwes: “In het buitenland staat Rotterdam bekend als een goed voorbeeld. Terwijl die erkenning in eigen land er niet is. Natuurlijk zijn er dingen voor verbetering vatbaar, maar veel gaat er goed. Alleen is goed nieuws geen nieuws, ook niet op de arbeidsmarkt. Dus die verhalen horen we niet.”

Bakker : “Dat klopt. Als antwoord op de ontwikkelingen in de arbeidsmarkt worden door het Rotterdamse bedrijfsleven en instanties stappen gezet om medewerkers duurzaam in te zetten. Soms nog in een pril stadium, maar toch. Een mooi staaltje van maatschappelijk verantwoord ondernemen in de praktijk.”

Elmar: “We zijn aanbeland in het post-management tijdperk. We moeten handvatten aanreiken aan diegenen in het middenmanagement om daar mee om te gaan en in gezamenlijkheid een functionaliteit slag te maken.”

Louwes: “In het MKB ontstaat werk, daar zit de nieuwe werkgelegenheid. Het MKB is de kurk waar Nederland op drijft. Bijna niets gaat meer lineair, dus zij zullen de wendbaarheid van deze tijd moeten organiseren. Een grote, maar zeker geen onrealistische uitdaging.”