Nederland kent inmiddels ruim één miljoen ZZP-ers, ca. 5% van het aantal inwoners (dus niet van de beroepsbevolking!). In Amsterdam is ongeveer 10% van de bevolking ZZP-er. In een stad als Dordrecht is dat bijna 6%.
Ook de invoering van de WWZ (de Wet Werk en Zekerheid) per 1 juli 2015 heeft geleid tot een toename van het aantal ZZP-ers. De WWZ maakt het voor werkgevers lastiger een werknemer te ontslaan. Werkgevers, en met de name de kleinere werkgevers, kiezen er daarom steeds meer voor dat risico te beperken door niet een werknemer in dienst te nemen maar met een ZZP-er in zee te gaan. Voordelen: flexibiliteit, kortere opzegtermijnen, geen ontslagbescherming, geen doorbetaling tijdens ziekte, geen transitievergoeding.
Voor de ZZP-ers en ook voor hun opdrachtgevers is er per 1 mei 2016 het nodige veranderd.
De VAR (de Verklaring ArbeidsRelatie) is afgeschaft. Iemand kon de belastingdienst vragen hem aan te merken als zelfstandige. Indien betrokkene aan de eisen voldeed kreeg hij de VAR-verklaring en kon hij als zelfstandige aan de slag.
Daarbij werd er dan vanuit gegaan dat de ZZP-er werkzaam was voor meerdere opdrachtgevers, dat hij niet verplicht was zelf de overeengekomen werkzaamheden te verrichten en dat geen sprake was van een gezagsverhouding tussen hem en zijn opdrachtgever.
Op grote schaal is misbruik gemaakt van de VAR-verklaring. Op papier was iemand werkzaam als ZZP-er maar feitelijk ging het om een gewone arbeidsovereenkomst: slechts één opdrachtgever, wel een gezagsverhouding, wel de verplichting om zelf de overeengekomen arbeid te verrichten en dus niet de mogelijkheid om een ander te sturen. Wanneer de belastingdienst vaststelde dat sprake was van een schijnzelfstandige werden aan die schijnzelfstandige aanmerkelijke naheffingsaanslagen en boetes opgelegd. De financiële gevolgen van het doorprikken van de schijnzelfstandigheid lag dus met name bij de zelfstandige en niet bij zijn opdrachtgever.
De VAR-verklaring is afgeschaft. Weg ermee. De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties is ingevoerd. Nu kunnen een opdrachtgever en een ZZP-er een modelovereenkomst sluiten. Er zijn modelovereenkomsten opgesteld door de belastingdienst, werkgeversorganisaties, vakbonden en brancheorganisaties. De door de belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomsten zijn te vinden op www.belastingsdienst.nl
Wanneer een opdrachtgever en een opdrachtnemer (ZZP-er) een overeenkomst sluiten conform een door de belastingdienst goedgekeurd model kan de ZZP-er zonder bezwaar als zelfstandige bij die opdrachtgever aan het werk. Maar, let wel, dan moet de inhoud van die modelovereenkomst ook wel naar behoren worden nageleefd. Dus nog steeds: geen ondergeschiktheid (geen werkgeversgezag), geen verplichting tot persoonlijke arbeid, meer dan één opdrachtgever. In die zin is er dus eigenlijk niet zo heel veel veranderd. Het gaat uiteindelijk om de werkelijke inhoud van de arbeidsrelatie tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer (de ZZP-er). Aan de hand daarvan beoordeelt de belastingdienst of sprake is van echte zelfstandigheid dan wel van een schijnconstructie. Voor die beoordeling maakt het niet veel verschil of gewerkt werd op basis van een VAR-verklaring dan wel, per 1 mei 2016, krach-tens een modelovereenkomst.
Wel is er sedert 1 mei 2016 een belangrijk verschil wanneer de belastingdienst constateert dat van een schijnconstructie sprake is. Kwamen de naheffingsaanslagen en boetes tot 1 mei 2016 vooral bij schijnzelfstandige terecht, per 1 mei 2016 ligt ook de opdrachtgever nadrukkelijk in de vuurlinie. Ook hij zal, indien een modelovereenkomst niet naar behoren wordt nageleefd en dus feitelijk sprake is van een gewone arbeidsovereenkomst, geconfronteerd worden met aanmerkelijke naheffingen en boetes.
De periode van 1 mei 2016 tot 1 mei 2017 is een overgangsjaar. De belastingdienst zal in dat jaar in beginsel geen boetes opleggen en volstaan met waarschuwingen. Op 1 mei 2017 wordt het echt serieus en zal de belastingdienst, zo is de verwachting, actiever dan voorheen tegen schijnconstructies optreden met alle risico’s voor de opdrachtgever en de schijnzelfstandige van dien.
Kortom, opdrachtgevers en ZZP-ers, reken u niet rijk wanneer u samen een goedgekeurde model-overeenkomst getekend heeft. Het hebben van een dergelijke overeenkomst is niet voldoende. U zult echt naar de inhoud van die overeenkomst moeten handelen!