In de Rotterdamse concept begroting 2017 zit een onderdeel Economische Zaken. Helaas is het hoofdzakelijk een opsomming van lopende zaken. Het enige daadwerkelijke doel dat wordt benoemd, is het transformeren van het aantal vierkante meters leegstaande kantoorruimte.
Het Rotterdamse college van Leefbaar Rotterdam, CDA en D66 geeft de prioriteit aan vier clusters: Maritiem, Food, Clean Tech, Medisch en Zorg. Gemeenteraadslid Jan-Willem Verheij (VVD) merkt op dat veel (kleinere) ondernemers niet per sé onder een van deze vier clusters vallen. “Ondernemers zitten ook niet allemaal te wachten op allerlei innovaties. Ze willen gewoon zonder obstakels hun werk kunnen doen. Neem Het Ondernemersloket. Dat lijkt gunstig, maar het is alleen voor startende ondernemers. Een gevestigde ondernemer die zijn bedrijf wil uitbreiden, zou er ook terecht moeten kunnen. Ondernemers stuiten bijvoorbeeld op parkeerproblematiek. In de begroting mis ik de schakel met deze dagelijkse werkelijkheid. Als je een mobiele telefoon koopt, dan ga je bellend de winkel uit. Waarom kunnen ondernemers niet naar het stadhuis gaan en met een vergunning de deur uitlopen? Dit zou mogelijk moeten zijn bij een parkeervergunning of een horecavergunning. Een ander probleem is de digitale infrastructuur. Die is niet overal op orde.
Verder zou er nú begonnen moeten worden met de A4 Zuid. Daar hoor ik niets over!”
Ook gemeenteraadslid Carlos Gonçalves (PvdA) is kritisch. “Dit beleid is een voortzetting van het beleid van het vorige college. Een visie hebben is één, maar waar blijft de realisatie? Daar zien we te weinig van terug. Expo 2025 had een impuls moeten worden. Het werd een debacle, terwijl het voor veel banen had kunnen zorgen. Een gemiste kans.”
Als het op ondernemen aankomt, stelt dit college volgens Gonçalves te weinig targets. “De enige uitzondering is de hoeveelheid leegstaande kantoorruimte die moet worden getransformeerd. Voor de overige plannen is geen concrete realisatie. Het aantal werkzoekenden in onze stad was nog nooit zo hoog. De oplossing ligt in investeren.”
De woordvoerder van wethouder Struijvenberg (Economie) benadrukt dat ondernemers die buiten de vier clusters vallen misschien niet uitgebreid in de begroting worden genoemd, maar ze worden beslist niet vergeten. Net als andere ondernemers. Alleen wordt er meer gefaciliteerd dan geld uitgetrokken.
“De Ondernemersbalie is dé ingang voor ondernemers. Hier helpen we startende en gevestigde ondernemers op weg met het starten van een onderneming, het vinden van bedrijfsruimte en het aanvragen van vergunningen.
Er werken bedrijfscontactfunctionarissen in winkelgebieden en op bedrijfsterreinen. Per bedrijfssector zijn er accountmanagers aangesteld die dienen als counterpart voor ondernemers. Bovendien wordt bekeken of er in het algemeen iets aan de regeldruk voor ondernemers te doen is.”
Dat er amper concrete doelen in het onderdeel economie worden genoemd, zou komen omdat dit lastig is. Uiteindelijk zijn lokale economische ontwikkelingen sterk afhankelijk van factoren van buitenaf. Er wordt wel geprobeerd om het Rotterdamse vestigingsklimaat zo gunstig mogelijk te maken en te houden.