Overig

‘De hybride werknemer van nu kijkt anders naar de verhouding tussen werk en privé’

568

Bedrijven die alleen maar bezig zijn met de waan van de dag, de kloof tussen onderwijs en arbeidsmarkt, het containerbegrip zzp’er en jobhoppen als gewoonste zaak van de wereld voor de jongere generatie: deze en gerelateerde onderwerpen kwamen aan bod tijdens een rondetafelgesprek over ontwikkelingen op het gebied van de arbeidsmarkt.

In de tuin van Hipper & Kolfbaan schoven Diderik van Beusekom, teammanager Werkgeversdienst bij Avres, Adriaan Elenbaas, commercieel directeur Rivierenland bij ABN AMRO, Kees Zwetsloot, fiscalist en bedrijfsjurist bij Raadviseurs, Erick Verlee, adviseur bij RAAAK Personeel Payrolling, Ruud Degenaar, advocaat bij DHC Advocaten en Edward van der Meijden, één van de directieleden van Cantrijn, aan om met elkaar in gesprek te gaan. Elenbaas trapt af met de opmerking dat ondernemers, het onderwijs en beleidsbepalers wel hun best doen om inzicht op te doen betreffende regionale ontwikkelingen op het gebied van de arbeidsmarkt, maar plaatst meteen ook een kanttekening.

“Veel partijen tonen betrokkenheid en zoeken elkaar op, alleen blijft het vervolgens te vaak hangen in goede bedoelingen. Met name aan het agenderen van concrete acties schort het nogal eens. Het valt ook niet mee om gezamenlijk iets te maken van een rijstebrij aan meningen, visies en informatie.”

Verlee: “Ondernemers zijn vaak puur bezig met de waan van de dag. Daar verdienen zij immers hun boterham mee. Met de toekomst van de arbeidsmarkt zijn zij meestal niet gericht bezig. Ze horen in de verte wel over ontwikkelingen en veranderingen, maar ondernemen niet meteen actie. De heersende gedachte is vaak: ‘bij ons zal het wel meevallen’. Veel wordt gehoord, maar bijna nooit geschakeld.”

Van der Meijden: “Het is ook de vraag: waar haal of breng je relevante informatie? Bij een brancheorganisatie of elders? Ik heb niet het idee dat ik regionaal door wie dan ook actief wordt geïnformeerd over specifieke, regionale arbeidsmarktontwikkelingen. Wat ik lees of hoor, is voornamelijk generiek landelijk.”

Verlee: “De IKG organiseert met enige regelmaat interessante bijeenkomsten met regionale insteek. Wie erop uit gaat in de omgeving, zal zeker wijzer worden. Maar doen ondernemers vervolgens daadwerkelijk iets met die opgedane kennis? Ik denk te weinig. Neem de wetgeving omtrent datalekken. Het onderwerp wordt in de regel interessant gevonden, er worden bijeenkomsten over georganiseerd maar daar blijft het dan vaak bij. Binnen de bedrijfsvoering verandert er vervolgens weinig of pas op het laatste moment als men er niet meer onderuit kan en er echt iets aan moet doen.”

Zwetsloot: “Dat begrijp ik wel, want voor je over zoiets voldoende kennis hebt, ben je wel even verder. Ook financieel.”

Van der Meijden: “Op het moment dat je denkt: ‘nu moet ik hier echt iets mee doen’, ben je eigenlijk al te laat.”

Iets waar werkgevers soms ook mee in de maag zitten, is de omgang met zzp-rs. Zeker nu sinds 1 mei de VAR voor deze groep is afgeschaft. Het systeem stuitte op bezwaren, omdat het schijnzelfstandigheid mogelijk maakte. De VAR is nu vervangen door modelovereenkomsten tussen zzp-ers en hun opdrachtgevers.

Degenaar: “Ook in deze moeten werkgevers niet passief, maar actief opereren. Online is al heel veel informatie over de verandering te vinden. Begin op de site van de Belastingdienst en zoek zo verder.”

Zwetsloot: “Daar schuilt ook meteen een gevaar in. Men denkt dan namelijk te snel dat alles geregeld is met zo’n overeenkomst. Maar dat is niet waar.”

Elenbaas: “Voor zzp-ers betekent de afschaffing van de VAR een pas op de plaats. Zij zullen vanwege de verandering minder aan de bak komen omdat grote werkgevers het risico niet durven aan te gaan.”

Degenaar: “Maar als werkgevers eerst steeds zuiniger zijn met vaste dienstverbanden en vervolgens ook de zzp-ers niet meer willen blijft er weinig over. Ik zie daarom dat gevaar niet.”

Elenbaas: “Maar ABN Amro, en vele andere grote organisaties, hebben de inhuur van personeel nu op één plek geconcentreerd. Dat gaat ten koste van ruim 1 miljoen zzp-ers.”

Van der Meijden: “Zzp-er is wel een enorm containerbegrip. Wij associëren het nog te gemakkelijk met creatieve ondernemers die hun zaakjes goed voor elkaar hebben. Aan de IT-kant is dat wellicht ook zo, maar in bijvoorbeeld de bouw is het een heel ander verhaal.”

Van Beusekom: “Klopt, het enige argument om iemand niet aan te nemen maar als freelancer te gebruiken is vaak premieheffing. Die hoef je voor een zzp-er als werkgever niet te betalen. De overheid doet er nu alles aan om alle flexdiensten terug te dringen, maar dat wordt een lastig verhaal.”

Van der Meijden: “Eens, want in deze nieuwe situatie is er sprake van een arbeidsrelatie op het moment dat je iemand functioneel aanstuurt. Die lijn is heel dun.”

Van Beusekom: “De nieuwe wet zegt inderdaad dat er geen hiërarchische aansturing of gezagsverhouding mag zijn. Maar neem de zzp-ers die voor PostNL werken. Dat is meestal hun enige opdrachtgever. Als een bezorger last van zijn rug heeft, mag hij niet een werkdag overslaan. Ook mag hij niet beslissen wat hij op een dag wegbrengt en waar naartoe. Verder staat vast dat hij bedrijfskleding draagt. Dit druist in tegen een belangrijk basisprincipe van het zzp-erschap: altijd de keuzevrijheid hebben om ‘nee’ te zeggen. Ik denk daarom dat het onvermijdelijk is dat flinke groepen zzp-ers toch weer in vast dienstverband gaan werken, bijvoorbeeld timmerlieden, of gebruik gaan maken van andere constructies of voorzieningen.”

Verlee: “Ik denk niet dat dat gaat gebeuren. De overheid wil meer vaste banen, maar in het werkveld willen beide kanten juist meer flexibiliteit. Die tendens is wereldwijd aan de gang. De overheid zou dit daarom veel beter op een verantwoorde manier moeten faciliteren in plaats van krampachtig proberen tegen te houden. In de huidige situatie zoeken opdrachtgevers naar alternatieve mogelijkheden. Dat merken wij binnen RAAAK Payrolling aan de toegenomen belangstelling voor onze dienstverlening die voor dit probleem een oplossing biedt.”

Van der Meijden: “Met de toename van het aantal zelfstandig betrokken partijen in de markt wordt het belang van samenwerking en onderlinge afstemming steeds groter. Flexibiliteit kun je beter bewerkstelligen in nieuwe organisatievormen en samenwerkingsafspraken.”

De wereld verandert op meer fronten, want waar het vroeger niet ongebruikelijk was om 40 jaar voor dezelfde baas te werken, moet de jongere generatie daar vaak niet aan denken.

Van Beusekom: “Het kon er 30 jaar geleden nog net mee door wanneer je op latere leeftijd ergens solliciteerde met drie werkgevers op je CV. Eigenlijk was dat toch best veel. Ik ben 36 jaar en er staan vijf werkgevers op mijn CV. Dat wordt nu heel normaal gevonden. Het is niet gek om na drie of vier jaar zelf verder te kijken.”

Verlee: “Stel afstudeerders de vraag bij welk bedrijf zij de komende 45 jaar gaan werken en ze lachen je vierkant uit. Dit past niet meer in de denkwijze en belevingswereld van deze generatie. De hybride werknemer van nu kijkt anders naar de verhouding werk-privé.”

Degenaar: “Op de Zuidas werken heel wat mensen dag in, dag uit van 8.00 uur tot 22.00 uur omdat ze carrière willen maken. Maar die vlieger gaat niet voor iedereen op. Een steeds grotere groep heeft helemaal geen zin om idioot hard te werken op de meest krankzinnige tijden. Ook een mooie auto als statussymbool is veel minder in trek. Men wil inderdaad ook gewoon lekker lang op vakantie en genoeg vrije tijd om leuke dingen te ondernemen met vrienden.”

Zwetsloot: “Dat is het YOLO-effect. You only live once.”

Degenaar: “Werknemers zijn meer dan ooit opportunisten. Zijn de tarieven voor zzp-ers in de bouw torenhoog? Dan laten ze zich met alle liefde inhuren. Maar gaat het zoals de afgelopen jaren? In dat geval willen ze liever in dienst, want anders worden ze uitgewrongen.”

Van Beusekom: “Slimme zzp-ers maken nog een pensioenpotje en bouwen een buffer op om ziekte en vakanties te ondervangen, maar er zijn er ook die 50 euro per uur verdienen en aan het einde van de maand alles op hebben gemaakt.”

Verlee: “Voor wie nu van school komt, is het allemaal een stuk minder overzichtelijk. Een onderwijsdiploma is na behalen tegenwoordig nog zo’n één tot anderhalf jaar van waarde. Ontwikkelingen in het werkveld volgen elkaar zo rap op, dat een papiertje alleen nog maar aangeeft dat iemand een bepaald werk- en denkniveau heeft. Over inhoudelijke kennis voor een baan zegt het vrijwel niets.”

Elenbaas: “De arbeidsmarkt sluit heel moeilijk aan bij het onderwijs. Dat heeft meerdere redenen. Eén ervan is dat er te weinig intensieve samenwerking is en het helpt ook niet mee dat het twee werelden zijn met eigen tempo’s. Lange tijd zijn er logge ROC’s uit de grond gestampt. Dat heeft weinig opgeleverd. Nu zie je gelukkig wel steeds meer vakgerichte opleidingen.”

Degenaar: “Ik las onlangs in de krant dat er 40.000 programmeurs nodig zijn in Nederland. Zo’n specifieke opleiding kost 12.500 euro, maar die investering is het waard met een baangarantie op zak.”

Is het bewust kiezen van een opleiding nog belangrijker omdat robotisering straks ten koste gaat van bepaalde arbeidsplaatsen?

Verlee: “Absoluut: door verregaande digitalisering en de opkomst van robotisering zullen er in het middenkader steeds minder arbeidskrachten nodig zijn. Ik denk dat dit voor een grote groep werknemers op termijn grote problemen op zal leveren.”

Degenaar: “Ik zie dat gevaar niet, want die robots moeten tenslotte ook gebouwd en onderhouden worden.”

Elenbaas: “De echte handjes zijn voorlopig vaak flexibeler en goedkoper dan machines, maar dat snijpunt zal over vijf jaar anders liggen. Robots worden steeds goedkoper.”

Degenaar: “Maar vergeet niet dat er ook bedrijven zijn die terugschrikken van robots. Niet iedere organisatie is innovatief en loopt voorop. Dat moeten we niet vergeten.”