De economie is in het tweede kwartaal van 2021 in alle regio’s sterk gegroeid ten opzichte van een jaar eerder. De regio’s Haarlemmermeer, IJmond en Zuidoost-Noord-Brabant hadden de hoogste groeipercentages. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
Vorige week berichtte het CBS al dat de Nederlandse economie met 9,7 procent was gegroeid vergeleken met een jaar eerder. Voornamelijk doordat de economie in het tweede kwartaal van 2020 sterk kromp, viel dit cijfer uitzonderlijk hoog uit. Maar ook vergeleken met het tweede kwartaal van 2019 – precorona – is de economische omvang in veel regio’s groter, al hebben met name Haarlemmermeer en Amsterdam nog niet het niveau van voor de coronacrisis bereikt.
In meeste regio’s 8 tot 10 procent groei ten opzichte van een jaar eerder
In de meeste regio’s groeide de economie in het tweede kwartaal van 2021 met ongeveer 8 tot 10 procent ten opzichte van een jaar eerder. De industrie, de horeca en de reisbemiddeling waren hiervoor de voornaamste aanjagers. Met name de horeca en de reisbemiddeling profiteerden van de versoepeling in de maatregelen tegen het coronavirus. Desondanks hebben deze bedrijfstakken nog niet het niveau van voor de crisis bereikt.
De regio’s Haarlemmermeer, IJmond en Zuidoost-Noord-Brabant hadden een grote economische groei van respectievelijk ongeveer 17, 15 en 13 procent. Bij Haarlemmermeer komt het doordat er meer vliegverkeer is op Schiphol dan een jaar geleden, toen er een enorme daling was in het aantal vluchten. De grotere economische groei in IJmond en Zuidoost-Noord-Brabant is voornamelijk te danken aan de hoge productie van de industrie.
In de regio’s Den Haag en Delfzijl was de groei met respectievelijk ongeveer 7 en 6 procent iets lager ten opzichte van een jaar eerder. De lagere groei hangt samen met de relatief kleine krimp vorig jaar. In de regio Den Haag komt dit door het grote aandeel van de overheid.
Twaalf regio’s economisch nog niet op niveau 2019
Vergeleken met twee jaar geleden – precorona – is de economische omvang van de meeste regio’s even groot of groter. Ten opzichte van het tweede kwartaal van 2019 was in de helft van de 52 regio’s de economie groter, in 14 regio’s was de omvang van de economie vergelijkbaar, en in 12 regio’s kleiner. Het niveau van de totale Nederlandse economie is ook nog lager (0,4 procent).
In de regio’s die economisch nog niet op het niveau van voor corona zijn, is in Haarlemmermeer en Amsterdam het verschil het grootst. De economie in deze regio’s is respectievelijk ongeveer 18 en 8 procent kleiner dan in het tweede kwartaal van 2019. Dit hangt samen met de luchtvaart, horeca, reisbemiddeling en de cultuursector; bedrijfstakken die flink door de coronacrisis zijn getroffen en in deze regio’s een groot aandeel in de economie hebben.
In regio’s met de grootste groei droegen de industrie en de handel in belangrijke mate bij aan het herstel. Dit is het geval in Zuidoost-Noord-Brabant, Utrecht-West, Oost-Zuid-Holland en Delfzijl. Hier was de economie 3 procent of meer gegroeid ten opzichte van twee jaar eerder.