Overig

Hoe u uw vakantiekilometers zakelijk kunt maken

580

Wanneer u als werknemer een auto van de zaak rijdt, moet uw werkgever in beginsel een bedrag bij uw loon optellen. Evenzo moet een zelfstandig ondernemer in principe een bedrag bij zijn winst optellen in geval hij zijn auto als zakelijk heeft aangemerkt. Er zijn verschillende manieren om deze bijtelling te voorkomen.

Meest gebruikelijk is het bijhouden van een rittenadministratie waarmee u kunt bewijzen dat u maximaal 500 kilometer privé heeft gereden.

Eind 2013 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een uitspraak gedaan over de vraag of een rit als zakelijk of als privé moet worden beschouwd. Recentelijk heeft de Hoge Raad deze uitspraak van het gerechtshof bevestigd. De zaak lag als volgt.

Een directeur-grootaandeelhouder (dga) heeft zichzelf via zijn B.V. een auto ter beschikking gesteld. De B.V. houdt zich bezig met de bemiddeling bij handelstransacties. De dga is op 15 februari 2008 met zijn gezin per auto naar Oostenrijk gereisd. In Oostenrijk heeft de dga een ontmoeting gehad met een zakenpartner en heeft hij zijn (wintersport)vakantie doorgebracht samen met zijn gezin. Op 23 februari 2008 is de dga met zijn gezin teruggereden naar Nederland.

Het gerechtshof is van mening dat de dga aannemelijk heeft gemaakt dat het bezoek aan de zakenrelatie één van de doelen van de reis was en dat de dga de zakenrelatie ook zou hebben bezocht als hij geen vakantie in Oostenrijk zou hebben genoten. De rechters zijn echter tevens van mening dat de dga op reis is gegaan om vakantie te vieren. Hij zou ook met zijn gezin op vakantie gegaan zijn als hij geen bezoek had kunnen brengen aan zijn zakenrelatie.

Het gerechtshof geeft aan dat het doel van de rit doorslaggevend is om het karakter daarvan te kunnen bepalen. Als een rit wordt gemaakt met zowel een zakelijk als een privédoel, gaat het erom wat het hoofddoel van de rit was. Voor een zakelijke rit geldt dat ‘omrijkilometers’ voor een privédoel als privékilometers moeten worden beschouwd. Het omgekeerde geldt voor zakelijke ‘omrijkilometers’ in geval van een privé rit.

Voor de dga geldt volgens het gerechtshof dat niet kan worden vastgesteld wat het hoofddoel van de rit was. Vervolgens komen de rechters met een ingewikkelde formulering. Een dergelijke rit kan slechts worden aangemerkt als zakelijk, indien deze rit door iemand die niet een dienstbetrekking als die van de dga vervult, doch wat inkomen en gezin betreft in dezelfde omstandigheden verkeert, niet (althans niet in dezelfde omvang), zou zijn gemaakt. Met andere woorden: gaat een ander, die qua privéomstandigheden vergelijkbaar is met de dga, ook op vakantie naar Oostenrijk als hij daarbij geen zakelijk belang heeft? Zo ja, dan gaat het om een privé rit.

Eerder heeft de dga tijdens de zitting opgemerkt dat tegenwoordig veel mensen voor een wintersportvakantie naar Oostenrijk rijden. Deze opmerking wordt nu door het gerechtshof tegen hem gebruikt. Blijkbaar zou de reis naar Oostenrijk ook zijn gemaakt zonder zakelijk belang. Als gevolg moet de rit aangemerkt worden als privé rit. De dga verliest de zaak bij het gerechtshof en is nu ook door de Hoge Raad in het ongelijk gesteld.

Uiteindelijk leidt de wintersport in Oostenrijk er toe dat de dga een bedrag van € 13.585 aan loonbelasting moet betalen. Het zou mij eerlijk gezegd niet verbazen als hij tegenwoordig met zijn gezin het vliegtuig pakt.