Overig

Inflatie stijgt naar 1,9 procent in maart

1095

Consumentengoederen en -diensten waren in maart 1,9 procent duurder dan een jaar eerder, meldt het CBS. In februari was de inflatie 1,8 procent. De stijging van de inflatie is vooral toe te schrijven aan de prijsontwikkeling van brandstof, energie en kleding.

Brandstofprijzen stijgen

Motorbrandstoffen waren in maart 10,7 procent duurder dan vorig jaar. In februari was dat nog 0,7 procent. De consument betaalde in maart 2021 voor benzine 1,730 euro, voor diesel 1,392 en voor LPG 0,739 euro per liter. Brandstofprijzen worden mede bepaald door de olieprijzen op de wereldmarkt. De prijs voor een vat North Sea Brentolie is de afgelopen maanden opgelopen tot 65,65 dollar in maart 2021. Een jaar eerder kostte een vat 34,48 dollar.

Ook opwaarts effect door energie en kleding

De inflatie liep ook op door hogere variabele energieprijzen voor huishoudens. Elektriciteit was weliswaar 2,4 procent goedkoper dan vorig jaar, maar in februari lag de prijs 5,2 procent lager dan een jaar eerder. Gas was 1,1 procent duurder in maart 2021, in februari was gas nog 0,8 procent goedkoper dan een jaar eerder. Ook kleding was duurder dan een jaar eerder. In maart bedroeg de stijging 2,7 procent, een maand eerder was dit 0,8 procent.

Voeding goedkoper

Voedingsmiddelen hadden daarentegen een drukkend effect op de inflatie. Dit komt vooral door de prijsontwikkeling van groenten, vlees, fruit en aardappelen. Voedingsmiddelen waren in maart gemiddeld 1,3 procent goedkoper dan een jaar eerder. In februari lagen de prijzen voor voeding nog 0,4 procent hoger.

Inflatie eurozone stijgt naar 1,3 procent

Net als in februari waren consumentengoederen en –diensten in Nederland volgens de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP) in maart 1,9 procent duurder dan een jaar eerder. De inflatie in de eurozone steeg, vooral door hogere energieprijzen, van 0,9 naar 1,3 procent.

De HICP wordt volgens de Europees geharmoniseerde methode berekend zodat deze kan worden vergeleken met andere lidstaten van de Europese Unie. De prijsindexcijfers voor de eurozone en de Europese Unie als geheel worden berekend uit de HICP’s van de afzonderlijke lidstaten. De Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt deze cijfers voor het monetaire beleid.

De HICP houdt in tegenstelling tot de CPI geen rekening met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren.

Implicaties coronacrisis op de inflatie in maart

Door de overheidsmaatregelen waren sommige diensten niet of beperkt beschikbaar in maart, zoals vliegreizen en restaurants. Hierdoor zijn er voor een deel van deze diensten geen transacties geweest waarvan de prijzen gemeten konden worden. In aansluiting op de richtlijnen van Eurostat heeft het CBS per situatie gekozen voor de meest passende schattingsmethode. De artikelgroepen waarbinnen prijzen geschat moesten worden in verband met corona maken samen circa 6 procent uit van de consumptieve bestedingen. In een notitie worden alle keuzes toegelicht en in een maatwerktabel wordt aangegeven per artikelgroep of er een schatting is gemaakt.

Door de coronacrisis is het uitgavenpatroon van consumenten sterk gewijzigd. De wijziging van het consumptiepatroon heeft invloed op de inflatie in 2021. In een notitie wordt in detail uitgelegd op welke manier de wegingsveranderingen doorwerken op de inflatie.

Dashboard consumentenprijzen

Het dashboard consumentenprijzen toont de inflatie volgens de consumentenprijsindex (CPI) en voor een aantal groepen consumentengoederen en -diensten. Meer prijsindicatoren zijn te vinden in het prijzendashboard.