Hebt u spaargeld op een bankrekening staan? Dan zult u ongetwijfeld weten dat de rente die de bank vergoedt ontzettend laag is. Ook de aandelen hebben betere tijden gekend en kunnen daarnaast in waarde dalen. Beleggingsadvies kan ik u niet geven, maar wellicht kunt u op een innovatieve manier nog wel belasting besparen.
In uw aangifte inkomstenbelasting wordt er van uit gegaan dat u gemiddeld 4% rendement behaalt over uw vermogen, ongeacht het werkelijke rendement. Over dit fictieve rendement betaalt u vervolgens 30% belasting. Dit komt neer op 1,2% belasting over de waarde van uw vermogen dat uitkomt boven de vrijstelling van € 24.437 (€ 48.874 als u een fiscale partner hebt).
Het fictieve rentepercentage van 4% geldt al sinds de invoering van box 3 in 2001. Toen was de spaarrente vele malen hoger dan nu. Op een privéspaarrekening geven de grote banken nu nog slechts 0,5% rente. Hierdoor betaalt u op dit moment mogelijk meer belasting dan dat u op uw spaarrekening aan rente ontvangt. De feitelijke belasting is in dat geval meer dan 100%. Onredelijk, vinden veel Nederlanders. Dat vond onze regering gelukkig ook.
Per 2017 zal het fictieve rendement over vermogen worden gebaseerd op meer actuele rendementen. Het is een mix van het gemiddelde rendement op spaarrekeningen over de afgelopen vijf jaar en het gemiddelde rendement op beleggingen over de afgelopen 15 jaar. Deze percentages zullen ieder jaar opnieuw worden vastgesteld. Daarnaast wordt uw vermogen verdeeld over drie schijven met een oplopend fictief rendement. Er gaat een fictief rendement gelden van 2,91% voor vermogens tot € 100.000, 4,69% over vermogen tussen de € 100.000 en € 1.000.000 en 5,5% voor vermogens boven € 1.000.000. Door deze wijziging moeten particulieren met een groot vermogen in 2017 meer belasting betalen dan in 2016.
Voor mensen met veel spaargeld wordt het dus voordeliger dan ooit om te zoeken naar manieren om belasting te besparen. Hierbij kunt u denken aan het aflossen van uw hypotheek, schenken aan kinderen of misschien zelfs emigreren naar het buitenland.
Een meer innovatieve manier om belasting te besparen is kiezen om laag renderend vermogen onder te brengen in uw eigen B.V. in de vorm van agio of aandelenkapitaal. Het werkelijke rendement wordt dan bij uw B.V. belast met 20% vennootschapsbelasting en bij uitkering naar privé wordt het restant nog eens belast met 25% inkomstenbelasting. Effectief komt dit neer op een heffing van 40% (20% plus 25% over de resterende 80%). Bij en spaarrente van 0,5% en een vermogen van €500.000, betaalt u in 2017 via sparen in de BV slechts € 1.000 aan belastingen in plaats van ruim € .000 bij sparen in box 3. Ieder jaar kunt u zo ruim € 5.000 in uw zak houden. Het voordeel wordt nog groter als de vennootschap is aangemerkt als vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI), omdat u dan geen vennootschapsbelasting verschuldigd bent.
Een cruciale vraag is of deze manier van belastingbesparing lang zal blijven bestaan. Er zijn vorig jaar namelijk twee moties aangenomen. In de eerste motie is de regering verzocht om in het belastingplan 2017 met voorstellen te komen om deze sluiproutes te dichten. In de tweede motie wordt de regering verzocht om in het belastingplan 2017 met voorstellen te komen om per 2018 het werkelijke rendement op vermogen te belasten in box 3.
Wij vinden het opmerkelijk dat de regering innovatie wil stimuleren, maar dit niet geldt voor innovatieve fiscale oplossingen. Na Prinsjesdag weten we hopelijk meer.
Jan van Neerbos
Verstegen accountants en adviseurs