Overig

Loonkloof mannen en vrouwen blijft slinken

861

De loonkloof tussen mannen en vrouwen is in 2019 weer kleiner geworden. Het gemiddelde bruto-uurloon van vrouwen was 14 procent lager dan het gemiddelde bruto-uurloon van mannen. Dit percentage wordt elk jaar kleiner. In de vandaag verschenen CBS-publicatie De arbeidsmarkt in cijfers 2019 wordt niet, zoals gewoonlijk, alleen gekeken naar het verschil tussen de gemiddelde uurlonen, maar wordt de loonkloof ook op andere manieren gemeten. Daaruit blijkt dat op basis van het doorsnee of mediane netto-uurloon vrouwen er zelfs beter voor staan dan mannen.

In 2019 was het gemiddelde jaarloon inclusief bijzondere beloningen van vrouwen 38 procent lager dan dat van mannen. Twee derde van dit loonverschil wordt verklaard doordat vrouwen minder uren werken. Mannen werken in een werknemersbaan gemiddeld 33 uur per week, vrouwen 25 uur. Het verschil in uurlonen is daarom veel kleiner: het gemiddelde uurloon van vrouwen was 14 procent lager dan dat van mannen.

Ook het verschil van 14 procent is deels te verklaren. Zo zijn de groepen mannelijke en vrouwelijke werknemers anders samengesteld. Deze verdere correctie voor achtergrondkenmerken is in deze analyse niet toegepast.

Verschil in gemiddelde uurlonen steeds kleiner

In de loop van de tijd is het verschil in gemiddelde uurlonen steeds kleiner geworden. Hierbij speelt een rol dat vrouwelijke werknemers tegenwoordig hoger opgeleid zijn dan mannelijke. Dat geldt het sterkst bij de werknemers tot 45 jaar. Tien jaar geleden lag die grens nog bij 35 jaar. Mede als gevolg hiervan is het verschil in de gemiddelde uurlonen van mannen en vrouwen in tien jaar tijd teruggelopen van 20 procent naar 14 procent. Vanaf 1995 loopt het loonverschil tussen mannen en vrouwen met gemiddeld 0,5 procentpunt per jaar terug.

Kloof bij doorsnee uurlonen kleiner dan bij gemiddelde uurlonen

Het loonverschil tussen mannen en vrouwen op basis van gemiddelde uurlonen wordt enigszins vertekend doordat de lonen van hoogbetaalde mannen hier zwaar in meewegen. Op basis van mediane uurlonen kan een evenwichtiger beeld gegeven worden van de loonverschillen. De mediaan is het middelste getal wanneer alle getallen van laag naar hoog worden gesorteerd. Terwijl op basis van het gemiddelde uurloon vrouwen in 2019 gemiddeld 14 procent minder verdienen dan mannen, is dat op basis van de mediane uurlonen 7 procent.

Het verschil tussen mannen en vrouwen zit in de banen met een loon van minstens 30 euro per uur; in die banen zijn mannen oververtegenwoordigd in de loonverdeling. Een kwart van alle arbeidsuren van mannen wordt betaald tegen minstens 30 euro per uur, terwijl dat bij de vrouwen 14 procent is. In 5 op de 6 banen wordt minder verdiend dan 30 euro per uur. Bij deze banen zijn de gemiddelde uurlonen van mannen en vrouwen nagenoeg gelijk aan elkaar. Dat het gemiddelde uurloon voor het totaal van alle vrouwen lager is dan voor mannen wordt dus verklaard door de oververtegenwoordiging van mannen in de hoger betaalde banen.

Doorsnee netto-uurloon van vrouw hoger dan van man

Tot slot kan in plaats van brutolonen ook naar nettolonen worden gekeken. In 2019 komt het mediane netto-uurloon van vrouwen 2 procent hoger uit dan dat van mannen: in 50 procent van de arbeidsuren van mannen wordt gewerkt tegen een netto-uurloon van hooguit 16,64 euro, terwijl in 50 procent van de arbeidsuren van vrouwen gewerkt wordt tegen een netto-uurloon van minstens 16,95 euro.

Dat vrouwen het relatief beter doen als naar nettolonen wordt gekeken, komt doordat de hoger betaalde banen relatief zwaarder belast worden. Mannen zijn oververtegenwoordigd in de hoger betaalde banen en betalen daardoor ook een relatief groter deel van de loonbelasting/premie volksverzekeringen. Sinds 2015 is het mediane netto-uurloon van vrouwen hoger dan dat van mannen.