Overig

Ondernemersgesprek geeft genoeg stof tot nadenken: ‘Winkelgebieden moeten compleet, compact en comfortabel’

1127

Geen PowerPoint-presentaties, ingewikkelde grafieken of lange speeches, maar in wisselende groepjes kort en bondig de thema’s bereikbaarheid, bedrijventerreinen, winkelgebieden en woonklimaat bespreken: dat was de opzet van de eerste editie van het Sliedrechtse ondernemersgesprek.

Het college van burgemeester en wethouders initieerde de avond in het Griendencollege en was op 6 april in zijn geheel aanwezig om te horen wat er leeft bij ondernemers en andere betrokkenen. De vraag ‘Hoe maken we Sliedrecht nog aantrekkelijker?’ stond daarbij centraal. Klein leed of begeertes konden op de klaagmuur of de wensmuur worden geschreven en voor het grotere plaatje waren er de deelsessies. Iedere aanwezige kreeg de kans om aan twee thematafels aan te schuiven om zijn of haar zegje te doen. Onder meer afgevaardigden of eigenaren van De Lockhorst, DD Reklame, Albert Heijn, Van Mourik Schoenen, Kom aan Tafel!, Tablis Wonen en ABB Bouwgroep waren aanwezig om hun mening te geven. Ook de wijkagenten Hans Kuiper en Jan van Vliet van het politiebasisteam Drechtsteden-Buiten waren present om hun ervaringen te delen.

Genoeg braakliggend terrein voor het aantrekken van een gigant

Segmenteren was één van de onderwerpen die ter sprake kwam aan de thematafel bedrijventerreinen. Heeft het bij elkaar zetten van bedrijven in dezelfde sector een aantrekkende werking op winkelend publiek? De meningen waren verschillend. ‘Bij de meubel- en autobranche werkt het, maar daarbuiten zie ik dat eerder als nadeel dan voordeel’, vond de één. “Voor bijvoorbeeld een horecazaak is het juist funest wanneer er tien in hetzelfde winkelgebied zitten. Dat betekent gewoonweg te veel concurrentie”, aldus een ander. De aantrekkelijkheid van Nijverwaard kan en moet veel beter, was een opvatting die breed werd gedeeld. ‘Geen gezellige, knusse boel’, ‘veel te uitgestrekt, waardoor de auto ergens parkeren en lopend van de ene naar de andere winkel vaak geen optie is’ en ‘een verwaarloosd straatbeeld’ waren opmerkingen die werden gemaakt. “Het zijn volgens mij allemaal gebouwen uit begin jaren ’60. Veel bedrijven hebben geveldoeken hangen. Dat geeft een rommelig beeld. Het straalt totaal geen pluriformiteit uit. Het zou veel makkelijker zijn om vanaf nul te beginnen op een nieuw bedrijventerrein, maar dat is niet reëel. De gemeente moet het doen vanuit deze, bestaande situatie. Toen IKEA vertrok, betekende dat het einde in Sliedrecht van een enorme publiekstrekker. Er is nu in ieder geval genoeg braakliggend terrein voor het aantrekken van een nieuwe gigant. Dat zou wellicht een boost kunnen geven,” sprak één van de aanwezige ondernemers. De gemeente heeft Nijverwaard, net als ondernemers, ook hoog op de agenda staan. De Woondag Sliedrecht, die in september voor de eerste keer werd georganiseerd, was daar een lichtend voorbeeld van. Een kerngroep werkte toen hard aan de totstandkoming van een aantrekkelijk programma met themapleinen en vermaak op de Slie-drechtse Woonboulevard. Wethouder Len van Rekom zei destijds al: “Naast het ontstaan van kruisbestuivingen op verschillende vlakken is het belangrijkste doel dat er reuring ontstaat op de Woonboulevard Sliedrecht. Nijverwaard meer op de kaart zetten mag zeker gebeuren. Met de Woondag Sliedrecht maken we een eerste stap. De afgelopen jaren heeft het gebied te weinig prioriteit gehad, dus er valt nog veel te winnen. In potentie beschikken we in Sliedrecht over de grootste woonboulevard van de regio. Maar mede door de Sliedrechtse mentaliteit van ‘doe maar normaal’ is de Woonboulevard Sliedrecht nooit écht goed op de kaart gezet. Het is nu tijd om dat te veranderen. Belangrijkste punten zijn het creëren van meer beleving en entertainment. Sinds de komst van internet en webshops is het winkelgedrag van consumenten erg veranderd. De digitale wereld hoeft echter geen bedreiging te zijn voor fysieke winkels, want het kan elkaar ook versterken. Net als het verbreden van het winkelaanbod, zoals bijvoorbeeld al gebeurde met de opening van de Sliedrechtse vestiging van speelparadijs Monkey Town. Juist wanneer je winkelend publiek een beleving kan bieden op de Woonboulevard Sliedrecht, is dit een toegevoegde waarde.” Met de Woondag Slie-drecht werd toen de eerste aanzet gegeven. Inmiddels is bekend dat er op 8 oktober een vervolg komt, met het parkeerterrein aan de Brouwerstraat als centrale plaats.

‘De Kerkbuurt is te langgerekt’

Aan de thematafel winkelgebieden ging het onder meer over de drie C’s: compleet, compact en comfortabel. “Dat zoekt de consument. Daarom is de Kerkbuurt ook zo’n lastig verhaal. Het aanbod is niet gevarieerd genoeg en het winkelgebied is te langgerekt en onoverdekt. Er valt nog veel te verbeteren,” vond een mode-ondernemer. Youri Labee, eigenaar van horecazaak Kom aan Tafel! vulde aan: “Een probleem van de Kerkbuurt is dat er veel van hetzelfde zit. Kappers, opticiens en kleding- en schoenenzaken: dat is het wel zo’n beetje. Meer diversiteit zou welkom zijn. Het is wellicht lastig, maar zou de gemeente daar niet een beetje in kunnen sturen?”
Volgens agent Van Vliet geen goed idee. “Ga je dan potentiële huurders op voorhand ‘nee’ verkopen? Dat lijkt mij discriminatie. Het winkelaanbod heeft ook gewoon te maken met marktwerking. De beste ondernemers zullen overleven.” Een ander vond er juist ook iets voor te zeggen om Sliedrechtse ondernemers meer te beschermen. “Als er binnen een paar honderd meter al drie schoenenzaken zitten en er komt een vierde bij, neemt de concurrentie binnen dat segment alleen maar toe. Een faillissement van één van de zaken ligt dan zo op de loer. Het kan toch niet de bedoeling zijn om dat in de hand te werken?”

Woonklimaat en bereikbaarheid

Degenen die spraken over het onderwerp woonklimaat hadden uiteenlopende meningen. De één vond de Alblasserwaard nog te stedelijk in vergelijking met de Bommelerwaard, een ander sprak haar zorgen uit over het gebrek aan voorzieningen en leuke uitgaansplekken voor dertien- tot zeventienjarigen en een volgende opperde dat er buiten starters- en seniorenwoningen te weinig variatie binnen de Sliedrechtse woningmarkt is, waardoor doorstromers geneigd zijn de gemeente te verlaten. In dat kader vonden de aanwezigen de plannen rondom locatie Lanser wel een positieve ontwikkeling. Aan de Rivierdijk worden alleen eengezinswoningen gebouwd in het wat hogere segment en geen appartementen. Tot slot was er nog het thema bereikbaarheid. ‘Sliedrecht ligt zoals het ligt’, was de Cruijffiaanse opmerking van wethouder Hanny Visser. Toch zijn er mogelijkheden om de bereikbaarheid te verbeteren. Het omleggen van de A15, gratis parkeren behouden bij winkelgebieden en het beter bewijzeren van de Kerkbuurt kwamen als suggesties naar boven. Ook het meer rigoureuze ‘alle bedrijventerreinen in Sliedrecht met de grond gelijk maken en er iets echt aantrekkelijks neerzetten’ werd quasi-serieus benoemd. Een andere bottleneck bleken voor sommigen de treinstations. “Zodra je hier uit de trein stapt, sta je op een station zonder enige voorziening in de buurt. Er doemt geen gezellig winkelcentrum op en de woonboulevard is ook niet aan te lopen. Hetzelfde geldt voor de waterbushalte. Wie voet aan wal zet, kijkt alleen maar tegen een fietsenwinkel aan. Verder is het allemaal niet heel uitnodigend.”

Ideeën waar mogelijk opnemen in de Kadernota voor 2017

In de plenaire terugkoppeling werden de belangrijkste uitkomsten aan het einde van de avond centraal besproken op het podium. Er was genoeg stof tot nadenken. Wethouder Tanis sprak van een geslaagde avond: “We hebben onze ondernemers nodig om Sliedrecht beter op de kaart te zetten en aantrekkelijker te maken. Ik ben blij met zoveel betrokken ondernemers die niet alleen naar zichzelf kijken, maar ook mee willen denken in het belang van Sliedrecht. Daar maken we graag gebruik van. Ik heb veel tevreden ondernemers gesproken. De gemeente bepaalt niet langer in haar eentje het beleid, we doen het samen met inwoners en ondernemers.” Het college wil de suggesties en ideeën van ondernemers, waar mogelijk, omzetten in concrete plannen en opnemen in de Kadernota voor 2017. Deze wordt in juni besproken door de gemeenteraad.