Home Blog Page 10

Alleen denken in geld. Goed of slecht?

0

Geld als middel en niet als doel. Er is de laatste tijd veel over geschreven. Een bedrijf moet renderen. Een gezond rendement maken. Wat is gezond? Bij een gezonde bedrijfsvoering moeten we ook denken aan het milieu, duurzaamheid en verantwoord ondernemen. Een organisatie die ondermaatse prestaties levert zal langzamerhand wegzakken in het moeras van wanbetaling en liquiditeitsproblemen. Maar het bedrijf zal het ook steeds moeilijker krijgen als het gaat om de omgeving, de regelgeving en het aantrekken van goed personeel. De beoogde continuïteit ten spijt. Toch is geld verdienen niet het hoogste doel. Het gaat om verantwoord ondernemen en het realiseren van de werkelijk missie.

UW MISSIE, UW DOEL?

Wat is uw missie? Heeft u daar wel eens over nagedacht? Ik vroeg het laatst aan een groepje ondernemers. Zij hadden geen flauw idee. Een missie? Moet dat dan? “Geld verdienen”, riep één van de mannen quasi lollig. Hij meende het nog ook. Geld verdienen neemt bij veel bedrijven een uiterst dominante positie in. De mensen die er werken –incluis de ondernemer in kwestie– doen eigenlijk niet ter zake. Men verliest, verblind door het ultieme doel, alles uit het oog. Zelfs de klanten. Zij realiseren zich door hun honger naar winst nauwelijks dat geld slechts een middel is, en geen doel. Een bedrijf moet geld verdienen, laat daar geen misverstand over bestaan. Ook vanuit de continuïteitsgedachte is het heel noodzakelijk dat er winsten worden geboekt. Maar de vraag waarom dit noodzakelijk is blijft vaak achterwege. “Waarom doen we wat we doen?” Hoe kom ik hier zo op? Wel, een fiks aantal ondernemers krijgt ‘geld verdienen’ maar niet voor elkaar.

DE MISSIE, TROTS EN GELUK

Het lijkt nooit te gaan lukken. Hoe komt dit toch? Edoch, ik denk dat deze ondernemers nog nooit echt doorwrocht hebben stilgestaan bij hun missie. Laat staan dat zij de missie centraal stellen in al hun denken en handelen. Hierdoor is er ook geen inspiratiebron voor de medewerkers. Die doen maar wat! Het nadenken over een missie heeft ontegenzeggelijke een positief effect op de motivatie van medewerkers. Ze weten waarvoor zij ‘iets’ doen! Het worden gemotiveerde mensen die ‘iets’ willen doen wat betekenis heeft. Ze willen ‘ergens’ voor gaan. Vanuit die inspiratie gaan ze dingen beter en bewuster doen. Vooral hun werk. Dit staat in schrille tegenstelling tot hen die alleen werken omdat er brood op de plank moet komen. Hoeveel gelukkiger en productiever zouden deze mensen zijn als zij hun werk met plezier en passie doen? Trots op hun werk, trots op hun eigen bijdrage en blij dat zij een schakel zijn in het volbrengen van de missie.

WAT ER MIS GAAT

De ondernemers die in de ban zijn van de euro’s, de procenten en de centen. Het is een schijnzekerheid. Het is meetbaar dus bevredigend. Het geeft echter geen volkomen tevredenheid. Kopen, verkopen en weer doorgaan. Voor dat je het weet is zo’n ondernemer aan het einde van de levenscyclus van bedrijf en product. Er is nooit nagedacht over de te volbrengen missie. De diepere gedachte achter het ondernemerschap? “Nooit aan gedacht!”, hoor ik nog te vaak. Wie er wel over nadenkt? De consument. Wijs geworden door berichtgeving, opinies en internetfora weet men waar ‘Abraham de mosterd haalt’ . Steeds meer klanten kiezen voor duurzaam en verantwoord. Men is kritischer op ondernemerschap. Ondernemerschap vraagt rekenschap. Daar moeten we even aan wennen. Het is een onontkoombaar gegeven dat u als ondernemer meer moet doen dan louter geld verdienen. U moet bewuster ondernemen. Anders gaat het mis.

MIST U ECHTE AMBITIE?

Het gaat om de ambitie integriteit centraal te stellen. In uw missie en visie geeft u uiting aan uw ambitie. De bedrijfsvoering stoelt op het kostenefficiënt en het gedegen voldoen aan de klantvraag. Dat vraagt om een herijking van de ethische normen. Denkt u daar weleens over na? Of bent u uitsluitend gericht op ‘geld verdienen‘? Ik zie ondernemers op een zeer gevaarlijke wijze ethische binnenbochten afsnijden. Onverantwoord en eigenlijk beschamend. Ben ik een moraalridder? Nee, geenszins! Maar ik wil u wel waarschuwen voor een tendens die duidelijk waarneembaar is. U krijgt de klanten die bij u passen. Serieuze ondernemers houden rekening met klanten, hun waardepatroon en hun normen. Het ongebreidelde ‘gelddenken’ heeft als –mogelijke– consequentie dat sommige klanten u geen opdrachten meer gunnen. Het kan ook anders. Denk samen met uw medewerkers eens diep na waarvoor u het eigenlijk allemaal doet.

Ondernemerschap in het hoger onderwijs

0

Hogeschool Rotterdam

In het (hoger) onderwijs is steeds meer aandacht voor ondernemerschap. Enerzijds om een bijdrage te leveren aan economische groei, anderzijds als instrument voor de persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke betrokkenheid van studenten. In dit artikel bespreken we enkele achtergronden bij ondernemerschapsonderwijs en gaan we in op enkele initiatieven bij Hogeschool Rotterdam.

Er is onderscheid te maken tussen twee benaderingen van ondernemerschap, namelijk ‘nauw’ en ‘breed’. De nauwe definitie is gericht op het starten van een onderneming. De brede definitie gaat over ondernemend handelen; de nadruk ligt op persoonlijke ontwikkeling, creativiteit, actiegerichtheid en zelfredzaamheid. Vanuit deze definitie is ondernemerschap een competentie, gericht op het creëren van waarde voor en interactie met anderen. Ondernemerschapsonderwijs vanuit de bredere definitie krijgt steeds meer aandacht, omdat het studenten beter kan voorbereiden op een arbeidsmarkt die flexibel, complex en onzeker is.

Over de vraag wat de beste manier is om ondernemerschap te ontwikkelen zijn de meningen verdeeld. Ondernemerschapsonderwijs kent een onderscheid tussen onderwijs ‘over’, ‘voor’ en ‘door’ ondernemerschap. In onderwijs ‘over’ ondernemerschap ligt de nadruk op het overbrengen van kennis, theorieën en modellen die ondernemerschap verklaren. Kenmerkend voor onderwijs ‘door’ ondernemerschap zijn activerende werkvormen en ervaringsgericht leren, waarbij studenten het ondernemende proces zelf doormaken. Onderwijs ‘voor’ ondernemerschap is een combinatie van de twee vormen en meer beroepsgericht.

Onderliggend is er een verschil tussen docentgestuurd (traditioneel) en studentgestuurd (progressief) onderwijs. Terwijl in traditionele programma’s het proces en het resultaat vastliggen, zijn meer progressieve cursussen ‘open’. Bij projecten waar studenten met innovatie bezig zijn, is het immers niet mogelijk om op voorhand te bepalen wat het resultaat is. Dit vraagt van het onderwijs ruimte voor risico nemen en fouten maken. Bij progressieve vormen van onderwijs komen ‘wicked problems’ aan de orde. Deze vraagstukken vragen om participatie met burgers, bedrijven en overheden. Daarom ontstaan er platforms, zoals living labs, waar actoren elkaar tegen komen en waar studenten leren door te helpen innoveren.

Bij Hogeschool Rotterdam krijgt ondernemerschap steeds meer aandacht. Niet dat het in alle curricula expliciet aan de orde komt, maar wel dat studenten die dat willen diverse mogelijkheden hebben om ondernemend bezig te zijn en zelfs te werken aan hun eigen onderneming in ‘schooltijd’. We noemen enkele activiteiten:

  • De bacheloropleiding Ondernemerschap & Retail Management leidt op tot ondernemer (‘entrepreneur’) of ondernemende manager (‘intrapreneur’). De nadruk ligt op commerciële kennis en kunde.
  • In het Honoursprogramma is er aandacht voor ondernemerschap door middel van het competentieprofiel dat ondernemende competenties bevat, zoals proactief handelen en nieuwsgierig zijn, kritisch onderzoeken en al doende leren en kennis creëren.
  • Tijdens een drietal minors gaan studenten aan de slag met drie typen vraagstukken van ondernemers: (1) kansen die nog niet zijn omgezet in een oplossing (Creative Concepts Into Business), (2) oplossingen die nog geen markt kennen (Turning Innovation Into Business) en (3) stagnatie van business (Turning Business Into Innovation).
  • Sinds 2020 heeft Hogeschool Rotterdam een Startup Academy, een programma waarin studenten uit alle opleidingen tijdens hun studie aan hun eigen onderneming kunnen werken. Er worden diverse trainingen aangeboden en de studenten krijgen individuele begeleiding.
  • In 2021 is op initiatief van Hogeschool Rotterdam en het Erasmus Centre for Entrepreneurship het O2LAB Hub Rotterdam gestart. Dit is een platform over ondernemerschapsonderwijs voor mbo, hbo en wo met activiteiten voor studenten en docenten, zoals Start It Up Bootcamps en Innovatie Challenges met bedrijven.
  • Vanaf september 2021 wordt samen met enkele maakbedrijven en de gemeente Schiedam het Living Lab Schiedistrict gestart, waar studenten, ondernemers en onderzoekers samen aan projecten werken. Het doel is niet alleen om studenten een uitdagende leeromgeving te bieden, maar ook om de bedrijven in hun ontwikkeling verder te helpen.

Naast deze initiatieven is het onderzoek van Hogeschool Rotterdam gericht op het verbeteren van ondernemerschap. Bij het Kenniscentrum Business Innovation kijken we samen met ondernemers in het mkb naar vragen zoals hoe ondernemingen data beter kunnen benutten en hoe ondernemers circulaire verdienmodellen kunnen ontwikkelen.

Ondernemerschap in het hoger onderwijs is niet alleen van belang om studenten daadwerkelijk zelf te laten ondernemen, maar ook om nieuwe vaardigheden te leren. Dat is interessant en belangrijk voor studenten én ook voor werknemers en werkgevers, want ook zij zullen op zoek moeten naar nieuwe kennis en kunde om de uitdagingen van vandaag en morgen aan te kunnen. Samenwerken met studenten (en docenten en onderzoekers) is een interessante kans om samen te leren en te innoveren.

€1 miljoen voor 6 regionale MKB-deals provincie Zuid-Holland

0

Provincie Zuid-Holland

De provincie Zuid-Holland heeft samen met 26 gemeenten en meer dan 20 ondernemersverenigingen 6 MKB-deals gesloten. Met de toekenning van in totaal €1 miljoen subsidie worden projecten gestart om het Zuid-Hollandse mkb te ondersteunen bij concrete vraagstukken.

Mkb

Het regionale mkb is onmisbaar voor levendige dorpen en steden. Bijna iedereen koopt er dagelijks zijn spullen of maakt gebruik van aangeboden diensten. Maar ook als werkgever speelt het mkb een belangrijke rol: opgeteld is het de grootste werkgever van Zuid-Holland. Ondanks deze belangrijke rol kent het mkb uitdagingen bij het herstel na Covid-19, maar ook op het gebied van digitalisering, verduurzaming en het aanboren van nieuw talent staat het mkb voor uitdagingen.

MKB-deals

Een MKB-deal is een bestuurlijke afspraak tussen de provincie, ten minste 3 gemeenten en 1 ondernemersvereniging om het Zuid-Hollandse mkb met concrete projecten te ondersteunen. Gedeputeerde Willy de Zoete: “Het regionale mkb is de ruggengraat van onze maatschappij en economie. Met de MKB-deals willen wij als provincie werken aan een robuust en toekomstbestendig ondernemersklimaat voor het mkb.”

Het proces van de MKB-deals bestaat uit 4 fasen: ontwikkeling, besluitvorming, subsidietoekenning en uitvoering. Inmiddels zijn er in totaal 6 deals gesloten en is de subsidie van 1 miljoen euro verdeeld en toegekend. Een feestelijke mijlpaal, want nu kunnen de regionale projecten voor het lokale mkb daadwerkelijk van start.

De gesloten deals

De volgende 6 deals zijn gesloten en toegekend:

  1. MKB-deal Boost Your Business Online
  2. MKB-deal Verkenning Reststromenhub Dutch Fresh Port
  3. MKB-deal Ondernemend Midden-Holland
  4. MKB-deal Digitalisering Zuid-Hollandse Delta
  5. MKB-deal Digitaliseringsvoucher MKB
  6. MKB-deal Economie 071

Meer informatie over de gesloten deals en samenwerkende partijen is te vinden op: https://www.zuid-holland.nl/onderwerpen/economie/breed-mkb/(verwijst naar een andere website).

Samenwerking

Uniek aan de MKB-deals is de gezamenlijke ontwikkeling en subsidieaanvraag. Wethouder Paul Boogaard (Hoeksche Waard): “Vaak vraag je als gemeente individueel een subsidie aan. Door dit keer de aanvraag samen met andere gemeenten en ondernemersverenigingen vorm te geven en in te dienen, wordt vanaf de start samenwerking gestimuleerd. Zo kunnen we écht op regionaal niveau het juiste doen voor de mkb-ondernemer.”

Vervolg

De komende maanden gaan de 6 deals en bijbehorende initiatieven van start, met een looptijd variërend van 1 tot 3 jaar.

Producentenvertrouwen op nieuwe recordhoogte

0

In juli 2021 is de stemming onder ondernemers in de industrie verbeterd. Het producentenvertrouwen ging van 11,5 in juni naar 12,3 in juli, aldus het CBS. Hiermee is het record van de vorige maand alweer verbroken.

Het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar is 0,4. Het vertrouwen van de ondernemers bereikte in juli 2021 de hoogste waarde (12,3) en in april 2020 de laagste waarde (-28,7). Het producentenvertrouwen ligt in juli ruim boven het langjarig gemiddelde.

Ondernemers vooral positiever over orderportefeuille en voorraden

De ondernemers in de industrie waren in juli positiever over hun orderpositie. Het oordeel lag op het hoogste niveau sinds 1985. Ook de mening over de voorraden gereed product was een stuk positiever. Over de toekomstige bedrijvigheid oordeelden de ondernemers ongeveer hetzelfde als een maand eerder.

Alle drie de deelindicatoren van het producentenvertrouwen zijn positief. Het aantal ondernemers dat verwacht dat hun productie de komende drie maanden zal toenemen is groter dan het aantal ondernemers dat een afname van de productie voorziet. Het aantal ondernemers dat de orderpositie groot acht heeft de overhand op het aantal ondernemers dat de orderportefeuille te klein vindt, gelet op de tijd van het jaar. Het aantal ondernemers dat de voorraad eindproduct als te groot beschouwt is kleiner dan het aantal dat de voorraden te klein vindt.

Ondernemers in elektrotechnische en machine-industrie het meest positief

De ondernemers in de elektrotechnische en machine-industrie waren in juli het meest positief. In de transportmiddelenindustrie echter steeg het vertrouwen het sterkst, vooral doordat de ondernemers veel positiever waren over de verwachte bedrijvigheid.

Bezettingsgraad opnieuw hoger

De benutting van machines en installaties in de industrie kwam bij aanvang van het derde kwartaal van 2021 uit op 84,1 procent. Hiermee lag de bezettingsgraad weer op het niveau van 2019.

Productie industrie groeit met 16,5 procent in mei

De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in mei 16,5 procent hoger dan in mei 2020. Een maand eerder kwam de groei uit op 13,1 procent. Ten opzichte van mei 2019 bedroeg de groei in mei 3 procent. Daarmee is het verlies in mei 2020 door de coronacrisis goedgemaakt.

Producentenvertrouwen Duitsland neemt af

Duitsland is een belangrijke afzetmarkt voor de Nederlandse industrie. Het Duitse producentenvertrouwen (volgens de IFO-index) is in juli minder positief doordat ondernemers minder optimistisch waren over de verwachte bedrijvigheid. Ze waren wel positiever over de huidige bedrijvigheid. De bezettingsgraad nam toe van 85,9 naar 87,1 percent, dat is een stuk hoger dan het langetermijngemiddelde van 83,5. De gemiddelde dagproductie van de Duitse industrie groeide volgens Destatis in mei met bijna 21 procent in vergelijking met een jaar eerder. Ten opzichte van mei 2019 lag de productie echter nog ruim 7 procent lager.

Europese webwinkels verkochten ruim 63 procent meer aan Nederlanders

0

In het eerste kwartaal van 2021 gaven Nederlandse consumenten bij buitenlandse webwinkels binnen de Europese Unie 63 procent meer uit dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Ze spendeerden bijna 800 miljoen euro, tegenover ongeveer een half miljard een jaar eerder. Niet eerder sinds het begin van de huidige meetmethode in 2014 namen de bestedingen in een kwartaal zoveel toe ten opzichte van een jaar eerder. Dit meldt het CBS op basis van lopend onderzoek.

De bestedingen van Nederlanders bij Europese webwinkels buiten Nederland lagen sinds 2014 elk kwartaal hoger dan in dezelfde periode een jaar eerder. In het eerste kwartaal van 2014 besteedde de Nederlandse consument nog rond de 150 miljoen, dit vervijfvoudigde tot 778 miljoen begin 2021. Dit is net iets meer dan de bestedingen in het laatste kwartaal van 2020. De laatste jaren waren de bestedingen in het eerste kwartaal juist altijd lager dan een kwartaal eerder. Met name sinds het uitbreken van de coronacrisis in maart 2020 steeg de consumptie bij de Europese webwinkels sterk, waarschijnlijk door de coronamaatregelen. Zo sloten vanaf 15 december veel non-foodwinkels de deuren en was winkelbezoek alleen toegestaan voor het afhalen van bestellingen.

Het gaat in dit onderzoek om online-aankopen van Nederlandse consumenten bij bedrijven die buiten Nederland en binnen de EU gevestigd zijn. De cijfers zijn exclusief btw, en berekend volgens een methode die ontwikkeld is in het CBS-onderzoeksprogramma naar de interneteconomie. Omdat de methode nog in ontwikkeling is, zijn de cijfers voorlopig.

Omzet Nederlandse webwinkels nam met 85 procent toe 

De omzet van Nederlandse internetverkopers bereikte in het eerste kwartaal van 2021 eveneens een recordgroei, met een toename van ruim 85 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Dit is fors, ook vergeleken met andere kwartalen sinds het begin van de coronacrisis. De sterkste toename in 2020 was in het tweede kwartaal, met ruim 55 procent. De omzet van Nederlandse internetverkopers omvat zowel verkopen aan Nederlandse als buitenlandse consumenten. 

De sterke groei in het eerste kwartaal van 2021 is vooral toe te schrijven aan de multichannellers, die zowel in winkels als online verkopen. Bij deze bedrijven is de online-omzet meer dan verdubbeld ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. De omzet van pure webwinkels nam met bijna 59 procent toe. Het aantal opgerichte webwinkels nam met ruim 30 procent toe ten opzichte van het eerste kwartaal van 2020. Vergeleken met begin 2019 is het aantal nieuwe webwinkels zelfs meer dan verdubbeld.

Omzetaandeel Europese webwinkels beperkt

Hoewel de aankopen van Nederlanders bij Europese webwinkels over de jaren sterk toe zijn genomen, is het effect hiervan op de consumptieve bestedingen beperkt. Deze aankopen vormen namelijk een relatief klein deel van alle uitgaven door consumenten. In 2019 stond dit bedrag gelijk aan nog geen 2 procent van de totale Nederlandse detailhandelsomzet. In het eerste kwartaal van 2021 daalde de totaalomzet (winkel-, internet- en marktomzet) van de detailhandel in Nederland ruim 1 procent ten opzichte van het eerste kwartaal van 2020.

Het verschil tussen Nederlandse en buitenlandse webwinkels is voor een consument niet altijd goed te zien. Webwinkels zijn vaak in meerdere talen opgemaakt en buitenlandse webwinkels kunnen een Nederlandse versie hebben.

De dga gaat de coronarekening betalen

0

Column Verstegen Accountants | Jan van Neerbos

In Engeland werd in maart van dit jaar een bijzondere aankondiging gedaan: de vennootschapsbelasting gaat voor het eerst in bijna 40 jaar omhoog. En dan niet gelijk een klein beetje maar met 6%. De reden: de corona-rekening moet betaald worden.

Ook in Nederland kunnen we dergelijke maatregelen verwachten. Mijn inschatting is dat de directeur-aandeelhouder (de dga) het grootste deel van de rekening gaat betalen. Een dga is in dienst bij zijn ‘eigen’ B.V. Hiervoor krijgt hij een salaris zoals elke andere werknemer in Nederland. En als de dga een goede ondernemer is, dan maakt hij winst. Over deze winst betaalt hij in eerste instantie vennootschapsbelasting. En als hij de netto winst wil uitkeren als dividend, dan betaalt hij nog een keer 26,9% inkomstenbelasting in privé.

Het verhogen van de vennootschapsbelasting raakt dus direct de portemonnee van de dga. En omdat er veel minder dga’s dan werknemers zijn, is het electoraal gezien makkelijker om daar de belastingen te verhogen.

Maar dit is nog maar één manier die de overheid zal inzetten. Op 1 januari 2023 zal de dga ook ‘beperkt’ mogen lenen bij zijn eigen B.V. voor alles wat niet ziet op zijn woning; deze blijft buiten de beperking. Alle andere leningen vallen onder de beperking. De leningen voor in privé verhuurde panden, een boot, consumptieve uitgaven en dergelijke mogen in totaal niet meer bedragen dan € 500.000.

Op zich is er wel iets te zeggen voor de beperking als deze ziet op consumptieve uitgaven. Het geld is dan weg en er staat geen bezit tegenover. Vanuit dat oogpunt is € 500.000 voor consumptieve uitgaven nog ruim. Een gemiddelde bank zal een dergelijke ruimte niet geven op een privé bankrekening. Alles wat boven € 500.000 uitkomt, wordt als een dividenduitkering aangemerkt waardoor automatisch inkomstenbelasting moet worden betaald.

De staatssecretaris van Financiën heeft recent aangegeven dat de corona-crisis geen reden is om de beperking door te schuiven naar een later tijdstip of om deze af te schaffen. De ondernemingen van de dga’s hebben op allerlei manier steun gekregen via NOW en TVL. Nog meer steun is niet te verwachten.

Dit is echter nog maar één kant van het verhaal. Als een regering geld nodig heeft, dan is het heel makkelijk om de grens van € 500.000 naar beneden bij te stellen. Ik verwacht dat dit de komende jaren dan ook zal gaan gebeuren en de grens van € 0 lijkt me dan waar we op uit gaan komen. Aan Jan met de pet is het makkelijk om uit te leggen dat, nu zij niet zomaar geld kunnen lenen, de dga’s dat ook niet mogen doen. Zij gaan de corona rekening betalen.

Miljoeneninjectie EU voor duurzame transitie R’dam-Rijnmond; denk mee!

0
Provincie Zuid-Holland

Provincie Zuid-Holland

Het Europese Just Transition Fund stelt €58,5 miljoen beschikbaar voor de duurzame transitie van R’dam Rijnmond. Hoe kunnen we deze investering het best besteden?

Gemeente Rotterdam, arbeidsmarktregio Rotterdam en de provincie Zuid-Holland werken aan een goede verdeling van deze gelden, die zijn toegekend vanwege de grote opgave van de regio als het gaat om het realiseren van de Europese klimaatdoelen.
De partners willen het geld van het Just Transition Fund inzetten voor 3 doelen:
1. de energietransitie versnellen
2. de economie vernieuwen
3. de arbeidsmarkt veerkrachtiger maken

Arbeidsmarkt voor de economie van morgen

De 3 doelen versterken elkaar. Oplossingen voor het verminderen van de CO2 uitstoot, zoals nieuwe energiebronnen aanboren en circulair gebruik van grondstoffen in haven en industrie stimuleren, vragen om nieuwe banen waar andere competenties voor nodig zijn. Dat kan het imago van de haven als aansprekende werkomgeving verbeteren en het vacature-overschot verminderen.

Denk mee: beantwoord deze 5 vragen

Gemeente Rotterdam, arbeidsmarktregio Rotterdam en de provincie Zuid-Holland vragen professionals van overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties in de regio Rotterdam Rijnmond om input rond bovenstaande doelen. Sluiten ze aan op belangrijke uitdagingen van de regio, mist u knelpunten, wat zijn volgens u de belangrijkste investeringen voor de transitie?
Wilt u meedenken? Ga dan naar de pagina Kansen voor West(verwijst naar een andere website) voor meer informatie, achtergronden en voorbeelden. Hier vindt u ook de link naar de consultatie met de 5 vragen. U kunt tot 27 augustus 2021 meedoen. Met uw inbreng kunnen de keuzes verder worden aangescherpt, waardoor het geld zo goed mogelijk wordt besteed. Wij houden u op de hoogte van de resultaten van de consultatie.

Bestaat u al bij de gratie van de klant?

0

De winkelstand wordt schraler. Is dat alleen een gevolg van de COVID-19 crisis? Of was dit al langer aan de gang? Wordt het nu extra zichtbaar door de toename van de web-aankopen? Was er wel een warme relatie tussen het bedrijf en de klant?

Bedrijven die echt naar hun klanten luisteren, hebben van hen fans en ambassadeurs weten te maken. Dat maakt wel een groot verschil. In veel bedrijven lijken klanten nog een noodzakelijk kwaad. Kritische en veeleisende klanten worden nog te vaak als lastig ervaren. Gelukkig zijn er voorbeelden van ondernemingen die naadloos aansluiten op de wens van de klant en iedere suggestie –van klantwege– proberen om te zetten in klantgericht handelen. U ook al? Niet door de noodzaak gedwongen, maar spontaan, enthousiast en omdat u prijs stelt op de klant. U bent zelfs een beetje ‘gek’ op hen

KLANTGERICHT ONDERNEMEN

 De invloed van de klant neemt drastisch toe. Niet alleen in de retailsector, maar ook binnen dienstverlenende bedrijven. De klant moet echt gewonnen worden en kiest wat hem of haar het beste uitkomt. Internet en de geavanceerde webshops zijn hier natuurlijk debet aan. Het is echter niet meer genoeg om wat plaatjes van handelswaar op een website te plakken. Het gaat om meer, om beleving en service. De klant is mondig en weet wat hij of zij wil. Hoewel meestal grillig, is de wens van de klant toch bepalend. Deze mondigheid is te duiden als een onderdeel van het democratisch economisch spel. Dit heeft wel vergaande gevolgen. De organisatie, het personeel, het assortiment, de uitstraling en het gemak moeten volledig aansluiten op de wens en behoefte van de klant. Ingewikkelde procedures en veel gezoek doen klanten afhaken. Voor velen nog een lastige opgave. Anderen zijn al een stap verder in gebruiksgemak en plukken daar inmiddels ruimschoots de vruchten van. Klantgericht ondernemen loont.

WEET U WAT DE KLANTEN WILLEN?

 Klanten zijn dol op informatie. Weten zij wat u als ondernemer drijft om uw handel te drijven? Klinkt wellicht raar in uw oren, maar klanten willen de ‘drive’ van de ondernemer ervaren. We gaan weer terug naar échte betrokkenheid, ambachtelijkheid en persoonlijk gunnen. De klant is onafhankelijk en wil transparant tot een keuze komen. Hij of zij vraagt dit ook van de leverancier. Dat begint bij u –de ondernemer– en moet spontaan en hartelijk worden overgenomen door uw personeel. Geen enkele medewerker zal iets extra’s doen als u niet het goede voorbeeld geeft. Verandering in denken begint bij de leider. Zorg dus voor een klantgerichte en klantvriendelijke bedrijfscultuur! Bent u als ondernemer zo’n in klantbelang overtuigde leider? Iemand die weet wat uw klanten willen? Spontaniteit is heel belangrijk. Ik ken ondernemers die van iedere werkdag en ieder klantcontact een ‘blijde gebeurtenis’ maken. Ze tonen interesse in de klant. Het is geen wonder dat dit soort mensen ‘goed’ liggen bij de klanten.

DICHT BIJ DE KLANT BLIJVEN

Toont u ook echte belangstelling voor de klant? Er zijn collega’s en concurrenten die dat wel doen. Niet alleen als het gaat om de opdracht of de aankoop, maar juist als het gaat om de aandacht, onderscheiden zij zich van de concurrentie. Zij weten het verschil te maken. Ze doen geen ingewikkelde praat, maar passen hun strategie heel praktisch toe in de dagelijkse praktijk. Hun ja is ja en hun nee is nee. Zij zijn betrouwbaar en krijgen daardoor ook het vertrouwen van hun klanten. Zo ontdekken ze dagelijks nieuwe dingen en staan ze open voor suggesties en opmerkingen. Maar ook hun medewerkers snappen het spel. Geen overdreven procedures, maar de ‘vrije hand’ als het om klantbelangen gaat. De klant staat centraal. Teveel bureaucratie en overbodige functies zorgen ervoor dat de persoon achter de kassa of degene die de dienst uitvoert steeds verder van de klant komt te staan. Doe dus aan verplatting en versimpeling. Dat klinkt simpeler dan het is. Probeer het maar eens uit.

INTERACTIE MET DE KLANT

Wat mij eveneens opvalt is dat dit soort bedrijven altijd kritisch blijven op de kwaliteit van producten en dienstverlening. Ze kiezen focus op hun doelgroep! Zij slapen niet in en worden geen slachtoffer van hun eigen succes. Wees daar dus alert op als u ditzelfde doel nastreeft. Klantgericht ondernemen is iedere dag ‘bij de les’ zijn. Niet indutten of vergenoegd en gezapig onderuit zakken! Dit gedrag staat niet los van een interactieve houding ten aanzien van ontwikkeling van nieuwe producten en diensten. Innovatief ondernemen is geen keuze of optie, maar een noodzakelijke doelstelling. Tenminste: wanneer u succesvol wenst te ondernemen. Vooral de interactie met de klant kenmerkt dit soort ondernemingen. Door klantpanels en overleg met de klanten komen zo mooie (weliswaar) premature, maar realiseerbare initiatieven tot wasdom. Kortom, ondernemingen die écht naar hun klanten luisteren zijn actief en betrokken. Zij bewegen mee met de omgeving. Zij voldoen aan de wensen en behoeften van de klant.

GEK ZIJN OP DE KLANT; IS DAT GEK?

Waarom zou je naar de winkel gaan als alles te krijgen is via een mooie webshop? Waarom zou je gaan lopen sjouwen met tassen als je aankoop gratis aan de deur wordt geleverd? Omdat de ondernemer zelf het verschil maakt! Ik ken een paar mooie uitzonderingen op de regel. Retailers die het goed blijven doen. Deze ondernemers maken de klant duidelijk waarom zij bij hen moet zijn. Ze zoeken de klant op verschillende manieren, zijn actief en spannen zich in om hen te boeien en te binden, online en offline! Hoe blijf je volop in contact met de klant? Door de servicegraad en aantrekkelijkheid te verhogen! After-sales, een VIP behandeling, open en gerichte communicatie met de klant zijn de pijlers van het marketingbeleid. Betoon gastvrijheid, wees dienstbaar en eis dit van uw medewerkers. Het zal ontegenzeggelijk leiden tot tevreden klanten, maar ook tot nieuwe klanten. Dit alles vraagt bevlogen en betrokken medewerkers. Geen zelfgenoegzame verkopers, maar mensen die ‘gek’ zijn op klanten. Bent u dat en heeft u zulke medewerkers?

Dan is niets te ‘gek’ om het de klant naar de zin te maken. Mankeert er nog het één en ander aan? Dan zou ik maar snel nadenken over een actieve klantstrategie. Het is echt niet zo gek om ‘gek’ te zijn op klanten!

Een goede bereikbaarheid vraagt ook iets van u

0

De Verkeersonderneming

Voor de meeste bedrijven is een goede bereikbaarheid cruciaal. Maar niet iedereen is zich ervan bewust dat het ook inzet van het bedrijf zelf vraagt. De betrokken overheden doen er alles aan om de terugkeer van de files op de A15 te vermijden en bieden gezamenlijk ondersteuning aan met de Korte Termijn Maatregelen A15 en het platform Samen Bereikbaar. We moeten voorkomen dat we weer met z’n allen in de file gaan staan op de A15. Maar dat is alleen realistisch als ook bedrijven zelf hun steentje bijdragen.

Dat kan al met kleine acties zoals kosteloos een e-bike probeerpool op het bedrijf of het onder de aandacht brengen van acties waar medewerkers zelf aan mee kunnen doen.

WERKZAAMHEDEN ZOMER 2021
Rijkswaterstaat werkt sinds de zomer van 2020 aan het groot onderhoud N3. Voor een betere bereikbaarheid van de regio werkt Rijkswaterstaat ook aan de verbreding van de A15 tussen Papendrecht en Sliedrecht en de nieuwe aansluiting A15/N3/ N214. Deze zomer wordt er aan alle drie de projecten gelijktijdig gewerkt. Dit kan de nodige hinder veroorzaken in de regio, zoals diverse wegafsluitingen. Houd de website N3werkzaamheden in de gaten voor de meest actuele informatie.

KORTE TERMIJN MAATREGELEN A15 RIDDERKERK – GORINCHEM
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat en provincie Zuid-Holland werken gezamenlijk aan een MIRT-verkenning op de A15 tussen Papendrecht en Gorinchem. Samen met de Drechtsteden is er ook een pakket Korte Termijn Maatregelen A15. Dit pakket is er onder meer op gericht zoveel mogelijk bedrijven slimmer en
duurzamer te laten reizen en daar waar het kan structureel af te stappen van ‘iedereen moet om 9 uur op kantoor zijn’. Bedrijven kunnen gebruik maken van allerlei tools en acties om ze hierbij te helpen. Het betreft niet alleen het woon-werkverkeer. Het pakket richt zich ook nadrukkelijk op de logistieke bedrijven die veel vracht vervoeren over de A15.

SAMEN BEREIKBAAR
Het bedrijvenplatform Samen Bereikbaar is een initiatief van de Drechtsteden en De Verkeersonderneming en ondersteunt ondernemers in de Drechtsteden en in Gorinchem op het gebied van mobiliteit. Bedrijven die aansluiten committeren zich aan 10 procent van de medewerkers uit de spits. Aansluiten bij Samen Bereikbaar is gratis maar niet vrijblijvend. Samen Bereikbaar adviseert en begeleidt bedrijven op het gebied van mobiliteit. Dat kan onder andere door een probeerpool neer te zetten, een postcodescan uit te voeren zodat bedrijven weten waar de potentie zit of door te ondersteunen bij het herijken van het mobiliteitsbeleid.

‘WAAR WERK JIJ?’
In de hele provincie Zuid-Holland is de actie ‘Waar werk jij?’ actief. De actie is onderdeel van de Ways2go-campagne en heeft als doel kantoororganisaties en –medewerkers te stimuleren om ook in de toekomst hybride of plaatsonafhankelijk te werken. Op Ways2go kunt u als bedrijf en als medewerker een korte test invullen en kijken
of uw organisatie in aanmerking komt voor een gouden, zilveren of bronzen award. Ook zijn er binnen de campagne allerlei tools, zoals advies bij het implementeren van hybride werken en een thuiswerkplekscan.

GA LEKKER MET DE FIETS!
Uit verschillende studies blijkt dat een behoorlijk deel van het verkeer op de A15 korte-afstandsverkeer is. Met allerlei kortingen en pools proberen we meer mensen te enthousiasmeren de fiets of het OV te pakken in plaats van de auto. Bedrijven waar hybride werken geen optie is, kunnen wel het fietsen onder medewerkers stimuleren.
Een bedrijf kan bij het bedrijvenplatform Samen Bereikbaar kosteloos een e-bike probeerpool aanvragen. Een pool bestaat uit drie fietsen die drie maanden door verschillende medewerkers kunnen worden geprobeerd. De backoffice voor reserveringen wordt geregeld en er is promotiemateriaal beschikbaar. Medewerkers die uit
de auto en op een fiets, e-bike of speed pedelec stappen, kunnen maar liefst € 300 korting krijgen op de aanschaf.

SLIM REIZEN APP A15/N3
Mensen die vóór COVID-19 regelmatig over de N3 en/of de A15 tussen Ridderkerk en Gorinchem reden of dat nu nog steeds doen, kunnen meedoen met de A15/N3 challenge in de Fynch app. De app is te downloaden via de appstores. Deelnemers kunnen coins (punten) sparen door te gaan fietsen, een wandeling te maken of thuis te
werken. De coins zijn in te wisselen voor kortingen op cadeaus. Ook maken deelnemers maandelijks kans op een cadeaubon.

Vertrouwen consument verandert nauwelijks in juli

0

De stemming onder consumenten was in juli 2021 nagenoeg hetzelfde als een maand eerder, meldt het CBS. Het consumentenvertrouwen kwam uit op -4, tegen -3 in juni 2021. Het oordeel over de economie verbeterde iets, terwijl de koopbereidheid wat verslechterde.

Met -4 lag het consumentenvertrouwen in juli boven het gemiddelde over de afgelopen twintig jaar (-8). Het vertrouwen bereikte in januari 2000 de hoogste stand ooit (36). Het dieptepunt werd bereikt in maart 2013 (-41).

Consumenten minder negatief over economisch klimaat

Consumenten waren in juli minder negatief over de economie dan in juni. De deelindicator economisch klimaat ging van -12 naar -10. Consumenten waren minder negatief over het economische klimaat in de afgelopen twaalf maanden, maar over de economie in de komende twaalf maanden waren ze minder positief.

Koopbereidheid verslechtert

De koopbereidheid kwam in juli uit op 0, tegen 3 in juni. Consumenten oordeelden minder positief over de financiële situatie in de komende twaalf maanden en over de financiële positie in de afgelopen twaalf maanden. Ook vonden ze de tijd voor het doen van grote aankopen ongunstiger dan in juni.