Home Blog Page 173

Van de regen uit de drup

0

Juni: de maand van zonnige dagen op het terras. Van lange strandwandelingen. Van tuinfeesten en bruiloften. Maar ook van zware regen- en onweersbuien. Tenminste, dat was afgelopen juni het geval. Bijvoorbeeld op 23 juni, toen landelijk bijna anderhalf keer zoveel regen als normaal viel en de eerste ‘zomerstorm’ over het land trok. Na zo’n dag draait onze schadeafdeling overuren. Dat het belangrijk is om ondanks de drukte scherp te blijven, blijkt maar weer uit een schade die we afgelopen juni behandelden.

Op 23 juni viel op veel plaatsen 30 tot 60 centimeter regen en de grote hagelstenen en (zeer) zware windstoten veroorzaakten extra overlast. Van een relatie kregen we de melding dat zijn souterrain volgelopen was met water: het water stond maar liefst 30 centimeter hoog en de eerste schaderaming kwam uit op € 40.000,-. Niet echt waterschade die je weg kunt dweilen dus. De expert werd ingeschakeld om de schade te beoordelen en uit zijn eerste berichtgeving begrepen we dat het hier ging om grondwater wat tussen de betonrand van de kelder en het metselwerk naar binnen was gestroomd.

Helaas was op de verzekeringspolis van onze klant schade door grondwater uitgesloten en kregen wij op basis van dit voorbericht een afwijzing. Heel vervelend voor onze relatie, want dat zou betekenen dat niets van deze schade vergoed zou worden. Maar was de schade wel écht ontstaan door grondwater of kon het nog gekwalificeerd worden als neerslag? Een klein verschil, maar wel met grote gevolgen: bij neerslag zou onze relatie een volledige uitkering krijgen en bij grondwater niets.

Na een aantal flinke discussies die we voerden met de verzekeraar, moest deze erkennen dat uit de rapportage van de expert niet duidelijk genoeg naar voren was gekomen of het grond- of regenwater betrof. De expert werd verzocht zich verder te verdiepen in de schade, die ondertussen was opgelopen tot € 65.000,-. Uit de definitieve rapportage bleek dat bij het construeren van de betonbak rekening was gehouden met de hoogst mogelijke grondwaterstand. Aangezien deze tóch overstroomd was en uit metingen bleek dat het grondwater niet was gestegen, kon geconcludeerd worden dat de overstroming te wijten was aan de regen waardoor er wél dekking op de polis was. Dus: € 65.000,- voor onze relatie in plaats van € 0,-.

Hieruit blijkt maar weer dat tijd een belangrijk aspect is bij schade. Ten eerste omdat een expert ruim de tijd moet krijgen om alle facetten van een schade goed te bekijken. En ten tweede omdat het best wat tijd kan kosten om met een verzekeraar de schade te bespreken. Gelukkig dat de tijd in dit geval de wonden heelde voor onze relatie.

Heeft u te weinig tijd om een schade die binnen uw bedrijf heeft plaatsgevonden tot in de puntjes uit te zoeken? Ik ga graag eens met u in gesprek om u de schade uit handen te nemen en tijdsruimte voor u te creëren. Dat kan bij ons in de Schouten Toren, maar ook telefonisch of via Skype. Scheelt u weer tijd.

Daniel Dancewicz
Schouten Zekerheid

Het Blaricumeffect

0

Onlangs keek ik met enige verbazing naar het programma ’Witteman ontdekt het geluk’ van de NPO.

VU-docent en organisatiepsycholoog Kilian Wawoe legde in dit programma uit dat geld niet gelukkig maakt. Hij nuanceerde dat direct door te melden dat we geld natuurlijk wel nodig hebben om in onze basisbehoeften te kunnen voorzien. We zijn aantoonbaar minder gelukkig als we dat niet kunnen. Dat geldt natuurlijk vooral voor mensen met een laag inkomen.

Tot aan een inkomen van twee keer modaal blijkt het geluk nog toe te nemen. Daarboven hoeven we ons niet meer druk te maken om geld. Dan kunnen we alles kopen dat we nodig hebben. Boven die twee keer modaal neemt het geluk niet meer toe als het inkomen stijgt. Wat we wél blijven doen is vergelijken. Vergelijken met de buren, vrienden of met collega’s.

Wawoe vertelde over wat hij het ‘Blaricumeffect’ noemde. Hij legde uit dat mensen veelal gaan wonen in een omgeving die past bij hun werk, aanzien en inkomen. Meer gaan verdienen leidt vaak tot verhuizing en buren met een even hoog of hoger inkomen dan jijzelf hebt. Het ligt voor de hand: dit leidt er toe dat mensen – hoe hoog hun inkomen ook is – ontevreden kunnen blijven met hetgeen ze hebben. Vermogende mensen in een vermogende
omgeving ervaren pas dat ze rijk zijn bij een vermogen van minimaal 6 miljoen. Het Blaricumeffect maakt dus dat de gemiddelde miljonair toch nog met afgunst naar zijn buurman blijft kijken.

Maar nu dan Wawoe’s opmerking die mijn verbazing opwekte: In zijn werk als voormalig adviseur bij ABN AMRO was hij betrokken bij het uitreiken van bonussen. Hij informeerde een in Blaricum wonende directeur van de bank (u dacht vast al: Waar komt dat Bláricum toch vandaan?) over de hoogte van zijn bonus van een slordige 1,7 miljoen euro netto. De man toonde geen blijheid of tevredenheid. Nee, hij wilde slechts weten hoe hoog de bonussen van zijn collega’s waren. Ik weet niet hoe het met uw bonus staat; maar ik had met minder genoegen genomen.

Waarom vermoei ik u met dit verhaal? Omdat ik heel erg benieuwd ben hoe het denken over geld en geluk zich in de toekomst zal ontwikkelen. Jongeren anno 2016 blijken namelijk steeds minder om salaris, luxe en status te geven. Zij hechten meer aan een goede werk-privébalans, reizen en ervaringen. Luxe spullen lenen ze, zelfs de leaseauto wordt minder interessant. Daar waar de HES in het verleden billboards plaatste met de slogan ‘Dus jij denkt later in een dikke leasebak te gaan rijden? Nou dat klopt!’ willen jonge hoogopgeleiden tegenwoordig dat werk iets toevoegt aan hun leven. Zingeving, verlofdagen en parttime werken worden belangrijk. De jeugd heeft de toekomst, zij vormen ook het toekomstig management van bedrijven. Bent u ook zo benieuwd wat dit gaat betekenen voor uw business, rendement en shareholder’s value?

Ada Janssen
Deltametaal

Beleef het CHIO Rotterdam Stroodorp midden in de winter

0

Het Stroodorp van het CHIO Rotterdam is van oudsher een begrip tijdens het grootste Paardensport evenement van het land in de maand juni in het Kralingsebos in Rotterdam.
Het CHIO is dé ontmoetingsplaats van ondernemend Rotterdam (en ver daarbuiten). In de afgelopen jaren is het Stroodorpplein van het CHIO tijdens People’s Business in januari ‘the place to be’ geworden. Ook dit jaar heeft het CHIO Rotterdam samen met partners Rabobank Rotterdam, Dura Vermeer, NautaDutilh, Mercedes-Benz, Vrienden van het CHIO, Van der Valk Exclusief, Blijdorp en Nieuwerkerk aan den IJssel weer een gezellig Stroo-dorp ingericht in het WTC. Op het Stroodorpplein ruik je het stro, ben je tussen de hindernissen, drinken we een borrel op het nieuwe jaar en ontmoet je alle zakelijke relaties van het CHIO Rotterdam. Alleen de paardengeur ontbreekt, maar verder ademt het plein de sfeer van het event in juni uit. Onlangs maakte de Fédérations Equestre Internationale (FEI) bekend dat de Europese Kampioenschappen springen, dressuur en para-dressuur in 2019 worden gehouden in Rotterdam.

“We hebben er als team keihard voor gewerkt en hebben een mooie presentatie samengesteld voor de FEI,” zegt Jan de Mooij, algemeen directeur van het CHIO Rotterdam. Belle de Bruin, voorzitter CHIO Rotterdam, vult aan “We hebben weliswaar 5 jaar geleden een mooi EK Dressuur hier gehad, maar het is in 2019 al weer 30 jaar geleden dat we hier een EK Springen hadden. We gaan er een fantastisch evenement van maken.” Het EK 2019 zal van 19 t/m 25 augustus 2019 plaatsvinden in het Kralingsebos.

Kortom het CHIO is helemaal hot, gezien alle ontwikkelingen en vooral het binnenhalen van het EK in 2019. CHIO heet u dan ook van harte welkom tijdens deze winterse editie van het Stroodorp tijdens People’s Business 2017 op 18 en 19 januari in Beurs World Trade Center Rotterdam.

Altijd de beste willen zijn

0

Familiebedrijven en duurzaamheid. Ingrediënten voor een fijn gesprek tussen het Italiaanse koffiemerk illy en AA Lease, beide van oudsher een familiebedrijf. Een gesprek dat, naar goed Italiaans gebruik, staand aan de bar en uiteraard onder het genot van een mooie espresso plaatsvindt.

Wie het hoofdkwartier van illy Nederland binnenloopt, kijkt zijn ogen uit. Blinkende koffiemachines, prachtige koffieaccessoires en dito verpakkingen lachen je tegemoet. Een ding wordt snel duidelijk: klant en kwaliteit staan hier voorop.

De beste

Herkenbaar voor Marijn Bakker. “Dit is kenmerkend voor een familiebedrijf. Hard werken, plezier hebben en de beste willen zijn. Uiteindelijk doe je dit voor de klant zodat je kwalitatief hoogstaande producten en daarnaast een uitstekende dienstverlening kunt leveren”, aldus de commercieel directeur van AA Lease. Gesprekspartner Gert Korteweg, directeur van illy, beaamt dit. “Onze passie ligt in koffie maken van het beste wat de natuur ons geeft. Wij zijn dus continu op zoek naar het beste. Waar groeit de beste koffie en hoe helpen wij de boeren om de beste koffie te produceren? Een niet aflatend proces.”

Universiteiten

illy beloont de boeren op een eerlijke manier: het bedrijf zit 30% boven de marktprijs en verzorgt ook opleidingen. Het laatste vindt plaats bij de Università del Caffè, zogenoemde illy-universiteiten, in bijvoorbeeld landen als Brazilië en India. Korteweg: “Duurzaamheid staat bij ons hoog in het vaandel. Dit komt tevens voort uit het feit dat illy een familiebedrijf is, waar inmiddels de derde generatie aan het roer staat.” Ook AA Lease ziet dat duurzaamheid binnen de branche meer terrein wint. “Ging het vroeger vooral om optimalisatie van de autokosten en rapportages, tegenwoordig merken we dat duurzaam ondernemen en milieuverantwoord rijden steeds belangrijker wordt.”

Connectie

Het Italiaanse koffiemerk illy werd in 1933 opgericht. Zo’n dertig jaar later besloot men een verkoopkantoor in het buitenland te vestigen: in Nederland. Inmiddels is in 144 landen de distributie opgezet. AA Lease is een universele, middelgrote autoleasemaatschappij en is van oorsprong voortgekomen uit het familiebedrijf Ames waarvan de historie teruggaat naar 1907. De gesprekspartners onderstrepen de prettige connectie die er bestaat tussen beide bedrijven. Of zoals Korteweg het verwoordt: “Open communicatie is essentieel. Het is de beste manier om een probleem op te lossen. AA Lease verstaat deze kunst uitstekend.” Bakker op zijn beurt: “Wie voor kwaliteit staat, mag dit ook van een ander verlangen.”

Een positief 2017

0

Wat zijn uw verwachtingen voor 2017 en wat zijn de speerpunten die voor uw organisatie van belang zijn het aankomende jaar? Vanuit mijn perspectief heeft het er de laatste jaren zelden zo positief voor gestaan als dat nu het geval is. Nagenoeg iedere organisatie om mij heen verwacht te kunnen groeien ten opzichte van 2016. Groei zit hem dan met name in de omzet, het aantal FTE en het dienstenpakket. Voor mijn eigen organisatie is dat niet anders. Mijn team is flink uitgebreid ten opzichte van een jaar geleden en ook onze diensten blijven zich ontwikkelen. Een ontwikkeling welke we zien ontstaan in de markt is dat er steeds vaker voor gekozen wordt om een nieuwe medewerker aan te nemen op basis van werving en selectie in plaats van op uitzendbasis. Eén van dé tekenen dat we op weg zijn naar een markt waarin weer krapte ontstaat in het aanbod van medewerkers. Hoe beter het gaat met de economie, hoe schaarser het talent is, hoe eerder men de keuze maakt om de juiste persoon echt te willen binden door direct een eigen dienstverband aan te bieden.

In een eerdere column heb ik al aangegeven dat het dus ook steeds belangrijker wordt om talent aan de voorkant aan te spreken en heb ik enkele tips gegeven over hoe dit aan te pakken. Inherent aan deze ontwikkeling wordt ‘snelheid’ een steeds belangrijker speerpunt. Niet zelden ervaren we dat medewerkers de keuze hebben uit verschillende aanbiedingen van werkgevers. De organisatie die het eerst komt met een concreet aanbod dat aansluit bij de wensen van de medewerker, maakt ook de meeste kans op acceptatie van dit aanbod.  De organisatie die als tweede of derde volgt vist vaker achter het net. Belangrijk onderdeel van het aanbod zijn ook steeds vaker de secundaire arbeidsvoorwaarden. Hoe kan iemand zich concreet ontwikkelen binnen de organisatie, worden er wel eens gezellige borrels georganiseerd, mag men sporten op kosten van de werkgever, verzorgt werkgever een gezonde lunch etc. Behoefte aan een inhoudelijk gesprek over bijvoorbeeld het binden en boeien van medewerkers? Laten we dan in 2017 eens van gedachten wisselen.

Voor nu rest mij niks anders dan u fijne feestdagen te wensen en een positief 2017!

Door de bomen het bos niet meer zien

0

Bankenland en financieringsland was ooit heel overzichtelijk. Je had staatsbanken, handelsbanken, spaarbanken, boerenleenbanken en algemene banken. Een paar daarvan schoten een beetje door en toen liep het vast. De doorschieters waren te groot geworden, daardoor moesten ze gered worden toen het misging. Daar zit ook een voordeel aan vast; de tijd is voorbij dat bankiers een 20% solvabiliteit vroegen terwijl ze zelf maar 2% solvabiliteit hadden.

Vandaag de dag zijn de banken bijna gewurgd door toezicht, dus daar hoeft u als ondernemer niet veel meer van te verwachten. De spaarder wordt ook niet blij van 0,1% rente (of iets meer), maar dat is nu eenmaal  de markt. Wel prettig als u wilt lenen maar of lage rentes investeringen aanjagen? Als de ondernemer een goed idee heeft, betaalt hij graag rente.

Het goede nieuws is dat er veel geld in de wereld is en dat zoekt rendement. Deels omdat overheden door garantieregelingen etc. dit weer stimuleren is er veel geld beschikbaar. Het vinden is een zoektocht en de kern van kredietverlening is uiteindelijk toch risico inschatting, oftewel een grondige analyse. Als u wat minder rendement zoekt en het geld ook een beetje voor uw hobby wilt inzetten kunt u er ook een Spingpaarden Fonds mee bouwen of Ajax-aandelen mee kopen.

Als u uw geld toevertrouwt aan crowdfunding neemt u een gok, want een beloning van 5-10 % weegt nooit op tegen volledig verlies van de hoofdsom. De tijd zal het leren maar een trackrecord bouwt men pas op in jaren.

Als ondernemer heeft u een scala van financieringsmogelijkheden en een goede adviseur helpt u graag om de juiste boom in het bos te vinden.  Voor kleinere bedragen is de bank niet meer thuis en crowd funding platforms gaan al tot enkele miljoenen. Banken doen toch ook wel weer mee, zij stapelen financieringen, nemen zelf een deel op hun balans en plaatsen een (groot) deel bij klanten die nog steeds (terecht of onterecht) vertrouwen op de risicoanalyse van de bank. De ene bank is de andere niet, bij sommigen gaan de luiken weer open en anderen moeten hun balans alleen maar laten krimpen. Dat voelt u en dat kan een hele vervelende ervaring zijn want jarenlange relaties tellen opeens wat minder.

Waar u ook leent, de prijzen zijn wel omhoog gegaan en dat is misschien wel terecht, de ‘free lunch’ bestond blijkbaar toch niet en in de kleine Nederlandse markt was de concurrentie moordend met extreem lage marges als gevolg.

De zoektocht naar rendement betekent voor de ondernemer in ieder geval dat er meer loketten zijn voor financiering. Verzekeraars, die niet geremd worden door bankregels en een batterij aan financiers begeven zich op de markt. Van Nederlandse familie fondsen en pensioenfondsen tot buitenlandse partijen die de verlamming in het Nederlandse financieringsbos doorbreken. Gezond verstand van iedereen, dus de kredietverstrekker en de kredietnemers vieren gelukkig weer hoogtij. Het aantal aanbieders is gestegen maar het overzicht is minder geworden. Om die reden hebben wij inmiddels een specialist corporate finance in huis die u hierbij kan helpen. Bij ieder bos hoort immers ook een goede boswachter.

De rol van de marketeer versus de intermediair

0

Op CNBC werd, tussen de Democratische Conventie, het interview met Ann Lewnes (Chief Marketing Director van Adobe) herhaald. Het voornaamste onderwerp dat aan bod is gekomen, is hoe wordt het marketing budget tegenwoordig besteed. Het belangrijkste dat Ann de kijker wilde meegeven was toch wel dat het merendeel van haar budget (meer dan 75%!) wordt uitgegeven aan digitale marketing. Ann heeft ook geconcludeerd dat nog niet elke beroepsgroep hier klaar voor is. Er zijn echter enkele “early adapters”. Ze veronderstelt de “travel” industry daarbij.

Dat laatste vind ik een interessante uitspraak. Als we onze beroepsgroep tot de “early adapters” laten behoren dan geven we onszelf misschien nét teveel eer. Zijn het niet de op dit moment zo verguisde intermedairs die met veel grotere marketingbudgetten de digitale wereld hebben verkend voor ons? Het blijft natuurlijk een beetje wrang om te constateren dat de gemiddelde hotelier minder afweet van hoe zijn gasten te bereiken dan de intermediair. Waarom is een campagne van bijvoorbeeld Travelbird op de Belgische markt zo effectief? Juíst, en daar had Ann gelijk in, zij hebben een groter marketingbudget dat al veel meer digitaal wordt ingezet.

De hotelier blijft toch nog steeds een lichte voorkeur houden voor de papieren advertentie. Ongeacht of nu wel of niet bewezen is dat het bereik en de ROI ervan onvoldoende zijn. Je ziet dit wel veranderen: inmiddels zijn ook vergaderzalen online te boeken, heeft elke keten een online boekingsmogelijkheid direct zichtbaar op de eigen website. Leuk, maar dat is toch de basis? Zijn wij al in staat om te communiceren met onze gasten via een filmpje? Is het denkbaar dat een reserveringsmedewerker via Skype face-to-face contact heeft met de boeker?

Ik denk dat radiostations het perfecte voorbeeld zijn: DJ’s vloggen en de programma’s zijn fimpjes online. Zonder het programma geluisterd te hebben, ik luister namelijk geen 538, blijf ik toch op de hoogte van de dagelijkse beslommeringen van Coen & Sander. Op deze manier bereiken zij hun doelgroep, heel erg makkelijk en direct.

Want zeg nu zelf… Het is toch eigenlijk raar dat in een branche waar het gaat om persoonlijk contact, we nog afstandelijke instrumenten inzetten om onze gast te bereiken.

Het Blaricumeffect

0

Onlangs keek ik met enige verbazing naar het programma ’Witteman ontdekt het geluk’ van de NPO.

VU-docent en organisatiepsycholoog Kilian Wawoe legde in dit programma uit dat geld niet gelukkig maakt. Hij nuanceerde dat direct door te melden dat we geld natuurlijk wel nodig hebben om in onze basisbehoeften te kunnen voorzien. We zijn aantoonbaar minder gelukkig als we dat niet kunnen. Dat geldt natuurlijk vooral voor mensen met een laag inkomen.

Tot aan een inkomen van twee keer modaal blijkt het geluk nog toe te nemen. Daarboven hoeven we ons niet meer druk te maken om geld. Dan kunnen we alles kopen dat we nodig hebben. Boven die twee keer modaal neemt het geluk niet meer toe als het inkomen stijgt. Wat we wél blijven doen is vergelijken. Vergelijken met de buren, vrienden of met collega’s.

Wawoe vertelde over wat hij het ‘Blaricumeffect’ noemde. Hij legde uit dat mensen veelal gaan wonen in een omgeving die past bij hun werk, aanzien en inkomen. Meer gaan verdienen leidt vaak tot verhuizing en buren met een even hoog of hoger inkomen dan jijzelf hebt. Het ligt voor de hand: dit leidt er toe dat mensen – hoe hoog hun inkomen ook is – ontevreden kunnen blijven met hetgeen ze hebben. Vermogende mensen in een vermogende omgeving ervaren pas dat ze rijk zijn bij een vermogen van minimaal 6 miljoen. Het Blaricumeffect maakt dus dat de gemiddelde miljonair toch nog met afgunst naar zijn buurman blijft kijken.

Maar nu dan Wawoe’s opmerking die mijn verbazing opwekte: In zijn werk als voormalig adviseur bij ABN AMRO was hij betrokken bij het uitreiken van bonussen. Hij informeerde een in Blaricum wonende directeur van de bank (u dacht vast al: Waar komt dat Bláricum toch vandaan?) over de hoogte van zijn bonus van een slordige 1,7 miljoen euro netto. De man toonde geen blijheid of tevredenheid. Nee, hij wilde slechts weten hoe hoog de bonussen van zijn collega’s waren. Ik weet niet hoe het met uw bonus staat; maar ik had met minder genoegen genomen.

Waarom vermoei ik u met dit verhaal? Omdat ik heel erg benieuwd ben hoe het denken over geld en geluk zich in de toekomst zal ontwikkelen. Jongeren anno 2016 blijken namelijk steeds minder om salaris, luxe en status te geven. Zij hechten meer aan een goede werk-privébalans, reizen en ervaringen. Luxe spullen lenen ze, zelfs de leaseauto wordt minder interessant. Daar waar de HES in het verleden billboards plaatste met de slogan ‘Dus jij denkt later in een dikke leasebak te gaan rijden? Nou dat klopt!’ willen jonge hoogopgeleiden tegenwoordig dat werk iets toevoegt aan hun leven. Zingeving, verlofdagen en parttime werken worden belangrijk. De jeugd heeft de toekomst, zij vormen ook het toekomstig management van bedrijven. Bent u ook zo benieuwd wat dit gaat betekenen voor uw business, rendement en shareholder’s value?

‘Is een chocoladeletter belast of onbelast?’

5

Een grote groep ondernemers kwam woensdag 7 december naar het Postillion Hotel in Dordrecht voor de tiende editie van het fiscaal ondernemersontbijt, ook dit jaar weer georganiseerd door Werkgevers Drechtsteden, EY en Drechtsteden Business.

In een nieuwe opzet konden aanwezigen tegelijkertijd aan ronde tafels genieten van een uitgebreid ontbijt en tegelijkertijd het seminar volgen. Na het openingswoord van Walter Borsje, partner bij EY Accountants, beet Theodoor Huiskes, partner bij de algemene praktijk van EY Belastingadviseurs, het spits af met een presentatie over enkele actualiteiten inzake de vennootschapsbelasting. Een aantal zaken wordt in het Belastingplan 2017 geregeld, maar voor verschillende thema’s geldt dat deze in aparte voorstellen zijn vastgelegd. Huiskes zette de opvallendste dingen en veranderingen op een rijtje. Hij bracht onder meer de werking van constructiebestrijding ter sprake en de vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI). Deze was oorspronkelijk bedoeld voor institutionele beleggers, maar is sinds 2007 ook bereikbaar voor min of meer vermogende particulieren. Directeur groot aandeelhouders maakten er dan ook dankbaar gebruik van. Een VBI valt namelijk niet onder de vennootschapsbelasting. De Belastingdienst was minder blij met de toegenomen populariteit van de VBI. Daarom werden in het Belastingplan 2017 drie maatregelen voorgesteld die beleggen via een VBI een stuk onaantrekkelijker maken. Daarbij sprong de automatische koppeling van het forfaitaire rendement uit een VBI aan het voor dat jaar geldende percentage van de hoogste schijf in box 3 het meeste in het oog. Het einde van de VBI voor de dga is in zicht. Daarop vooruitlopend nemen velen al hun maatregelen, zo lijkt het. Omdat het fiscale voordeel voor DGA’s in de gewijzigde opzet veel minder groot is, verwacht men dat ongeveer 30 procent zijn of haar pensioen gaat afkopen. Huiskes legde uit op welke manieren dat allemaal kon. Na verdere uitleg over uitfasering van pensioen in eigen beheer, liet Huiskes weten dat de reflex om af te kopen een logische is, maar dat het allemaal maatwerk is en blijft. Neem contact op met uw EY-adviseur, was dan ook zijn oproep.” Daarna kwam onder meer de aanpassing innovatiebox nog aan bod, net als het BEPS-project van de OESO. Het stokje werd daarna overgenomen door Jan-Bertram Rietveld, partner bij de adviesgroep Human Capital van EY. Hij nam het stokje over met uitleg over loonheffingen. Met zijn verhaal over chocoladeletters kreeg hij de lachers op zijn hand. In zijn betoog kwam naar voren dat een chocoladeletter thuis opeten in sommige gevallen betekent dat die letter belast is, maar dat verorberen op de zaak betekent dat deze wel onbelast is. Maar wat nou als je er een paar hapjes van neemt op kantoor en de rest in je tas stopt voor ’s avonds thuis op de bank? “Dit soort onzinmeldingen zijn allemaal in ons vakgebied geïntroduceerd,” verzuchtte hij. “Staatsecretaris Wiebes heeft het Belastingplan 2017 uit elkaar getrokken en alle neuzeldingen in een aparte wet gezet. Dat is een slim trucje, wat vaker wordt toegepast. Bovendien worden daar zulke namen aan gegeven, dat je er moeilijk op tegen kan zijn. Denk dan bijvoorbeeld aan de ‘fiscale vereenvoudigingswet’ en de ‘wet tegemoetkoming loondomein’.” Na een betoog over de nieuwe wet DBA, het minimumloon voor starters en de WIA-melding was het alweer tijd voor een afronding. Iets over 9.30 uur hadden de aanwezigen niet alleen heerlijk gegeten, maar gingen zij ook met stof tot nadenken naar huis. Borsje bedankte iedereen voor hun komst. Voor verdere informatie kunt u ook bij hem terecht: E: walter.borsje@nl.ey.com of T: (088) 407 85 41.

‘Het netnummer 010 is voor bedrijven vaak interessanter dan 078’

0

Wat gaat de Economic Board in de Drechtsteden opleveren? Is deze regio een aantrekkelijke vestigingsplaats voor ondernemers? Hoe belangrijk is goed onderwijsaanbod voor een stad?

Op deze en andere vragen trachtten Marco Ruit, partner bij Visser & Visser accountants, Albert Kluwen, advocaat bij De Koning Advocaten, Dennis Dekker, makelaar en taxateur bij Ooms Makelaars, Piet Hoogendoorn, directievoorzitter van Rabobank Drechtsteden en Gerrit-Jan Sikkema, belastingadviseur bij Verstegen accountants en belastingadviseurs, de antwoorden te vinden tijdens een rondetafelgesprek bij Rabobank Drechtsteden.

De Economic Board kwam als eerste ter sprake. Onlangs werd bekend dat Sjoerd Vollebregt de voorzitter wordt voor dit, in de Drechtsteden, nieuwe initiatief. Hij was van 2002 tot 2014 CEO bij Fokker Technologies en Stork Holding in Papendrecht. De Economic Board is een platform dat, naast de bestaande samenwerkingsverbanden, een strategie voor de lange termijn ontwikkelt en de uitvoering hiervan organiseert. De board werkt mee aan de versterking van de economische regio: het platform kan agenderen, bundelen, initiëren, opschalen en lobbyen. Hoe zien de heren aan tafel dit voor zich? “Ik hoop dat de Economic Board straks wordt gezien als een cadeautje voor de regio. De grootste uitdaging is om de Drechtsteden op te stuwen in de vaart der volkeren. Ik heb als één van de kwartiermakers van de Economic Board al kennis mogen maken met Sjoerd en mijn eerste indruk is goed. Maar uiteindelijk zullen hij en de overige boardleden worden beoordeeld op hun daden. Bij de verdere samenstelling is het van het grootste belang om tot een goede mix van bestuursleden te komen. Mensen met verschillende achtergronden en een relevant netwerk: die moet je hebben. Iemand met 400 nummers in zijn of haar mobieltje is niet per definitie de beste keuze. Het gaat niet om het aantal contacten, maar om hoe waardevol ze zijn,” aldus Hoogendoorn, die eerder in Eindhoven een bescheiden rol vervulde bij het opzetten van een Economic Board aldaar. “Daar werd ingezet op Eindhoven als kern van de techregio. Ik heb ASML nog zien komen, alles stond nog in de kinderschoenen.” Dekker: “In de Drechtsteden wordt ingezet op het maritieme aspect. Iedere regio heeft zijn eigen kracht en probeert zich zo te profileren.” Hoogendoorn: “Ik ben wel van mening dat er te veel wordt ingezet op de Drechtsteden als maritieme topregio. Wie hier een transportbedrijf heeft, zou zich best benadeeld kunnen voelen. Er gaat buitenproportioneel veel aandacht uit naar de maritieme sector, terwijl het gewoon een niet onbelangrijk onderdeel is van vele mooie bedrijven in dit gebied.” Dekker: “Klopt, en bovendien heb je ook nog eens te maken met maritieme concurrentie vanuit Rotterdam en Moerdijk. Dus of de Drechtsteden daarmee nou zo onderscheidend zijn?”

Hoe dichter bij Dordt, hoe rotter het wordt: die bekende spreuk gaat veelal niet meer op, vinden de deelnemers. Hoogendoorn: “We hebben volop kunst en cultuur, het Energiehuis, Villa Augustus, Post: stuk voor stuk zaken waar we trots op mogen en moeten zijn.” Kluwen: “Dordrecht kreeg als eerste stad in Holland stadsrechten. Na Amsterdam en Delft is het misschien wel de mooiste, meest historische stad van Nederland. Het heeft lang geduurd voor we dat een beetje zijn gaan uitdragen.” Hoogendoorn: “Naast toeristen uit eigen land ontvangt Dordrecht ook steeds meer Belgen. ARA in Zwijndrecht zit er in het weekend vol mee.” Ruit: “In Amsterdam kunnen ze de stroom toeristen amper nog aan en ook Rotterdam begint steeds voller te raken. Laat die toeristen als alternatief maar naar Dordrecht komen.” Sikkema: “Maar waar ga je die groepen dan onderbrengen? Toeristen willen er ’s avonds vaak nog op uit, dus hotels in het centrum sluiten perfect aan bij die wens. Alleen zijn die er nu niet. Dus mocht die ambitie er zijn, dat lijkt dat mij wel een belangrijk aandachtspunt.” Of Dordrecht optimaal aantrekkelijk is voor toeristen, daar zijn de meningen dus ietwat over verdeeld. Maar hoe zit dat voor ondernemers? Vormt deze regio een aantrekkelijk vestigingsklimaat? Dekker: “Binnen de kantorenmarkt zie ik vooral verschuivingen binnen de Drechtsteden. Toetreders van buitenaf, zoals onlangs Tetra Pak, zijn vrij zeldzaam. Het netnummer 010 is vaak interessanter dan 078, zeker voor internationaal georiënteerde bedrijven. Vanuit Rotterdam zijn ondernemingen niet happig om naar de Drechtsteden te verhuizen.”

Dordrecht heeft op verschillende fronten stappen gemaakt, maar het is niet alleen maar hosanna. De verloedering van een deel van de Voorstraat is velen een doorn in het oog en Kluwen gooit ook een andere ergernis op tafel. “Ik vind het belachelijk dat een stad als Dordrecht geen universiteit heeft. Er is zelfs geen HTS.” Hoogendoorn: “Minister Bussemaker heeft duidelijk ‘nee’ gezegd, dus ik vind dat we niet moeten blijven hangen in wat we niet hebben. Bovendien hebben we wel HBO Drechtsteden als onderdeel van Da Vinci.” Kluwen: “Daar ben ik het niet mee eens, want onderwijs is maatgevend voor een regio.” Hoogendoorn: “Maar denk niet in grenzen. In 10 tot 15 minuten sta je in Rotterdam, waar je die faciliteiten wel hebt. Zie ons gebied maar gewoon als Groot-Rotterdam.” Kluwen: “We zijn dus gewoon Rijnmond? Als je het sec bekijkt is Nederland een grote periferie van Amsterdam. De Drechtsteden als regio valt daarin helaas compleet weg. De rechtbank van Dordrecht is geworden tot een zittingslocatie van de Rotterdamse Rechtbank en zo zijn er meer voorbeelden te noemen. Wil je echt meetellen, zo lijkt het, dan ga je naar Amsterdam. Zelfs Philips is daar naartoe verhuisd.” Ruit: “Maar is dat erg? Je kan elkaar juist versterken door samen te werken.”

De Nederlandse economie trekt in 2017 verder aan, de werkloosheid daalt en het consumentenvertrouwen neemt toe: allemaal positieve ontwikkelingen. Maar wat betekent dat concreet voor de bedrijven en instellingen in deze regio? Ruit: “In onze branche merken we zeker dat het allemaal aantrekt. We zijn vooral druk met adviseren bij overnames en het geven van eindejaaradviezen, onder andere over de wijzigingen bij pensioen in eigen beheer. De tijd van reorganiseren is geweest, de focus ligt nu duidelijk op bouwen.” Kluwen herkent zich in dat beeld. “Wij merken in onze klantenkring ook een toename van het aantal fusies en overnames. Ons werk is veranderd. Ik hou mij grotendeels bezig met arbeidsrecht en onderstreep de visie van Marco dat de vele reorganisaties een gepasseerd station zijn. Vele advocatenkantoren hebben daardoor minder werk. Omdat De Koning Advocaten verschillende specialismes heeft, gaat dat voor ons echter niet op.” Het aantal werkenden in Nederland neemt toe, maar de toename van het aantal ZZP’ers stokte in 2016. Sikkema: “Dat heeft natuurlijk ook te maken met de invoering van de wet DBA. Zelfstandig ondernemers zien echt nog wel kansen, maar de overheid heeft voor zowel werkgevers als freelancers te veel onzekerheden gecreëerd.” Kluwen: “Ik was juist bezig met een lezing over dit onderwerp, toen staatssecretaris Wiebes bekend maakte de wet in de koelkast te zetten.” Sikkema: “Er was natuurlijk enorm veel weerstand. En de lijn van de overheid bleek star: vele modelovereenkomsten werden al afgekeurd. ZZP’ers gingen eronder lijden.” Kluwen: “Strengere regelgeving vind ik in dit geval niet per definitie slecht. Er is toch ook veel schijnzelfstandigheid? Dat mag je best tegengaan. En de overheid ziet daarnaast natuurlijk ook dat er nu 1 miljoen ZZP’ers zijn, die allemaal geen WW-premie afdragen.” Sikkema: “Het verschil tussen ZZP’ers en werknemers in vaste dienst moet minder groot worden. Zolang ZZP’ers een stuk minder belasting betalen en degenen met een vast dienstverband veel meer zekerheden hebben, blijft het probleem bestaan.” Ruit: “Klopt. Ik vind ook dat een ZZP’er moet opereren als een echte ondernemer en niet afhankelijk zou moeten zijn van slecht één opdrachtgever. Ga netwerken en maak jezelf aantrekkelijk voor meerdere partijen.” Kluwen vraagt zich af hoe het na de verkiezingen in maart verder gaat met de Wet Werk en Zekerheid. “Misschien ligt het voor de hand om te denken dat de WWZ een lastig verhaal wordt als links wordt weggeblazen. Ik ben heel benieuwd wat de invloed van de verkiezingsuitslag gaat zijn voor wat betreft dit onderwerp.”

Tot slot vertellen de heren aan tafel hoe zij ondernemen anno 2016 ervaren hebben en met welke ervaringen zij het nieuwe jaar in gaan. Hoogendoorn: “Wij spinnen goed garen bij de aantrekkende huizenmarkt en hebben zakelijk gezien ook niet te klagen. Of ondernemers nog steeds mopperen dat er bij de bank zo weinig te halen valt? Dat valt mee en ik kan het ook eenvoudig weerleggen. Voor goede ideeën zijn er bij Rabobank echt mogelijkheden, maar we moeten ook streng zijn. Wat zou jij als geldverstrekker doen wanneer een stel, waarvan de één werkloos is en de ander een jaarcontract heeft, aanklopt voor een hypotheek. Dan neem je dat risico niet. Ondernemers met een goed plan en bijbehorend ondernemerschap kunnen zeker op onze steun rekenen.” Dekker: “Hoe gaan jullie om met veranderingen binnen de zakelijke markt? Ik hoor geregeld klachten van ondernemers die om de haverklap hun vaste contactpersoon bij hun bank verliezen. Dat is toch waardeloos? Je wil juist met elkaar sparren en niet steeds een ander het verhaal van voor af aan opnieuw vertellen.” Hoogendoorn: “Dat is inderdaad moeilijk. Waar accountmanagers vroeger gerust 30 jaar bij ons bleven werken, is jobhoppen vandaag de dag heel normaal. Daar hebben wij ook mee te maken. We proberen altijd de afspraak te maken dat accountmanagers minimaal 5 tot 7 jaar voor ons blijven werken, maar garanties heb je helaas nooit.” Binnen de accountancy zijn er ook veranderingen. Ruit: “Door verdergaande digitalisering geven wij onze klanten maandelijks via een geavanceerd dashboard inzicht in de financiële positie van hun onderneming. De ontwikkelingen worden door onze relatiemanagers met de klant besproken.  Zo kom je minder snel voor verrassingen te staan Onze dienstverlening is zoveel breder geworden. De relatiemanager is de spil en sparringpartner voor onze klant. Hij schakelt op het juiste moment de juiste specialist in. Uiteraard zorgen wij nog steeds voor een goede jaarrekening, dat hoort erbij, maar als accountant onderscheid je je er niet mee.”

Bij De Koning Advocaten zijn ze juist voornemens om de omgekeerde weg te bewandelen. Kluwen: “Wij gaan ons nog verder specialiseren, een trend die we aantal jaren geleden hebben ingezet, in onder meer ondernemingsrecht, arbeidsrecht en fusies en overnames. Daarnaast kijken we voorzichtig naar schaalvergroting.” Bij Visser&Visser accountants staat autonome groei voorop. Ruit: “Kerndiensten als administraties en jaarrekeningen willen we meer centraliseren en automatiseren. De collega’s worden ingezet op taakgebieden waar ze de meeste affiniteit en expertise hebben. De juiste man of vrouw op de juiste plek. Dit om de klanten in de regio van het beste advies te voorzien. En om voor ondernemers nog meer als de trusted adviseur te boek te staan.” Dekker ziet bij Ooms Makelaars in het Drechtstedengebied vooral veel groei in de laatste 6 maanden. “In Rotterdam worden al omzetten van voor de crisis behaald. Zo ver is het hier nog niet, maar de stijgende lijn is wel ingezet. Ooms Makelaars is een redelijk solide organisatie, dus ook in 2017 zullen wij geen gekke dingen doen. Het is vooral een kwestie van op dezelfde voet verder.” Verstegen accountants en belastingadviseurs groeit bijna uit haar pand aan de Noordendijk, meldt Sikkema. “Dus nog even en we moeten wellicht een keer verhuizen. Doorpakken op onder meer het gebied van corporate finance en HRM is bij ons het devies voor 2017, zodat we echt een totaalaanbieder zijn.” Rabobank gaat zich als coöperatieve organisatie nog meer richten op het leveren van een bijdrage aan de sociaaleconomische ontwikkelingen binnen het gebied waarin wordt gewerkt. “Het belang van een goed leefklimaat zorgt er immers ook voor dat werknemers eerder bereid zijn naar deze regio te verhuizen. En dat is met de fileproblematiek rondom de A15, A16 en N3 natuurlijk meer dan een mooie bijvangst.”