Een bestuurder met veel oog voor de sociale kant van de samenleving: zo kan Bert van de Burgt worden getypeerd. De scheidend wethouder zag het als één van zijn belangrijkste opgaven om het aantal uitkeringen in de Drechtsteden omlaag te krijgen en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt dichterbij te brengen. Als gespreksleider van een rondetafelgesprek met als onderwerp ‘sociaal ondernemerschap’ vroeg hij de deelnemers naar hun ervaringen en initiatieven.

Aangeschoven waren Rens Nagtzaam, manager van Metalent, Arjen Wittekoek, directeur bij Coolrec, Bernice Scheurkogel, business developer bij TriviumLindenhof en daardoor direct betrokken bij Stichting MATE, Michel Buijtenhek, eigenaar van M. Buijtenhek Autoservice B.V. en Rudy-Jan van Zenderen, oprichter stichting Behouden Vaart.

Van de Burgt trapte af met de vraag welke componenten er binnen organisaties nodig zijn voor succesvol sociaal ondernemerschap.

Nagtzaam: “Je kunnen verplaatsen in de doelgroep is een hele belangrijke succesfactor. Welke eigenschappen dienen bij individuen te worden ontwikkeld om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergoten? Na een goed gesprek met de kandidaat, mede naar aanleiding van onze assessments, moet je aan de slag om tot de beste match voor leerling en bedrijf te komen. Bij het laten slagen van sociaal ondernemerschap hoort ook het geven van extra kansen. Gaat er een keer iets mis op de werkvloer? Dan laten wij diegene niet meteen vallen en praten we erover, waarbij de consulenten van Metalent een belangrijke begeleidende en coachende rol vervullen. Uiteindelijk is daardoor ons uitvalspercentage steeds lager geworden.”

Buijtenhek: “Bij sommige jongens en meiden valt het kwartje pas later. Op een eerste werkplek worden aangeleerde vaardigheden dan nog niet tentoongespreid, maar blijkt later dan dat ze het toch allemaal wel onthouden hebben en in de praktijk kunnen brengen.”
Scheurkogel: “Betrokken, vakkundige begeleiders maken op de werkvloer ook het verschil. De scheepvaart heeft grote behoefte aan instroom van jong talent. Maaskade Bevrachters is samen met TriviumLindenhof initiator van Stichting MATE en wil investeren in jongeren die maatschappelijk gezien hun plek nog niet hebben gevonden. Door het enthousiasme binnen hun bedrijf krijgen ze anderen mee. Een schipper die voor ze vaart ondersteunt het project financieel, een timmerman zet zijn expertise in tegen kostprijs: dat soort dingen. Zo breng je iets op gang.”

Aan tafel wordt vervolgens door Van de Burgt de loftrompet gestoken over de succesfactor van mannen zoals Michel Buijtenhek, Rens Nagtzaam en Peter Verheij. Bruggenbouwers, die jongeren weten te raken en ze voorbereiden en klaarmaken voor omgevingen waar dat wellicht minder geboden wordt.

Wittekoek: “Binnen alle geledingen moet het vertrouwen er zijn dat sociaal ondernemerschap echt iets oplevert. Ik kan dat niet in mijn eentje vinden. Een vestigingsmanager moet dat ook uitstralen. Hij zit immers dichter bij het vuur en is een aanspreekpunt voor de doelgroep.”

Buijtenhek: “Mijn ervaringen met bedrijven zijn goed. Ik krijg veel aanvragen van organisaties die onze jongeren graag een kans willen geven. Zo veel, dat ik helaas niet aan alle verzoeken kan voldoen. Dat geeft aan dat de bereidheid om in deze doelgroep te investeren binnen heel veel organisaties volop aanwezig is. Zelf ben ik ook ooit via een arbeidsproject aan een reguliere baan gekomen, dus ik weet als geen ander wat vertrouwen kan opleveren.”

Van de Burgt: “Een initiatief of individu kan dienen als motortje dat bedrijven laat inzien dat er meer is dan alleen zo veel mogelijk geld verdienen. Hoe zorg je vervolgens dat het niet bij de intentie tot sociaal ondernemen blijft, maar dat er daadwerkelijk concrete stappen worden genomen?”

Van Zenderen: “Het begint met een goed verhaal. Kun je dat vertellen, dan zegt niemand direct ‘nee’. Binnen de scheepvaart zijn bijvoorbeeld veel lassers uit Polen actief. Op zich prima, maar die gaan ook weer weg. Daarnaast speelt vergrijzing een rol. Routiniers zwaaien af. Met het oog op de toekomst en het behoud van de kennis dus des te belangrijker dat er echte vaklieden zijn of zich ontwikkelen die hun plaats kunnen innemen. De jeugd is over het algemeen leergierig en kneedbaar. Maak daar dan gebruik van.”

Nagtzaam: “Wanneer bedrijven zijn overtuigd van de meerwaarde van Metalent is het wel zaak om afspraken en toezeggingen na te komen. Stuur je de eerste keer een kandidaat waar ze onvoldoende mee uit de voeten kunnen, dan is het extra lastig om de deur open te blijven
houden. Investeren in de juiste match tussen de kandidaat en het opleidende bedrijf is daarom het devies.”

Wittekoek: “Het is tevens van belang om sociaal ondernemerschap niet als één, groot project te zien. Iedereen die bij je binnenkomt is een project op zich. Gooi het niet als containerbegrip op een grote hoop, maar zie iedere keer weer welke persoon er voor je staat.”

Nagtzaam: “Eens, het zijn individuele opleidings- en ontwikkeltrajecten. Het is daarom een goede ontwikkeling dat er steeds meer bedrijven zijn die een praktijkopleider, werkplekbegeleider of vakman in huis hebben of halen die de doelgroep voldoende kent. Anders is de afstand in opvattingen, gedrag, leeftijd en werkhouding heel lastig te overbruggen.”

Scheurkogel: “Ik merk ook dat het een positieve invloed op jongeren heeft wanneer er echt tijd en aandacht voor ze is. Het geeft zelfvertrouwen en duurzaam perspectief wanneer er iemand in ze gelooft. De gedachte ‘waarom zou ik mij überhaupt ergens voor inzetten?’ maakt dan plaats voor motivatie tot op het bot. Het vlammetje dat gedoofd was, gaat in zulke situaties weer helemaal aan.”

Buijtenhek: “Er wordt in deze context vaak gesproken over kansarme of kwetsbare jongeren, maar ik kijk daar heel anders naar. Als ze de kans krijgen om zich te laten zien binnen een bedrijf, pakken ze die met beide handen aan. Dat ze eventueel een rugzakje hebben, is dan helemaal niet meer relevant.”

Van de Burgt: “Er zijn zo veel bedrijven in de Drechtsteden. Als die allemaal één persoon met afstand tot de arbeidsmarkt onder hun hoede nemen, is het probleem opgelost. Helaas gebeurt dat niet.”

Van Zenderen: “Zo eenvoudig is het helaas niet. Wel is het zo dat wanneer een bedrijf eenmaal ervaren heeft hoe het is om een jongere in huis te hebben met enige beperking of achterstand, de deuren in het vervolg wijd open blijven staan.”

Scheurkogel: “Een kwestie van de cirkel doorbreken. Dan maakt self-fulfilling prophecy plaats voor de realiteitszin. En die luidt vaak: ‘geef mij hier meer van!’. De doelgroep komt op tijd, is betrokken, wil heel graag en vanwege subsidies loopt het bedrijf financieel geen risico.”

Van de Burgt: “Is iedere jongere collegiaal gezien ook welkom op de werkplek?”

Van Zenderen: “Daar gaat het soms fout. Een directeur en een bedrijfsleider kunnen er helemaal achter staan, maar wanneer een medewerker op de werkvloer er totaal geen zin in heeft om te investeren in een jongere, levert het niets dan frustratie op.”

Nagtzaam: “Om zulke situaties te voorkomen organiseert Metalent onder andere bijeenkomsten voor praktijkopleiders en werkplekbegeleiders. Dat is verhelderend, informerend en ondersteunend. Men krijgt meer informatie over wat ze te wachten staat, welke tools en tips werken, maar ook welke houding van hun kant daar het beste past voor een constructieve samenwerking met een optimaal resultaat. Ook hierin vervult de consulent van Metalent een belangrijk rol aan de kant van het bedrijf en de leerling of kandidaat.”

Van de Burgt: “Om tot slot nog een andere weg in te slaan: hoe zijn jullie contacten met het onderwijs?”

Nagtzaam: “Wij werken over het algemeen prima samen met het Da Vinci College en de Duurzaamheidsfabriek, al zorgen de extra kosten regelmatig voor een drempel. De wederzijdse intenties zijn goed. Jaarlijks stromen er in samenwerking met het Da Vinci College en de Duurzaamheidsfabriek tientallen leerlingen gediplomeerd de arbeidsmarkt in. Wie in de schoolbanken niet altijd optimaal functioneert, is zeker niet per definitie een domme of vervelende jongen of meid. Integendeel: op basis van hun leerstijl in de praktijk verbazen deze jongeren je regelmatig met wat ze allemaal kunnen presteren.”

Buijtenhek: “Ik hoor met enige regelmaat dat jongeren zo lastig aan een stageplek komen. Ik geloof dat zo’n issue er helemaal niet hoeft te zijn wanneer bedrijven investeren in goede begeleiders. Doe dat gewoon, want het levert niet alleen een stagiair iets op. Ook een bedrijf profiteert van een goede kracht die niets kost.”

Rob Heijkoop Trading BV is sinds enkele maanden klant bij Rabobank Drechtsteden. Uiteraard werd een uitvoerig traject uitgezet om tot de beste keuze voor een nieuwe huisbank te komen. Rabobank kwam als winnaar uit de bus. “Ten opzichte van andere banken deden zij beter hun best,” vertelt directeur/eigenaar Rob Heijkoop. “Daarnaast staan ze dicht bij de klant.”

Het internationaal handelsbedrijf in dieselmotoren en aanverwante onderdelen voor met name de maritieme sector bestaat 25 jaar. Door de jaren heen is er meer diversiteit ontstaan. Een kaaswinkel, onroerend goed en projectontwikkeling zijn nu ook onderdelen. “Voor één van die BV’s waren we al klant bij Rabobank, dus het was geen onbekende partij. We zaten qua bankieren overal een beetje met iets. Met Rob Heijkoop Trading BV waren wij klant bij Van Lanschot. Zij gaan hun zakelijke activiteiten echter beperken tot adviseurschap, omdat zij zich nog meer op private banking willen richten,” legt Heijkoop uit. “Overstappen naar een andere bank is iets wat je zakelijk niet zo snel doet. Het brengt immers hele grote processen met zich mee. Maar we zijn er toch voor gegaan. FBM werd ingeschakeld en zij hebben ons uitstekend geholpen.” De keuze viel om meerdere redenen op Rabobank. “De eerste indruk was goed, ze zijn in staat om snel te schakelen, ze denken over alle relevante onderwerpen en vraagstukken mee, hebben kennis over de maritieme sector en kennen de lokale situatie. Met name dat ‘dichtbij-karakter’ vind ik een grote pre. Wij hebben nu niet te maken met een fiatteur in Amsterdam die niet weet wat er achter de cijfertjes zit, maar met een partij die de lokale markt op haar duimpje kent en op een steenworp afstand is gevestigd. Dat is een stuk prettiger en eenvoudiger zakendoen.”

Snelheid, duidelijkheid en flexibiliteit

Zo ervaart Ronald Kornet, accountmanager Grootzakelijke Relaties bij Rabobank Drechtsteden dat ook. “Het gaat om een veelzijdig bedrijf, dat 85 procent van haar omzet behaalt in het buitenland. Rabobank steekt altijd veel tijd en moeite in het écht leren kennen en doorgronden van een organisatie. Alleen dan kun je tot de best passende oplossingen voor vraagstukken komen. Rob was vanaf dag 1 heel open over zijn organisatie. Het wederzijdse vertrouwen groeide mede daardoor erg snel. Rabobank wil een echte sparringpartner zijn voor ondernemers en zet in op langdurige, intensieve relaties. Meedenken, alternatieven aandragen, ontwikkelingen binnen het marktgebied in de gaten houden: dat zijn enkele van onze speerpunten.” Heijkoop onderschrijft het geschetste beeld. “Bovenaan ons wensenlijstje stond dat de nieuwe huisbank flexibel en meedenkend moest zijn. Zo heeft Rabobank zich direct gepresenteerd. Er was snelheid en duidelijkheid en gedurende het traject is er nooit grote vertraging geweest.” Dat kon ook niet, want Heijkoop stelde Rabobank een scherpe deadline. “Rob daagde ons uit, want op 31 maart moest alles geregeld zijn. Wij hebben alles op alles gezet om dat voor elkaar te krijgen. En het is gelukt,” vertelt Kornet. “Tot die datum kon een deel boetevrij worden afgelost, dus er was ons alles aan gelegen om het binnen het eerste kwartaal rond te hebben,” vult Heijkoop aan.

Verbindingen leggen

De relatie tussen de twee partijen is nu nog vers. Hoe hopen Heijkoop en Kornet dat deze zich zal ontwikkelen? “Het is onze taak om te zorgen dat de bank de rente en aflossing terugkrijgt. Ons doel is om de schuld gestaag verder af te bouwen en met het bedrijf door te groeien door nog meer business te genereren. Hoe meer eigen vermogen, hoe makkelijker het allemaal wordt. Ik verwacht dat de samenwerking met Rabobank constructief en meedenkend wordt en blijft,” legt Heijkoop uit. Kornet: “Omdat wij zo geworteld zijn in dit gebied, zien wij het ook als onze taak om ondernemers binnen ons netwerk aan elkaar voor te stellen. Uit zulke verbindingen kunnen hele waardevolle dingen ontstaan. Rabobank draagt daar graag een steentje aan bij.” Andersom attendeert Heijkoop mensen ook op de dienstverlening en expertise van Rabobank. “Wij hebben een huurder die niet geheel tevreden bij een andere bank bankierde onlangs nog geattendeerd op Rabobank. Dat geeft wel aan dat wij met alle vertrouwen de toekomst ingaan met onze nieuwe huisbank.”

De kokendwaterkraan van Quooker heeft de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen. Inmiddels wordt in één op de vier nieuwe keukens een Quooker geplaatst. Om aan de snelle groei van de vraag te kunnen voldoen heeft het bedrijf een nieuwe fabriek in Ridderkerk gebouwd. Op 13 juni werd de nieuwbouw geopend door de minister van Economische Zaken, Henk Kamp. Hiermee wordt het belang van bedrijven in de maakindustrie zoals Quooker onderstreept. Quooker verdubbelde de omzet de afgelopen drie jaar dwars tegen de crisis in, van 32 miljoen euro in 2013 naar dit jaar zo’n 64 miljoen. In deze periode werden meer dan 100 arbeidsplaatsen gecreëerd; er zijn nu 220 medewerkers.

Het zakelijke platform op het gebied van mobiliteit, duurzaamheid en bereikbaarheid zet samen met haar ambassadeurs in op slimme mobiliteit en vertaalt dit naar concrete projecten in de Drechtsteden. Met een nieuwe naam, een nieuw logo en een gloednieuwe website is zij volledig klaar voor de toekomst.

Het platform dat eerder bekend stond onder de Werkgeversaanpak Drechtsteden gaat verder onder de naam Samen Bereikbaar, Duurzaam op weg. Uiteraard hoort hier ook een nieuw logo bij. Op de gloednieuwe website www.samenbereikbaar.nl is het logo te bewonderen.

De projectgroep Werkgeversaanpak Drechtsteden werkt samen met de Verkeersonderneming. Het mobiliteitsplatform is een gezamenlijk initiatief van de Drechtsteden, het bedrijfsleven en de ondernemersverenigingen. Op de website is onder andere informatie te vinden over de aanpak, de activiteiten, de agenda, de ambassadeurs en niet te vergeten de lopende projecten. De website levert een belangrijke bijdrage om samen te werken aan een leefbare en economisch gezonde regio.

Werkgevers Drechtsteden staat pal achter de nieuwe internationale campagne Drecht Cities Maritime Delta. Volgens WD-voorzitter Teun Muller werd het hoog tijd dat er een nieuw initiatief genomen wordt. ‘Wij zijn veel te bescheiden, terwijl we in de Drechtsteden grote en kleine bedrijven van wereldklasse hebben, die topproducten maken. Dat geluid moeten we laten horen en ik denk dat een fris nieuw logo en een goed verhaal wonderen kunnen doen’.

Volgens een persbericht van acquisitie- en promotie organisatie DEAL! gaat de regio zich nog deze zomer internationaal profileren om meer bedrijven naar het gebied te trekken. Het nieuwe merk ‘Drecht Cities Maritime Delta’ moet internationaal het verschil gaan maken en is met name gericht op de krachtige maritieme en logistieke sectoren. Er komt een nieuw logo bestaande uit een blauwe driehoek met in de hoeken waterdruppels. Daarmee wordt de delta rondom het Drierivierenpunt van Oude Maas, Noord en Beneden Merwede gesymboliseerd en het water dat ons verbindt.

Het doel van de campagne is om meer bedrijven van buiten de regio te interesseren om zich te vestigen in dit gebied. Volgens Muller kan dat alleen met een zelfbewuste en eigen strategie. ‘In het bedrijfsleven geldt dat je moet laten zien wat je waard bent. Je bereikt niet veel met gepraat alleen. Wij willen graag assisteren met het omzetten van woorden naar daden en bieden alle hulp aan om de campagne op te schalen’. Daarbij denkt de voorzitter aan extra publiciteit en het ter beschikking stellen van menselijk kapitaal vanuit de bedrijven.

De keuze voor het Engelstalig merk ‘Drecht Cities Maritime Delta’ is ingegeven door het feit dat met name bedrijven die actief zijn in de maritieme en logistieke sector Engelstalig communiceren. In de zogeheten ‘corporate story’ wordt onder andere een verband gelegd tussen de Sint Elisabethvloed in 1421 en de technische oplossingen zoals dijken en baggeren, die in de periode daarna in Nederland zijn toegepast en door de eeuwen heen steeds innovatiever werden. Voorbeelden van internationale oplossingen die vanuit de Drechtsteden zijn aangeleverd worden ook genoemd: het opspuiten van Palm Islands, de kunstmatige schiereilanden voor de kust van Dubai, de verbreding van het Suez Kanaal en de nieuwe sluizen in Panama. Naast de technieken van Boskalis, Royal IHC, Oceanco, Heerema en Fokker Aerospace wordt ook de nauwe band met de honderden toeleveranciers aangeprezen.

De eerste zichtbare presentatie van ‘Drecht Cities Maritime Delta’ staat gepland tijdens de grootste internationale maritieme vakbeurs SMM die van 7 tot 9 september a.s. in het Duitse Hamburg wordt gehouden. Dan zal er ook een film over het gebied in première gaan en wordt een Engelstalig magazine gepresenteerd waarin de zes gemeenten van de Drechtsteden zich profileren.

Met het innoveren van een gietpan wist student Mechatronica bij het Da Vinci College Gertjan Janse de MBO-award binnen te slepen. Naast de award ontving hij ook een geldprijs voor zijn uitmuntende prestatie bij zijn leerbedrijf Nedstaal.

Nedstaal in Alblasserdam is een producent van klantspecifieke staalproducten. Gertjan kreeg de stageopdracht om het branderbesturing systeem van de gietpan te moderniseren. Daarbij heeft hij de volledig conventionele installatie omgezet naar aansturing vanuit een PLC. Hij heeft daarbij ontwerp en uitvoering zelfstandig aangepakt. Namens het Da Vinci College reikte Marloes de Vries de prijs uit aan Gertjan. Ze gaf aan trots te zijn op studenten van het Da Vinci College die op enthousiaste wijze samenwerken met het bedrijfsleven. Zo ook Gertjan Janse die als tweedejaars BOL4 student indruk op de jury maakte met zijn doorzettingsvermogen en technische knowhow. Samen met zijn begeleider van Nedstaal is er een bijzondere prestatie geleverd! Door de toepassing van nieuwe innovatieve technieken ontstond er een soort van “tweerichtingsverkeer”. Zowel de stagiair als de medewerkers van het betreffende bedrijf werden er wijzer van.

Gebr. De Koning biedt oplossingen op het gebied van waterbouwkundige werken, civiel betonwerk, grondkerende constructies, funderingswerken, beheer en onderhoud, civiel en geotechnisch ontwerp. De ‘Aanpakker van Land en Water’ past sinds september vorig jaar een innovatieve techniek toe om damwanden, buizen en profielen trillingsvrij de grond in te krijgen. Van de zogeheten resonantietechniek wordt veel verwacht, al moeten er nog wel wat kinderziektes overwonnen worden. De in Canada ontwikkelde techniek is namelijk zo nieuw dat er nog maar twee bedrijven mee werken.

Gebaseerd op natuurkundig fenomeen

De werking van de resonatietechniek is gebaseerd op een natuurkundig fenomeen waarbij elk materiaal een eigen frequentie heeft. De resonantie van een object, bijvoorbeeld een stalen plaat, wordt bepaald door massa en stijfheid. Als de massa groter wordt, gaat de resonantiefrequentie omlaag. Als de stijfheid groter wordt, gaat de resonantiefrequentie omhoog. De software zoekt de resonantie van het object dat de grond in moet op. Is die eigen frequentie gevonden dan kan het aanbrengen beginnen. De frequentie van het resonantieblok, ook wel sonisch trilgebied genaamd, is dusdanig hoog dat de ondergrond niet mee kán trillen. De eigen frequentie van de bodem, afhankelijk van de structuur, ligt een stuk lager, er zijn daardoor geen trillingen en zettingen in de omgeving waarneembaar.

G-krachten

De resonantietechniek is efficiënt omdat het alle energie overbrengt waar het nodig is, zoals het uiteinde van een buis, een H-profiel of stalen damwand. De software houdt het object in de eigen frequentie, dit kost minder energie dan een object geforceerd in een bepaalde frequentie houden. Hierbij worden G-krachten gegenereerd van 100 tot 200G waar een conventioneel trilblok niet verder komt dan 9G. Er is al een vijftal kleine en grote projecten uitgevoerd, mede omdat opdrachtgevers zoals de overheid, de aannemerij en de industrie voor innovaties als deze open staan. De bouw wordt wel eens als conservatief afgeschilderd, maar dat geldt zeker niet voor deze nieuwe technieken en de bereidheid van opdrachtgevers om die te honoreren.

Belangrijke positie

Gaandeweg is Gebr. De Koning wel tegen een paar kinderziektes aangelopen, waar zij alles aandoet om die samen met de leverancier op te lossen. Omdat er nog maar één type resonantieblok op de markt is, is het nog zoeken naar de juiste toepassing; bij welke omvang van het aan te brengen object in combinatie met de bodemcondities kan deze techniek succesvol worden toegepast? Een ander punt van verbetering is de nog te realiseren geluidsreductie, maar ook daar wordt hard aan gewerkt. De resonatietechniek gaat een belangrijke positie krijgen naast de bestaande en eveneens trillingsvrije druktechnieken en boortechnieken. Er kan flexibel mee worden gewerkt; en er kan, net als bij een traditioneel trilblok, snel worden omgeschakeld naar verschillende soorten objecten. Een tweede voordeel is dat je kunt werken op moeilijk te bereiken locaties, zoals
inbreidingsprojecten.

VMB Automation was al een allround bedrijf, maar met de komst van het Experience Center is de organisatie nog veelzijdiger geworden. Naast de vertrouwde bedrijfsactiviteiten; het ontwerpen, ontwikkelen en realiseren van hardware en software van complete besturingen, kunnen klanten met specifieke vraagstukken over onder meer machinebouw, procestechniek en ICT nu ook bij VMB Automation terecht.

“Ik geloof in innovatie en samenwerking”, zegt directeur Arie Verhoeven stellig. “Met ons Experience Center kunnen wij klanten nog beter van dienst zijn. De gedachte om zo’n expertisecentrum in te richten, ontstond na signaleringen vanuit de vraagkant. Wij waren prima in staat om onze klanten binnen ons vakgebied te helpen, maar de behoefte aan totaaloplossingen groeide. Een stukje mechanica of ICT-gerelateerde vraagstukken kunnen daarom nu in het Experience Center worden behandeld.” In de speciale ruimte in het pand in Hendrik-Ido-Ambacht hebben relaties, klanten en leveranciers de mogelijkheid voor uitwisseling en doorontwikkeling van kennis en ideeën. Dit gebeurt eventueel in samenwerking met vooraanstaande kennisinstellingen. De werkwijze is even simpel als doeltreffend: VMB Automation analyseert het vraagstuk en moduleert alle ingrediënten die naar een optimale oplossing leiden tot één overzichtelijk geheel. De inbreng en deeloplossingen van alle betrokken partijen wordt daarbij helder in kaart gebracht, zodat er geen misverstand kan ontstaan over aanpak en competentie. In het Experience Center is altijd één van de specialisten van VMB Automation aanwezig voor het geven van advies en het beantwoorden van vragen.

Meer samenwerken voor innovatieve oplossingen

Steeds opnieuw het wiel uitvinden: dat vindt Verhoeven zonde van de tijd. Liever bundelt hij de krachten, met VMB Automation als sterke regisseur. “Er moet veel meer worden samengewerkt om tot innovatieve oplossingen te komen. Op dat gebied valt er nog een hoop te winnen. Veel organisaties houden de luiken dicht, in plaats van transparant te opereren en elkaar op te zoeken. Dat komt met name voort uit de oude economie. Toen was er nog alle tijd om te broeden op ideeën. Tegenwoordig volgen ontwikkelingen zich echter veel sneller op. In dat tempo moet je mee om een vooraanstaande speler te blijven. Dat lukt niet in je eentje, maar vereist slimme samenwerkingsverbanden.” In de wereld van nu is het Experience Center volgens Verhoeven dus een must. Het doel is om professionals en geïnteresseerden kennis te laten maken met bedrijfsautomatisering en inzicht te bieden in de mogelijkheden hiervan. “Dat gebeurt op basis van volledig vertrouwen en op een open en eerlijke manier. Innovatieve totaaloplossingen op maat ontwikkelen voor de automatisering van productie- en bedrijfsprocessen: die slagingskans is vanwege onze aanpak en visie ongekend groot.”

Uitvoeringsgerichte organisatie

VMB Automation gaat sowieso met de tijd mee. Verhoeven startte zo’n 15 jaar geleden met Verhoeven Machine Besturing. “Het bedenken en bouwen van complete besturingsoplossingen: daar begon het mee. Door de jaren heen kwamen er steeds wat activiteiten bij. Toen wij vorig jaar een ICT-bedrijf overnamen, kwam het idee voor een rebranding. Want vier namen, vier identiteiten, vier visitekaartjes: dat kwam de eenheid en duidelijkheid naar buiten toe niet ten goede. Daarom is ervoor gekozen om alles onder één paraplu te hangen en de naam te veranderen in VMB Automation. Het is een internationale naam en hij dekt de lading.” Verhoeven treedt er met trots mee naar buiten. “VMB Automation onderscheidt zich door middel van kennis en een praktische instelling. Wij zijn heel erg uitvoeringsgericht. Zowel op het gebied van hard- en sofware als in samenwerkingen en uitbestedingen. Daarnaast is de organisatie no-nonsense ingericht en staan wij bekend om onze flexibiliteit. Wanneer een klant ons inschakelt, kan het gebeuren dat de planning daar vanwege omstandigheden uitloopt. Onze leverdatum blijft dan echter gewoon staan. Om dan een project binnen de tijd naar tevredenheid af te ronden: dat vergt soepelheid en vakmanschap. Binnen onze platte organisatie is snel schakelen altijd mogelijk en daar is de klant bij gebaat,” besluit Verhoeven. VMB Automation zoekt het met de toevoeging van het Experiece Center nog meer in partnerschap. Klanten uit de sectoren maritiem, on- en offshore, olie en gas, agro en food en watermanagement kunnen daar 100% van op aan.

Tot het laatste moment bleef het spannend, maar uiteindelijk ging de felbegeerde prijs naar BFT Transport. Met het winnen van de Innovatie Award neemt het bedrijf het stokje over van de voorgaande winnaars Holland Warmte en Cofano.

De innovatie betreft een speciale tanker die een slimme oplossing biedt op het gebied van dampverwerking van schepen. Het schip, dat de naam Don Quichot meekreeg, kan met de Vaporsol Vaitec Gaswasinstallatie (Vaitec) ruim 98% van de kwalijke dampen recyclen op schepen. Een ware revolutie op het gebied van de volksgezondheid.

Keerpunt

Nadat de Bemanning van het bevrachtingskantoor van BFT Transport klaagde over hoofdpijn bij het ontgassen van de binnenvaarttankers was dat voor Marc Freriks en Bart Bruinsma van BFT het keerpunt om hier zelf een oplossing voor te vinden. Samen met partners Linthorst, HVR en Vaporsol kwamen zij met de Vaitec als oplossing om de luchtvervuiling tegen te gaan. De nieuwe regelgeving om de emissie van ontgassende schepen te reduceren tot aanvaardbare milieu- en gezondheidsnormen onderstreept dit. Momenteel zijn alternatieven dure traditionele systemen, ontgassen op zee of afvangen en verbranden op een locatie waar een schip naartoe moet varen. Dit is kostbaar, omdat het schip niet operationeel is zolang het onderweg is.

Winnen van de Innovatie Award grote verrassing voor BFT

Namens BFT Transport nam Michiel van Eijck de Innovatie Award in ontvangst. Voor hem en zijn collega’s is het een grote verrassing dat BFT zich een jaar lang het meest innovatieve bedrijf van de Drechtsteden mag noemen. “Wij hadden niet gerekend dat BFT als winnaar uit de bus zou komen. Wij hebben binnen het bedrijf vooraf de nodige discussie gehad over de concurrentie en die was echt indrukwekkend. Door onze handen ineen te slaan en via crowdfunding is het ons gelukt om de innovatie door te zetten. De prijs onderstreept alleen maar dat het de moeite waard was om drie jaar lang vol te houden.
Wij willen ons nu eerst operationeel bewijzen in de Rotterdamse haven, maar ik verwacht dat de aandacht die we genereren met het winnen van de Innovatie Award er zeker aan zal bijdragen om onze diensten ook elders aan te gaan bieden.”

Een unieke Oldtimerrit voor unieke Oldtimers en een aantal hele speciale auto’s door één van de meest typische Nederlandse gebieden die u zich kunt voorstellen. De Speed 8 Classics ‘Michiel de Ruyter Memorial’ rally vond plaats op 4 juni 2016.
De rally is vernoemd naar de bekendste Nederlandse admiraal, Michiel de Ruyter, die werd geboren in Vlissingen en zeilde vanuit de haven van Hellevoetsluis. Het was dan ook niet voor niets dat de tocht op 4 juni van Hellevoetsluis naar Vlissingen voerde.

De rally begon bij Historyland in Hellevoetsluis. De volledig gerenoveerde boerderij uit 1947 bleek een prachtige locatie voor de start voor de Rally die later zijn weg vervolgde via de Haringvlietsluizen richting Stellendam voor een bezoek aan A Seal Zeehondenopvang en Expo Stellendam. Bij A Seal worden zieke zeehonden opgevangen en verzorgd. Wanneer de zeehonden weer helemaal gezond zijn en in staat om in het wild te kunnen overleven worden ze weer vrijgelaten.
De tour ging verder naar Goeree-Overflakkee langs de duinen van Ouddorp. Via de Brouwersdam richting Schouwen-Duiveland door Renesse en Burgh-Haamstede en naar de Oosterscheldekering om daarna te lunchen bij Amadore Hotel Restaurant De Kamperduinen in Kamperland. Na een goed verzorgde lunch leidde de tour via het Veerse Meer, langs Domburg, West Kapelle richting Vlissingen. Alvorens de finish te bereiken werd er een tussenstop gemaakt voor een bijzondere gebeurtenis. Op het strand van Vlissingen werden twee zeehonden vrijgelaten die waren opgevangen door A Seal Zeehondenopvang. Burgemeester Van den Tillaar van de gemeente Vlissingen gaf hiervoor het startsein. De afsluiting van het bijzondere evenement vond plaats op de Boulevard van Vlissingen bij het standbeeld van Michiel de Ruyter, waarna de trotse autobezitters hun auto’s toonden aan het publiek midden op hét plein van het centrum. Uiteraard werd de Tour-Rally in stijl afgesloten; de muzikale BBQ maakte de dag compleet. De organisatie is de gemeente Vlissingen bijzonder erkentelijk voor de medewerking aan deze unieke Oldtimerrit.