Home Blog Page 218

Verrassend leerzaam laat jongeren kennismaken met techniek, logistiek en chemie

0

Neem ongeveer 90 VMBO-leerlingen van een jaar of dertien van het Zevenbergse Markland College, en biedt ze een excursie-ochtend in de wereld van techniek, logistiek en chemie. Doel: hen ‘inspireren’ om te kiezen voor een opleiding in deze richting.

Daarom is er Verrassend Leerzaam 2015: een week waarin het onderwijs op het Markland College in het teken staat van gastlessen met als thema techniek en bedrijfsbezoeken. In dat kader bezochten de jongeren een aantal ondernemingen op Industrieterrein Moerdijk. Sanne, Celisia, Victor, Walter, Jesper en Jop waren te gast bij CCT (Combined Cargo Terminals). Het op- en overslagbedrijf is gespecialiseerd in het (ver)plaatsen van containers en stukgoed. Na de uitreiking van een fluorescerend geel hesje en een beschermende helm worden ze getrakteerd op een rondleiding met uitleg over de bedrijfsprocessen, inclusief meerijden op een vorkheftruck met één van de chauffeurs.

Goed personeel
Verrassend Leerzaam is een initiatief van Havenschap Moerdijk, gemeente Moerdijk, het Markland College en een aantal bedrijven op het industrieterrein. Voor CCT is de reden om deel te nemen simpel: “Het is voor ons niet makkelijk om aan goed personeel te komen,” legt Patricia de Groot (CCT) uit. “We hopen dat we met deze excursies jongeren kunnen interesseren in een loopbaan in deze branche. En het zou mooi zijn als we een van hen later hier terugzien.”

“Behoorlijk chill”
Hoogtepunt van de bedrijfstour: zelf een vorkheftruck besturen, én een slalomparcours afleggen. Walter blijkt het meest talentvol en wordt uitgeroepen tot winnaar. De groep krijgt bij het vertrek de belofte mee dat mochten ze ooit een opleiding kiezen die aansluit bij wat CCT doet, ze maar hoeven te bellen en dat een stageplek gegarandeerd is. Of het ook echt zover zal komen? Celisia en Sanne weten zeker van niet. Victor lijkt wel geïnteresseerd: “Dit is echt vet mattie, ik vind dit behoorlijk chill.”

Van Gansewinkel: Afval Bestaat Niet

0

Van Gansewinkel is een bekende en veelomvattende dienstverlener op het gebied van afval- en reststoffen. Als marktleider in Nederland is Van Gansewinkel onder andere producent van secundaire grondstoffen. Met het herwinnen van waardevolle grondstoffen uit afval, voegt Van Gansewinkel het letterlijke woord bij de daad. Het credo is namelijk niet voor niets: ‘Afval Bestaat Niet’.

Van Gansewinkel vindt haar oorsprong vijftig jaar geleden in het Brabantse Maarheeze. Vandaag de dag zijn de blauwe wagens van Van Gansewinkel een vertrouwde verschijning in het Nederlandse straatbeeld. Het bedrijf werkt vanuit ruim veertig locaties in ons land, maar ook buiten onze landsgrenzen is Van Gansewinkel actief. Eric Segers: “De Benelux is onze thuismarkt. Jaarlijks zamelen we het afval in bij 100.000 bedrijven en bijna 2.000.000 huishoudens. Met onze ruim 5.000 medewerkers bewerken of verwerken wij dat afval tot nieuwe grondstoffen en energie. Afval wordt door de meeste mensen als ongewenst beschouwd. Als iets zonder waarde. Wij denken daar anders over. Want in het afval van vandaag groeit de kiem voor de producten en goederen van morgen. In ons Nationale Afvalrapport – wAARDEvol 2015 – zijn ruim zestig inspirerende artikelen te lezen en tonen wij de trends binnen de afvalwereld en diverse bedrijfssectoren, wetenschap en politiek. Een wereld vol ontwikkelingen.”

Sorteercentra
Aan de Middenweg in Moerdijk beschikt Van Gansewinkel over een modern sorteercentrum voor alle mogelijke gevaarlijke c.q. chemische afvalstoffen. Naast Moerdijk zijn er in Geldrop en Drachten nog twee van dergelijke gespecialiseerde sorteercentra. Op het ruim 23.000 m2 grote terrein in Moerdijk leveren dagelijks zo’n twintig vrachtwagens een scala aan gevaarlijke afvalstoffen aan. Jan Goedhart is manager Production voor de drie sorteercentra in Nederland. Goedhart is gepokt en gemazeld in het vak. Na zijn chemische opleiding begon hij in 1989 bij het afvalbedrijf. Al vrij snel kwam Goedhart in Moerdijk terecht, waar het toenmalige bedrijf op een nog kale vlakte was gebouwd. “Er was in deze omgeving inderdaad nog niet veel te beleven toen ik hier startte. Nu is ons hele terrein bijna volgebouwd en ook rondom ons heen is het één en al bedrijvigheid.” Al het gevaarlijke afval, dat in Europees verband als dusdanig is aangemerkt, komt in Moerdijk, Geldrop of Drachten binnen. Dat kan van alles zijn, van oplosmiddelen, verf, accu’s, spuiten, kitkokers, afvalwater tot laboratorium chemicaliën en medische afvalstoffen die vanuit ziekenhuizen worden aangevoerd. “Al het gevaarlijke afval dat niet in het milieu terecht mag komen,” vat Goedhart het samen. Twee uitzonderingen bevestigen de regel: radioactief-afval en explosieven zijn niet welkom in Moerdijk. Met een team van bijna 200 medewerkers op de sorteercentra en onderweg wordt de dagelijkse stroom aan gevaarlijke afvalstoffen in goede banen geleid.

Wet- en regelgeving
Jan Goedhart, die eveneens hogere veiligheidskunde studeerde, is gebonden aan strenge wet- en regelgeving ten aanzien van het ophalen en verwerken van gevaarlijk afval. “Terecht gelden hiervoor strenge regels,” zo zegt hij. Als voorzitter van de afdeling Gevaarlijk Afval bij de VA (Vereniging Afvalbedrijven) neemt Van Gansewinkel haar verantwoordelijkheid serieus en levert het bedrijf een belangrijke bijdrage aan het totstandkomen van deze regels en de naleving daarvan. Goedhart praat op nationaal en internationaal niveau over de aanpak en regelgeving van gevaarlijk afval. “Gemiddeld komt er jaarlijks ruim 500.000 ton aan gevaarlijk afval binnen. Die stroom is divers. Dat houdt ook in dat er veel verschillende soorten eindverwerkers zijn. Het afval dat hier binnenkomt verzamelen wij, we verwerken het waar mogelijk en brengen het op specificatie voor de diverse eindverwerkers. Sommige oplosmiddelen bijvoorbeeld, clusteren we in een tankwagen van 20.000 liter en we brengen dit vervolgens naar de cementindustrie. Deze industrie gebruikt de brandbare oplosmiddelen als brandstof in het productieproces van cement. Zo worden deze oplosmiddelen nogmaals ingezet en zo zijn er nog meer voorbeelden. Andere oplosmiddelen zijn weer geschikt voor destillatie. Wij brengen deze gevaarlijke vloeistoffen naar destillatiebedrijven die de verontreiniging uit het product kunnen halen, waarna zuivere grondstoffen zoals ethanol overblijven.

Bron
Ook voor vast gevaarlijk afval zijn verschillende nuttige toepassingen. Ingezamelde accu’s gaan bijvoorbeeld naar loodsmelters en metaalverwerkers. Zo wordt het lood uit een accu weer gebruikt voor de productie van een nieuwe batterij. Ongeveer 16% van het gevaarlijk afval wordt verbrand en omgezet in energie. Door de hoge temperatuur in de oven en de rookgasreiniging worden giftige stoffen afgevangen. Afval is een waardevolle bron van grondstoffen. Van Gansewinkel ontwikkelt en groeit als leverancier van grondstoffen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de eigen innovatieve verwerkings- en recyclinginstallaties of gespecialiseerde diensten van derden. Eric Segers: “Jaarlijks geven wij zo’n 93% van het afval een tweede leven als grondstof of een nuttige toepassing zoals bijvoorbeeld groene energie. Door 64,1% van het afval een tweede leven te geven als grondstof, is de uitstoot van maar liefst 1,19 miljoen ton CO2 voorkomen.”

Detachering
Van Gansewinkel heeft dagelijks zo’n 150 adviseurs onderweg. Gespecialiseerd naar sectoren gaan zij met klanten (bedrijven en instellingen) in gesprek over het optimaal scheiden van afval en het samen herkennen van de waarde in deze reststoffen. Dit varieert van het vet van een friettent tot integrale oplossingen waarbij Van Gansewinkel zelfs in-huis medewerkers detacheert. Shell, DAF, Ahrend en FUJIFILM zijn daarvan sprekende voorbeelden. “We leveren heel concreet toegevoegde waarde in de keten. Alles wat we inzamelen, sorteren we en maken we gereed voor eindverwerking. Onze adviseurs krijgen daarbij ondersteuning van projectengineers voor het uitwerken van meest wenselijke logistieke oplossingen-op-maat en productmanagers voor de best passende technische mogelijkheden.”

Dochterbedrijven
De kennis van materialen die Van Gansewinkel heeft, wordt zeer gewaardeerd door de klanten. Naast het beheren en organiseren van belangrijke materiaalstromen, zoals kunststoffen, metalen, hout, papier, mineralen en brandbaar en gevaarlijk afval, gaat Van Gansewinkel ook graag samenwerkingsverbanden aan met haar klanten om terugname- en recyclingoplossingen op maat te bieden. Het gaat waar mogelijk zelfs zo ver dat Van Gansewinkel klanten adviseert over de samenstelling van hun producten om ze optimaal geschikt te maken voor recycling. “Samen met onze zusterbedrijven Coolrec, Maltha en Van Gansewinkel Minerals, zijn we actief in de gehele afvalketen,” vervolgt Segers. “Wij zijn een afvaldienstverlener, recycler en leverancier van hoogwaardige secundaire grondstoffen. En dat is uniek. Van het afval dat wij inzamelen krijgt twee derde deel via recycling een tweede leven als grondstof. Met onze activiteiten realiseren wij een omzet van bijna 1 miljard euro. Wij werken volgens onze eigen strenge waarden en normen, want deze uitgangspunten garanderen een manier van werken die voor ons van levensbelang is. Onze missie is uit het afval van vandaag de grondstoffen te winnen voor de producten van morgen.”

Van Bodegraven Elektromotoren kijkt vooruit

0

Van Bodegraven Elektromotoren staat al decennia lang bekend als een deskundige en betrouwbare leverancier van elektromotoren. Dat heeft ervoor gezorgd dat het Dordtse familiebedrijf is uitgegroeid tot een gerespecteerd bedrijf dat wereldwijd opereert.

Directeur Frank van Bodegraven is de derde generatie die in het familiebedrijf aan het roer staat. Gedegen vakmanschap en de liefde en passie voor elektromotoren zorgde ervoor dat Van Bodegraven aan vrijwel alle klantvragen snel en betrouwbaar kan voldoen als het om draai- en gelijkstroommotoren en transformatoren gaat. Wij praten hierover met verkoopleider Ed van de Peppel en bedrijfsleider Richard Renee. Van de Peppel is een aantal maanden geleden gestart bij het bedrijf als verkoopleider: “Van Bodegraven kent sinds de oprichting in 1937 een gestage groei. Kenmerkend is dat het bedrijf met de juiste visie een gezonde groei weet te realiseren. De kennismakingsgesprekken met relaties leerden mij veel over het bedrijf. Van Bodegravens kennis en kunde wordt zonder uitzondering geroemd. Ook onze onafhankelijke positie als dealer van een groot scala aan gerenommeerde merken is voor onze klanten belangrijk. Snel, adequaat reageren én betrouwbaar zijn in de verkoop van nieuwe en gemodificeerde elektromotoren in combinatie met een gedegen technisch advies, dat is Van Bodegraven ten voeten uit. De verhuur van motoren, generatoren en transformatoren is minder bekend, net als onze dienstverlening als het om de verkoop van losse onderdelen betreft. Ons onderscheidend vermogen is de ‘open’ samenwerking met onze relaties om klant-specifieke oplossingen te leveren. Een nieuwe relatie verwoordde het eigenlijk het beste: ‘Ik realiseerde me dat ik de goede keuze had gemaakt toen ik erachter kwam dat concurrenten – waar ik ook mijn vraag had uitgezet – Van Bodegraven raadpleegde voor de juiste oplossing.’”

Echter, de wereld verandert en dat betekent dat het tegenwoordig ook om andere klantvragen draait dan alleen het leveren en repareren van elektromotoren. Meedenken en pragmatische oplossingen bieden op de organisatie- en managementdoelen van onze klanten. Van Bodegraven’s corebusiness is daarmee nog steeds het bieden van maatwerk. Richard Renee: “Wij leveren en modificeren elektromotoren. Ons doel is om nog meer proactief in dienst van klanten te gaan opereren. Om zo de bedrijfsprocessen, uiteraard waar het elektromotoren betreft, efficiënter en effectiever te laten verlopen door te zorgen voor kortere doorlooptijden van onderhoudswerkzaamheden en minder stilstand. Ook om dit te bewerkstellingen is Ed onze gelederen komen versterken door onder meer bij onze relaties boven water te krijgen of onze gedachte en aanpak overeen komt met hun organisatiedoelstellingen.”

“Dan hebben we het bijvoorbeeld over antwoord geven op de vraag om kostenbesparing te realiseren door de efficiency te verhogen. Denk aan besparen op duur productieverlies door stilstand van bedrijfskritische machines aangedreven door elektromotoren. We bieden een one-stop shopping aanpak met een keuzemenu aan oplossingen zoals aankoop of huur, opslag, beheer en onderhoud inclusief transport, verzekeringen, 24/7 beschikbaarheid en garantie.”

“Bijna zonder uitzondering wordt er enthousiast gereageerd op onze aanpak,” zo vervolgt Van de Peppel. “Organisaties zijn steeds meer bezig met duurzaamheid, besparingen en efficiency. Het blijkt dat zij graag gebruik maken van onze kennis en ervaring met elektromotoren. Aan de hand van beschikbare informatie kun je preventief onderhoud op elektromotoren plannen op het optimale moment voor de klant en gezamenlijk bepalen hoe investeren in een nieuwe elektromotor maximaal rendeert. Onze primaire doelstelling is dat de klant optimaal gebruik kan maken van zijn elektromotoren. Wij zijn als het ware ‘sparringpartner’ van onze klant met correctief en preventief onderhoud. Klanten staan volledig achter deze nieuwe aanpak. Zij ervaren deze proactieve benadering in de samenwerking als extra toegevoegde waarde op hun financieel resultaat.”

Richard Renee: “Preventief onderhoud is de manier om de betrouwbaarheid van de elektromotoren binnen een bedrijf te vergroten. Hierdoor wordt de kans kleiner dat de motor op het meest ongelukkige moment defect gaat. Door regelmatig onderhoud uit te voeren, wordt ook nog eens de levensduur verlengd en blijft het product of installatie waar de elektromotor zijn diensten aan verleent, stabiel. Samen met de klant stellen wij een onderhoudsplan op. Alleen al omwille van de kostenbesparing op de energierekening loont het goed naar het aantal operationele elektromotoren te kijken. Dat heeft ook alles met duurzaamheid te maken.”

Van Bodegraven heeft de zaken goed voorbereid. Richard Renee: “Onze aanpak, specifiek inspelend op de individuele klantvraag, resulteert in een voorspellend karakter op managementdoelen zoals kostenbesparing. Motoren kunnen gepland naar de werkplaats, wij zorgen voor onderhoud en mogelijk reparatie en als het moet leveren wij tijdelijk een vervangende motor met dezelfde snelheid en betrouwbaarheid die onze klanten gewend zijn in de verkoop van nieuwe en gereviseerde motoren.”

“Inspelen op de klantvraag is geen nieuw fenomeen, onze zorgeloze aanpak wel,” vervolgt Van de Peppel. “Het gaat erom dat de klant optimaal gebruik kan maken van zijn machines. Energiezuinig is de trend. Zo’n 60% van de Nederlandse energieconsumptie komt voor rekening van elektromotoren, dus als je daar enkele procenten op kunt besparen? Dat zijn geen onderhoudskosten, dat zijn onderhoudsopbrengsten!”

Van Beek Infra Groep is onderweg

0

Het maken van een straat vraagt om vakmanschap en Nederland vraagt om maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Heel de wereld heeft behoefte aan infrastructuur. Een vakkundige stratenmaker is daarbij onmisbaar. Van Beek Infra Groep is continu in beweging om het ambacht straatmaken en de beschikbaarheid van vakkrachten te behouden.

Van Beek Infra Groep is opgericht in 1983 en uitgegroeid tot één van de twintig grootste bestratingbedrijven van Nederland. Binnen een straal van honderd kilometer van de vestigingsplaats Etten-Leur worden projecten voor gemeentelijke overheden en bedrijven gerealiseerd. Het aanleggen, reconstrueren en onderhouden van straten en pleinen is samen met het woonrijp maken van woonwijken de core business.

In het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen is Van Beek Infra Groep altijd onderweg. Naast kwaliteit zijn veiligheid, gezondheid, CO2-reductie, loopbaanontwikkeling en social return belangrijke speerpunten van het bedrijf.

CO2-uitstoot reduceren doen wij samen!
Samen met verschillende bedrijven binnen de gehele keten Elementverharding is Van Beek Infra Groep op zoek naar manieren om CO2 te reduceren. Alle stappen binnen de levenscyclus, van de grondstofwinning voor de productie van stenen tot de afvoer/recycling hiervan, worden in dit initiatief onder de loep genomen. Als groep wordt er in kaart gebracht wat nu de werkelijke CO2-uitstoot is van het gehele proces en op basis van de resultaten kan nagedacht worden over reductiemogelijkheden en wijzigingen binnen het proces. In eerste instantie zal dit initiatief zich focussen op de levensloop van gebakken en betonnen straatstenen. Er bestaat een groot verschil in de levensduur van gebakken en betonnen stenen en onderzoek zal aantonen wat de werkelijke impact daarvan is op CO2-uitstoot.

Loopbaanontwikkeling is niet enkel voordelig voor werknemers. Bedrijven profiteren van de kennis die opgedaan wordt en zorgen ervoor dat kwaliteit ook in de toekomst geleverd kan worden. Ook met de opkomende mechanisatie blijft vakmanschap van groot belang.

Van Beek Infra Groep investeert in haar werknemers, zodat zij zichzelf op positieve wijze kunnen ontwikkelen. Ditzelfde geldt ook op het gebied van social return. De kansen worden geboden, maar het ligt aan hen om deze op te rapen.

Ripasso, culinair genieten in de polder!

0

Op nog geen 20 minuten rijden van Moerdijk en Breda vindt u Restaurant Ripasso. In oktober 2014 startten Yannic van den Broek en Wijnanda de Bie aan de Moerdijkseweg in Terheijden met de uitvoering van hun droom. Een droom die inmiddels werkelijkheid is en op volle toeren draait!

Ripasso is gelegen aan de Moerdijkseweg 10 in Terheijden. In het buitengebied tussen Terheijden en Wagenberg vindt u dit oude pand, gevuld met een warme, landelijke inrichting. U krijgt er een beetje het gevoel dat u eigenlijk gewoon lekker thuis in de huiskamer zit, alleen wordt u hier op uw wenken bediend! De kaart is basis Frans, maar er zijn verschillende invloeden te vinden uit de gehele wereld. En het leuke is ook nog… de kaart wisselt snel! Chef-kok Eloïse (Restaurant Zuyd Breda, De Limonadefabriek Streefkerk) en sous-chef Niels (Inter Scaldes** Kruiningen, De Hoefslag* Bosch en Duin) bedenken iedere 6 tot 8 weken weer een aantal nieuwe overheerlijke gerechten! De kaart is klein, maar omdat Ripasso ook verrassingsmenu’s serveert kan iedereen altijd wel een passend menu vinden! Naast de heerlijke gerechten, geheel geïnspireerd door het seizoen, heeft Ripasso ook een mooie wijnkaart. Geen imposante namen, maar wel wijnen uit de gehele wereld. De menu’s en gerechten kunnen worden geserveerd met bijpassende wijnen, zorgvuldig samengesteld door sommelier Yannic van den Broek. U kunt natuurlijk ook uw eigen keuze bepalen aan de hand van de wijnkaart, waarbij Yannic u graag adviseert bij het maken van uw keuzes.

Even wat achtergrond… Yannic van den Broek start met werken in de afwas bij restaurant Buitenlust op 15-jarige leeftijd. Deze kennismaking met de horeca doet hem besluiten de opleiding tot Horeca Ondernemer Manager aan De Rooi Pannen in Breda te gaan volgen, gevolgd door een specialisatiejaar Drankenkennis in Antwerpen. Na het afronden van deze opleidingen en enkele jaren werkervaring op te hebben gedaan, volgt Yannic aan de Academie voor Gastronomie van Peter Klosse de opleiding tot sommelier en aansluitend treedt hij in dienst bij ‘De Limonadefabriek’ te Streefkerk als sommelier. Wijnanda de Bie start net als Yannic op jonge leeftijd met de werkzaamheden in de afwas. Om toch niet, zoals haar familie, in de horeca te gaan werken, besluit zij een opleiding tot grafisch vormgever te gaan volgen, maar naast haar studie blijft zij toch altijd werkzaam in de horeca. Via een uitzendbureau belandt zij bij wijlen Restaurant De Molen* in Kaatsheuvel en leert zo een geheel andere tak van horeca kennen. Ook zij solliciteert bij De Limonadefabriek, en zo is de eerste ontmoeting tussen Yannic en Wijnanda een feit. Na 1,5 jaar samen te hebben gewerkt, krijgen Wijnanda en Yannic de mogelijkheid om restaurant Buitenlust over te nemen en besluiten zij om samen verder te gaan met ‘hun’ Ripasso.

Vanaf 8 januari bent u naast het diner, ook op doordeweekse dagen (woensdag t/m vrijdag) van harte welkom voor een uitgebreide lunch. Echter vragen zij wel of u vooraf even reserveert, zodat ze rekening kunnen houden met uw komst. Zij zijn dus enkel geopend op reservering, maar in de prachtig verlichte serre, met weids uitzicht op de Terheijdense polder is het zeker de moeite waard om Ripasso eens te bezoeken voor een lunch. U kiest dan van de grote kaart, of gaat voor het dagelijks wisselende lunchmenu.

Pyrolysecluster maakt van afvalstromen waardevolle nieuwe producten

0

Weggooipallets, gebruikte plastic folie, maar ook walnootschillen, rioolslib of oude autobanden. Het afvoeren ervan kost geld en de materialen verdwijnen doorgaans in de verbrandingsoven. Door dit soort afval te recyclen met de pyrolysetechnologie ontstaan waardevolle eindproducten. “Afvalstromen die nu nog geld kosten, kunnen we straks op Moerdijk tegen minder, of zonder kosten verwerken.”

“Vergelijk de ontwikkelingen in de pyrolyse met die bij de traditionele olieraffinaderijen,” zegt Henri Grünbauer van Nimaro Ageno Consult. “Dat begon ooit ook met het maken van brandstoffen. En dat leverde bijproducten op zoals ethyleen, polypropyleen, benzeen et cetera. Daar zijn vervolgens allerlei toepassingen voor gevonden. Zo groot kan pyrolyse ook worden. Dat is heel ambitieus, dat besef ik wel.” Grünbauer neemt deel in een zogenoemd Pyrolysecluster dat op dit moment door verschillende partijen in Moerdijk wordt gevormd. “De uitdaging is welke start we maken; wat doe je eerst? Gaan we voor het grote volume, of bepalen we eerst een productportfolio?”

Bewezen en kansrijke technologie
Grünbauer zit aan tafel bij Henry van Benten van BEWA, samen met chemisch technoloog Rob Vasbinder van Nettenergy en business developper Raimo van der Linden van regionale ontwikkelingsmaatschappij REWIN. Het initiatief voor een pyrolysecluster werd genomen door REWIN dat een actieve rol speelt in de biobased ontwikkelingen in Zuidwest-Nederland, vertelt Van der Linden: “We hebben gekeken welke technologie al bewezen én kansrijk is voor de biobased economy en dat bleek pyrolyse te zijn. Vervolgens hebben we daarop voortgeborduurd.” Inmiddels is het Centre of Expertise Biobased Economy (CoEBBE), een samenwerkingsverband van Avans Hogeschool en Hogeschool Zeeland aangesloten als kennispartner. Havenschap Moerdijk ondersteunt en faciliteert de ontwikkelingen.

Plan van aanpak
Van der Linden: “We zijn nu in gesprek met veertien organisaties over hun deelname. Dat zijn pyrolysebedrijven die dus de feitelijke techniek en installatie leveren, toeleveranciers van de grondstoffen en potentiële afnemers.” Op dit moment wordt ook een plan van aanpak geschreven dat mede als basis dient voor het aanvragen van een financiële bijdrage van de overheid. “Zo’n bijdrage is belangrijk voor elk innovatiecluster. Simpelweg omdat onderzoek en het doen van testen veel tijd en geld kosten, zeker in de biobased economy. De time-to-market is in deze nieuwe sector namelijk vaak erg lang. Zonder financiële steun is dat voor dit soort mkb-bedrijven bijna niet te doen.”

Stofzuiger
Van der Linden vervolgt: “Het mooie van pyrolyse is dat het heel flexibel is qua ‘inname’ van afvalstoffen. Oneerbiedig gezegd: een soort stofzuiger die afval en reststromen opneemt. Bij veel andere technieken heb je schone afvalstromen nodig.” Van Benten, streng: “We spreken dan ook niet meer van afval, maar van grondstoffen.” Zijn bedrijf aan de Appelweg pioniert al decennia met het duurzaam verwerken van plantaardige oliën, vetten en etensresten tot duurzame energie. Van Benten: “Pyrolyse is een welkome aanvulling hierop. Neem bijvoorbeeld de plastics die we nu moeten verwijderen van verpakt voedsel dat ‘over de datum’ is. Dat voeren we nu af als restafval en dat kost geld. Met pyrolyse willen we hier nieuwe producten van maken. Dat testen we nu: wat moeten we doen, wat zijn de kosten? Want heel veel voordelen hebben ook weer nadelen.”

Synthetische diesel produceren
BEWA werkt hiervoor samen met Patpert Teknow Systems dat ook in het cluster participeert. Er loopt nu een vergunningaanvraag voor een pyrolyse-installatie. Van Benten hoopt volgend jaar na de zomer operationeel te zijn. “Het wordt een relatief kleine installatie die vijfduizend kilo plastic per dag kan verwerken. Dat levert 3.500 liter hoogwaardige synthetische diesel op. Dat is dus jaarlijks ruim een miljoen liter laagzwavelige diesel die bijvoorbeeld geschikt is voor aggregaten en scheepsmotoren.” Het idee is om behalve deze installatie ook enkele pilotplants te realiseren achterop het terrein van BEWA, in afwachting van een groter terrein elders op het haven- en industrieterrein.

Transportkosten
Rob Vasbinder van Nettenergy ontwikkelde een mobiele pyrolyse-installatie die tegelijkertijd houtgas -voor elektriciteit en warmte-opwekking-, houtskool en twee vloeibare fracties produceert: houtazijn en droge pyrolyse-olie. Houtazijn kan gebruikt worden voor biobased bestrijdingsmiddelen, milieuvriendelijk strooizout of ‘booster’ voor vergistingsprocessen. De olie kan bijvoorbeeld dienen als brandstof, of als grondstof voor een biobased carboleum-vervanger. Vasbinder: “Wij kiezen voor een mobiele installatie omdat je volgens mij niet met de grondstoffen moet gaan slepen. Dat is veel te duur.” Want een uitdaging bij het verwerken van reststromen met pyrolyse is de aanvoer en beschikbaarheid van die stoffen. De transportkosten maken het namelijk al gauw te duur, weet ook Grünbauer. “De ervaring leert dat de grondstoffen voor pyrolyse moeten komen uit een straal van maximaal circa dertig kilometer om de transportkosten in de hand te houden. Met een mobiele installatie los je dat op. Wij gaan ook geen gewassen telen, maar verwaarden bestaande afval- en reststromen op locatie bij de producent waarna de pyrolyse-producten centraal opgewaardeerd worden, bijvoorbeeld op Moerdijk. En we gaan er niet alleen energie van maken, maar ook nieuwe eindproducten. De pyrolysetrein gaat rijden en als die eenmaal loopt, kun je gaan differentiëren. Net als de olieraffinaderijen deden. De kunst is om datgene te pakken dat het beste oplevert.”

Moerdijk logische keuze
De keuze om het pyrolysecluster op het haven- en industrieterrein Moerdijk op te zetten is logisch, vanwege de aanwezigheid van de vervoersmodaliteiten water, weg en spoor én de aanwezigheid van de diverse afval- en reststromen, vindt Van der Linden. “Moerdijk is sowieso een belangrijke haven in de Biobased Delta en hier komen en zijn verschillende reststromen beschikbaar.” Moerdijk heeft ook al een naam opgebouwd, zegt Van Benten: “Wij worden vanuit heel Europa benaderd met vragen over pyrolyse en recycling. Soms komen die vragen via Rotterdam of het Havenschap, maar het geeft aan dat men ziet dat er hier iets gebeurt.”

Kip-ei verhaal
Het cluster zet in op vijf verschillende pyrolyse-installaties, omdat niet iedere installatie ‘alles aankan’. Vasbinder: “Hoe meer partijen en technieken er meedoen, hoe beter. De output van de een kan weer input zijn voor de ander.” Dit soort innovatieve ontwikkelingen zijn ook een soort kip-ei verhaal, betoogt Van Benten. “Onlangs was de gedeputeerde hier. Die was zeer enthousiast. De overheid wil graag innovatief zijn, maar tegelijkertijd houdt de vergunningverlener veel tegen. Het doen van pilots is daarom belangrijk. Je doet ervaring op met de technieken en de processen. En je kunt eindproducten laten zien. Met de ervaringen uit de pilots kun je het nut vervolgens weer aantonen bij die vergunningverlener.” Vasbinder: “Met pilots ontstijg je het niveau van het lab. In een lab kun je nooit voldoende product produceren om een vervolgproces te maken en te testen. Voor een goede test heb je honderden liters product nodig. In een pilot kan dat en kun je bijvoorbeeld een dieseloliemotor, of een brander honderden uren laten draaien.”

Krachten bundelen
Van der Linden: “Het probleem met pilots is dat ze vaak veel geld kosten en nog niet direct iets opleveren. Daarnaast is er de regelgeving die niet altijd aansluit op de wat de praktijk vraagt.” Vasbinder: “Dat is ook een reden om hier de krachten te bundelen. We lopen allemaal tegen dezelfde soort problemen aan. Op het gebied van emissie, productspecificaties, maar ook op het geaccepteerd krijgen van de technologie. In België bijvoorbeeld zien ze pyrolyse als een vorm van verbranden en daarmee staat het lager op de ladder dan composteren, terwijl pyrolyse eigenlijk boven composteren staat.” Van Benten geeft een voorbeeld uit de praktijk van zijn bedrijf: “Wij hebben hier een restproduct van het vergisten dat prima geschikt is als bodemverbeteraar. Omdat de grondstof is aangeleverd als afval, mag het in Nederland niet als meststof worden gebruikt. Duitsland kijkt naar de mestwaarde van het product en zegt ‘laat maar komen’.” Vasbinder: “Alleen krijg je dit soort zaken niet geregeld. Het cluster kan hierbij helpen.”

De samenwerking in het cluster krijgt vorm langs verschillende lijnen. Van der Linden: “Binnen de waardeketen, dus tussen leverancier, pyrolysebedrijf en eindgebruiker. En tussen pyrolysebedrijven onderling, bijvoorbeeld op het gebied van techniek of regelgeving. En dan kan de output van de ene installatie ook nog input zijn voor de ander.” Van Benten: “Het mooie van dit soort innovatietrajecten – want dat zijn het toch – is dat het gene waarvan je nu denkt ‘dat gaat niet’, straks ineens wel lukt.” Van der Linden: “Afvalstromen die nu nog geld kosten, kunnen we straks op Moerdijk tegen minder of zonder kosten verwerken.”

Mensen redden en helpen: snel, professioneel en kosteloos

0

We leven in een waterrijke omgeving. In toenemende mate worden deze wateren intensiever gebruikt. Niet alleen neemt de recreatie op het water toe, ook het openbaar vervoer en het bedrijfsleven maken intensiever gebruik van het water. Het ligt dus in de lijn der verwachting dat ook het aantal incidenten op het water en daarmee ook de behoefte aan hulpverlening op het water toeneemt.

In 2008 heeft de KNRM hiervoor een reddingstation in Dordrecht geopend. Dit station voert jaarlijks tussen de 90 en 100 acties uit. Het reddingstation opereert met een vrijwillige bemanning met twee reddingboten. Een van de reddingboten is gestationeerd aan het Wantij aan de noordzijde van het eiland van Dordrecht. De tweede reddingboot is gestationeerd aan de zuidzijde in de jachthaven van Willemsdorp aan de voet van de Moerdijkbrug.

De KNRM wordt ingeschakeld door zowel de kustwacht als door de gemeenschappelijke meldkamer van de overheidshulpdiensten en maakt daarmee deel uit van de veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. De redders staan 24/7 paraat na een opleidingstraject van ongeveer drie jaar. Wekelijks houdt het reddingstation oefeningen.

De afstand tussen Dordrecht en Moerdijk is ongeveer vijftien minuten varen. Sinds de brand in Moerdijk bij Chemiepack in januari 2011 is, op initiatief van de havenmeester van Moerdijk, KNRM gaan oefenen in het evacueren van mensen vanaf de kades en de schepen in de haven.

De reddingactiviteiten zijn kosteloos. De vrijwilligers mogen vaak onder werktijd weg van hun werkgever om anderen te redden. De KNRM ontvangt geen bijdrage van het Rijk. Dit is historisch gegroeid, maar heeft ook voordelen. Zo is de KNRM de afgelopen jaren, ondanks krimp en bezuinigingen bij het Rijk, niet in de problemen gekomen.

Op jaarbasis bedragen de operationele kosten van KNRM reddingstation Dordrecht circa 100.000 euro. Door middel van allerlei initiatieven probeert het KNRM voldoende middelen bijeen te brengen om de kosten te dekken. Ondanks de enorme inspanningen wordt hiermee slechts een kwart van de kosten gedekt.

KNRM heeft daarom het plan opgevat om een evenement op te zetten voor ondernemers in Moerdijk en zo met vereende krachten de financiering sluitend te krijgen. Bijna vanzelfsprekend krijgt dit evenement een maritiem en exclusief karakter voor ondernemers. KNRM zoekt partners om dit evenement van de grond te krijgen, ondernemers die bereid zijn hun netwerk te mobiliseren en deel te nemen aan een uniek en gezellig evenement in de haven van Moerdijk. Voor meer informatie hierover kunt u contact opnemen met Hans Vrieling, bestuurslid van KNRM reddingstation Dordrecht, telefoon 06-50225198 of E: jhvrieling@hetnet.nl.

Voor meer achtergronden over het reddingstation kunt u de website bezoeken: www.knrm.nl/waar-wij-zijn/reddingstations/dordrecht/.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

DHG ontwikkelt Smartlog Moerdijk

1

In september startte vastgoedontwikkelaar DHG (David Hart Groep) aan de Logistic Boulevard in Moerdijk met de bouw van het logistieke complex ‘Smartlog Moerdijk’.

Met de ontwikkeling van dit nieuwe logistieke centrum van ruim 42.000 vierkante meter kreeg DHG vaste grond onder de voeten op het haven- en industrieterrein.

DHG staat bekend als een onconventionele belegger en ontwikkelaar van bedrijfsvastgoed. Commercieel directeur Willem Slager (36) zegt glimlachend zich wel te kunnen vinden in die betiteling. “Dat klopt wel. Wij zijn een relatief kleine en slagvaardige organisatie. Rond de eeuwwisseling is het zo’n beetje begonnen. Met name in de Waalhaven te Rotterdam waren wij zeer actief in het kopen van oudere panden. Die panden knapten we op en vervolgens verhuurden of verkochten wij die weer. Zo is de halve Waalhaven door onze handen gegaan. In die tijd ontstond ook het eerste contact met het Havenbedrijf Rotterdam en daaruit is een hechte samenwerking ontstaan en uiteindelijk zelfs een aantal joint ventures. In 2005 ontwikkelden wij in Rotterdam ons eerste logistieke park van 100.000 m2. Vanaf dat moment zijn we ons daar meer in gaan specialiseren. Logistiek was in die tijd totaal niet hot. Het heeft erin geresulteerd dat wij nu een succesvol vastgoedbedrijf zijn op het gebied van haven gerelateerd vastgoed, terminals, logistiek vastgoed en industrieel vastgoed. Ons portfolio bestaat uit 31% logistiek, 28% terminals, 20% industrials en het overige deel zit in kantoren en grondposities.”

Vol
DHG is al geruime tijd actief in de havens van Rotterdam en Amsterdam. “Dat wij nu richting Moerdijk gaan, heeft te maken met het feit dat Rotterdam bijna ‘vol’ is. In Moerdijk zien wij mogelijkheden waarop wij ons de komende tijd kunnen richten.” Overigens zocht DHG enkele jaren geleden al contact met het Havenschap Moerdijk. Daar is toen niets concreets uit voortgekomen, maar met de ontwikkeling aan de Logistic Boulevard verliepen de contacten soepeler. “Toen bekend werd dat wij een bijzonder stukje grond in Moerdijk hadden aangekocht, zocht manager commercie Manon Baartmans van het Havenschap contact met ons. Daar is een hele prettige samenwerking uit ontstaan, wat de basis vormt voor een langdurige relatie,” zegt Slager.

Gegadigden
Van het logistieke complex Smartlog Moerdijk wordt in februari a.s. fase één opgeleverd. “De eerste fase bestaat uit zo’n 20.000 vierkante meter, het tweede gedeelte bouwen we op eigen risico. Daar zijn nog geen huurders voor,” zegt Slager. “Hal A en hal B van het complex zijn verhuurd aan respectievelijk Manuli Fluiconnecto en AWL uit Amsterdam die deze locatie deels ‘dedicated’ in gebruik zal nemen voor haar klant Firestone, die vanuit Rotterdam naar Moerdijk komt. Volgend jaar september hopen we ook de hallen C, D en E vol te hebben. Daarvoor praten we al met enkele gegadigden. Aansluitend aan dit project gaan we verder ontwikkelen op het voormalige Shell-terrein. Die 114 hectare grond is destijds aangekocht door het Havenschap Moerdijk. Wij willen ongeveer 25 hectare op deze locatie in erfpacht nemen. Ons plan is om daar logistieke loodsen te gaan ontwikkelen met speciale voorzieningen voor gevaarlijke stoffen (PGS 15). Wij zijn al in gesprek met enkele partijen om deze naar Moerdijk te halen.”

Professioneel
De keuze van DHG voor Moerdijk is logisch volgens Slager. “Het terrein is strategisch gelegen tussen de havens van Rotterdam en Antwerpen en het beschikt over uitstekende multimodale voorzieningen door de aanwezigheid van zowel zee- als binnenvaarthavens, spooraansluitingen en directe aansluitingen op twee belangrijke snelwegen. Moerdijk is voor ons ook prettig. Het is goed aan te rijden, niet ver weg van de Rotterdamse haven.” De locatie verklaart eveneens het succes van het vastgoedbedrijf. Slager hierover: “Wij schakelen snel en zitten er bovenop. Dat kan als je relatief dicht bij de locaties zit, waar je actief bent. Daardoor zijn we in staat om alles zelf te doen; de contacten met gemeenten, architecten, vergunningenverstrekkers, het zoeken van huurders en ga zo maar door. Bij de telefoon wachten tot er iemand belt, werkt niet. Toen ik twaalf jaar geleden bij DHG begon waren er zes medewerkers, nu zijn we met zeventien medewerkers. Wij vormen een professioneel en gedreven team.”

Eigen middelen
DHG zoekt het in de grotere projecten. De ondergrens ligt zo’n beetje bij de 10.000 vierkante meter. Aan een pand van 1.000 vierkante meter moet je namelijk evenveel aandacht besteden als aan een pand van 40.000 vierkante meter is het argument hiervoor. DHG heeft een portefeuille met een waarde van circa € 300 miljoen. De opbrengsten van de vastgoedbeleggingen vormen voor een belangrijk deel het financiële fundament onder de ontwikkelingsactiviteiten. Doordat we afgelopen twee jaar een paar grote objecten hebben verkocht zijn we in staat om alles uit eigen middelen (voor) te financieren en dat is heel prettig. Af en toe verkopen we panden uit onze portefeuille om weer andere projecten te realiseren. De kunst is om steeds hiervoor het juiste moment te kiezen. Dat gaat ons redelijk succesvol af. Daarnaast verdiepen we ons goed in onze klanten. Meedenken en goed luisteren naar wat de huurder wil. Bij ons werk komt meer kijken dan alleen een pand bouwen en verhuren.”

Vertrouwen
“We zijn in Moerdijk nu lekker aan het ‘timmeren’ aan de Logistic Boulevard en dat met nul euro vreemd geld. Dat voelt goed,” besluit Slager. De commercieel directeur heeft alle vertrouwen in de ontwikkelingen op het haven- en industrieterrein en de samenwerking met het Havenschap Moerdijk. “Er is daar nog meer dan voldoende te doen, wij kijken er al naar uit.”

CPB verwacht grotere economische groei in 2016

0

De Nederlandse economie groeit in 2016 iets sneller dan dit jaar, zo verwacht het Centraal Planbureau (CPB). Het CPB voorziet voor volgend jaar een economische groei van 2,1 procent, na een plus van 2 procent dit jaar.

Daarmee is het planbureau optimistischer dan De Nederlandsche Bank (DNB), die maandag nog een terugval van de groei tot 1,7 procent in 2016 voorspelde. Overigens ging het planbureau op Prinsjesdag nog uit van een groei van 2,4 procent in 2016. Dit cijfer is nu dus naar beneden bijgesteld.

Het CPB noemt de vooruitzichten voor Nederland ‘positief’. “Voor het eerst sinds het uitbreken van de crisis komt de groei in 2015 en 2016 uit boven de 2 procent, neemt de consumptie flink toe en daalt de werkloosheid licht.”

Wereldhandel
Het planbureau denkt wel dat de wereldhandel volgend jaar minder hard zal groeien dan eerder werd gedacht. Dat heeft een drukkend effect op de export. En omdat Nederland minder gas zal produceren, zal er minder gas worden geëxporteerd. Dit haalt 0,2 procentpunt van de groei af. Dat de waarde van de euro is gedaald, is gunstig voor de export. Daardoor zijn Nederlandse producten relatief goedkoper voor niet-eurolanden.

Het CPB rekent in zijn prognoses met een wat sterkere groei van de wereldhandel dan DNB. Daarbij wordt wel de aantekening gemaakt dat het internationale beeld ‘met grote onzekerheid omgeven’ is.

Vluchtelingen
De onderzoekers wijzen onder meer op de toestroom van vluchtelingen en de dreiging van terreur, maar stellen dat die problemen vooral maatschappelijke gevolgen hebben. Zo groeit de bevolking met 0,3 procent en verslechtert het overheidstekort met 0,1 procent. Voor de economische groei spelen vooral de sterke fluctuaties in olieprijzen, wisselkoersen en beurskoersen een belangrijke rol.

Bestedingen
Consumenten krijgen door hogere lonen en de lage inflatie meer te besteden en voeren hun bestedingen volgend jaar naar verwachting met 2 procent op. Verder nemen de investeringen van bedrijven toe, dankzij het herstel van de economie en hun stijgende winstgevendheid.

Volgens het CPB zakt de werkloosheid volgend jaar licht, van 6,9 naar 6,7 procent van de beroepsbevolking. De daling is daarmee zeer beperkt, omdat naast het aantal banen ook het aanbod van werknemers op de arbeidsmarkt groeit.

Het overheidstekort slinkt volgens de nieuwe raming van 2,2 naar 1,8 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dit is vooral te danken aan de economische groei. Het zogeheten structurele tekort, dat wordt gecorrigeerd voor de gunstige economische omstandigheden, groeit volgend jaar van 1,3 naar 1,9 procent.

Het voorkomen van beroepsziekten

0

Allerlei factoren kunnen werken lichamelijk of geestelijk zwaar maken. Wie bijvoorbeeld steeds onder grote druk zijn werk moet doen, kan overspannen raken of een burn-out krijgen. Terwijl iemand die steeds zware lasten tilt, rugklachten kan krijgen.

Ook andere vormen van belasting kunnen tot (soms blijvende) schade aan de gezondheid leiden. We spreken in die gevallen van ‘beroepsziekten’.

Met gezonde en veilige arbeidsomstandigheden en het zo veel mogelijk vermijden van blootstelling aan arbeidsrisico’s kunnen beroepsziekten worden voorkomen. Een gedegen Preventief Medisch Onderzoek (PMO), draagt in belangrijke mate bij aan het in beeld brengen en voorkomen van beroepsziekten.

Naast gezondheidsschade kunnen beroepsziekten ook andere gevolgen hebben, zoals productiviteitsverlies en de noodzaak tot aanpassing van de werkplek of functie. Bovendien kunnen beroepsziekten tot aanzienlijke financiële schade en in bepaalde gevallen ook tot forse juridische claims leiden. Het is zelfs bij wet bepaald dat de werkgever verplicht is om maatregelen te nemen ter preventie van lichamelijke klachten. Indien de werkgever niet kan aantonen dat hij dit voor zijn werknemers heeft geregeld dan kan het zo zijn dat bij ontstaan van (arbeids)gerelateerde klachten de werkgever aansprakelijk zal worden gesteld.

Organisaties verwachten competente, gezonde en betrokken medewerkers die kunnen bijdragen in de snel veranderende markt. De focus op ontwikkeling, gezondheid en kennis over het eigen lichaam zorgt voor tevredenheid onder medewerkers, gedrevenheid, motivatie en een gezonde bedrijfscultuur. Dit biedt daarmee optimale resultaten voor uw organisatie.

Wij weten welke investeringen in de gezondheid en vitaliteit van uw medewerkers optimaal kunnen renderen. Wilt u hier meer over weten of horen wat onze klanten van onze integrale aanpak vinden, neem dan gerust contact met ons op. Wij komen graag langs om vrijblijvend van gedachten te wisselen met u.

– Wesley Stok