Overig

Rondetafelgesprek Drechtsteden BUSINESS: ‘Stukje bij beetje komen we tot een schonere, slimmere en betere wereld’

531

Wat betekent circulaire economie nu echt? Hoe staan we er in de Drechtsteden voor met betrekking tot dit onderwerp? Op welke manier geven bedrijven er uiting aan?  En welke kansen en mogelijkheden liggen er nog?

Mark Scheurwater, servicemanager bij Koninklijke Kemper en Van Twist, Harjan Dekkers, directeur van Dekkers van Gerwen, Jan-Willem Kanters, mede-oprichter van Cirkellab, Corine Vermeij, directeur van FrisFacilitair en Ignas Janssens,  sustainability officer bij Pelican Rouge, bespraken deze en andere zaken onder het genot van een kop koffie bij Pelican Rouge.

“Het  begrip circulaire economie is een enorm containerbegrip,” trapt Scheurwater af. “Daarom is de algemene betekenis moeilijk in een paar zinnen te verwoorden. In de context van Koninklijke Kemper en Van Twist zou ik zeggen dat circulaire economie het hergebruiken van grondstoffen (reviseren van motoren) en zo veel mogelijk levensverlengend onderhoud plegen is. De 3 P’s, People, Planet en Profit, staan bij die manier van sociaal ondernemen centraal.” Dekkers: “In plaats van verbruiker van deze planeet  zijn we steeds meer gebruiker geworden. In de grafische industrie werken we uiteraard met veel papier. Hoewel de perceptie vaak nog anders is, worden er binnen de papierindustrie tegenwoordig meer bomen aangeplant dan gekapt. De bewustwording dat we zuinig moeten zijn op de aarde is er echt wel. Zo bestaat 80 procent van het in Nederland gemaakte nieuwe papier en karton uit gerecycled oud papier.” Het zijn zaken die Kanters bemoedigen. “Binnen de filosofie van Cirkellab is hergebruiken van grondstoffen een belangrijke pijler. Binnen een circulaire economie ligt de nadruk meer op hergebruik dan op energie, die moet vanzelfsprekend zo snel mogelijk duurzaam worden opgewekt . We hebben van vorige generaties geleerd om niet te morsen. Niet tijdens het eten, maar ook niet op andere gebieden. Onnodige verspilling is zonde, terwijl optimaal hergebruik enorme economische kansen biedt.” Dekkers vraagt zich wel af wat voor mensen de belangrijkste beweegreden is om een steentje bij te dragen aan een circulaire economie. “Is men echt intrinsiek gemotiveerd of is het poppenkast gestoeld op financiële voordelen? Koop je een bos af en praat je jezelf groen of kom je dagelijks op de fiets naar je werk om een steentje bij te dragen aan een CO2-neutrale wereld? Kanters: “Circulaire economie is natuurlijk begonnen vanuit duurzaamheid, maar benadrukt van daaruit meer de economische kansen voor business en werkgelegenheid.” Janssens: “Een wezenlijk onderdeel van duurzaamheid is dat voor alle stakeholders duidelijk is wat daaronder wordt verstaan. Vraag 120 mensen wat het betekent en je krijgt 120 verschillende antwoorden. Ons streven is om die discussie in de toekomst niet meer te voeren. Hoe? Bijvoorbeeld door de principes van The United Nations Global Compact in deze regio ruimer onder de aandacht te brengen. Door dat als leidraad te nemen, wordt het begrip eenduidig en voor iedereen toegankelijk.”

Kleine veranderingen in gang zetten

Op welke manieren dragen de vertegenwoordigde bedrijven aan tafel bij aan een circulaire economie? Vermeij: “Als het gaat om materialen en middelen is duurzaamheid binnen onze organisatie leidend. Zo zijn wij bijvoorbeeld koploper als het gaat om het gebruik van reinigingsmiddelen waar milieubelastende stoffen zijn uitgefilterd. Wij zijn met Cirkellab in gesprek om nieuwe ontwikkelingen door te voeren op gebied van milieuvriendelijke toevoegingen in schoonmaakmiddelen om ook tegemoet te komen aan de vraag op het gebied van geurbeleving van reinigingsmiddelen. Daarnaast richten wij ons op de menselijke kant van het schoonmaakvak. FrisFacilitair vindt dat iedereen een goede plek op de arbeidsmarkt verdient. Wij werken niet alleen met reguliere medewerkers maar ook met een grote groep medewerkers met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Door middel van intensieve leertrajecten en duidelijke communicatie heeft 99,9 procent van onze werknemers een vakdiploma. Dat is ongekend. Wij hebben ook samen met het SVS (opleidingsinstituut) een TREX Tool  (online e-learning programma) ontwikkeld. Met deze tool kunnen wij aantonen dat onze medewerkers over de gewenste kennis beschikken en het maakt zichtbaar waarop extra scholing gewenst is. Op deze manier kunnen wij de kwaliteit van de schoonmaak borgen.” Scheurwater: “Wij zijn ISO 26000 gecertificeerd (MVO) en worden met enige regelmaat geauditeerd voor diverse kwaliteitskeurmerken, waaronder ons duurzaamheidsbeleid. Daarnaast zijn wij erg bezig met de jeugd. We werken samen met ROC’s, schrijven mee in kwalificatiedossiers en geven rondleidingen binnen ons bedrijf om leerlingen te enthousiasmeren voor onze sector. Met het oog op de toekomst is daarin investeren wat ons betreft niet meer dan logisch. De P van People staat hoog op de agenda.” Kanters: “Waar zulke zaken voor jullie vanzelfsprekend zijn, kan een ander bedrijf weer hele andere prioriteiten hebben. Het licht uitdoen wanneer je een ruimte verlaat zal voor velen een hele normale gewoonte zijn, maar andere, simpele dingen die verband houden met een circulaire economie worden vaak nog niet gezien.” Allround bezig zijn met het thema is iets dat Janssens om hem heen nog wel mist. “Je moet een credible story vertellen. Het kan niet zo zijn dat je veel investeert aan de menskant, maar het laat liggen op gebied van energie.” Kanters ziet desondanks best wat progressie. “Er worden best stappen gemaakt, zeker ook in de Drechtsteden. Om dichtbij onszelf te blijven: onder de noemer ‘afval bestaat niet’ hebben wij de handen ineengeslagen met Pelican Rouge en andere partners met als doel een nuttige toepassing te vinden voor hun snij-afval van koffieverpakkingsmateriaal. Het afval verwerken tot serviceproducten voor klanten is daarbij het idee. We zijn druk bezig met de ontwikkelingsfase. We kunnen nooit de hele keten van voor tot achter in één dag veranderen, maar stukje bij beetje komen we met nieuwe oplossingen en businessmodellen tot een schonere, slimmere en betere wereld.” Daar is Dekkers het mee eens. “Alleen door innovatie overleef je. Wij hebben onlangs voor de derde keer op rij ons cradle to cradle-certificaat behouden. Dekkers van Gerwen gebruikt op jaarbasis tonnen papier. Door de materialen die we inkopen te testen op ingrediënten en bij resultaten die te weinig duurzaam zijn tegen papierfabrieken te zeggen: ‘er moeten enkele wijzigingen worden doorgevoerd’ zet je hele kleine veranderingen in gang. Maar met elkaar ontstaan er op die manier toch mooie dingen. Wanneer verschillende personen een kleine steen in het water gooien, vloeien de rimpelingen in elkaar over. Dat is pure winst.”

Kansen pakken om voorop te lopen

Janssens: “In de wereld van vandaag is beleving belangrijker dan ooit. We willen dat mensen zich goed kunnen voelen bij de koffie die ze drinken.” Toch kan beleving weer op de achtergrond raken op het moment dat het financiële plaatje ter sprake komt, merkt Vermeij. “Wie drie offertes opvraagt, kiest nog te vaak blind voor de goedkoopste aanbieder. Zelf laat ik mij daar niet door leiden. Bij een aanvraag ga ik vaak langs bij het bedrijf om de wensen te inventariseren en de sfeer te peilen. Wanneer ik vertel over de mix aan medewerkers binnen FrisFacilitair, tast ik af hoe de reacties daarop zijn. Vaak zie je direct of mensen daar belang aan hechten of dat het alleen gaat om het financiële gedeelte. In dat laatste geval probeer ik te laten inzien dat onze schoonmakers geen voetveeg zijn die na 17.00 uur aan het werk gaan, maar een wezenlijk deel kunnen uitmaken van een organisatie met oog voor Social Return On Investment. ‘Bijzondere mensen maken mooi schoon’, zeg ik altijd. Onze mensen zijn veelal aan het werk op tijden dat personeel van klanten dat ook is. Maar ze denken mee en gaan echt niet stofzuigen op het moment dat er net een vergadering of telefoongesprek aan de gang is.” Scheurwater: “Wij winnen soms opdrachten omdat meespeelt dat wij met SROI bezig zijn. Het werkt gelukkig dus ook de andere kant op.” Janssens: “Er zijn de laatste tijd wat bewegingen om bij aanbestedingen het MVO-aspect meer mee te laten wegen. Lijk je een potentiële klant niet binnen te halen op basis van de prijs? Dan krijg je als MVO-bewust bedrijf bijvoorbeeld een fictieve korting op de offerteprijs. Ik denk dat steeds meer organisaties het belang van een circulaire economie gaan inzien. Wat daar vooral voor nodig is? Inzicht en een meer faciliterende rol vanuit de overheid.” Kanters: “In Nederland denken we ten onrechte dat we voorop lopen op het gebied van duurzaamheid. Als het aankomt op circulaire economie is er wel de mogelijkheid om nog voorop te lopen. Qua recycling en hoogwaardige technologie hebben we immers een goede naam opgebouwd wereldwijd. Dat moeten we benutten. In deze regio beschikken we landelijk gezien over een bovengemiddeld aantal recyclebedrijven en natuurlijk de Maritieme Topregio. Het zit in de cultuur van de Drechtsteden ingebakken om zuinig, schoon en netjes met je spullen om te gaan. Deels ook vanwege de vele familiebedrijven. Die focussen zich niet alleen maar op de korte termijn, maar zijn er met name op gericht om over 150 jaar nog steeds te bestaan.” Janssens: “In dat kader vind ik Deen uit Zwijn-drecht een mooi voorbeeld. Zij zijn voorloper op LNG-gebied en hebben tot aan de Europese Unie hun nek uitgestoken voor een duurzame binnenvaart. Dat er in deze regio maar velen op hun eigen manier zijn voorbeeld mogen volgen.”