Thuiswerken is het meest gebruikelijk in de Randstad en in andere stedelijke gebieden, waar de verkeersdrukte het grootst is. In Groot-Amsterdam werkte 45 procent van de werkzame beroepsbevolking (soms) thuis in 2018. Er zijn echter ook regio’s, zoals ‘Overig Groningen’, waar andere factoren dan lange reistijd samengaan met een relatief hoog percentage thuiswerkers. Dit blijkt uit onderzoek van het CBS in de publicatie De regionale economie 2018.
Het aantal mensen met betaald werk die (soms) thuiswerken is toegenomen van 2,8 miljoen in 2013 naar 3,3 miljoen in 2018. Dat is 37 procent van de werkzame beroepsbevolking. Incidentele thuiswerkers vormen hiervan de grootste groep (2 miljoen).
Met ruim 45 procent was het aandeel thuiswerkers het grootst in de regio’s Gooi en Vechtstreek, Utrecht en Groot-Amsterdam. Het laagst was dit in Zuidoost-Drenthe en Oost-Groningen, waar iets meer dan een kwart van de werkenden gewoonlijk of incidenteel thuiswerkt.
Kortste reisduur naar het werk in Haarlem, langste in Den Haag
In 2017 bedroeg de reisduur van woon- naar werkadres gemiddeld 28 minuten. In regio’s in de Randstad gaat een lange gemiddelde reisduur vaak samen met relatief veel thuiswerkers, zoals in de Agglomeratie ’s-Gravenhage, waar de reisduur met gemiddeld 36 minuten het langst is. Ook Groot-Amsterdam (34 minuten) en Delft en Westland (34 minuten) kennen veel thuiswerkers. Uitzondering is de Agglomeratie Haarlem, waar de gemiddelde reisduur en -afstand naar het werk het kortst is van alle regio’s. Ook de verkeerintensiteit is er aanmerkelijk lager dan elders in de Randstad. Toch werken ook in de omgeving van Haarlem relatief veel mensen thuis (42 procent).
Ook in sommige regio’s met minder verkeersdrukte veel thuiswerkers
In Zuidwest-Drenthe werkt, hoewel het hier minder druk is op de weg, 37 procent van de werkenden thuis. In Zuidwest-Drenthe gaat dit samen met een relatief grote afstand tot het werk. Gezien de geringe verkeersdrukte wordt er ook in Zeeuws-Vlaanderen en Delfzijl en Omgeving relatief veel thuisgewerkt in 2018.
In regio’s in Limburg, Groningen, Zeeland en Friesland is de reisduur naar het werk doorgaans korter en de verkeerdrukte minder groot. In veel van deze gebieden gaat dit samen met een relatief weinig thuiswerkers. Ook hier zijn er echter uitzonderingen. De regio Overig Groningen, waar de stad Groningen toe behoort, kent bijvoorbeeld relatief veel thuiswerkers (38 procent).
Bijna twee derde van de thuiswerkers is hoogopgeleid
Naast de reisduur en drukte op de weg, gaan regionale verschillen in thuiswerk ook samen met verschillen in onderwijsniveau. Van de thuiswerkers was 65 procent hoogopgeleid in 2018, van de niet-thuiswerkers was dit 24 procent. Hoogopgeleiden zijn oververtegenwoordigd in de Randstad en in stedelijke gebieden daarbuiten. Zo was in de Agglomeratie Haarlem de helft van de werkzame beroepsbevolking hoogopgeleid. Buiten de Randstad kent ook Overig Groningen met 42 procent relatief veel hoogopgeleiden.
Vijf bedrijfstakken met meer dan 60 procent thuiswerkers
De ene bedrijfstak, zoals de financiële dienstverlening, met bijvoorbeeld banken, pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen, leent zich beter voor thuiswerk dan de andere, zoals de horeca. Er zijn vijf bedrijfstakken met meer dan 60 procent thuiswerkers. Dit zijn informatie en communicatie, onderwijs, financiële dienstverlening, specialistische zakelijke diensten, en energievoorziening. In de vijf bedrijfstakken met de meeste thuiswerkers is meer dan een kwart van de werkgelegenheid in de regio’s Amsterdam, Delft en Westland en Utrecht geconcentreerd.
Meer informatie vindt u hier.