Een bouwstop heeft verstrekkende gevolgen. Het hele bouwproject wordt stilgelegd en dat dit tot schade lijdt, is evident.
Indien de factuur van de architect niet wordt betaald, kan er dan een bouwstop op grond van de Auteurswet gevorderd worden? Welk belang prevaleert hier, dat van de architect bij bescherming van zijn auteursrecht op het ontwerp en betaling of het belang van het finaliseren van het project? Deze vragen speelden in een kort geding procedure met betrekking tot de realisatie van een appartementencomplex voor senioren genaamd De Groene Linten.
Aan de architect is opdracht gegeven tot het ontwerpen en ontwikkelen van het appartementencomplex. Op die opdracht zijn de standaard algemene voorwaarden gehanteerd door architecten, De Nieuwe Regeling (hierna: DNR) van toepassing.
De architect vordert in kort geding bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord Holland uitspraak 31 augustus 20161 een bouwstop, omdat een factuur in verband met de uitgevoerde werkzaamheden voor het project niet is voldaan.
De architect stelt zich op het standpunt dat met het afbouwen van het project inbreuk wordt gemaakt op auteursrecht. De vraag rijst wat afbouwen is in de zin van het auteursrecht. De Voorzieningenrechter oordeelt, terecht naar mijn mening, dat het ontwerp auteursrechtelijk is beschermd. Afbouwen is dan nabouwen wat een auteursrechtelijke verveelvoudiging oplevert.
In de procedure komen verder nog verschillende juridische en feitelijke vragen aan bod: o.a. naar de rechthebbende op het ontwerp, de aard van de verstrekte licentie en de al dan niet gegeven toestemming om tot afbouwen over te gaan. De Voorzieningenrechter volgt op deze punten het standpunt van de architect. Interessant is nog dat de toestemming tot afbouwen uitdrukkelijk moet zijn gegeven en niet uit de DNR kan worden afgeleid.
Bij de belangenafweging die in een kort geding gemaakt moet worden, wordt het belang bij spoedige realisatie van het appartementencomplex – de bewoners moeten het appartementencomplex immers betrekken – afgezet tegen het belang van de architect bij het beschermen van zijn ontwerp en betaling van zijn factuur.
In deze zaak betrof het een relatief kleine factuur van € 17.500,-. De Voorzieningenrechter laat het belang van de architect wel prevaleren en wijst de bouwstop toe. In de overwegingen wordt aangegeven dat indien de vordering betaald wordt vermeerderd met de werkelijke proceskosten (in IE inbreuk zaken zijn dit alle werkelijk gemaakte advocaatkosten, een aspect om rekening mee te houden bij procedures op dit vlak) aan het kort geding vonnis geen recht kan worden ontleend. De schade kan dus beperkt worden door tot betaling over te gaan. Ik vind het een terechte uitspraak en het is er weer één om rekening mee te houden in de contractsvormingfase bij bouwprojecten.
