De Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) verdwijnt. Dat zal geen nieuws meer zijn voor u. De datum van verdwijnen schuift echter steeds een beetje op. Hoe zit het nu precies en wat wordt de situatie daarna? In deze bijdrage zetten we voor u alles nog even op een rijtje.
1 april 2016
Na veel gedoe en alternatieven die kwamen en gingen weten we intussen dat de VAR geheel wordt afgeschaft. Het alternatief wordt geregeld in het wetsvoorstel Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA). Dit voorstel is door de Tweede Kamer begin juli van dit jaar aangenomen. Op dit moment buigt de Eerste Kamer zich er over. Veel fracties in de Eerste Kamer hebben nog veel zorgen en vragen over de nieuwe wet. De staatssecretaris heeft om die reden aangekondigd de invoering van de wet te verschuiven naar 1 april 2016. Tot die tijd blijven de huidige afgegeven VAR’s nog gelden. U krijgt tot 2017 de tijd om uw werkwijze aan de nieuwe wetgeving aan te passen.
Problemen met de VAR
De opdrachtnemer vroeg de VAR aan, de belastingdienst beoordeelde. De opdrachtgever kreeg zekerheid over de vraag of de ingehuurde arbeidskracht wel of niet in dienstbetrekking was. Voor veel opdrachtgevers was een geldige VAR een vereiste voor een opdracht. Een zelf-ingevuld document is vatbaar voor manipulatie, vindt de staatssecretaris en controle door de belastingdienst is blijkbaar lastig. Daarom moet het anders.
Het alternatief
Voortaan wordt de beoordeling van de arbeidsrelatie een zaak van zowel opdrachtnemer als opdrachtgever. Daarin zit het verschil met de VAR. Opdrachtgever en –nemer gaan samen een overeenkomst aan. Uit die overeenkomst moet de arbeidsrelatie duidelijk blijken.
Nog steeds zekerheid mogelijk
De nieuwe regels sturen dus aan op meer verantwoordelijkheid voor beide contracterende partijen. Er is echter nog steeds zekerheid vooraf te krijgen, voor de opdrachtgever althans. Dit kan op twee manieren. U kunt gebruik maken van modelovereenkomsten. Die zijn te vinden op de website van de belastingdienst. Of u legt de gesloten overeenkomst ter beoordeling voor aan de belastingdienst. Houd er in dat geval rekening mee dat het minstens zes weken duurt voor u een antwoord krijgt. Bij korte opdrachten niet heel praktisch dus.
Maar: geen vrijwaring voor opdrachtgever
Misschien wel de belangrijkste wijziging is de volgende. Mocht achteraf blijken dat de arbeidsrelatie voor de fiscus toch een dienstbetrekking is, dan krijgt u als opdrachtgever de naheffing loonheffing en premies werknemersverzekeringen. De vrijwaring dat u niet hoefde af te dragen (zoals u die als opdrachtgever had bij een VAR-winst of VAR-dga, tenzij sprake was van kwade trouw) geldt dus niet langer. Naheffing dus bij opdrachtgever en niet meer (alleen) bij opdrachtnemer.
Zo maakt de nieuwe wet voor de fiscus misschien niet de controle makkelijker, maar dan toch wel de naheffing van belasting en premies. Het is maar dat u het weet!