Gespreksleider Kees van ’t Zelfde bracht een exemplaar mee van het decembernummer 2013 van Rijnmond Business om met terugwerkende kracht enkele citaten van Coert Beerman, toen nog directievoorzitter van Rabobank Rotterdam, te toetsen. Hij zei onder meer dat 2013 een bar slecht economisch jaar was en voorspelde dat 2014 iets minder slecht zou worden. Is dat uitgekomen?
Van de Velde: “Voor de retailbranche geldt in zijn algemeenheid dat 2014 een jaar was waarin het nog slechter ging dan in 2013. In de binnenvaartsector juichen ze ook nog niet. Daarentegen zitten sportevenementen en de woningmarkt wel weer in de lift en groeien diverse ICT-bedrijven tegen de stroom in.”
Beekman: “De stad komt langzaam weer op gang, maar je hebt ook te maken met een bepaalde doorlooptijd. Niet iedere sector of elk bedrijf zal direct de vruchten plukken van de lichte groei van de economie. Dat duurt even.”
Huijers: “Het valt mij op dat dit jaar veel advocaten voor zichzelf zijn begonnen. Het Beurs-World Trade Center heeft veel nieuwe huurders uit dit segment mogen verwelkomen. Wij verhuren kantoorruimten vanaf 34 m2. Voor wie zich als eenling of met zijn tweeën afsplitst van een groot advocatenkantoor, is zo’n oppervlakte natuurlijk aantrekkelijk.”
Van Raaij: “In gesprekken met klanten merk ik dat hun mindset is veranderd. Men ziet vaak weer kansen in plaats van problemen en zoekt naar vruchtbare samenwerkingen. Waar 2013 een vrij somber jaar was, zou ik 2014 omschrijven als het jaar van de hoop.”
Beekman: “De sfeer in de stad is anders. De leegstand van kantoren neemt af en vanuit het buitenland komt er steeds meer interesse van investeerders die hele pakketten en soms zelfs wijken willen kopen. Ook toeristen weten de weg naar Rotterdam vaker te vinden.”
Van Vliet: “In 2013 waren klanten nog vrij afwachtend. Daar is dit jaar een kentering in gekomen. Men is positief, ook als het gaat om de verwachtingen voor 2015. Rotterdam bruist en er ontstaan veel nieuwe initiatieven.”
Van Raaij: “Mee eens, maar toch zeuren we met elkaar soms nog te veel. Neem bijvoorbeeld de Markthal. Het is een gigantisch succes en na drie weken waren er al 1 miljoen bezoekers geweest. In plaats van daar trots op te zijn, wordt nog te vaak gezegd: ‘Dat succes houden ze toch nooit vol, want straks is de nieuwigheid er vanaf.’ Zulke reacties vind ik jammer.”
Huijers: “De overheid trekt zich steeds meer terug en bezuinigingen treffen heel veel instanties. Rotterdam Topsport viert volgend jaar haar 25-jarig bestaan, maar krijgt in 2015 zo’n 350.000 euro minder subsidie van de gemeente. Zij worden dus hard getroffen. Ik vind dat het bedrijfsleven in zulke gevallen moet inhaken, maar dat ontslaat de overheid niet om te blijven investeren in dit soort zaken. Het thema van de komende editie van People’s Business is sport. Een bewuste keuze, want zo kunnen wij Rotterdam Topsport een platform bieden en een handje helpen.”
Van de Velde: “Ik was onlangs op de 21ste Bep van Klaveren Memorial in het Topsportcentrum Rotterdam. Daar was de teneur ook droevig. De organisatie van het jaarlijkse boksgala kost ‘maar’ 40.000 euro, maar toch is ook de toekomst van het event onzeker. Van steeds meer kanten wordt de geldkraan dichtgedraaid. Boksen is dan wel niet volkssport nummer één , maar we moeten er voor waken dat Rotterdam als sportstad devalueert.”
Zijn er in de stad voldoende samenwerkingsverbanden of weten bedrijven, kennisinstellingen en de overheid elkaar onvoldoende te vinden, waardoor er eilandjes ontstaan?
Van der Velde: “Er komen langzaamaan meer krachtenbundelingen, maar ik mis een beetje een Masterplan. Het is me nu te veel ad hoc. Toen Ivo Opstelten nog burgemeester was, bespeurde ik in Rotterdam meer geïntegreerde visie. Hij deed er veel aan om de stad op de kaart te zetten, onder meer door dance-events en City Racing Rotterdam. Tegenwoordig mis ik een gezamenlijk doel, waar diverse partijen warm voor lopen.”
Huijers: “Wij willen best actief meedoen aan meer events dan de marathon, maar op welke manier? De Tour de France doet komende zomer Rotterdam aan en rijdt dwars door het centrum. Iedereen vindt dat leuk, maar wanneer er met elkaar gesproken moet worden over hoe dit aan te kleden en op welke wijze te participeren, vallen alle partijen stil.”
Van Raaij: “Ik heb mij onlangs eens goed verdiept in het coalitieprogramma. De thema’s die daarin genoemd worden, zouden richtingbepalend moeten zijn, maar dat is in mijn ogen lang niet altijd het geval. Van onderaf gebeurt er veel en het grote bedrijfsleven doet mee, maar waar is het MKB? Zij zijn in mijn ogen minder aanwezig in het beleid voor stadssamenwerking. Een belangrijk thema is bijvoorbeeld de aansluiting tussen het onderwijs en bedrijfsleven. Wie gaat een rol vervullen om dat te verbeteren?”
Op verschillende fronten valt er nog veel te winnen, maar er zijn ook al stappen gemaakt. En er is waardering van buitenaf. Stedenbouwkundigen riepen Rotterdam onlangs uit tot European City of the Year 2015. De jury beoordeelde de stad op zeven punten: leiderschap, lokaal karakter, aantrekkelijkheid, economie, duurzaamheid, welzijn en bereikbaarheid. Ook riepen reisgids Rough Guide en The New York Times Rotterdam uit tot een stad die in 2014 zeker door toeristen bezocht moest worden.
Van Vliet: “Rotterdam is een geweldige stad geworden om in te wonen en te werken en ook voor toeristen een stuk aantrekkelijker geworden.”
Grobben: “De leefbaarheid in de wijken is de laatste jaren enorm verbeterd. Kijk maar naar de Witte de Withstraat, de Meent en de Binnenweg. Dat is echt opgeknapt, waardoor de uitstraling ook veel prettiger en toegankelijker is geworden.”
Beekman: “De middelen komen weer naar de stad. Wanneer de economie op gang komt, profiteert iedereen daar uiteindelijk van.”
Van Raaij: “De jeugd heeft de toekomst, dus zet daar ook vol op in en begeleidt deze groep bij het maken van de juiste keuzes. Het is zo zonde wanneer studenten een administratieve opleiding op VMBO-niveau volgen, terwijl ze gouden handen hebben. De technieksector staat te springen om goed personeel.”
Huijers: “De Hogeschool Rotterdam huurt ruim 4000 m2 in het Beurs-World Trade Center. We hebben dus een grote groep jongeren in huis. Ik zou graag bedrijven in het gebouw er op attenderen dat deze studenten met enige regelmaat een stageplek zoeken en dolgraag ervaring op willen doen. Maar hoe pak je die kruisbestuiving die in mijn hoofd zit concreet aan? Door gebrek aan handjes van partijen zijn ideeën helaas niet altijd snel uit te voeren, terwijl de potentie er wel is.”
Grobben: “Laat bestuursleden van scholen maar eens stage lopen bij het MKB. Zij hebben namelijk vaak geen idee waar ze het over hebben. De werelden van een bikkelende ondernemer en een hoofddocent op een school liggen mijlenver uiteen. Dat samenwerkingen moeilijk van de grond komen, is in mijn ogen daarom niet gek.”
Beekman: “We hebben twee ROC’s in de stad, dus dat zou toch vrij overzichtelijk moeten zijn. Ik zit graag eens met de voorzitters van beide colleges van bestuur aan tafel voor overleg.”
Rest nog de vraag hoe de deelnemers aan het rondetafelgesprek aankijken tegen de economische ontwikkelingen in 2015.
Beekman: “Ik ben positief gestemd. Het koopgedrag van consumenten is door webshops veranderd en bol.com gaat echt niet meer weg. Dat wil niet zeggen dat fysieke winkels geen mogelijkheden meer hebben en alleen maar in een neerwaartse spiraal raken. Het gaat ook om beleving. Natuurlijk gaat niet ieder bedrijf een topjaar tegemoet, maar grosso modo voorzie ik over de gehele breedte een stijgende lijn.”
Van Vliet: “Daar sluit ik me bij aan. Ik hoor meer positieve geluiden en ben gematigd optimistisch.”
Huijers: “2014 was een beter jaar dan 2013. We zitten in de lift.”
Grobben: “Door de crisis is in veel gevallen ook het kaf van het koren gescheiden. Goede ondernemers blijven over. Bovendien is men zich er inmiddels van bewust dat afwachten tot de crisis voorbij is geen oplossing is, maar dingen anders doen wel.”