Vanaf 2014 nam zowel het aantal nieuwe als het aantal beëindigde banen van werknemers toe, na enkele jaren van krimp. Er kwamen meer banen bij dan er verdwenen. In 2017 bedroeg het aantal nieuwe werknemersbanen 3,3 miljoen. Werknemers startten daarbij vaker in flexibele banen. Dit blijkt uit nieuwe cijfers die het CBS samenstelt over de dynamiek in werknemersbanen.
In 2017 waren er in totaal 11,6 miljoen banen van werknemers, waarvan 3,3 miljoen nieuwe banen. De nieuwe banen bestonden uit 1,6 miljoen tijdelijke banen, 790 duizend uitzendbanen, 500 duizend oproepbanen en 379 duizend vaste banen.
Ten opzichte van 2010 is het aandeel nieuwe banen met een flexibel contract flink toegenomen en het aandeel met een vast contract afgenomen. In 2017 was het aandeel flexibele banen 88 procent en het aandeel vaste banen 12 procent. In 2010 bedroeg het aandeel flexibele banen 78 procent en het aandeel vaste banen 22 procent. Werknemers startten in 2017 dus vaker in een flexibele baan. De toename is zichtbaar in alle soorten flexibele banen.
Toename nieuwe en beëindigde banen vanaf 2014
Tussen 2010 en 2013 nam zowel het aantal nieuwe als het aantal beëindigde banen van werknemers af. Vanaf 2014 nam het aantal nieuwe en beëindigde werknemersbanen weer toe, waarbij er meer banen bijkwamen dan verdwenen. In 2017 bedroeg het aantal nieuwe banen van werknemers 3,3 miljoen. Op het laagste punt in 2013 was dit 2,5 miljoen. Van de nieuwe banen in 2016 werd 38 procent in hetzelfde jaar weer beëindigd.
Minder nieuwe banen in de gezondheids- en welzijnszorg
Van de nieuwe banen in 2017 werd 34 procent gevonden in de verhuur en overige zakelijke dienstverlening, 16 procent in de handel en 11 procent in de gezondheids- en welzijnszorg. Tussen 2010 en 2017 is het aandeel nieuwe banen van de gezondheids- en welzijnszorg gedaald en het aandeel van de verhuur en overige zakelijke dienstverlening toegenomen. Het aantal nieuwe banen in de gezondheids- en welzijnszorg, het openbaar bestuur, de overige dienstverlening en de financiële dienstverlening nam tussen 2010 en 2017 af met respectievelijk 27 duizend, 13 duizend, 9 duizend en 6 duizend banen.
Relatief hoge baandynamiek in zakelijke diensten, horeca en landbouw
Wanneer het aantal nieuwe banen in een bedrijfstak wordt afgezet tegen het totaal aantal banen in de bedrijfstak, geeft dit inzicht in de baandynamiek per bedrijfstak. Het aandeel nieuwe banen in de verhuur en overige zakelijke diensten (waaronder de uitzendbureaus), de horeca en de landbouw was in 2017 het hoogst. Het aandeel lag tussen 34 procent en 49 procent van het totaal aantal banen in deze bedrijfstakken. In deze branches starten én stoppen jaarlijks relatief veel banen. Bij de overheid en in de financiële dienstverlening is het percentage nieuwe banen relatief laag. In deze bedrijfstakken is de baandynamiek lager.
In de gezondheids- en welzijnszorg, het openbaar bestuur en de financiële dienstverlening is het aandeel nieuwe banen op het totaal aantal banen per bedrijfstak tussen 2010 en 2017 het sterkst afgenomen. In de bouw, horeca en handel is het aandeel nieuwe banen in deze periode het sterkst toegenomen.