Het was een debat zoals een debat hoort te zijn: op het scherpst van de snede, met goede argumenten, af en toe een dosis humor en dat alles onder leiding van de vakkundige debatleider Ferry Mingelen. Het Drechtsteden Politiek Debat 2014 liet toonaangevende politici uit de Tweede Kamer in gesprek gaan met elkaar én reageren op vragen van ondernemers en bezoekers in de zaal. Zij waren in grote getale naar het Postillion Hotel Dordrecht gekomen.
Wat zij kregen voorgeschoteld, waren debatten over de themaʼs mobiliteit, arbeidsmarkt en duurzaamheid, steeds ingeleid door sponsoren van de avond. Het was nog even spannend of er wel politici naar Dordrecht zouden afreizen, vanwege de situatie in Den Haag rondom minister Ronald Plasterk. Uiteindelijk waren het alleen de juryleden Ron Fresen en Joost Vullings die zich moesten afmelden. Arno Brok, burgemeester van Dordrecht en voorzitter van de Drechtraad, was bereid in de jury plaats te nemen, naast Mathijs Bouman en Antoin Peeters. Aan het drietal de taak om na afloop van het debat een winnaar te kiezen. ʻDe overheid moet niet meer investeren in nieuwe infrastructuur, ze moeten investeren in slimme dealsʼ en ʻautoʼs op groene energie kunnen er alleen zijn als er voldoende groene oplaadpunten zijn. De politiek moet de impasse doorbrekenʼ, zo luidden de eerste stellingen van de avond, nadat onder meer Leen de Koning van Amega en Tim de Bruin, Mobiliteitsregisseur Drechtsteden, kort het woord voerden op het podium. Roelof Bisschop (SGP), Henk Nijboer (PvdA) en Sander de Rouwe (CDA) beten het spits af. Bisschop: “Op termijn geeft niet investeren in nieuwe infrastructuur grote problemen.” Daar was Sander de Rouwe het mee eens. “Slimme deals alleen zijn onvoldoende. Het is nu op de A15, A16 en A27 misschien nog relatief rustig, maar over vijf jaar staan we er muurvast. Nieuw asfalt is gewoon hard nodig.” Henk Nijboer: “In het drukke westen moeten we investeren in nieuwe wegen, maar ik vind dat meer thuiswerken en op flexibele tijden op kantoor werken vanuit het bedrijfsleven ook meer gestimuleerd moet worden. Dan spreid je het verkeer veel meer en ontstaan er minder piekmomenten.” Bisschop had de cijfers paraat: “Op jaarbasis lijden bedrijven in Nederland jaarlijks 50 miljoen euro verlies vanwege files. Door files terug te dringen, dring je ook die onnodige kostenderving terug.” De Rouwe: “Ik pleit voor de aanleg van fietssnelwegen en meer carpoolen. In Nederland zitten we heel vaak alleen in de auto. De stoel naast je of de achterbank kan best gevuld worden met collega’s.” De Rouwe bleek zelf het goede voorbeeld te hebben gegeven, want hij was samen met Bisschop naar Dordrecht afgereisd.
Het thema arbeidsmarkt werd met name toegespitst op de zorgsector. Voorzitter Ton Heerts van de FNV praatte over de ontwrichting en toekomst van de arbeidsmarkt. “Rond de 700.000 mensen zijn werkloos. Elke dag horen mensen dat ze hun baan verliezen. Dat is zo’n beetje het ergste wat er is.” Bestuursvoorzitter Pier Eringa van het Albert Schweitzer Ziekenhuis sprak vanuit zijn expertise over de toekomstverwachtingen in de zorg. De stelling ‘werk moet lonen, dus geen tegenprestatie voor een uitkering als het regulier werk is’ zorgde voor wat vuurwerk. Heerts liet weten dat de FNV niet voor een verplichte tegenprestatie is. “Dat gaat een brug te ver. De bijstand is een voorziening om een bestaansminimum te hebben. Daar moet je geen misbruik van maken.” Paul Ulenbelt (SP), Jesse Klaver (GroenLinks) en Wouter Koolmees (D66) vlogen er vervolgens met gestrekt been in. Ulenbelt was er principieel op tegen om mensen uit de bijstand werk te laten opknappen waar anderen geld mee verdienen. Überhaupt bleek hij geen voorstander van wat voor verplichte tegenprestatie dan ook. Sneeuwruimen, zoals de VVD voorstelde, vond hij ook onzin. Jesse Klaver (GroenLinks) stond alleen in sommige gevallen open voor verplichte tegenprestaties: “Het lijkt wel of de jacht op uitkeringsgerechtigden is geopend. Maar het is echt niet altijd: ‘eigen schuld, dikke bult’. Je bent geen slecht persoon als je een beroep doet op een uitkering. Alleen bij degenen die echt niet willen werken, kan een beetje dwang geen kwaad. Er zijn uitkeringsgerechtigden die waardevol vrijwilligerswerk op scholen doen, maar daar mee moeten stoppen omdat zij als verplichte tegenprestatie hondenpoep moeten opruimen. Dat is helemaal fout. Gemotiveerd en gepassioneerd helpen op een school lijkt mij belangrijker dan plichtmatig en onder dwang poep scheppen.” Koolmees: “Sommigen staan structureel aan de zijkant en doen geen moeite om de arbeidsmarkt weer te betreden. De helft van de bijstandsmoeders voelt vanuit de gemeente geen dwang om te gaan werken. Ik vind dat je een bepaalde groep best wat harder achter de broek mag zitten.” Ulenbelt was het er niet mee eens: “Ik ken een stratenmaker die zijn baan verloor en in de WW terecht kwam. Hij moest als tegenprestatie straten maken. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn.” Ulenbelt had ook zijn mening klaar over de andere stelling: ‘de zorg heeft tal van werkervaringsplekken ter beschikking om mensen met een uitkering van de bank te halen. De overheid moet dit financieel ondersteunen.’
“De werkdruk in de zorg is door alle bezuinigingen gigantisch hoog. Ik denk dat we de vakmensen moeten behouden en dat er kritisch gekeken moet worden naar hoe geld wordt besteed. Er worden miljoenen euro’s uitgegeven aan reclames van zorgverzekeraars die ons aansporen om over te stappen. Dat geld had toch veel beter geïnvesteerd kunnen worden in banen bij het Albert Schweitzer ziekenhuis?” Koolmees: “De behoefte aan gezondheidszorg zal vanwege de vergrijzing alleen maar blijven groeien. Aan de andere kant daalt de werkgelegenheid in de zorgsector ontzettend hard. Dat zal steeds meer voor problemen gaan zorgen.”
Tot slot betraden Carla Dik-Faber (ChristenUnie) en Mark Verheijen (VVD) nog het podium om met Klaver en De Rouwe de messen te slijpen over het thema duurzaamheid. Peter van Dommele, directeur van Cablean, hield een introductie. Zijn bedrijf won enige tijd geleden de Rabo MVO Award 2013. Elk oppervlak maximaal benutten door 24 uur per dag van toepassing te kunnen veranderen en zo bij te dragen aan de verduurzaming van het object en het gebied; dat is de missie van het Sliedrechtse bedrijf. De stellingen ‘duurzaamheid is het nieuwe lokale verdienmodel. Nederlandse handelsgeest in plaats van subsidie’ en ‘geen groensubsidies meer’ waren de stellingen die werden behandeld. Dik-Faber: “Innovaties ontstaan niet door subsidies, maar door ongemakken aan te pakken. Staat er bouwgrond leeg? Dan kun je die ruimte benutten om er moestuinen van te maken. Zo zet je iets negatiefs om in iets positiefs.” Verheijen: “Op de wereld leven 9 miljard mensen en iedereen wil leven zoals wij in het westen. Qua duurzaamheid kunnen wij vanuit onze luxepositie nog veel meer bewerkstelligen.” De Rouwe: “Ik ben inderdaad tegen subsidies. Bovendien vind ik het terecht dat bedrijven niet onnodig belast worden. Dat organisaties veel minder energiebelasting betalen dan particulieren, is in mijn ogen meer dan terecht.” Verheijen: “Ik ben nog nooit een ondernemer tegengekomen die zei; ‘Ik ben dit geworden om subsidie te krijgen.’ Nee, de meeste ondernemers willen hun eigen boontjes doppen en niet te veel afhankelijk zijn van andere partijen.” Vanuit de zaal wilde iemand weten hoe het kan dat er twee gascentrales leeg staan, terwijl de kolencentrales volop draaien. Dik-Faber: “Vanwege schaliegaswinning in Amerika is er daar een enorm overschot aan kolen ontstaan. Dat overschot wordt tegen lage prijzen naar Europa geëxporteerd. Met als gevolg dat de gascentrales stil staan omdat ze te duur zijn, maar eigenlijk zijn de kolen gewoon te goedkoop.” Over subsidiëring was Dik-Faber uitgesproken. “Een beginperiode doorkomen met behulp van subsidie vind ik helemaal niet zo fout. Maar het moet niet tot in lengte van jaren duren. Bedrijven moeten na verloop van tijd hun eigen broek ophouden.”
Toen alle rookpluimen waren opgetrokken, wees de driekoppige jury Klaver aan als winnaar. “Hij is bevlogen, luistert goed en je ziet het vuur in zijn ogen,” zo luidde het commentaar. “Volgend jaar zien we hem graag weer terug.” Als het aan Marco de Fonkert, grondlegger van het Drechtsteden Politiek Debat, ligt komt er volgend jaar zeker een vervolg. Met zo’n 500 aanwezigen was de editie van 2014 een daverend succes. Wat vier jaar geleden op het Wartburg College begon als afstudeerproject, is uitgegroeid tot een debat van formaat. Vorig jaar kwam Hans van der Wegen er bij als medeorganisator en met het jaar wordt het evenement toonaangevender. Dat belooft wat voor 2015.