Overig

Faillissement VOF leidt niet (meer) automatisch tot faillissement van firmanten

1322

De vennootschap onder firma, ook wel VOF genoemd, is een vorm van onderneming waarbij twee of meer personen (firmanten) een samenwerkingsverband aangaan om onder gemeenschappelijke naam een bedrijf uit te oefenen. De VOF heeft een vermogen dat is afgescheiden van de vermogens van de firmanten. Alle firmanten van een VOF zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de VOF. Dit betekent dat crediteuren van de VOF hun vorderingen zowel op het afgescheiden vermogen van de VOF als op de privévermogens van de firmanten kunnen verhalen. Vanwege deze hoofdelijke aansprakelijkheid van de firmanten werd in de rechtspraak aangenomen dat het faillissement van de VOF automatisch het faillissement van de firmanten tot gevolg had. De Hoge Raad heeft in een recent arrest van 6 februari jl. echter een andere lijn gekozen, namelijk dat het faillissement van een VOF niet meer automatisch het faillissement van de afzonderlijke firmanten tot gevolg heeft. De Hoge Raad onderbouwt dit als volgt.

Voldoende privévermogen firmant

Volgens de Hoge Raad kan een firmant, in tegenstelling tot de VOF zelf, voldoende privévermogen kan hebben om zowel de crediteuren van de VOF als zijn privécrediteuren te voldoen. Een firmant verkeert dan niet in een faillissementstoestand, waarin hij of zij is opgehouden met betalen, hetgeen een vereiste is voor het uitspreken van een faillissement.

Afzonderlijke vorderingen

Het afgescheiden vermogen van de VOF en de vorderingen op de VOF en de firmanten moeten volgens de Hoge Raad als afzonderlijke vorderingen worden beschouwd die onafhankelijk van elkaar kunnen worden ingesteld en verhaald. Dit in combinatie met de invoering van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (“WSNP”) heeft volgens de Hoge Raad tot gevolg dat de regel dat de firmanten ook direct failliet gaan niet langer verdedigbaar is. Toegang tot de WSNP staat immers ook open voor natuurlijke personen met zakelijke schulden, wat tot gevolg heeft dat firmanten (als natuurlijke personen) die een WSNP-verzoek hebben ingediend, niet zonder meer failliet verklaard moeten worden als het faillissement van de VOF wordt uitgesproken.

Artikel 6 EVRM

Tot slot merkt de Hoge Raad op dat de oude regel in strijd is met artikel 6 EVRM. Ieder persoon heeft recht op een eerlijk proces, waardoor het volgens de Hoge Raad niet zo kan zijn dat een firmant in privé failliet wordt verklaard, zonder dat dit ook ten aanzien van deze firmant afzonderlijk is verzocht en zonder dat is onderzocht of hij ook privé verkeert in de toestand te zijn opgehouden te betalen.

Conclusie

Het arrest van de Hoge Raad heeft een belangrijke verandering voor de insolventiepraktijk tot gevolg. Een faillissement van een VOF betekent dus niet meer per definitie een faillissement van de firmanten. Als een schuldeiser naast het faillissement van de VOF ook de firmanten failliet wil laten verklaren, zal zij dit in haar faillissementsrekest expliciet moeten verzoeken. De rechtbank zal ten aanzien van ieder van de firmanten afzonderlijk moeten onderzoeken of zij in de toestand verkeren dat zij hebben opgehouden te betalen.

Frederik Bouwman