Het eerste kwartaal van 2020 is voor Koninklijke Boskalis Westminster N.V. (Boskalis) financieel boven verwachting verlopen. In het licht van de wereldwijde ontwikkelingen van het COVID-19 virus heeft Boskalis daarmee een alleszins goed eerste kwartaal afgesloten. Ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar is de omzet licht toegenomen bij een hoger resultaat. De omvang van de orderportefeuille is per einde kwartaal licht afgenomen ten opzichte van de recordstand van eind 2019. Er zijn tot op heden geen geboekte opdrachten van betekenis geannuleerd. De al zeer solide financiële positie is in de loop van het eerste kwartaal verder versterkt.
HOOFDPUNTEN EERSTE KWARTAAL 2020
- Impact van COVID-19 op het eerste kwartaalresultaat relatief beperkt
- Hogere omzet ten opzichte van het eerste kwartaal 2019 bij een hogere EBITDA
- Gevarieerd beeld in de vlootbezetting bij zowel Dredging als Offshore Energy
- Orderportefeuille: EUR 4,6 miljard
- Positieve netto kaspositie van EUR 57 miljoen en direct beschikbare financieringsruimte van circa EUR 850 miljoen
OPERATIONELE GANG VAN ZAKEN
Boskalis heeft bij het uitbreken van het COVID-19 virus maximale voorzorgsmaatregelen getroffen om de gezondheid, veiligheid en het welzijn van zijn werknemers te waarborgen. Daarbij zijn tegelijkertijd alle nodige stappen gezet om de operationele activiteiten maximaal voort te kunnen zetten.
Projecten worden slechts in beperkte mate getroffen door algehele lockdown maatregelen. De grootste operationele uitdaging voor Boskalis is het aflossen van de scheepsbemanningen en het projectpersoneel als gevolg van de wereldwijde reisbeperkingen. Om de continuïteit van de bedrijfsvoering en gezondheid van de collega’s te waarborgen worden oplossingen op maat toegepast. Inmiddels is in samenwerking met de Travel Clinic, dat deel uitmaakt van het Erasmus Medisch Centrum, een testprocedure op COVID-19 uitgewerkt. Deze procedure wordt sinds enkele weken succesvol toegepast voor het aflossen van bemanningen op schepen.
Dredging & Inland Infra
De omzet van de divisie Dredging & Inland Infra is in vergelijking met het eerste kwartaal van vorig jaar licht afgenomen bij een lager resultaat. Vermeldenswaardige projecten in uitvoering betroffen Duqm (Oman), Pulau Tekong en Tuas Terminal Phase 2 (Singapore), LNG Canada en diverse middelgrote projecten in Nederland. Van alle (middel)grote projecten ligt momenteel alleen het Pulau Tekong project stil als gevolg van COVID-19 door een selectieve lockdown in Singapore. Pulau Tekong omvat hoofdzakelijk civiele activiteiten waarbij geen grote baggerschepen worden ingezet. Hierdoor is de impact op het resultaat zeer beperkt.
De bezetting van de hoppervloot lag in verhouding tot vorig jaar op een lager niveau. Daarentegen was de bezetting van de cuttervloot in het eerste kwartaal uitzonderlijk sterk, mede door de inzet van de megacutter Helios in het Midden-Oosten.
De orderportefeuille van Dredging & Inland Infra is ten opzichte van eind 2019 licht afgenomen. De portefeuille in Nederland nam daarbij toe, mede door de definitieve gunning voor groot onderhoud aan de Rijksweg N3 en onderhoudsbaggerwerk in de haven van Rotterdam. Na afsluiting van het kwartaal heeft de Raad van State een belangrijke uitspraak gedaan in het kader van de uitvoering van het projectplan voor de versterking van de Markermeerdijken. Als gevolg van de uitspraak kan gestart worden met de uitvoering van de werkzaamheden die in 2020 en 2021 een belangrijke bijdrage zullen leveren aan de omzet van Boskalis in Nederland. Tevens is in het tweede kwartaal een vervolgopdracht ontvangen voor de aanleg van een tweede kunstmatig eiland in het IJmeer, grenzend aan het zogenoemde Strandeiland dat momenteel wordt gerealiseerd naast de bestaande IJburg-eilanden in Amsterdam.
Offshore Energy
Het eerste kwartaal bij Offshore Energy is naar omstandigheden goed verlopen. Bij een hogere omzet in vergelijking met het eerste kwartaal 2019 was het operationele divisieresultaat licht negatief, daar waar het resultaat in 2019 fors negatief was. Het eerste kwartaal is door seizoenseffecten traditioneel zwak.
Het contracting deel van de divisie bestaat uit Installation & Intervention (I&I) en de Offshore Wind activiteiten. Bij I&I hebben enkele pijplijn-gerelateerde projecten en decommissioningwerken aan de omzet bijgedragen. Bij Offshore Wind had Subsea Cables een relatief druk kwartaal met de projecten Ostwind 2, Triton Knoll en Borssele Beta in uitvoering.
Het services deel van de divisie bestaat uit Marine Transport & Services, Subsea Services en Marine Survey. Bij Marine Transport was een deel van de grote schepen goed bezet maar is een deel van de vloot afhankelijk van een uitdagende spotmarkt. Bij Subsea Services en Marine Survey is de winterperiode op de Noordzee gewoonlijk rustig en lag de omzet op een niveau dat vergelijkbaar is met begin vorig jaar. Met ingang van begin dit jaar worden de Marine Survey activiteiten van Horizon Geosciences volledig geconsolideerd. Horizon had een zeer druk eerste kwartaal en droeg goed bij aan zowel de kwartaalomzet als het resultaat.
De bezetting van de verschillende typen offshore-schepen liet een uiteenlopend beeld zien. Daar waar de transportschepen en AHT’s beter bezet waren, lagen de kabellegschepen en diving support vessels vaker stil, in lijn met het normale seizoenspatroon.
In het kwartaal is een groot aantal kleinere opdrachten aangenomen en is het orderboek ten opzichte van eind 2019 nagenoeg stabiel gebleven.
Towage & Salvage
Salvage kende een redelijk normaal eerste kwartaal dat in het teken stond van twee bergingen in Brazilië. De omzet van Salvage lag op een lager niveau dan het uitzonderlijk drukke eerste kwartaal van 2019. De bijdrage van de Towage joint ventures was, gecorrigeerd voor de desinvestering van Kotug Smit Towage begin 2019, nagenoeg stabiel.
Financiële positie
Boskalis heeft zijn sterke focus op cash-management sinds de uitbraak van COVID-19 verder aangescherpt. Diverse initiatieven zijn genomen gericht op het beperken van niet-projectgerelateerde uitgaven, het optimaliseren van het werkkapitaal en het waarborgen van de financieel sterke positie. Zo is begin april aangekondigd dat het investeringsprogramma voor 2020 is gehalveerd naar EUR 200 miljoen, wordt over het financiële jaar 2019 geen dividend uitgekeerd en is het aandeleninkoopprogramma begin april opgeschort. Het gecombineerde gevolg van deze maatregelen resulteert in een positief kasstroomeffect van circa EUR 320 miljoen in 2020.
De financiële positie van Boskalis is onverminderd sterk. De onderneming sloot 2019 af met een positieve netto kaspositie en deze is in de loop van het eerste kwartaal verdubbeld tot EUR 57 miljoen. Hiermee wordt ruimschoots aan de financiële convenanten voldaan.
Medio april heeft Boskalis bovendien zijn zogenoemde Revolving Credit Facility geherfinancierd tot april 2025. Hiermee heeft het de beschikking over een nieuwe gecommitteerde bankfinanciering van EUR 500 miljoen met verbeterde voorwaarden ten opzichte van de oude faciliteit. Met de aanwezige liquide middelen en de bankfaciliteiten beschikt Boskalis over een direct beschikbare financieringsruimte van circa EUR 850 miljoen.
VOORUITZICHTEN
Begin maart is bij de publicatie van de jaarcijfers 2019 al aangegeven dat het, gegeven het projectmatige karakter van een significant deel van onze activiteiten en gegeven de onzekere omstandigheden, moeilijk is vroeg in het jaar een concrete kwantitatieve uitspraak te doen over het jaarresultaat 2020. Het lijkt onontkoombaar dat de COVID-19 crisis, in combinatie met de lage olieprijs, een negatief effect zal hebben op onze business. Het marktbeeld dat wij schetsten in het Corporate Business Plan 2020-2022 dat wij begin maart presenteerden is inmiddels achterhaald. Desalniettemin zijn wij gegeven de extreme omstandigheden niet uitgesproken negatief over de rest van het jaar. Mede dankzij het recordorderboek waarmee het jaar is gestart, in combinatie met de intern getroffen maatregelen en de eerste tekenen dat de COVID-19 restricties zich wereldwijd lijken te stabiliseren, wordt met voorzichtig vertrouwen vooruitgekeken naar de rest van het jaar.
Voor 2020 wordt een investeringsbedrag van circa EUR 200 miljoen verwacht met inbegrip van dry dockings. Eventuele acquisities zoals het eind januari verworven restbelang in Horizon (EUR 35 miljoen) zijn hierbij niet inbegrepen.