Overig

Aansprakelijkheid van de bestuurder van de penvoerder bij (niet) doorbetaling van subsidie

1858

Onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten worden vaak uitgevoerd in een samenwerkingsverband van verschillende organisaties. Regelmatig wordt Europese of nationale subsidie ter beschikking gesteld aan de deelnemers van deze projecten. Subsidieverstrekkers prefereren uit efficiëntieoverwegingen dan één aanspreek- en betalingspunt. Daarom wordt een penvoerder – op Europees niveau ‘Coördinator’ genoemd – aangesteld. De penvoerder ontvangt onder andere de subsidie en verdeelt deze onder de projectpartners. De penvoerder is vaak een vennootschap. Het komt echter regelmatig voor dat subsidiegelden door de penvoerder niet tijdig worden doorbetaald en dat de penvoerder later niet (meer) in staat is dat te doen. De vraag is of de bestuurders van de penvoerder dan aansprakelijk zijn jegens de overige projectdeelnemers (subsidieontvangers) die hierdoor subsidie zijn misgelopen. Het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies definieert de penvoerder als een door het samenwerkingsverband aangewezen penvoerende persoon of organisatie. De penvoerder is vaak een van de deelnemers van het project. In het Kaderbesluit staan verschillende taken van de penvoerder, zoals het aanvragen van de subsidie, het ontvangen van (subsidie)beschikkingen, het indienen van rapportages bij de subsidieverstrekker en het – (mede) voor de (andere) projectdeelnemers – ontvangen van (voorschotten van) de subsidie In Europese projecten waarbij de Europese Commissie subsidie verstrekt heeft de zogenaamde ‘Coördinator’ vaak een vergelijkbare rol.

Projectdeelnemers (de subsidieontvangers) zijn niet verplicht een samenwerkingsovereenkomst te sluiten indien zij een project uitvoeren waarvoor subsidie wordt verleend. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (‘RVO’), die nationale en Europese subsidies en financieringsregelingen uitvoert, raadt dit echter wel aan. Ik deel deze visie.

Gaat het mis met de doorbetaling van de subsidie dan kan een subsidieontvanger de bestuurder van een penvoerder aanspreken op grond van onrechtmatige daad. Indien een vennootschap tekortschiet in de nakoming van een verbintenis of een onrechtmatige daad pleegt, is uitgangspunt dat alleen de vennootschap aansprakelijk is voor daaruit voortvloeiende schade, aldus vaste rechtspraak. Voor het aannemen van persoonlijke aansprakelijkheid is vereist dat die bestuurder ter zake van de benadeling persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.

Op de penvoerder rust een bijzondere zorgplicht nu met subsidiegelden wordt gewerkt. Subsidieverstrekkers, bestuurders van penvoerders en subsidieontvangers hebben belang bij dat situaties, waarbij subsidiegelden niet worden aangewend voor het doel waarvoor zij zijn bestemd en rechtszaken tegen bestuurders ontstaan, worden voorkomen. Partijen zouden daarom in de samenwerkingsovereenkomst in ieder geval overeen moeten komen dat subsidie op een aparte bankrekening wordt gestort zodat de kans groter is dat dit in de praktijk ook gebeurt. Bovendien zouden zij overeen moeten komen dat subsidie zo spoedig mogelijk wordt doorbetaald.

Het samenwerkingsverband dient ook te bepalen welke partij penvoerder wordt en waarborgen in de overeenkomst dienen op te nemen om de risico’s te beperken. Juridische begeleiding bij het opstellen van de overeenkomst is aanbevelenswaardig.