Overig

Afscheid van Coert Beerman, CEO Rabobank Rotterdam

964

“Wat ik het meest zal missen is de dagelijkse boost als ik de Maasboulevard oprijd en de skyline van Rotterdam zie. En ook mijn vaste ritueel op dinsdagochtend; een wandelingetje over de markt als ze nog aan het opbouwen zijn. De Rotterdamse mentaliteit ten top: mouwen opstropen en ervoor gáán.” Time to say goodbye. Coert Beerman (59) was tien jaar lang directievoorzitter bij Rabobank Rotterdam. Per 1 juli ligt de wereld aan zijn voeten: als directeur van Nederland en Afrika bij het internationale bankbedrijf van Rabobank krijgt hij de verantwoordelijkheid voor alle Wholesale-activiteiten.

Couleur locale
De geboren Vlaardinger telt zijn zegeningen: de Nyenrodiaan maakte eerst een uitstapje naar een ‘andere’ bank, maar “Het coöperatieve model van Rabobank, onze plaats in de samenleving en de locale economie, heeft mij altijd getriggerd. Dat gaf mij meer vrijheid dan bij welke andere bank dan ook mogelijk was geweest.” Ook een redenen dat hij vanaf 1983 Rabobank altijd trouw is gebleven. “Vanuit mijn kennis en zienswijze heb ik invulling mogen en kunnen geven aan de ‘couleur locale’. En dat ik al op mijn 32e directeur kon worden, was natuurlijk ook niet onaardig. Ik heb geluk gehad.”

Desgevraagd typeert Beerman zichzelf als een verbinder en een ondernemende bankier: “Een ondernemer tussen de ondernemers. Samenwerken om de locale economie vorm en inhoud te geven en zeker ook om mensen te ondersteunen bij het waarmaken van hun ambities. Zo nodig in een juist remmende rol.” De bankdirecteur, met als missie om de ‘footprint’ van Rabobank Rotterdam in de stad te vergroten, voegde de daad bij het woord. Naast zijn dagelijkse werkzaamheden is Beerman altijd actief geweest in Rotterdamse netwerken en commissies. Voorheen bijvoorbeeld als commissaris bij Feyenoord, nu nog als voorzitter van de Stichting Vriendenfonds Sint Franciscus Gasthuis en lid van de Raad van Advies van het CHIO.

Fris
Over de ontwikkeling van de Rotterdamse vestiging, nu de grootste lokale Rabobank, in de tien jaar dat Beerman aan het roer stond, zegt hij: “Als ik terugkijk, krijg ik direct flashbacks van dag één. Rabobank had toen als doel de posities in de vier grote steden uit te bouwen. We begonnen met een balanstotaal van 3 miljard en zitten nu op ruim 10 miljard euro.” Beerman begint even met een technische uitleg van die cijfers en hoe er nu meer gekeken wordt naar bijvoorbeeld het ophogen van kapitaal, maar lijkt dan te beseffen dat hij tegen een leek praat; “Enfin, dat wordt allemaal veel te ingewikkeld, laten we het erop houden dat we het niet gek hebben gedaan.”

Dan komt de springlevende, ethische discussie over de nieuwe bankmoraal even om de hoek kijken. Beerman verklaart ‘teleurgesteld’ geweest te zijn over de rol van Rabobank in een recente affaire. “We zijn ons nu aan het bezinnen en enorm in debat over wat wel en niet kan. Dat doen we onder andere met de medewerkers waarbij onze ‘business principles’ worden besproken. Dit gebeurt iedere dag tijdens een lunch met tien tot twaalf medewerkers en de directie. Soortgelijke sessies hebben we ook met klanten en leden. Je moét dit debat levend houden. Het moet fris blijven en we moeten elkaar aanspreken waar nodig.”

Ongekende drive
In Utrecht, waar hij straks kantoor gaat houden, wordt de Rotterdamse aanpak geapprecieerd, vertelt hij. “Die mentaliteit van niet ouwehoeren, gewoon aan de slag, kan zeker geen kwaad, zo kreeg ik te horen.” Een valkuil is er ook, weet Beerman uit ervaring: “Door al dat positivisme willen we soms te veel ballen in de lucht houden, dat zie je ook bij de bank. De les is dat we moeten afmaken waar we aan beginnen”. Beerman steekt zijn liefde voor (ondernemend) Rotterdam niet onder stoelen of banken: “Er heerst hier een ongekende drive. We hebben de neiging om te zeuren, maar Rotterdam heeft door lef te tonen veel meer voor elkaar gekregen dan men zich vaak realiseert.”

Dat besef wordt versterkt als Beerman Rotterdam door de ogen ziet van relaties die van buiten de stad komen. “Hoe zeg je dat netjes, eh, nou ja; hun mond valt open. De architectuur, de skyline, de Witte de Withstraat en nu de Markthal. Oh ja, en natúúrlijk Rotterdam Centraal, dat is een landmark! Culinair doet Rotterdam het ook goed: niet alleen hebben we vier sterrenrestaurants, maar ook de vele multiculturele restaurants verrijken het aanbod. De stad krijgt meer en meer allure en toch ook warmte. Laten we dat vooral koesteren.”

Noblesse oblige
Beerman noemt aanvankelijk twee favoriete hotspots in Rotterdam, maar in zijn enthousiasme komen daar vanzelf evenementen bij. “Het bankje tegenover de Erasmusbrug waar ik graag zit te mijmeren. De Kuip tijdens thuiswedstrijden van Feyenoord. Uiteraard het CHIO: een unieke samenkomst van verschillende mensen. En natuurlijk Diergaarde Blijdorp, één van de vele sponsorprojecten van de bank. En het Zomercarnaval. Niets is te dol in Rotterdam.” Hij besluit: “Eén van de mooiste happenings was toch wel de ‘Grand Départ’. Die organisatie en die exposure die dat heeft opgeleverd; fantastisch gewoon!”

Rabobank Rotterdam neemt haar plicht, ‘noblesse oblige’, om maatschappelijk verantwoord en duurzaam te ondernemen, sinds jaar en dag uiterst serieus. Beerman, gepassioneerd: “Gedreven vanuit onze identiteit als coöperatieve bank, blijven wij onze medeverantwoordelijkheid nemen op het maatschappelijke en economische vlak. Juist in een tijd waarin het wat moeizamer gaat. Rabobank is een aanraakbare bank met een grote maatschappelijke betrokkenheid. Eén met de gemeenschap en met beide voeten op de grond. Dát is ons onderscheidend vermogen.”

Steuntje in de rug
De lijst van fondsen en sponsoractiviteiten is lang, maar er zijn er een paar die de directievoorzitter in het bijzonder aan het hart gaan. “Met het project ‘169 klushuizen’ hebben we meegedaan aan het verbeteren van het leefklimaat in bepaalde wijken. Daardoor werd het mogelijk dat mensen een eigen huis konden kopen en zodoende in hun eigen wijk konden blijven wonen. Tevens realiseerden we hiermee dat er geen leegloop ontstond uit bepaalde delen van de stad.

Ook Hockeyclub Feyenoord hebben we ondersteund. Niet zozeer omdat Rabobank hoofdsponsor is van de hockeybond en we vele hockeyclubs ondersteunen, maar juist vanwege de maatschappelijke rol die deze club in de wijk vervult. Zo waren en zijn er nog veel meer van dergelijke projecten in samenwerking met scholen en sportverenigingen. Met als doel om vaak kansarme jongeren, die een steuntje in de rug goed kunnen gebruiken, toekomstperspectief te bieden.”

Diep respect
Rabobank Rotterdam is tot slot tevens actief in het stimuleren van ondernemerschap voor starters. “Ik heb diep respect voor kleinschalige ondernemers”, zegt Beerman. “Helaas, hoewel de eerste tekenen van voorzichtig herstel aanwezig zijn, duurt het te lang voordat we in Nederland het herstel weer te pakken hebben. Uiteraard hinken we dus nog een beetje op twee gedachten: investeren of nog even afwachten. Maar hoe je het wendt of keert, het hoort gewoon bij Rotterdammers dat het glas altijd half vol is in plaats van half leeg.”