Overig

Alimentatie en de DGA

469

Uit de wet volgt dat ex-echtgenoten gedurende (meestal) 12 jaren onderhoudsplichtig tegenover elkaar zijn. Bij het vaststellen van de hoogte van de alimentatie wordt uitgegaan van het inkomen dat de ex-echtgenoten zich in redelijkheid kunnen verwerven. Dat geldt ook voor de alimentatieplichtige DGA. In hoeverre verschilt het berekenen van de alimentatie die de DGA kan betalen ten opzichte van de alimentatie die een werknemer kan betalen en wat zijn de uitgangspunten? Onderstaand beperk ik mij tot de partneralimentatie, waarbij gemakshalve de alimentatieplichtige de man is en de alimentatiegerechtigde de vrouw.

Voordat de hoogte van de partneralimentatie kan worden vastgesteld, moet eerst de behoefte van de vrouw worden vastgesteld. Bij een werknemer is het inkomen op het moment dat de echtgenoten uit elkaar gaan bepalend voor de hoogte van de behoefte. Bij de DGA ligt dat complexer. Er wordt vaak gezegd dat de resultaten in de drie jaren voorafgaand aan de scheiding bepalend zijn voor de hoogte van de behoefte. Niets is minder waar. Het resultaat van de onderneming kan jaarlijks (aanzienlijk) verschillen. Door uit te gaan van een langere periode dan drie jaren, kan een zuiverder gemiddelde worden bepaald. Het gaat daarbij niet alleen om het inkomen dat de DGA zichzelf heeft gegeven, maar ook om de winstuitkeringen en de opnames uit rekening-courant. De inkomsten van de man en de vrouw bij elkaar zijn in beginsel bepalend voor de welstand waarin de echtgenoten tijdens het huwelijk hebben geleefd, en daarmee de behoefte van de vrouw. Door de inkomsten van de vrouw af te trekken van haar behoefte, kan de hoogte van de benodigde partneralimentatie worden berekend.

Vervolgens dient te worden berekend hoeveel partneralimentatie de man (DGA) kan betalen, te weten de draagkracht. Het gaat bij partneralimentatie om een bijdrage die in de toekomst wordt voldaan. Voor de werknemer is in beginsel de jaaropgaaf of de loonstrook bepalend. Voor de DGA is het van belang om een inschatting te maken van de inkomsten die hij in de toekomst uit de vennootschap kan ontvangen. De draagkracht van de DGA dient te worden berekend aan de hand van de kasstromen van zijn vennootschap. Uit de kasstromen volgt namelijk wat er gebeurt met het geld binnen de vennootschap. Het resultaat van de vennootschap is niet bepalend voor de draagkracht. Winst is niet hetzelfde als geld! Zelfs bij een negatief resultaat is het mogelijk dat de kasstromen positief zijn. Het resultaat kan namelijk zijn beïnvloed door afschrijvingen, wat geen kasstroom tot gevolg heeft.

Naast de kasstromen is bepalend welke inkomsten de DGA uit zijn vennootschap ontvangt of redelijkerwijs kan ontvangen: kan het inkomen van de DGA worden verhoogd? Dat heeft met name betrekking op winstuitkeringen. Sinds de inwerkingtreding van de Flex-BV zijn de vereisten aan het (kunnen) doen van winstuitkeringen aangescherpt. Het uitgangspunt is dat alleen dan een winstuitkering kan worden gedaan als de vennootschap aan al haar overige (lopende) verplichtingen kan blijven voldoen, de zogenaamde uitkeringstest. In dat kader is het van belang om de verplichtingen op de balans goed in kaart te brengen.

Er dient bijvoorbeeld rekening te worden gehouden met pensioenverplichtingen op de balans. Indien een pensioenvoorziening op de balans is opgenomen, maar de financiële middelen om het pensioen te betalen zijn niet/onvoldoende aanwezig (ook rekening houdende met de rekenrente), is het de vraag of aan de DGA een winstuitkering kan worden gedaan. De vennootschap zou namelijk door de winstuitkering niet aan haar pensioenverplichtingen kunnen voldoen. De winstuitkering komt dan niet door de uitkeringstest.

Het inkomen dat de DGA ontvangt is in beginsel bepalend voor zijn draagkracht. Bij het vaststellen van de te betalen alimentatie, kan het inkomen van de DGA niet zonder meer worden verhoogd met een winstuitkering.

Voordat afspraken worden gemaakt over partneralimentatie of in een procedure de draagkracht van de DGA wordt beargumenteerd en wordt berekend, is het dus van groot belang om de kasstromen te analyseren en de verplichtingen op de balans van de vennootschap goed in kaart te brengen. Goede samenwerking tussen de accountant en de advocaat is essentieel om inzichtelijk te maken dat het inkomen van de DGA niet (zonder meer) kan worden verhoogd met een winstuitkering. Laat u als DGA dus goed voorlichten en wees zorgvuldig, zeker rekening houdende met de duur van de alimentatieverplichting!