Overig

Bestuurder in privé aansprakelijk door onvoldoende controle op privégebruik auto

552

Een auto van de zaak is voor veel werknemers een belangrijke arbeidsvoorwaarde. Als hoofdregel bij een auto van de zaak geldt dat er een bijtelling moet plaatsvinden voor het privégebruik van die auto. De werkgever is verplicht om deze bijtelling in de salarisadministratie te verwerken. Een bijtelling is onder andere niet aan de orde, als de werkgever de werknemer verbiedt om privé gebruik te maken van de auto van de zaak. De Belastingdienst stelt hieraan de voorwaarden dat zo’n verbod schriftelijk moet worden vastgelegd, én de werkgever ‘voldoende toezicht houdt op de naleving van dat verbod’. Recent heeft een rechtbank een belangrijke uitspraak gedaan. Een werkgever die niet voldoende toezicht houdt op de naleving van het verbod, kan als bestuurder van de werkgever (in casu een B.V.) in privé aansprakelijk worden gesteld voor de door de werkgever verschuldigde loon- en omzetbelasting over het privégebruik auto.

Wat was de situatie? Een B.V. hield zich bezig met het uitvoeren van grond-, straat- en rioolwerken en groen-voorzieningen. De B.V. had diverse bestelauto’s aan haar werknemers ter beschikking gesteld. In de arbeidsovereenkomst met de werknemers was vastgelegd dat zij hun auto van de zaak niet voor privédoeleinden mochten gebruiken.

Bij een boekenonderzoek constateerde de Belastingdienst dat meerdere werknemers de auto van de zaak wél voor privé hadden gebruikt. De inspecteur leidde dat met name af uit bekeuringen die waren opgelegd wegens verkeersovertredingen in het weekeind en op dagen dat de betreffende werknemer/automobilist verlof had. De inspecteur legde de B.V. naheffingsaanslagen loon- en omzetbelasting op ter zake van het privégebruik auto, en een boete. Die aanslagen werden deels betaald. Deels niets omdat de B.V. failliet ging.

De Belastingdienst stelde daarop de bestuurders in privé aansprakelijk voor de onbetaald gebleven aanslagen. Het argument hierbij was dat zij als bestuurders van de B.V. de naleving van het verbod tot privégebruik auto onvoldoende hadden gecontroleerd, én niet tijdig een melding van betalingsonmacht van de B.V. hadden ingediend.

De rechtbank stelde vast dat de bestuurders van de B.V. onvoldoende controle hadden uitgeoefend op naleving van het verbod. Zij konden geen plausibele verklaring geven voor de genoemde bekeuringen, en ook niet aantonen dat sprake was geweest van enige controle. Daarmee waren de aanslagen volgens de rechtbank terecht.

Ook de aansprakelijkheidstelling van de bestuurders was terecht. Bestuurdersaansprakelijkheid kan worden voorkomen door een tijdige melding van betalingsonmacht. Dit hadden de bestuurders netjes gedaan. Maar dan moet wel vaststaan dat het niet aan opzet of grove schuld is te wijten dat de belasting destijds niet tijdig is afgedragen. En dat was volgens de rechtbank wél het geval, nu beide bestuurders niet voldoende controle hadden uitgevoerd op het privé gebruik van de auto van de zaak. Dit geldt dus ook in situaties dat geen sprake is van een faillissement.

Samenvattend geldt dat het als bestuurder belangrijk is daadwerkelijk controle uit te voeren wanneer sprake is van een verbod op privégebruik. Wanneer bij de werknemer onterecht niet is bijgeteld, heeft de Belastingdienst anders alsnog de mogelijkheid de bijtelling bij u als bestuurder in rekening te brengen.

– Jan van Neerbos