Kort na de officiële opening van Rotterdam World Gateway-terminal, door burgemeester Ahmed Aboutaleb, spraken wij met Ronald Lugthart over de meest moderne havenoverslagterminal van de wereld. Tijdens de openingshandeling zij burgemeester Aboutaleb over de nieuwste aanwinst in de Rotterdamse haven: “Als we als wereldhaven een wereldspeler willen blijven, hebben we excellente bedrijven nodig die klaar zijn voor de toekomst. RWG is zo’n bedrijf.” “En zo is het ook,” aldus de 48-jarige Ronald Lugthart, managing director van de RWG-terminal.
Lugthart vervolgt: “We zijn met deze terminal nu al de meest moderne containerterminal van de wereld en in onze visie is RWG in 2030 voor wereldwijd opererende rederijen hét complex voor containerlogistiek. De containerterminal van RWG is toonaangevend in termen van veiligheid en duurzaamheid en staat bekend om zijn efficiënte en betrouwbare doorvoer van containers. Rotterdam is in 2030 het belangrijkste zeehaven- en industriecomplex van Europa, een sterke combinatie van een ‘global hub’ en een Europees industrieel cluster. In ons missiestatement staat: RWG onderhoudt voor zijn klanten een veilige, betrouwbare, duurzame en concurrerende containerterminal in de belangrijkste doorvoerhaven van Europa. Daarbij is RWG niet alleen een betrouwbare partner, waarbij afspraak ook daadwerkelijk afspraak is, maar we zijn ook flexibel en duurzaamheid staat hoog in het vaandel. Het exploitatiebeleid voldoet aan de strenge eisen van het Havenbedrijf Rotterdam en RWG beperkt zijn visie niet alleen tot het economische aspect. Investeringen van vandaag mogen immers nooit ten koste gaan van de leefkwaliteit van morgen. Daarnaast anticipeert RWG voortdurend op veranderende markten en wensen van betrokken partijen.”
RWG is meer IT-bedrijf dat containers overslaat
Volgens de boeiend sprekende Ronald Lugthart is RWG geen traditioneel havenoverslagbedrijf, maar meer ‘een IT-bedrijf dat containers overslaat’. “Je ziet, als je ons gebouw binnenkomt, ook niet direct dat wij een havenoverslagbedrijf zijn. Het kan elk willekeurig kantoor zijn. Er zitten hier maar liefst 90 IT-specialisten. Dat is de helft van ons totale personeelsbestand. Daarbij is maar liefst 45 man academisch geschoold. – Bijna al het werk hier is geautomatiseerd. De software waar RWG op draait is 3.0. Dit betekent dat de bedrijfsprocessen op de terminal volledig geautomatiseerd kunnen verlopen. En hoewel de kranen van onze overbuurman APMT2 (Maersk) ook volledig automatisch kunnen werken hebben wij ervoor gekozen de automatisering op de terminal nog een stapje verder door te voeren. Bij ons zijn namelijk ook de douaneprocedures en zowel het gate proces als de afhandeling van de trucks die de containers komen afleveren en ophalen eveneens volledig geautomatiseerd. Alleen het sjorren en wisselen van de stekkers van de koelcontainers is nog handwerk. Dit werk wordt uitbesteed aan gespecialiseerde bedrijven met een haven CAO. Bij RWG is de robotisering het verst gevorderd, maar Rotterdam ligt wat automatisering betreft in de containeroverslag sowieso al een straatlengte voor op de concurrentie. Vier van de vijf containerterminals met agv’s en gerobotiseerde kranen staan namelijk in Rotterdam.”
Opleiding
Om bij een bedrijf als RWG te kunnen werken heb je dan ook een andere opleiding nodig dan in het verleden het geval was. Volgens Lugthart dien je over minimaal havo of mbo-4 te beschikken als basis. Lugthart: “Mocht er ergens in het proces iets niet goed gaan, dan signaleren onze computers dit meteen en kunnen de systeembeheerders hierop meteen anticiperen. Dit zijn elementen vanuit je opleiding en gelinkt aan de huidige generatie studenten aan het middelbaar- en hoger beroepsonderwijs, alsmede aan universiteiten. . We zijn dan ook getransformeerd van een ‘hands-on, naar aan brains-on’ organisatie. De havenarbeider anno nu draagt bij ons geen helm en een veiligheidshesje, maar die komt met een aktekoffertje naar kantoor om voor een beeldscherm te zitten. Dit betekent overigens ook dat het personeel van RWG gemiddeld genomen heel jong is. Er werken hier veel mensen van in de twintig, dertig en veertig jaar. De haven is niet meer het traditionele bolwerk van hands-on gedreven personeel.”
Afstand
“Het is voor ons ook mooi te constateren dat de medewerkers er geen enkel probleem mee hebben dat we ‘helemaal’ op Maasvlakte2 zitten. Was voor onszelf best nog wel even een dingetje. We hebben zelfs nog overwogen om ergens in de stad een kantoor te betrekken. Maar dat bleek na onderzoek niet nodig. De meeste medewerkers rijden met veel plezier naar Maasvlakte2.”
Medewerkers belangrijk voor RWG
Voorafgaand aan de officiële openingsceremonie had Lugthart nog een speciaal moment ingelast om zijn personeel te bedanken. De medewerkers hadden op de tribune een ereplaats gekregen. Ze zaten namelijk op de hogere rijen. Op verzoek van Lugthart gingen alle circa 700 genodigden, waaronder aandeelhouders, stakeholders en klanten van RWG, staan, om zich vervolgens om te draaien en te applaudisseren voor de medewerkers om hen zo te bedanken voor hun enorme inzet. Onze medewerkers zijn bijzonder betrokken bij de organisatie, dat waarderen wij uiteraard enorm. Uiteindelijk zijn zij het die de afgelopen jaren de stap hebben genomen om deze terminal te realiseren. Het applaus voor hen tijdens de opening was dan ook meer dan terecht. We zijn er ook trots op dat we een heel laag ziekteverzuim en ook een gering verloop hebben bij RWG.”
Exploitatie Maasvlakte2
Om Maasvlakte2 goed te kunnen exploiteren wilde het Havenbedrijf zoveel mogelijk rederijen aan Rotterdam binden. Schepen van Maersk meren af aan de terminals van APMT. Terwijl MSC een vaste plek heeft op de ECT-Deltaterminal. De Euromax Terminal is de home-terminal van de CKYH-alliantie. Lugthart: “Wij vormen met RWG een consortium van het Franse CMA CGM, APL uit Singapore, het Japanse MOL en het Koreaanse Hyundai Merchant Marine en samen met terminal operator Dubai Ports World (DP World). Het zijn de rederijen die het initiatief voor RWG hebben genomen. Zij moesten er op verzoek van het Havenbedrijf een operator bij zoeken. Deze ‘liners’ hadden toen al door dat de ontwikkeling van de grote containerschepen alleen maar door zou gaan. Ze waren, met de bouw van die schepen, hun tijd dus eigenlijk ver vooruit.”
Capaciteit
“Een terminal waar schepen met een capaciteit van 18.000 TEU tot 20.000 TEU aanleggen kan absoluut niet zonder een ver doorgevoerde automatisering. De landzijdige afhandeling op de terminal is van eminent belang. Hoe verder geautomatiseerd,des te gestructureerder de processen verlopen. Kort gezegd gaat het erom hoe snel de container van het schip af kan en via de diverse modaliteiten de terminal kan verlaten. We zijn eind vorig jaar gestart met een testfase, waarbij we één schip per maand bediende. Dit voorjaar zijn we gestart met de commerciële operatie. Volgens planning moet de terminal eind volgend jaar volledig operationeel zijn. De doelstelling is om dan 2,35 miljoen TEU te kunnen behandelen. Of dit zal worden gerealiseerd is onder meer afhankelijk van de economische ontwikkeling en het ladingaanbod. Maar de terminal draait en volgend jaar gaat het gas er op.” Lugthart besluit met: “De innovatiekracht van RWG stelt ons bedrijf in staat een mondiale terminal neer te zetten: efficiënt, betrouwbaar, duurzaam en op technisch gebied de meest geavanceerde in zijn soort. Nu en in de toekomst.”