Het taboe moet eraf
We kampen met een 100 jaar oude faillissementswet, maar vooral met een groot gevoel van schaamte over een faillissement. Nergens voor nodig. Leer ervan en realiseer je dat juist de meest innovatieve ondernemers veel risico lopen.
Vinger aan de pols
Wat kun je leren van het verslag dat de curator opstelt bij een faillissement? Vaak blijkt dat de neergaande lijn zich al enige tijd voordoet. Het komt zelden voor dat het zware weer plotseling komt opzetten, tenzij er sprake is van een te grote afhankelijkheid van één of enkele afnemers. Soms heeft de ondernemer te weinig tijd gehad. Dat zou goed kunnen, want het huidige rechtssysteem in Nederland biedt onvoldoende hulp. De faillissementswet is meer dan 100 jaar oud en hoofdzakelijk gericht op de schuldeisers. De curator heeft de primaire taak de belangen van die schuldeisers te behartigen. Ofwel: zoveel mogelijk eruit halen wat erin zit. Er rest de ondernemer dan ook bitter weinig tijd om te werken aan een doorstart en dus behoud van de onderneming. De politiek heeft eindelijk de handschoen opgepakt. Er komt een wetsvoorstel, maar dat is voor velen helaas te laat. De boodschap blijft dus: grijp tijdig in. Het gaat nu goed, maar is de onderstroom, de onderliggende tendens wel in orde?
Wat ook blijkt, is dat in een groot aantal gevallen de financiële administratie van de betreffende ondernemingen niet actueel was. Het gebrek aan actuele informatie is niet alleen heel bijzonder, maar vooral zeer onnodig. De huidige digitale systemen lezen bankgegevens in en boeken via scanning. Ze geven snel de actuele situatie weer en bieden eenvoudig inzicht.
Leren van faillissement
Uiteraard komt het vaker voor dat de ondernemer niet veel te verwijten valt en dat je beter schoon schip kunt maken om met de opgedane ervaring een nieuwe start te maken. In Amerika is het zelfs een teken van goed ondernemerschap om een keer failliet te zijn gegaan; je zult er wel van geleerd hebben. In Nederland zit dit gedachtegoed helaas niet in onze cultuur. Er is vaak schaamte en ondernemers denken dat er op ze wordt neergekeken. Jammer, want veel op dit moment zeer succesvolle ondernemers hebben weleens een faillissement meegemaakt. Zij weten dat het erbij kan horen.
Regie houden is lastig
Als er geen andere uitweg is dan failliet gaan, dan rijst de vraag: hoe houd je het heft in eigen handen? En hoe kom je er voor jezelf en voor je medewerkers zo goed mogelijk uit? Zelf de regie voeren is juist met de huidige wetgeving in de hand lastig. Een goed plan wil nog niet direct de instemming hebben van de benoemde curator en vooroverleg is niet mogelijk. Wat dan? Wachten op nieuwe wetgeving lijkt mij geen optie.
Op tijd in overleg
Belangrijk is dat je in gesprek bent en blijft met je belangrijkste schuldeisers. Betrek ze er op tijd bij. Ga ook na of belangrijke klanten of leveranciers die voor je voortbestaan extra belangrijk zijn, betrokken kunnen worden in dit proces. Je kunt in samenspraak met hen trachten een zachte landing te maken of een gezonde doorstart. Negeer ze in ieder geval niet. Hulp inroepen is nooit een teken van zwakte.
Deel de ervaring
Eigenlijk zou er veel meer kennis gedeeld moeten worden over wat ondernemers in de praktijk hebben geleerd tijdens en na een faillissement. Het taboe moet eraf zou ik zeggen. Heb bewondering voor de ondernemers die zijn blijven volharden in het constant zoeken naar uitdagingen en nieuwe kansen. Zij zijn het die zorgen voor de ontwikkeling in onze economie.
Een faillissement kan echt iedereen overkomen. Dreigt je onderneming in zwaar weer te komen, steek dan je licht op bij andere ondernemers en blijf niet alleen worstelen. Raak liever je schaamte kwijt dan je onderneming. Blijf ondernemen. Als het goed gaat, ben dan alert op de onderstroom. Praat erover met een accountant. En als ondernemer geef ik natuurlijk het advies om eens te bellen als u het gevoel heeft onvoldoende inzicht te hebben.
– Martin Witt