Overig

Havenbedrijf-CEO Castelein verwacht beter 2017

461

Energietransitie in haven gaat lukken

Allard Castelein, CEO van het Havenbedrijf, is tevreden. Vreemd wellicht, omdat de overslagcijfers tot en met het derde kwartaal van dit jaar bijna twee procent lager zijn dan die van 2015. Niettemin ziet Castelein tal van positieve ontwikkelingen.

Hij zegt: “De containeroverslag neemt in het derde kwartaal, in vergelijking met het eerste half jaar toe en met de economie gaat het beter dan in de periode 2009 tot en met 2015. Dus ik verwacht dit jaar bijna hetzelfde volume als in het recordjaar 2015 en ik denk dat 2017 macro-economisch een beter jaar wordt en dat is goed voor de haven”.

Met name het feit dat op Maasvakte 2 het aantal behandelde containers op de geautomatiseerde terminals van APM (Maersk) en RWG in de lift zit, is een positieve ontwikkeling. Volgens Castelein hebben de nieuwe terminals tijd nodig om alle systemen goed in te regelen. Zo worden de containers gelost vanuit een controlekamer, door operators die een joystick bedienen. Beide terminals draaien nog niet op volle capaciteit. Bij RWG is dat iets minder en bij APM iets meer dan 2.5 miljoen TUE. Hierdoor zijn containerschepen uitgeweken naar met name Antwerpen, omdat Rotterdam aan zijn maximale overslagcapaciteit zat.

Op koers

Castelein: “De terminals worden stabieler. Ik verwacht dat ze dit jaar gezamenlijk 1,5 miljoen TUE behandelen. En als de productiviteit in dit tempo doorzet, dan zitten we goed op koers”.

Opluchting ook over het bereikte sociaal akkoord in de containersector, dat na jarenlang onderhandelen werd bereikt en nodig is, omdat door de automatisering de werkgelegenheid onder druk stond. Die is nu voor werknemers, die op 1 januari 2015 in vaste dienst waren tot 1 juli 2020 gegarandeerd. Ook de Senioren Haven Fitregeling wordt uitgebreid en de 120 medewerkers van het in problemen verkerende uitzendbedrijf Rotterdam Port Services krijgen een maatwerkoplossing.

Castelein: “Mijn rol was die van mediator en voorzitter. Ik heb partijen er geregeld bijgetrokken. Het is gelukt doordat de betrokken bedrijven niet individueel zijn gaan onderhandelen, maar gekozen hebben voor een duurzame en collectieve oplossing. Anders zouden wij ook niet hebben kunnen aanschuiven. Alle betrokkenen zijn over hun eigen schaduw heengestapt. We delen de kosten met de werkgevers. Nee, ik noem geen bedragen”.

Ontwikkelaar

Castelein benadrukt dat zijn focus niet alleen op de containersector ligt. “Het is spelen op verschillende schaakborden en het Havenbedrijf groeit van een traditionele havenbeheerder naar een ontwikkelaar van het gebied, door samen met diverse havenpartijen voorop te lopen met het bedenken van creatieve oplossingen, waardoor we goed op allerlei veranderingen kunnen inspelen. Bovendien proberen we lastige dossiers los te trekken”.

Castelein kaart de ict-ontwikkelingen aan, waarbij met slimme informatie-apps, het Havenbedrijf probeert in te spelen op de behoefte van zijn klanten. Zoals samen met hen de logistieke keten naar het achterland real time, transparanter, efficiënter en milieuvriendelijker maken. Castelein: “Daarmee willen we ons onderscheiden, zodat er meer goederen via de Rotterdamse haven gaan”.

Energietransitie

Een uitdaging is de energietransitie, waarbij Nederland in 2050 zo goed als CO2-neutraal moet zijn. Een streven dat, doordat 195 landen de klimaatdoelen hebben geratificeerd, een keihard gegeven is. Dit betekent voor Nederland een reductie van de broeikasgas-uitstoot met 80 tot 95 procent. En Rotterdam moet van een fossiele naar een groene haven worden omgevormd. Daarom heeft het Havenbedrijf samen met tal van andere bedrijven zich aangesloten bij de “Transitiecoalitie”, die de overheid oproept te gaan werken aan een nieuw Deltaplan, met een klimaatwet, de komst van een minister van economie, klimaat en energie, een onafhankelijke klimaatautoriteit en een nationale investeringsbank, die vergroenende innovaties en grote energieprojecten mogelijk maakt. Nodig om bedrijven duidelijkheid te geven over het lange termijnbeleid en de energietransitie te versnellen. De Energietransitie moet een nieuwe economie, met nieuwe banen mogelijk maken.

Castelein: “Energietransitie is wil, uithoudingsvermogen, geld en techniek. Want allerlei verwachte technische innovaties moeten echt mee zitten. En ook al loopt Nederland met het nemen van milieumaatregelen achter, door eenduidigheid, een lange termijn visie en slagkracht kan het nu snel gaan. Grote spelers, die het uithoudingsvermogen, de technische know how en het geld hebben, zien Rotterdam als hun belangrijkste vestigingsplaats in Europa. En doordat we die bedrijven bij elkaar kunnen brengen, vertrouw ik erop dat het ons gaat lukken”.

Castelein benadrukt dat het bij energietransitie ook gaat om warmte-uitwisseling, efficiënter energieverbruik, circulaire economie, biobrandstoffen, bioraffinage, wind- en zonne-energie en een schonere fossiele scheepsbrandstof als LNG. “We zijn klaar voor vloeibaar aardgas. In de nieuwe insteekhaven kunnen bunkerschepen aanmeren om LNG in te nemen, waarna zij de schepen in de haven kunnen bevoorraden”.

Kolencentrales

Maar voorlopig staan er in de haven nog twee nieuwe kolencentrales, die schoner zijn dan de oude, maar die absoluut niet CO2-vrij zijn.

Castelein: “De minister moet bepalen of de nieuwe centrales passen in het Nederlandse energiebeleid. Als dat zo is, dan kan het proefproject voor het afvangen van de CO2, die de centrales uitstoten en het injecteren van het broeikasgas in een leeg gasveld voor de kust, doorgaan.

Als de subsidies rond zijn, er een nieuwe mijnbouwwet is en het technisch onderzoek positief is afgesloten, kan er in de tweede helft van 2017 een investeringsbesluit worden genomen. Alle partijen staan namelijk klaar aan de startlijn”.

“En mocht het met de kolencentrales niet lukken, dan verwacht ik dat CO2-afvang nog steeds levensvatbaar is. Ik voer momenteel gesprekken met raffinaderijen, die ook geïnteresseerd zijn om eraan mee te werken”.

Windoffshore

“Daarnaast ben ik blij met de komst van Sif, omdat de productie van reuzepylonen voor windmolens op zee een sterke groeimarkt is. Sif heeft binnen een half jaar een hal van 500 meter, met insteekhaven uit de grond gestampt. De kademuren worden nu gebouwd. En we zijn in overleg met andere partijen, zodat  Rotterdam straks dé servicehaven wordt voor de offshore wind.

En offshoreschip Pioneering Spirit, dat hier is afgebouwd, doet de komende tien jaar, enkele keren per jaar, de haven aan, om omgebouwd te worden voor de volgende klus. Dat betekent werk voor omliggende bedrijven. Maar beide ontwikkelingen vind je niet terug in de overslagcijfers “.

“Ik ben veel in de haven. Overleg voeren, verfrissende ideeën opdoen en die weer herijken. Je moet continu schakelen. In mijn rol moet ik die openheid ook hebben. Op het moment dat ik denk, ik weet het nu wel, moet ik weg zijn”.