Als je het internet eens doorpluist dan is er veel gepubliceerd over het onderwerp familiebedrijven. Er wordt eigenlijk wel continu onderzoek verricht aan dit fenomeen dat al vele honderden jaren bestaat. Maar zijn de dagen van het familiebedrijf niet geteld, houden familiebedrijven in de huidige tijd wel stand tussen al dat geweld van die kolossale, beursgenoteerde firma’s, waar de financiële pagina’s van de nieuwsbladen dagelijks mee zijn gevuld?
In een eerste waarneming is eenvoudig vast te stellen dat familiebedrijven wel zeker een belangrijke bijdrage leveren aan de Nederlands economie. De bijdrage aan het Nederlandse Bruto Binnenlands Product van familiebedrijven bedraagt 53%, waarbij de 100 grootste familiebedrijven alleen al een omzet van wel 130 miljard Euro vertegenwoordigen. Daarnaast zorgen familieondernemingen ook voor een hoger dan gemiddelde werkgelegenheid in Nederland. Zo’n 55% van alle ondernemingen in Nederland is een familiebedrijf. Zonder het familiebedrijf zou de economie van Nederland er dus anders uitzien. Het is zaak dat het familiebedrijf in en voor Nederland gecontinueerd wordt. Daarvoor zijn er echter wel een aantal uitdagingen die overwonnen moeten worden.
Veelal had het familiebedrijf de naam ‘kneuterig’ of ouderwets te zijn, echter de familiebedrijven van vandaag de dag zijn veelal moderne, professioneel geleide ondernemingen. Dit betekent echter wel dat het personeel, met grote loyaliteit en lange dienstverbanden, continu (bij)geschoold moet worden om de ontwikkelingen in het vakgebied te kunnen volgen. Ook zijn er steeds vaker hoger opgeleide managers, met specifieke vakkennis, nodig die de familie ondersteunen bij de bedrijfsvoering. Scholing en een goed personeelsbeleid zijn zodoende van vitaal belang. Daarnaast ligt er een taak bij de familie om ook volgende generaties te betrekken bij en te interesseren voor het familiebedrijf zodat generatie op generatie zich met ‘hart en ziel’ voor het bedrijf zal inzetten.
Onderzoeken wijzen uit dat familiebedrijven ook investeren in hun toekomst. Een thema zoals ‘Internet of Things’ wordt vaak genoemd en er wordt actief onderzocht of ontwikkelingen op dit gebied kunnen helpen bij een betere dienstverlening, productsamenstelling en of productieproces. Echter voor de minder kapitaalskrachtige bedrijven wil financiering van dit soort van ontwikkelingen nog wel eens een opgave zijn.
Vaak speelt de overheid ook niet altijd een positieve rol bij de ontwikkeling van het familiebedrijf. Door verdergaande regelgeving, verhoging van de lastendruk en afwenteling van steeds meer risico’s, denk hierbij bijvoorbeeld aan de kosten van langdurig ziekteverzuim, wordt een stuk van de focus van het bedrijf verlegd naar processen die niet primair met de bedrijfsvoering te maken hebben. Zo wordt uiteindelijk de efficiëntie verlaagd, wat, zeker bij internationale concurrentie, in negatieve zin, merkbaar kan gaan worden.
Dat bovenstaande uitdagingen door het familiebedrijf goed gepareerd gaan worden staat eigenlijk buiten kijf. Ze staan erom bekend flexibel met veranderingen om te kunnen gaan en hebben in hun branche of niche waardevolle specifieke kennis die hun in staat stelt, ook in economisch slechte tijden, te overleven en zelfs te groeien. Familiebedrijven ‘are here to stay’, zoveel staat wel vast. Of dat het belang van familiebedrijven net zo zal groeien als in Duitsland waar 91% (!) van de bedrijven een familiebedrijf is, dat moeten we nog afwachten, maar een goede toekomst staat ze wel te wachten.