Overig

Highlights uit het belastingplan

2921

Inmiddels oud nieuws zijn de fiscale wetsvoorstellen die met Prinsjesdag zijn gepubliceerd. Bij het ter perse gaan van dit nummer zijn net de Algemene Beschouwingen afgerond. Op het moment dat u dit leest zijn er waarschijnlijk al weer aanpassingen voorgesteld. Zo kunnen wij nog net meegeven dat het CDA waarschijnlijk niet voor de aanpassingen in box III zal gaan stemmen, althans bekend op 17 september jl. Geen nood, Rijnmond Business zal u updaten waar nodig.

Een aantal onderwerpen uit de fiscale wetsvoorstellen zijn zeker de moeite waard om  toch nog even te noemen. In een volgende editie zullen wij u updaten.

Voor bedrijven

Enkele maatregelen zien op het voorkomen van ontgaan/ontduiken van belastingen door het schuiven van winsten binnen een internationaal concern. Dit is een speerpunt van de OESO en Nederland zal daar ook aan moeten geloven.

Invoering verrekenprijzendocumentatie en country-by-country reporting

Multinationals met een omzet vanaf € 50 mio. moeten in hun administratie een “groepsdossier” en een “lokaal” dossier opnemen. In het groepsdossier moet dan een omschrijving komen van de structuur, aard van de activiteiten en haar gehele verrekeningsgedragslijn en ook de wereldwijde allocatie van inkomen en economische activiteiten. Het lokale dossier dient informatie te bevatten hoe interne prijzen tot stand zijn gekomen. Financiën wil bij de format van deze dossiers aansluiten bij de door de OESO opgestelde formats. Hierover zal nog discussie plaatsvinden. Duidelijk is al wel dat een opschaling hierin door veel bedrijven zal moeten plaatsvinden. Voor multinationals met een omzet vanaf € 750 mio. gelden zwaardere verplichtingen.

Aanpassing Moeder-Dochterrichtlijn

Deze komt er op neer dat een in Nederland ontvangen dividend niet langer onder de deelnemingsvrijstelling valt indien de dividenduitkering door de betalende buitenlandse dochtervennootschap aftrekbaar is. Dit geldt ook als de deelneming buiten de EU gevestigd is.

Buitenlandse aanmerkelijk belangregeling aangepast

Als een buitenlands lichaam een aanmerkelijk belang (minstens 5%) houdt in een Nederlands lichaam, zijn de dividenden en vervreemdingsvoordelen uit dat Nederlandse lichaam belast en wel indien het buitenlandse lichaam het aanmerkelijk belang houdt met als (een van de) voornaamste doel(en) het ontgaan van Nederlandse inkomsten- of dividendbelasting. Op dit moment geldt deze regeling niet als het belang behoort tot het ondernemingsvermogen. Maar vanaf 2016 moet men in alle gevallen toetsen of het belang wordt gehouden met als (een van de) hoofddoel(en) het ontgaan van belastingheffing. Bovendien moet men toetsen of de structuur is opgezet op grond van geldige zakelijke redenen die de economische realiteit weerspiegelen. Bij zakelijkheid is de bepaling niet van toepassing. Dit betekent dat bij het opzetten van een structuur deze toets altijd doorlopen zal moeten worden. Overigens kan het zijn dat een Verdrag ter voorkoming van dubbele belasting nog van toepassing kan zijn.

Aanscherping gebruikelijkheidscriterium werkkostenregeling

Het gebruikelijkheidscriterium wordt aangescherpt om het voor de Belastingdienst eenvoudiger te maken om tariefarbitrage te bestrijden. Het door u als werkgever aanwijzen van vergoedingen of verstrekkingen van een bepaalde omvang als eindheffingsbestanddeel moet als zodanig gebruikelijk zijn (en niet de omvang van de vergoeding of verstrekking als zodanig). Dit is gedaan om te voorkomen dat ongebruikelijke hoge bonussen, vakantiegeld en dergelijke “slechts” tegen 80% naheffing worden belast in plaats van het normaal gebruteerde tarief van circa 104%.

Kwetsbare werknemers

Er komt een nieuw systeem met tegemoetkomingen voor werkgevers die werknemers in dienst nemen die behoren tot kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. Het huidige stelsel van premiekortingen wordt per 2018 grotendeels vervangen. Voor het in dienst nemen van ouderen en arbeidsgehandicapten kan een werkgever in aanmerking komen voor een gemaximeerd loonkostenvoordeel (LKV). Volgens het wetsvoorstel zal dit voordeel kleiner zijn dan de huidige premiekorting, namelijk maximaal € 6.000.

Nieuw is de invoering per 2017 van een lage-inkomensvoordeel (LIV). Dit voordeel wil de arbeidsparticipatie aan de onderkant van de arbeidsmarkt (100-120% minimumloon) stimuleren. De toekenning is naar rato van het aantal gewerkte uren en bedraagt maximaal € 2.000 per werknemer per jaar. Voor 2016 verandert er dus nog niets. Voor particulieren/directeur grootaandeelhouders

Box III – meer of minder betalen?

Ook de berekening van het forfaitair belaste rendement in box III gaat per 2017 op de schop. Het doel is de berekening van het belaste bedrag beter te laten aansluiten op het werkelijk behaalde rendement. We zijn echter nog niet van de ficties af.

Qua rendement op spaargelden en beleggingen zal voortaan worden uitgegaan van een vijfjarig voortschrijdend gemiddelde marktrendement. Voor 2017 zal bijvoorbeeld het gemiddelde rendement gelden over 2011 tot en met 2015.  Er blijft zo een onzuiverheid ten opzichte van de werkelijk behaalde resultaten. De fictie komt weer boven water omdat wordt verondersteld dat een bepaalde mix tussen spaargeld en beleggingen aanwezig is. Voor 2017 is de raming als volgt: voor uw vermogen tot € 100.000 geldt een rendement van 2,9%, tussen € 100.000 en € 1.000.000 een rendement van 4.7% en boven € 1.000.000 een rendement van 5,5%. Het belastingpercentage blijft 30.

Afhankelijk van de hoogte van uw vermogen kunt u ten opzichte van nu dus wel degelijk duurder uit zijn in box III. Het zal dus in meer situaties voordeliger zijn om het vermogen apart door de fiscale partners aan te geven in de aangifte.

Dit geldt ook voor buitenlanders met Nederlandse onroerende zaken (tweede woning). Het belaste rendement wordt op precies dezelfde manier berekend als hierboven, ongeacht uw werkelijke rendement.

Ruime schenkingsvrijstelling keert terug

Met ingang van 2017 wordt het definitief mogelijk om belastingvrij eenmalig tot € 100.000 te schenken aan personen tussen 18 en 40 jaar voor hun eigen woning, op dezelfde wijze als tijdens de tijdelijke verruimde vrijstelling. Een schenker kan eenmalig schenken per begiftigde, waarbij eerdere schenkingen voor diens eigen woning in mindering worden gebracht van het vrijgestelde bedrag. Een begiftigde kan van meerdere schenkers belastingvrij ontvangen, ongeacht wie de schenker is. In alle gevallen moet de schenking worden aangewend voor de aankoop of de verbouwing van een eigen woning, voor de afkoop van erfpacht en dergelijke of voor de aflossing van een hypotheek of van een restschuld op een vroegere eigen woning. In 2016 geldt de verruiming nog niet. U kunt belastingvrij schenken tot een bedrag van € 53.016. Wilt u meer schenken, dan is het advies voor dat meerdere te wachten tot 2017.

Fiscale emigratie directeur aangepakt

Tot 15 september 2015, 15:15 was het nog mogelijk om via een bepaald traject de Nederlandse  aanmerkelijk belangclaim te voorkomen. Sinds voormelde datum en tijdstip is dit niet langer mogelijk zo het schijnt. De voorgestelde maatregel komt er op neer dat geen kwijtschelding na 10 jaar meer plaatsvindt van de conserverende aanslag en ook de invordering van de aanslag binnen die 10 jaar sneller zal plaatsvinden. De maatregel is bedoeld om de volledige Nederlandse ab-claim over de Nederlandse periode te behouden.

Heeft u vragen over dit artikel, neem dan contact op met Jacco Stam of Edwin Heidema.